Gcmeagd NicuwH. Toen Zaterdag-raiddag, ongeveer halfdrie, een der klerken van den heer Van H. alhier diens huis verliet, vond hij aan de deur een armoedig gekleed man, die in de mouw van zjjne jas een groot mes verborgen hield en trachtte binnen te dringen. De klerk waarschuwde zijn patroon, die naar voren ging, de deur opende en den indringer vraagde, wat hy wilde. „Dat zal ik je vertellen," was het antwoord, en meteen haalde hjj zijn mes te voorschijn, gereed tot een aanval. De heer v. H. wachtte dezen natuur lijk niet af, maar smeet de deur dicht. De booswicht, of dronkaard misschien, moet naderhand door de politie zijn opgepakt. De zoon van e e n d e r w i n k e 1 i e r s t e dezer stede, de heer L., hoorde de schel. Hij ging kijken, zag niemand, maar kwam tot de ontdek_ king, dat er eene flesch brandewijn was gestolen De drie Japansche autoriteiten* waaronder graaf K. Fujinami, kamerheer van den» keizer van Japan, zjjn te Amsterdam gearriveerd en in het „Bible Hotel" afgestapt. Na eerst de Leidsche Melkinrichting en vervolgens te Haarlemmermeer de „Badhoeve" van wijlenden heer Amersfoordt bezocht te hebben, maakten zy gisteren een uitstapje naar Purmerend in deBeemster. Naar men weet, stelt het gezelschap, onder ge leide van den heer Bauduin, van 's-Gravenhage, 2ich ten doel kennis te maken met de Nederland- sche zuivelbereiding. Zekere P. Taters, is, na aanmaning om verschuldigde gelden te voldoen, in de plaats daarvan door P. Bosman, diens vrouw en zoon C. B. te Hoofddorp (Haarlemmermeer), op ergelyke wijze mishandeld. Van het voorgevallene is proces verbaal opgemaakt. Naar men verneemt, is M. Hakker, die zich sedert eenigen tyd in verzekerde bewaring bevond, onder verdenking van op zijne huisvrouw gepleegden doodslag, gisteravond op vrije voeten gesteld. Betreffend,e den in zijne woning, in het Hoveniershofje aan den Noord wal te 's-Hage, gearresteerden man, S. B., omtrent wien geruchten in omloop zjjn dat hy zjjn kindje van drie maanden moedwillig gedood zou hebben, door het met het hoofdje tegen eene beddeplank te slaan, verneemt de „Haagsche Courant" do volgende bijzonderheden S. B. had kennis gekregen aan eene jongedochter, M. B., vroeger weesmeisje in een der gestichten te Gouda. Ten gevolge dezer kennismaking zag een kindje, een meisje, in het ziekenhuis te Leiden het levens, licht. Eerst onlangs hadden de ouders zich met het kind te 's-Hage, in het Hoveniershofje, geves tigd. Hoewel do moeder veel van het kind hield, scheen dit, volgens verklaring der buren, met den vader niet het geval te zijn, daar zy meermalen ooggetuigen waren van mishandelingen, het wicht door hem aangedaan. Gistermorgen om negen uren had dit weder plaats, en wel zóó erg, dat ééne der buurvrouwen tegen de andere zei: „Hoor die vent dat kind weer eens ranselen Tegen die gruweldaden vermocht de moeder echter niets. Zy was juist mot de waschtobbe welke buiten stond, bezig, toen het feit plaats gehad moet heb ben. Onder voorgeven dat het kind ziek geworden was en hij den dokter zou gaan halen sloot hij de deur achter zich en scheidde moeder en kind. Toen hjj lang wegbleef, werd de politie gewaarschuwd, die de deur liet openmaken, waarbij men tot de ontdekking kwam dat het kind overleden was en twee blauwe plekjes boven de oogjes had. Eerst tegen halftwaalf keerde S. B., die geen dokter was gaan halen natuurlijk, terug en werd door een drietal agenten naar het commissariaat overgebracht, terwijl moeder en kind naar het gasthuis werden geleid. S. B. toonde zich bij zijne arrestatie en overbrenging zeer onverschillig. Uit Haarlem wordtgemeld: Tijdens de afwezigheid van de bewoners is gisternamiddag diefstal gepleegd op eene bovenwoning in de Ver lengde Frans-Halsstraat alhier. Vermoedelijk met een valschen sleutel heeft de dief zich toegang verschaft en uit eene linnenkast ontvreemd één bankbiljet van ƒ60, twee dito, elk van 25, twee gouden ringen gemerkt J. A. K. en H. P. S., een nickel horlogeketting met gouden medaillon en een granaten broche met oorknopjes. Uit Maastricht wordt gemeld datde Maas, evenals de Bovenmaas wassende is. Uit Renkum meldt men: Sedert de laatste da gen is de Rjjn