ULUT 15 SLA INT IJ>. Fruukrlik. De mail uit Tonking brengt treurige tijdingen voor Frankrijk mede. Ze geven bijzonderheden om trent de voorvallen, waarbjj do leden der commissie tot bepaling der zuidelijke Chineesche grens met hun escorte zjjn vermoord. De heer Haïtéo, lid der commissie, was door den president Dillon afgezonden om te Mon-Kaï den voorzitter der Chineesche commissie Teng te ont vangen. De luitenant Bohin, een der officieren-topographen, sedert het vorig jaar deel uitmakende der com missie, vergezelde hem. Beiden hadden met eene wacht van zeven of acht man te Mon-Kaï in een Chineesch huis hun intrek genomen. In de nabij gelegen citadel bevonden zich de heeren Perrin, residentie-commies, en Terlay, opzichter der werken van de genie, met een vijftiental miliciens en jagers te voet. Aldus was de toestand, toen Annamietische en Chineesche vrijbuiters des nachts de citadel en kort daarop ook het huis van den heer Haïtée aan vielen. De aanval werd echter afgeslagen, en de heer Haïtée verliet met zijne metgezellen den vol genden morgen het huis om zich bij zijne makkers in de citadel te voegen. Vóór dit eersto incident deed niets voorzien, dat men het minste gevaar zou loopen aan de grens. De drie volgende nachten hadden telkenmale nieuwe aanvallen plaats. De aanvallers werden met den dag talrijker en daaronder herkende men aan de uniformen verscheidene geregelde Chineesche soldaten. De kleine troep Franschen verkeerde in eene ver schrikkelijke positie: het water ontbrak de levens middelen en de patronen raakten uitgeput. Den derden dag na den nacht, waarin de eerste aanval had plaats gehad, rukte reeds om halfacht des morgens de bende Aimamieten en Chineezen op, om nogmaals de vesting te bestormen. Men besloot toen te vluchten en met reden, want de aanvallers waren goed gewapend en ton gotale van een vijftienhonderd man, terwijl de verdedigers, 23 man in het geheel, bijna weerloos waren. Mon verliet dus do citadel en vluchtto naar het zuiden, waar men op een grooten hinderpaal stuitte de samenvloeiing der rivier Song-Tchac-Mang met een kanaal, dat genoemde rivier met de zee in verbinding stelt. Overal door de aanvallers ingesloten, verstrooide het kloine troepje zich en sprong in de rivier om te trachten den overkant zwemmende te bereiken. De heer Ferlay echter slaagde hierin niethij ver dronk. De anderen bereikten den oever, doch stuitten daar op eone nieuwe bende inboorlingen, die hen insloten en de heeren Haïtée, Perrin en dertien sol daten doodden. De zes overigen konden ontsnappen. Het hoofd van den heer Perrin werd afgehouwen, en, op een lans gestoken, als een tropee meegevoerd- In de couloirs van de Kamer gebeurde Don- derdag bjjna een ernstig ongeluk. De heer Clovis Ilugues wilde de revolver, welke hjj gewoonlyk bij zich draagt, uit den zak van zijn overjas in dien van zijn jas steken, doch liet het wapen vallen. Het schot ging af en de kogel drong tusschen twee afgevaardigden der rechterzijde door in den wand, gelukkig zonder iemand te kwetsen. Er is sprake van het benoemen van een vice- president der Fransche Republiek, die dan tevens don president zou opvolgen. De eerste titularis zou Freycinet wezen. De Fransche kroon-diamanten zullen in het hotel Drouot te Parys worden verkocht, met uit zondering van enkele voorwerpen, die zullen worden bowaard of gesmolten. Yoor de opbrengst zal Fran sche rente worden gekocht. Den 24sten Febr. zal op het Monge-plein te Parijs het standbeeld van Louis Blanc worden onthuld. „L'Avenir De Dordogne" bericht dat de ge wezen artillerist Thimon, van beroep werktuigkun dige, een nieuwe bom heeft uitgevonden, die, ergens mede in aanraking komende, ontploft en 144 projec tielen naar alle richtingen slingert. Er zullen eerst, daags proeven met dat lieflijke werptuig genomen worden. GrooOBrltanniA Na eene bijeenkomst, welke drie uren duurde, is gisteren besloten de voorgenomen conferentie tusschen de heeren Morley, Harcourt, Chamberlain en anderen over de Iersche quaestie, uit te stellen tot aan de bijeenkomst van het Parlement. Overigens voerde de bijeenkomst tot geen resultaat. De prins van Wales