Gemengd Nicuwa. Op de stations der Ned. R ij n s p o o r- wegmaatschappy te 's-Hage, Scheveningen, Utrecht, Amsterdam, Rotterdam, Arnhem en Gouda, zullen door de Leidsche inachinenfabriek automatische „krachtmeters" worden geplaatst. De arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage veroordeelde heden den landbouwor onder Zoeterwoude, die de koeien van een Voor- schotenschen confrater wederrechtelijk molk, tot 1 maand gevangenisstraf. De eisch was 4 maanden. Een hoogst ernstig misdry f, waar tegen het nieuwe "Wetboek van Strafrecht een maximum-gevangenisstraf van vijftien jaren bedreigt, namelijk het opzettelijk gevaar veroorzaken voor het verkeer door stoomvermogen over een spoor weg, was heden aan de kennisneming van de Haagsche rechtbank onderworpen. Een 26-jarige arbeider uit Oegstgeest had zich aan deze euveldaad schuldig gemaakt door op den 13den November van het vorige jaar, toen hp, in beschonken toestand en in gezelschap van twee kameraden, op weg zy'nde naar het huis zijns vaders, don wissol van den Noord-Zuid-Holland- schen stoomtramweg op het kruispunt tusschen Oegstgeest en Sassenheim in de gemeente Oegst geest opzettelijk openzette en heeft doen openzetten en tusschen de naald en den rail aan beide zijden van de wisselplaats ook van den kant van Oegstgeest een voorwerp plaatste en deed plaatsen, nl. aan den kajit van Sassenheim een yzeren bout en aan den kant van Oegstgeest een stuk ijzer; dit alles mot het doel om gevaar voor den trein te veroorzaken en dezen te doen derail- leeren. De door beklaagde verwachte gevolgen bleven niet uit, maar gelukkig waren zy dank zy der waakzaamheid van den machinist Jeukens niet zoo ernstig als het geval had kunnen zyn. De met passagiers bezette trein komende uit de richting van Sassenheim met bestemming naar Leiden, derailleerde inderdaad; maar reeds by de bocht, die ongeveer 4 meter vóór den wisselstand aan vangt, bemerkte de machinist dat de wissel niet in orde was en wendde hy alle pogingen aan om den trein tot stilstand te brengen, aan welke manoeuvre het te danken was dat slechts de machine en één waggon ontspoorden, terwijl de gevolgen niet te overzien waren geweest, als de machinist niets bemerkt had en in de gewone vaart was bljjven voortrijden. Er waren geen persoonlijke ongelukken te betreuren. Toen do machinist naar het telefoon huisje liep om kennis te geven van het ongeval, vond hy het deurslot van liet gebouwtje met stop verf dichtgestopt, terwyl een der reizigers berichtte dat ook tusschen een anderen wissel, in de tegen overgestelde richting, een stuk y'zer gestoken was, waardoor een uit die richting komende trein oven eens noodwendig had moeten derailleeren en in een sloot zou gevallen zyn. In een en ander werd beklaagde „trouw" geholpen door zyne twee kameraads, die de beide wissels voor hem overtrokken, terwyl hjj er de ijzers tus schen plaatste. Of hier wraak dan wel een daad van verregaande baldadigheid in het spel was, kwam ter terechtzit ting niet zeer duidelyk aan het licht. Bekl. ver klaarde een borrel te veel gedronken, het feit niet opzettelijk gedaan en er veel spijt van te hebben. Ook dacht hy er niet aan dat er ongelukken uit zouden kunnen voortspruiten. De substituut-officier van justitie, mr. Hulshoff, wees op het ernstige van de daad, welker gevolgen door het beleid van den machinist - aan wien spr. daarvoor een gepaste hulde bracht gelukkig niet zeer ernstig waren. ZEA. kon niet aannemen dat hier aan een kwajongensstreek moest gedacht worden, want bekl. was een man van 26 jaar, geen kind dus dat zonder oordeel des onderscheids handelde. Veeleer was spr. geneigd in casu aan wraak te denken, welk vermoeden hy rechtvaar digde door eene quaestie te releveeren, welke bekl.'s vader, die vroeger goederenagent in dienst van de N.-Z.-H. S.