Te Nieuw veen (by Alfen) werd reeds 25 jaar geleden, gesteund door de groote meerder heid van de raadsleden en door den toeninaligen predikant, het initiatief genomen tot afschaffing van hot zoogenaamd nieuwjaarwenschen langs de huizen der ingezetenen. In de plaats daarvan kwam eene uitdeeling van levensmiddelen aan de behoeftigen op den eersten, later den tweeden dag dos jaars, bekostigd uit vrijwillige bijdragen. Sedert is onafgebroken daaraan de hand gehou den. Dit jaar vloeiden de bijdragen nog ruimer toe dan in het vorige jaar, zoodat aan de behoeftigen weder brood, kaas, koffie en ryst als nieuwjaars gift kan worden uitgereikt. Bij door den Hoogen Raad gewezen arresten zyn o. a. verworpen de cassatieberoepen van lo. de dienstbode uit Haarlemmermeer, die met ver nietiging van een vonnis der rechtbank te Haarlem, door het gerechtshof te Amsterdam veroordeeld werd tot 3 maanden eenzame opsluiting, wegens diefstal van sajet, garen en band ten nadeele van een koopman die ten huize haars meesters te Aals meer intrek had; 2o. den koopman uit Rotterdam, door het ge rechtshof te 's-Gravenhage veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf wegens valschheid in vier onder- handsche geschriften en het desbewust gebruik maken daarvan. Uit het gesticht te Heemstede is een manspersoon, van ongeveer 30 jaren, wegge- loopen, die lydende was aan vallende ziekte. Te Haarlemmermeer is Zaterdag avond op den hoofdweg by den Bennebroekerweg, zekere Hystek bewusteloos neergevallen. Het was „helder donker". Iemand te paard daar passeorende, ontdekte hem, doordien het paard over hem hoen sprong. Na eenige verzorging kwam hy weer spoe dig by. De politie te 's-Gravenhage waar schuwt het pubhek dat men op zyne hoede zy by het aanknoopen van handelsbetrekkingen met Herman J. Schoemacher, als zyn adres, by het doen van bestellingen van allerlei aard, opgevende 270 Van Ravesteynstraat te 's-Gravenhage. Aldaar woont F. D. Bastet en komt hy nu en dan. Hy deed zich onlangs van Den Haag afschryven naar Haarlem, doch moet zich ook ophouden te Rotterdam. Reeds vroeger werd de aandacht op hem gevestigd. Een huzaar, die op Tweeden Kerstdag in de Passage te 's-Hage in eene opgewonden bui zyne sabel trok, om „voor de grap" er mee te balanceeren, liet het wapen vallen, dat juist terecht kwam op het hoofdje van een kind, dat onder moeders geleide naar een Kerstfeest ging. Met eene ernstige wond door bewoners van het Achterom aanvankelyk verbonden moest het meisje naar huis teruggebracht worden. De huzaar maakte zich uit de voeten. De'bemanning van de eerste schuit van den reeder P. Groen te Scheveningen is door den Waterschout aldaar, den heer L. G. Vernéej aangemonsterd. Gisteravond ontstond te Amster dam plotseling, vermoedelyk door het omvallen van eene brandende petroleumlamp, een hevig uitslaande brand in den winkel van huishoudelyke artikelen op den Kloveniersburgwal No. 32. De onmiddellyk gealarmeerde en met eene groote macht uitgerukte brandweer, overmeesterde in acht minuten tyds met één handspuit de vlammen, zonder dat er persoonlyke ongelukken by te betreuren zyn. Het geheele blusschingswork was in drie kwartier afgeloopen; de winkel is gedeeltelyk uitgebrand. Men meldt uit S t e e n b e r g e n a a n d e „N. R. C.": In den nacht van 24 op 25 Dec. is te Kruisland in twee landbouwerswoningen, by J. C. K. en A. L., inbraak gepleegd en zyn daarby eenige graanzakken, kleedingstukken en levens behoeften gestolen. De daders zyn onbekend, de politie doet yverig onderzoek. Van do verdronken schepelingen van het aan den Hoek van Holland gestrande stoomschip „Egret" zyn 6 ïyken aangespoeld of opgevischt. Dat van den loods Steehouwer wordt nog vermist. By het redden van de elf overige per sonen der bemanning hebben de weinige bewoners der overzyde van den Nieuwen Waterweg zich zeer vordienstelyk en hulpvaardig betoond door het ver schaffen van hulp en kleedingstukken. Men schryft uit Wageningen: Op den eersten Kerstdag, 's morgens te 4 uren, is in do hofstede „Groot Achterveld" een moordaanslag gepleegd op den bewoner A. Van Veldhuizen. Twee zyner stiefzonen hadden zich naar de kerk