presideerde Woensdag te Londen eene groote meeting, die voornamelijk uit burgemeesters uit de provinciën en vertegenwoor digers van gemeenteraden bestond en waarin nader het plan besproken werd om door de stichting van een Rijks-Museum het vijftigjarig jubileum van koningin Victoria op te luisteren. De pachters van lord Dufferin vragen een vermindering van pacht van 33 pet., die van Ierlands onderkoning een verlaging mot 30 pet. Bjj Glenbeigh (graafschap Kerry) werden twee gezinnen uit hunne hoeven weggejaagd, wegens niet-betaling van de pacht. Do deurwaarders staken de woningen in brand, tot groote verontwaardiging van het volk, dat met moeite werd weerhouden de politie met steenen te werpen. In de bittere koude werden een 80-jarige man en 6 kleine kin deren op straat gozet; eene oude vrouw viel in zwijm op den grond. Eenige liefdadige bewoners van Glenbeigh zorgden voor een tijdelijk onderkomen. Caberleroy, een op de grens van Limerick, Kerry en Cork gelegen plaatsje, was Zaterdag avond het tooneel van een moorddadigen aanval van Moonlighters, maar tevens van eene. even hard nekkige verdediging van den kant der aangeranden. Zes met geweren en een zeis gewapende on vermomdo mannen drongen het huis binnen van een boer, Connor genaamd, en zonder een woord te spreken vuurde eon der bende op het hoofd van het gezin. Dit schot was het signaal voor het gansche huisgezin vader, moeder, zonen en dochters om zich met groote kordaatheid te weer te stellen. Een verwoed gevecht begon. Elk voorwerp in het vertrek diende tot wapen, en met stoelen, keukengerief en tangen sloeg men zoo duchtig om zich heen, dat de aanvallers met bebloede koppen op do vlucht togen. In de worsteling waren hun de maskers afgerukt, waardoor bleek, dat de schurken de eigen neven van den boer waren. Het viel nu niet moeilijk aan de politie om nog in den loop van don dag vier der booswichten in hechtenis te nemen. Spanje. De groote brand, welke het prachtige Alcazar to Toledo verwoestte, ontstond in de bibliotheek. In weinige oogenblikken waren de noorder-, ooster en westervleugels van het gebouw aangetast. De pogingen om den zuidervleugel te behouden, waren vruchtelooos, ten gevolge van gebrek aan water, omdat het paleis op eene hoogte bovon den Taag gelegen is, en wijl men onmogelijk de putten van het gebouw kon naderen. Gedurende 24 uren heeft de brand gewoed. Men hoeft troepen moeten ontbieden uit Madrid om mede te helpen aan het blusschen van het vuur. Heel de bevolking en het garnizoen van Toledo hebben heldhaftig gewerkt, maar vermochten niets tegen de vlammen. Vier officieren en zeventien soldaten kregen ern stige brandwonden. Volgens latere berichten blijft er van het schoone paleis nog slechts een ellendige puinhoop over. Men heeft alleen de aangrenzende gebouwen kunnen redden, en de ontploffing van het kruit magazijn voorkomen. Sedert den wederopbouw door* keizer Karei is het do derde maal dat het Alcazar afbrandt. Onlangs werd het opnieuw gerestaureerd en 't werd nu gebruikt als school der cadetten van de infanterie. De leerlingen moesten den nacht onder den blooten hemel doorbrengen. De laatste restauratiewerken hadden vijfmillioen franken gekost. De gouverneur der provincie heeft beloofd dat het Alcazar zal herbouwd worden. Deze belofte heeft groote vreugde bij de inwoners van Toledo veroorzaakt. "Woensdag is er ook brand uitgebroken in het aartsbisschoppelijk paleis van Toledo. Dank zij de spoedig aangebrachte hulp, heeft men het gebouw kunnen redden. De uit de gevangenis te Madrid ontvluchte onderofficieren zijn nog altijd niet ontdekt. Dit wettigt het vermoeden dat zij vele medeplichtigen hebben en verhoogt de ongerustheid, dewijl het bewijst dat de staatkundige woelingen in het leger voortduren. Italië. De radicalen en de ministeriëelon hebben te Cas- tellamare een duchtig gevecht geleverd bij gelegen heid van den verkiezingsstrijd. De strijd liep zoo hoog, dat men elkander gewapenderhand aanviel en de politie er niet in kun slagen de ordo te her stellen. Er begonnen verscheidene gekwetsten te vallen, zoodat de overheid zich genoodzaakt zag troepen te laten aanrukken. Met zeer veel moeite slaagden de militairen er in de vechtende partijen uiteen te drijven en de ordo te herstellen. De strjjd was zoo hevig geweost, dat een aantal personen er het leven bjj hebben verloren. Het aantal gekwetsten bedraagt minstens tachtig, waar onder zich ook de candidaat der ministeriëole partij bevindt. Bualand. De „Times" verneemt uit St.