belangrijk gewassen, en de was houdt onafgebroken aan. De groote losplaats nabij het veerhuis zal weldra geïnundeerd worden, ter wijl nu reeds de lage uiterwaarden en binnenvel den met overstrooming worden bedreigd. De stoom- en scheepvaart is thans in vollen gang; de vrach ten naar de Hollandsche plaatsen, die vooral voor zeilschepen in den laatsten tyd belangrijk waren gestegen, beginnen nu weder te dalen. Daar van den Boven-Rjjn nog voortdurend was wordt ge meld, wordt een hooge waterstand te gemoet gezien. Bij den h e v i g e n 3 t o r m i n d e v o r i g e week werd door de Belgische gendarmes eene oumenschelijkheid gepleegd. Naar de zijde van Nederland werd toch over de grenzen gezet een matroos, genaamd Peyel, geboren te Breslau, en thans zonder vaste woonplaats. De arme sukkel was te ziek om te kunnen loopen en werd daarom in een kruiwagen vervoerd en op Nederlandsch grondgebied aan den weg nedergelegd. De burge meester van Oud-Vroenhoven, menschlievender dan de Belgische gendarmes, liet onmiddellijk een rijtuig ontbieden en den ongelukkige naar het gesticht Calvariënberg te Maastricht overbrengen, waar hjj op dit oogenblik wordt verpleegd. Aan de bevoegde macht is van het gebeurde kennis gegeven. Een Rotterdammer, zekere P., bar bier van beroep, is dezer dagen op eene wonderlijke wijze gered geworden. Hy bevond zich op het dek van een Hollandsch stoomschip, dat koers zette naar Nieuw-York en juist uit het Kanaal tusschen Engeland en Frankrijk in den Grooten Oceaan zou steken, toen hij door eene heftige schommeling van het schip overboord sloeg. Terstond was men in de weer om de boot in zee te laten, doch voor men daarmede gereed was, kwam eene hooge golf aangerold, die onzen barbier opnam en hem, hoewel vrij onzacht, behouden en wel weer op het dek van het schip terugwierp. Toen hjj doornat weer op het dek stond, bleek hjj zijne bezinning lang niet verloren te hebben, want op de vraag van den kapitein: of hy veel water had ingekregen, gaf hij heel koelbloedig en onverschrokken ten antwoord: „Dat zou ik meenen, kapitein, meer dan iknoodig heb om te scheren." De koning van België heeft aan Stan ley, die in Amerika bezig is voordrachten te houden, getelegrapheerd om dadelijk terug te komen, dewijl zijne aanwezigheid in Congo vereischt wordt. Stanley vertrekt heden. Naar uit Londen wordt gemeld, zjjn in den nacht van Vrijdag jl., dertien lijken aange spoeld aan de kust van Ballybunion, aan den mond van de Shannon. Een groot schip moet tijdens den storm op Beal Bank zjjn geraakt en verbrijzeld. Aan een wissen dood ontsnapten op het laatste oogenblik al de bewoners van een huis in Bonn. Door eene breuk in eene gaspijp was ge durende den nacht het huis met gas gevuld. De bewoners lagen allen te bed en al slapende zouden zjj zeer zeker in zwym geraakt zjjn en gestikt. De bewoner van de benedenverdieping werd toevallig wakker, en deze had nog zooveel gedachten be houden, dat hjj kruipende op handen en voeten eene andere kamer kon bereiken, om zyne drie kinderen te redden. Deze en zijne vrouw waren al zoo ver doofd, dat met de grootste moeite hun eenig idéé gegeven kon worden van den toestand waarin zy verkeerden. Natuurlijk was naar de bovenverdie pingen nog meer gas gestegen en was de verdoo- ving der daar wonenden nog grooter. De ontwaakte benedenbewoner trachtte naar boven te komen, opende een der vensters in de bovengang en poogde daarna toegang te krijgen tot de slaapvertrekken der bovenbewoners. Op zjjn kloppen bekwam hy geen antwoord en trapte dus de deuren in. De be woners waren reeds zoover zinneloos, dat zy by het binnentreden van hun redder, dezen niet alleen niet herkenden, maar hem vroegen of hjj kwam om te stelen. De toestroomende versche lucht bracht ver ademing en daarmede redding. ÜUITKNLAND. Frankrijk. In de Kamer van Afgevaardigden heeft de heer Wilson, namens de commissie voor de begrooting, het verslag van deze voorgelezen, concludeerende tot het toestaan van de door de regeering gevraagde kredieten. De heer Clemenceau zeide dat de crisis nog niet voorbjj is, aangezien de ministerieelever- klaring niet bevredigend wordt geacht. Toch zou hij voor de