begeven, tervvyl de vrouw en een derde stiefzoon zich te huis bevonden. Terwijl V. te bed lag, werden ver scheidene schoten op hem gelost, waarschynlyk met eene revolver. Eon kogel ging hem door den hals, een ander kwam in zyn rechterarm, en ook aan beide handen is hy gewond. De verwonde vluchtte n.i den aanslag, ongekleed en blootsvoets naar de wed. Van D. op een kwartier afstands van zijne woning. Dr. Versteeg uit Barneveld verleende hem daar de eerste geneeskundige hulp. Zyn toestand geeft nog hoop op behoud. De justitie uit Utrecht heeft ter plaatse een onderzoek ingesteld. Do stiefzoon is als verdachte aangehouden; hy blyft echter alle schuld ontkennen. De vrouw moet beweren dat de moordaanslag niet op bed is voorgevallen, niettegenstaande in de bedstede kogels zichtbaar zyn en eveneens bloedspatten. In het krank zinnigengesticht „Voor burg" te Vucht zyn, naar men aan het „Utr. Dbl." mededeelt, meer dan 500 verpleegden en slechts 2 geneesheeren. Te Rozendaal heeft de jenever weer een slachtoffer geëischt. Ten gevolge eener woor denwisseling over de betaling van een paar glaasjes jenever, ontstak een man zoozeer in woede, dat hy den kastelein van de herberg waarin hy zich be vond, twee gevaarlyke messteken in den buik toe bracht. De dader is naar de govangenis te Breda overgebracht. Te Benedenknype is de goudsmids- werkplaats van D. Hansma, met al de daarin aan wezige gereedschappen, door brand vernield. Alles was verzekerd. De oud-burgemeester Tychon, wo nende te Sippenaeken, by Epen (Wittem, Limburg), is dood in zyne woning gevonden. Hy was aan het hoofd zwaar gewond. De politie heeft een on derzoek ingesteld. De man had zich wegens ge meente-aangelegenheden vele vyanden gemaakt, en men verdiept zich derhalve in gissingen. To Deventor wordt een werkman van eene fabriek, vader van drie kinderen, wegens ziekto verpleegd in het ziekenhuis. Do buren brachten uit dat de moeder byna geen voedsel aan hare kinderen verstrekte, dat zy byna naakt liepen en eene legerstede hadden niet geschikt voor mensche- lyke wezens. Men ging aan het onderzoeken en de uitslag was dat hetgeen do buren vertelden, niet overdreven werd bevonden. De vrouw had van een ziekenfonds, verbonden aan de fabriek waaraan haar man werkt, f 3 en van het ziekenfonds van het Nut ƒ2 per week, benevens nog eenige verdien sten van een der kinderen, dat aan eene hulzen- fabriek werkte. Al dat geld verkwistte zy aan jenever. Een paar ingezetenen trokken zich de zaak aan. Zy vroegen den vader, om voor zyne kinde ren voorloopig te zorgen, toestemming, welke hy gaarne gaf. Twee kinderen (een van vyftien jaren wilde de moeder niet verlaten) werden nu tydelyk uitbesteed en men legde beslag op de gelden, welke de vrouw uit de beide fondsen kreeg. Donder dag-middag kwam met een trein uit Kortryk eene behoorlyk vorzegelde lykkist te Tourcoing aan, begeleid door zekeren D. Deze kon echter do noodige papieren niet vertoonen en de kommiezen verlangden nu het lyk te zien. D. protes teerde, schreeuwde, sprak van lykschennis, kortom, toonde zooveel tegenzin om de kist te doen openen, dat de kommiezen verdenking begonnen te krygen. Men opende dus de kist en vond daarin geen lyk, maar 70 kilo tabak en sigaren, waarvoor een in komend recht van 1000 of 1200 franken betaald had moeten worden. Alles werd verbeurd verklaard en D. in hechtenis genomen. De te1egraphische gemeenschap met Engeland en van Engeland met heel Europa was tot gisternamiddag vier uren verbroken. Daarna werd de gemeenschap via Denemarken ad 26 cents per woord geopend. Naar men uit Oudenaarden meldt, is in den omtrek van het dorp Maeter het geheel bevroren lyk gevonden van een herder, die twee dagen te voren in beschonken staat te Oudenaarden gezien was. Men onderstelt dat hy op den weg ingeslapen en door de koude bevangen is. Ook is onder Lantignie, by Lyon, een postbode voorover op den grond liggende doodgevonden, naar allen schyn mede van koude omgekomen. Succi's vastentyd verstrijkt morgen, Woensdag. Hy is heel wel en gaf Zaterdag avond een bal, waarop hy eenige uren danste. Zyn gewicht is zeer afgenomen. Te Houdencourt, in het Franse li e departement