-Petersburg dat Kaulbars, volgens betrouwbare berichten, eerlang naar Bulgarije terug zal gaan. Rusland heeft do candidatuur van den vorst van Mingrelië losgelaten. Het eischt daarom nu een regentschap van Grekoff en Zankoff met Yurksch- Russische commissarissen. Men zegt dat de czaar zich tot Schweninger heeft gewend om magerder te worden. Als de kuur gelukt zou Schweninger 15,000 gd. krijgen. ïinlgarAS. De „Standard" meldt uit Philippopel dat deBul- gaarschq regeering aan de grenzen maatregelen neemt tegen eene gevreesde overrompeling door aldaar opgehoopte Turksche troepen, die den terug keerenden Zankoff zouden vergezellen en bijstaan. Do Bulgaarsche regeering ducht eene Russisch Turksche combinatie om Zankoff tot Turkschen oppercommissaris in Bulgarije te maken mot dicta toriale macht. Allerlei avonturiers stroomen reeds naar Konstantinopel om aan de verwachte expeditie doel te nemen. Vereenigde Staten. Het congres der Unie heeft een wetsontwerp aangenomen, strekkende tot opheffing der Mormo- non-kerk, en uitroeiing der veelwijverij in Utah. Het wetsontwerp stempelt de veelwijverij tot mis daad en verklaart de polygamistische Mormonen onbekwaam voor uitoefening van het ldesrecht. Het vrouwenstemrecht in Utah is afgeschaft; alle Mormoonsche financieels hoofd-instituten zijn opge heven, welker gerechtelijke liquidatie aan den advocaat-generaal is opgedragen. Sommige deskun digen betwijfelen de rechtsgeldigheid dezer opheffing. Een depeche uit Philadelphia van 11 dezer meldt dat Edison, de beroemde uitvinder en fabri kant, gevaarlijk ziek is. De werkstaking der arbeiders in do Ameri- kaansche steenkolenmijnen breidt zich in de mijn- districten uit; steenkolennood bedreigt Boston en Nieuw-York. Curieuze tooneelen hebben den 11 don dezer plaats gehad in het Wetgevend Lichaam van Nieuw- Jersey. Het gold de verkiezing van een lid voor den Amerikaanschen Senaat. Generaal Sewell, die aan de beurt van aftreden was, werd door de republi keinen opnieuw candidaat gesteld; die dor demo craten was de gouverneur Leonides Ab'oett. Nu hebben in Nieuw-Jersey de republikeinen de meer derheid in den Senaat, de democraten in het Huis; maar in de vereenigde zitting van het Wetgevend Lichaam hing de beslissing af van twee leden der werklieden-party. Vóór de bovenbedoelde zitting hielden de republikeinen met de twee werkmans afgevaardigden en drie „gedeserteerde" democraten in de kamer van den voorzitter eene geheime samen komst. Verscheidenen kregen toegang door met een ladder een venster in te klimmen. Vervolgens haastten zij zich, voordat de democraten, die ook bijeen waren geweest, in de vergaderzaal gekomen iwaren, derwaarts en benoemden een der democra tische „deserteurs", dr. Baird, tot voorzitter. Er ontstond groote verwarring toen de democraten verschenen. De gouverneur ontbood de politie. Men trachtte den voorzitter zyn hamer afhandig te maken, maar deze hield dien met de kracht der wanhoop vast. Na een langdurig geworstel, waarby het bpna tot slagen kwam, werd de vergadering verdaagd. Programma's van Muziekuitvoeringen. Stads-Gehoorzaal. Zondag 16 Januari, des avonds te 8 uren, door het Stafmuziekcorps van het 4de reg. infanteriey orkest-directeur de heer J. G. H. Ifp.nn. Eerste afd.No. 1. Ouverture Festival, A. Leutner; 2. Kuss- Walzer, Joh. Strauss; 3. Meditation sur le lr Prélude de Each, Gounod; 4. Fantaisie op Motieven van de Opéra: „La Juive" van Halévy, W. Wieprecht. Tweede afd.: No. 5. Ouverture „Zampa", F. Hérold; 6. Romance, (PiBton- Solo), H. Vieuxtemps; 7. Souvenir uit de Operette: „La Fille de Mme Angot," Leeocq8. „Le Colibri," Polka voor Piccolo Sellenik9. Fantaisie op Motieven van do Opéra „Carmen" van Bizet, J. G. H. Mann.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 6