-My. was, eens in den loop van zyn diensttijd had. Een gestrenge straf achtte spreker hoogst wenscheiyk, waarom hy vier jaren gevan genisstraf vorderde. Beklaagdes toegevoegde verdediger, mr. Mazel, betoogde als zyne innige overtuiging dat het niet bewezen was dat zijn cliënt alléén schuld had, waar de twee kameraads van bekl. eveneens schuldig waren. Wel is waar heeft bekl. bekend, maar op den bewusten dag kon deze zich geen rekenschap goven van zyne handelingen, daar hy door den drank beneveld was. Hy concludeerde mitsdien tot vrijspraak. De substituut officier van justitie, mr. Hulshoff, vorderde tevens 1 jaar en 6 maanden gevangenis straf tegen een sjouwerman uit Leiden, die ver dacht wordt ten nadeele van een schipper, terwyl deze in beschonken toestand den 23sten December van het vorige jaar in eene herberg te Leiden eene samenkomst had met eene vrouw van verdachte zeden, geld te hebben ontvreemd. De verdediger, mr. Van Praag, concludeerde even eens tot vrijspraak. De uitspraak zal over acht dagen plaats hebben. De arrondissements-rechtbank te Amsterdam veroordeelde gisteren Adriaan Bossers, wegens schriftelijke voorwaardelijke bedreiging met brandstichting en moord, tweemalen gepleegd, tot twee jaren gevangenisstraf. In het Volkspark te Amsterdam had gisternamiddag eene openbare vergadering van werkeloozen plaats, waarop ongeveer 800 personen tegenwoordig waren. Medegedeeld werd dat eene „Vereeniging van Werkeloozen" was opgericht, welke geen politieke of sociale kleur of richting had; want dat men in het Volkspark vergaderde, vond alléén dadrin zijne oorzaak, dat dit vergader lokaal kosteloos werd afgestaan. Niet alleen voor giften in geld, maar ook in natura hield zy zich voor de werkeloozen aanbebevolen. Haar voorzitter is W. Brynen, Barndesteeg, secretaris W. Jonkman, Volkspark, penningmeester H. Schieferlie, Hermie- tensteeg. Aan den burgemeester werd een brief gezonden, waarin zjjn „veel vermogende invloed" werd in geroepen, om den treurigen toestand van zoovelen te lenigen. De brief was geteekend: bestuurders van de „Vereeniging voor Werkeloozen." (H.) Op de P r i n s H e n d r i k k a d e te Am sterdam trachtten twee personen twee dienstmeisjes te zoenen. Zy werden voor die euveldaad naar het politiebureel geleid. Door de commissie van weldadig- heid te Sliedrecht is in het afgeloopen jaar on geveer f 2500 gecollecteerd en aan de armen uitgereikt. Te Zwartenberg nabjj Terapel aan de Drentsche grens is een moord gepleegd, waarvan do daders spoorloos zyn verdwenen. In het Zuylesteinsche bosch by Leersum heeft by do bekeuring van een strooper eene ernstige schermutseling plaats gehad tusschen deze, den jachtopziener Beokhuis en den gemeente veldwachter van Amerongen. Ten laatste wist men den strooper zyn geweer te ontnemen, doch niet dan nadat hy een paar wonden had bekomen. De hardrijderijen bij Slikkerveer zyn tot nader aankondiging uitgesteld. KOLONIËN. BATAVIA, 8—15 December. (Per Fransche mail.) Volgens een telegrafisch bericht van den resident van Probolingo, is sedert eenige weken weder eene verhoogde vulcanische werking van de Bromo waar te nemen. Veelvuldig doen zich knallen hooren en worden steenen uitgeworpen, welke binnen den krater terugvallen. De werking is echter minder hevig dan in het begin van dit jaar. JavGt.) Van Atjeh is door de Regeering het volgend telegram ontvangen, dd. 10 Dec.: „4, 5, 6 en 7 Dec. bandjir, 28 centimers hooger dan 1 Februari; heden water vallende, schade nog niet te schatten. Toestand Groot-Atjeh rustig." De Indische bladen bevatten lange levens beschrijvingen en waardeerende artikelen over wylen den civielen en militairen gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden, den generaal-majoor H. Dem- menie, aan de gevolgen van hevige koortsen overleden. Het verzoek van den Eur. fuselier Van Alphen, behoorende tot de krijgsmacht te Atjeh, om gratie van de doodstraf met den strop, waartoe hy by sententie definitief van het H- M. gerechtshof is veroordeeld wegens het als schildwacht verlaten van zyn post in de nabijheid van den vijand, zonder vooraf te zyn afgelost, is door den gouverneur- generaal van de hand gewezen. De raad van justitie te Semarang heeft voor- loopig surséance van betaling verleend aan de firma Soesman Co. Door den gouverneur-genei aal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Verleend: Een 2-jarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den adspirant-eontroleur bij het binnenlandsch bestuur op Java en Madura H. C. Itzig Heine. Ontslagen: Eervol uit zijne betrekking, w. ziekte, de griffier bij don landraad te Madioen J. F. Van der Zon Brouwer; eervol uit 's lands dienst, de eontr. 1ste kl. 3. P. De Bruinop verzoek, eervol als administrateur bij de tinmijnen op het eiland Billiton, J. G. Laatseervol uit 's lande dienst, w. volbr. diensttijd, de opziener 1ste kl. bij het boschwesen op Java en Madura P. F. A. Lapró; eervol uit 's lands dienst, de commies op het res.