kredioten stemmen. Hjj voegde er bij dat eene scheiding van Kerk en Staat, meer bepaaldelijk onder andere hervormingen, eene meerdorheid zou vinden, samengesteld uit al de groepen dor linker zijde. Het Gouvernement, zeide hij, moet kiezen tusschen de uiterste linkerzijde en de republikein- sche rechterzijde. Hy eindigde met de verklaring dat eene ontbinding in het buitenland eene nadeelige uitwerking hebben zou. De heer Goblet antwoordde hem. Hii begon met hulde te brengen aan den heer De Freyuinet. Het waren geene ijdele woorden, maar daden, op welke de ministerieele verklaring doelt, en welke het Kabinet in het begin van 1887 zal uitvoeren. De kerkelijke quaestie zal eerst kunnen worden ter tafel gebracht, wanneer eene groote meerderheid in den lande dit eischt. De heer Goblet verklaarde dat er in de Kamer geene meerderheid voor de scheiding van Kerk en Staat te verkrijgen is. Tot de rechterzijde zich wendende, zeide hij, met het land achter hem, den strjjd vol vertrouwen aan vaardt. Hjj deed een beroep op de medewerking van alle republikeinen. De Kamer heeft eenstemmig de urgentie ver klaard en vervolgens het geheele ontwerp met 508 tegen 12 stemmen aangenomen. Oroot-Brltaunl8k Do uitspraak der rechtbank te Dublin, in zake Dillon, verklaart dat het oorlogsplan dor Liga dat is de samenspanning der pachters om niet meer pacht te betalen dan zy zeiven verkiezen volslagen onwettig is; en voorts, dat Dillon's redevoeringen gericht waren op het doen schenden van contracten en het verstoren van do openbare orde. Bij gevolg wordt aan Dillon gelast, voor zichzelven een borgtocht te stellen van 1000 pd. st., te storten binnen twaalf dagen, en twee verdere borgtochten van 1000 pd. st. elk, als waarborg voor zyn ordelijk gedrag in de toekomst. By gebreke van deze borgtochten moet Dillon zes maanden gevangenisstraf ondergaan. Naar men verzekert, heeft ten gevolge dei- jongste onderhandelingen het Britscho ministerie besloten het staande leger van Egypte tot 10,000 en het Engelsche bezettingsleger tot 5000 man terug te brengen. TelagrammeB. ST.-PETERSBURG, 14 December. In de hofkrin gen wordt verzekerd dat de ontvangst van gene raal Kaulbars by den czaar zeer warm is geweest; de keizer zou Kaulbars hebben gekust, hem zyn dank betuigd dat hjj voor geene wederwaardigheden teruggeschrikt was, om de hem gegeven bevelen letterlijk uit te voeren. Op bijzonder bevel des keizers zou Kaulbars tot een feestmaal zjjn uitgonoodigd, hetwelk door den keizer aan de officieren van een garde-regiment aangeboden werd. Men gelooft alge meen dat de generaal eene hooge ridderorde zal ontvangen. ST.-PETERSBURG, 15 December. Het regeerings- blad bevat eene mededeeling, waarin wordt betreurd, dat in den laatsten tyd in de couranten artikels voorkomen, waarin Duitschland als vyandig jegens Rusland wordt voorgesteld. De regeering geeft dei- pers den raad, meer voorzichtigheid en koelbloedig heid by het bespreken der politieke aangelegen heden te betoonen. MUNCHEN, 15 December. De „Allgemeine Zeit." deelt mede dat de prins-regent na zjjn terugkeer uit Berljjn een hartelijk telegram zond aan keizer Wilhelm, waarop de keizer antwoordde: „Hoe zal ik u dank zeggen voor het hartelijke en vriendelijke telegram, dat gjj nog heden na uw terugkeer hebt gezonden? Gij hebt u er van kunnen overtuigen met welke blijdschap uw eerste bezoek, na het aanvaarden van het regentschap, door ons is begroet en hoe de oude herinneringen uit den gewichtigen en onvergetelyken oorlogstijd, toen wy zeven maanden samen waren, ons opnieuw hebben vereenigd. Moge het altijd zoo blijven 1 Ik hoop dat de hartelijke woorden, door u tot uwe onderdanen, die leden van den Rijksdag zyn, gesproken, in goede aarde zijn gevallen." ROESTSJOEK, 15 December. Het blad „Slavianine' bevatte gisteren een lang artikel van StojanofT, een heftig voorstander der regenten, waarin wordt be toogd, dat het oogenhlik is gekomen voor een opsisani in Macedonië, opdat eindelijk een groot Bulgarije met Alxander van Battenberg als koning, tot stam kome. Kan dit niet, dan wordt op een afkondiginj der republiek aangedrongen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 2