Oise, hebben nog onbekonde dieven het graf van een jong meisje, dat voor drie weken overleden is, opengebroken en de juweelen versier selen gestolen, waarmede de doode begraven werd. Op de reede te Batavia is by hetlos- sen der lading van het stoomschip „Limburg" een ongeluk gebeurd. Een vat ruw karbolzuur werd opgeheschen, toen, terwyl het reeds zeer hoog op gehaald was, het vat uit den ketting gleed en in het ruim terugviel, waar het, op een dwarsbalk neerkomende, uitoensprong, en zyn brandend scher pen inhoud over het lichaam van drie koelies goot, van welke de eene, toen men te hulp kwam, reeds onder hevige pijn bezweken was. De beide anderen, ook buiten kennis door de pyn, zyn in treurigen toestand naar het stadsverband gevoerd en den volgenden morgen is een hunner overleden. De stad Dolina in Galicië is gedeel- telijk afgebrand; 260 huizen werden vernield. Te Newington vond men zekere mevr. Pickersgill in hare woning dood, het hoofd byna van den romp gescheiden. Haar man, die reeds lang niet wel by het hoofd was, werd van den moord verdacht. Men zocht hem en vond hem dood op den spoorweg; hy had zich onder een trein geworpen. Lady Mary Johns, eene jonggehuwde Engelsche dame, werd voor ruim drie weken door haren echtgenoot verlaten, die, naar hy zoide, naar Schotland op reis ging om er te jagen. Dagelijks ontving de jonge dame dan ook een teederen brief en een bezending wild. Op den tienden dozer werd haar echter in een anoniem schry ven medegedeeld, dat haar man niet in Schotland aan het jagen was, maar te Parys vertoefde, waar hy in gezelschap eener schoone actrice haar huwelijksgift verteerde. Lady Johns reisde nu in alleryi naar de Seinestad, informeerde naar haar trouweloozen gemaal en trof hem op een gemaskerd bal. Vermomd als Tcher- kessische wist zij hem zóó te boeien, dat hy zich met haar in een afzonderlijk vertrek terugtrok. Daar wierp de beleedigde vrouw haar masker af en trachtte eigenhandig haren man te worgen. Op zyn gerochel kwam men verschrikt, aanloopen en het gelukte den half gesmoorde weder in het leven terug te roepen. Lady Johns was ontvlucht. Men zal zich herinneren dat ver leden jaar, toen Christine Nilsson te Stockholm van het balkon van haar hotel voor de volksmenigte zong, er oen gedrang plaats had, dat verscheidene menschenlevens kostte. De hoofden dor politie Rubenson en Hintze werden wegens plichtverzuim, de eerste tot 500 en de andere tot 150 kronen veroordeeld. Zij waren van dit vonnis in hooger beroep gekomen, doch het hoogste g rechtshof heeft zich met het genoemde vonnis vereenigd. BUITENLAND. FraukrJik. De „Figaro" vestigt de aandacht op het feit, dat tot nu toe de redevoeringen, waarmede de nieuwe Fransche gezanten de souvereinen, by welke zy geaccrediteerd zyn, hebben begroet, allen zijn open baar gemaakt; alleen over de ontvangst van den gezant by het Russische hof is niets modegedeeld. Dit is, volgens de „Figaro", zeer te betreuren, omdat het een schyn van waarheid byzet aan de geruchten, volgens welke de Fransche regeering over de ontvangst van haren gezant niet zou heb- bon te roemen. Men kan toch niet aannemen dat de czaar den gezant in het geheel niet heeft ge antwoord, en alleen den militairen attaché heeft gevraagd, of deze nog altyd Russisch loerde. Toen op Tweeden Kerstdag in de Sorbonne, onder voorzitting van den minister van oorlog, generaal Boulanger, die in groot uniform verscheen, de prysuitdeeling der Reddings-Maatscliappy plaats had, werd de minister, onder levendige toejuichingen der aanwezigen en onder het spelen der Marseillaise, door den gewezen vice-minister Turquet, voorzitter der Maatschappij, ontvangen. In de rede die hy hield, vergeleek hy het doel en de toewyding der Maatschappy met die des legers. Zyne woorden werden eenstemmig toegejuicht en niet minder de slotzin, waarin de minister o. a. voorspelde, dat Frankryk even lang bestaan zou als de wereld. Na een antwoord van den heer Turquet werd tot do prysuitdeeling overgegaan. By het scheiden werd generaal Boulanger ook op straat, waar eene groote volksmenigte op de been was, levendig toe gejuicht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 2