-kantoor te Telok- Betong H. W. Hamilton of Silvertonliill; op vorzoek, eervol uit 's lands dienst, met ingang van 1 Febr. a. s., de ads.-res. van Bandjermasin en Ommelanden H. G. Maks. Benoemd: Tot commies op het res.-kantoor te Telok- Betong, P. J. De Serière; tot griffier bij den landraad te Madioen, mr. A. EUerman; tot controleur bij de in- en uitvoerr. en ace. to Batavia, A. D. Verzijl; tot opziener lste kl. bij het boschwezen op Java en Madura, P. Th. Santé; tot adsp.-contr. bij het binnenl. bestuur op Java en Madura, C. C. A. M. W. V. Haije; tot commies op het res.-kantoor te Tegal, F. A. Niggebrugge. Bij het binnenlandsch bestuur op Java en Madura: tot contr. lste kl. C. J. C. Wijnaendts; tot contr. 2de kl. R. J. Maas; tot adsp.-contr. C. M. N. Hummelgens en C. W. A. Van Rinsum. Gesteld: Ter beschikking van den voorz. van de land raden te Magelang en Temanggoeng (Kedoe), ten einde te worden belast met griffiersworkzaamheden bij die colleges, de ambtenaar voor de rechterlijke macht mr. R. J. De Wal. Departement van Oorlog. O v e rg ep 1 a a tst: Infanterie: bij het 2de depót-bat., de 2do luit. H. J. L. Homburg; bg hot garnizoens-bat. van Amboina en Tcmate, de leto luit. W. S. N. van Bockem Maas. Gesteld: Infanterie: op non-act., w. overcompleet in zijn rang, do lste luit. S. W. H. Gebel. Verleend: Infanterie: een 2-jarig verlof n. Europa, w. ziekte, aan den lsten luit. H. J. P. De Groot. Departement van Marine. Vergunning verleend: Om te repatrieeren, aan J. A. M. Bron, W. Houwing, P. J. Serlé, J. W. Van Aalst, J. Albarda, A. L, De Kruyff, allen luits. ter zee 2de kl.dr. J. G. E. Van Pee, off. 'van gez. 2do kl.; J. F. De Hart, O. R. Paehlig, J. Bennebroek Evertsz, O, Willemstijn, allen offn. van adm. 2de kl. IJ IJ I. T ÏGIV L. .A IV Duitschland. By de gisteren voortgezette beraadslaging in den Ryksdag over de legerwet bepleitte de heer "Windt- horst de driejarige bewilliging der wet. Prins Von Bismarck antwoordde: „"Wy kunnen in drie jaren tegenover veranderde toestanden staan. "Wel zyn de verhoudingen in zeven jaren evenmin te berekenen, maar in dat tijdsverloop is men met de verbetering van het leger gevorderd en is eene wederzydsche schikking mogelyk. In het centrum vereenigen zich ongelijksoortige staatkundige ele menten. Zal deze vereeniging altijd zóó blijven?Is haar voortduur bij de aanstaande verkiezingen zeker? Een parlementsleger is een leger, dat van de stem ming in het Parlement afhankelijk is. Daarvan kan en moet bij ons geen sprake zyn. Toen de giondwet vele vrijheden en rechten gaf, had men niet ge dacht dat het tot zulke kleingeestige kibbelaryen kon komen, als thans hier het geval is. Het budget recht wordt niet bestreden, wanneer gy onze voor dracht aanneemt." Met betrekking tot de Carolinen-quaestie zeide prins Von Bismarck: „Men zal my wel toegeven, dat het niet geraden was, daarover met Spanje in oorlog te komen." Over de quaestie met wijlen den koning van Hannover sprekende, zeide hy„Het is waar dat wy onderhandelingen met den koning van de hand wezen. Laatstgenoemde had echter op al onze ver zoeken en voorstellen geen acht geslagen, en was de ons gedane beloften niet nagekomen." Prins Yon Bismarck besloot zyne rede met do verzekering, dat men noch nu noch later zich ook slechts een haarbreed zou laten afdingen op de voordracht in haar geheelen omvang. Heden voortzetting. De beraadslaging over de legerwet was dus gisteren voor het buitenland onbeduidend, vergele ken by die van den vorigen dag. Tot groot ver maak der vergadering gaven de heeren Windthorst en Von Bismarck elkander steken onder water. Ten slotte dreigde de Rijkskanselier met eene ont binding vün den Rijksdag keer op keer, totdat eene meerderheid voor het Septennaat verkregen zou zyn. Groot-Url taunlSk Lord Iddesleigh, de dezer dagen afgetreden minister van buitenlandsche zaken, die van zyn landgoed naar Londen was gekomen, om een onderhoud mot lord Salisbury te hebben, werd gistermiddag plot seling onwel, juist toen hij op het punt was de trap naar Salisbury's woning in Downingstreet op te stijgen. Hij werd oogenblikkelyk in een kamer der woning gedragen, doch stierf eenige minuten later, nadat zyn zoon en twee geneesheeren gehaald waren. Lord Iddesleigh leed sedert lang aan een hartkwaal. By het verdrijven van pachters te Moynoe (Galway) hadden wanordelijkheden plaats. Het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 2