N°. 8227. Maandao 13 December. A0. 1886. MIJNE DOCHTER CAROLINE. F. YON BÜLOW. feze dgourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. LEIDSCH jglgg D A&BL AD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poet1-40. Afzonderlijke No ra me re0.06. VAN Daarby zag het half door de kleederen bedekte bleeke gelaat van Isidoor er werkelijk uit om er medelijden mee te krijgen. In elke hand droeg hij bovendien nog een kleinen kerstboom met bran dende kaarsen, die hjj, uit vrees dat de vetdruppen op de kleeren zouden vallen, met de meeste behoed zaamheid recht hield. De heele machinerie kwam slechts met de grootste moeite eenige schreden de kamer binnen. Zijne verschijning had op de familie Runkei eene kolossale werking. Sprakeloos staarden zij hem aan; alleen Mies sloeg de oogen neer. De toespraak zou beginnen, maar er waren eenige nadrukkelijke aansporingen van mij noodig, voor dat Isidoor er den moed toe had. Toen begon hij met zijne pieperige nog door de kleeren gedempte stem, vol schroom: „De jonge kleerenmaker „Met name Isidoor Hier hield hij op. Ik hielp hem op streek. „Brengt zelfgemaakte kleeren „Die voor u zijn bestemd." In plaats vaD verder te spreken, begon hij opnieuw „De jonge kleerenmaker. „Brengt zelfgemaakte kleeren. „Met name Isidoor. Opnieuw kon hij niet verder, opnieuw hielp ik hem op streek en na eene verschrikkelijke pauze begon hij nogmaals opnieuw „De zelfgemaakte kleeren. „Met name Isidoor. „Brengt jonge kleerenmaker. „Die voor u zijn bestemd. Nogmaals hield hij op, nogmaals ving hp aan: „De jonge kleerenmaker. Alle verdere hulp scheen vruchtelooshierbij kwam het immer bleeker wordende gezicht van den acteur de verraderlijk in zjjne handen bevende Kerstboompjes het oogenblik scheen mij gekomen om handelend tusschenbeiden te komen. Eerst bevrijdde ik hem van de hem de meeste moeite makende boomen; daarop begon ik zijne last af te laden en Isidoor de afzonderlijke stukken een voor een in de hand te geven, met aanwijzing om die aan de ontvangers te overhandigen. Hij deed dit, altijd nog met het kruis op zijn rug. Slechts met moeite bracht hij er uit: „Hier mijnheer Runkei, hier juffrouw Runkei, hier juffrouw Mies." De ontroering was algemeen. Moeder Kathinka schreide, Mies schreide en zelfs Mathes haalde reeds zpn blauwen zakdoek voor den dag. Runkei herstelde zich het eerst. Hjj stond erop in zulke oogenblikken zijne waardigheid te bewaren. Op zijne gewone, goedhartige wijze nam hp het woord en zeide: „Isidoor, gij hebt mp, Kathinka en mijne dochter - zooals ge wel bemerken kunt, diep geroerd. Ik zeg u zéér diep! En wp danken u, zooals het behoort, allemaal voor uwe goedheid. Maar ik moet u, mijnheer Zitterman, mpne gevoelens bloot leg gen. Ik ben volstrekt niet tegen kleeren, zooals gij misschien denken zoudt, want het kleed siert den man en men kent er zijne menschen aan. Bovendien houd ik het kleerenmaken ook voor een goed vak, want al is de jas ook nog zoo mooi, eens wordt zp afgedragen en dan moet er weer eene nieuwe komen en zoo kunnen de verdiensten niet uitblpven. Maar er is nog wat anders. Het papier boven uw hoofd treft mp eveneens diep, dieper dan gij denken kunt.Ik zie dat gij u veranderd hebt, en ofschoon ik anders niet voor veranderingen ben en de naam nog lang den meester niet maakt, zoo zie ik in dit geval toch dat gp de groote deugd bezit om te weten, te kunnen en te willen!" Mathes schudde hem daarop zoo krachtig de hand dat ik voor de arme vingers van mijn oppasser bang werdmoeder Kathinka deed hetzelfde, alleen Mies durfde zelfs dit nog niet. Het oogenblik scheen mp thans zeer gunstig om een woordje voor mijn armen vriend in het midden te brengen. In eene sierlijke rede aan het Runkelsche echtpaar begon ik met het vijgenblad in het paradjjs en eindigde met de eigengemaakte kleeren van Isidoor Zitterman. Ik trok een paralel tusschen schoenmaker en kleerenmaker, sprak van schoenmakersliefde en kleerenmakersliefde, aan welke laatste ik natuurlijk verre de voorkeur gaf, en kwam zoo op de liefde van Isidoor en Mies. De blikken der beide ouders ontmoetten elkander, maar schenen zoo welwillend, dat ik er het beste van durfde hopen. Runkei stond nog eenmaal op, toen ik geëindigd had en zeide: „Mijnheer Raaf, gij hebt mooi gesproken, ik had het niet beter kunnen doen. Ook gp hebt mp diep getroffen en ik dank u daarvoor. Ik ben zeer voor het trouwen en Paulus, toen hp aan de Corinthiërs schreef: „Wie trouwt doet goed, maar wie niet trouwt doet beter," wist er niets van. Dat mag op zpne Corinthiërs van toe passing geweest zpn, maar voor ons burgermen- schen is het dat niet. Ik heb, ronduit gezegd, eene zekere voorliefde voor schoenmakers, dat is waarmaar ik laat mp gaarne onderrichten. Ik ben nog niet te oud om te leeren. Bovendien een vooroordeel benadeelt het eindoordeel en daar moet de mensch op passen. Mpne lieve oude is Isidoor goed gezind. Is het niet zoo Kathientje? (Zp knikte door hare tranen heen.) En ik ben hem ook goedgezind. Na uwe schoone toespraak behoeven wp ook geen langen tijd van beraad en Mathes zal geen spelbreker wezen. Nu Mies, kom eens hier geeft elkander een flinken zoen en dan is 't klaar tusschen jullie beiden 1" En de twee jongelieden kusten elkaar alsof 't voor 't eerst was, dat zp het deden. De glazen werden opnieuw gevuld. Ik bleef nog een poosje, toen was mpne taak geëindigd en ik liet het viertal alleen. Zjj hadden elkaar zeker genoeg te vertellen. Het sneeuwde niet meer en een scherpe Noord- Oostenwind had den hemel schoongeveegd. Ik moest nog een oogenblik naar buiten, in huis werd het mp te benauwd. De nachtwacht had reeds zpne eerste ronde gedaan. Het was tien uur. Eene hei lige stilte lag over het stadje uitgespreid. De straten waren als uitgestorven en door de dicht bevrozen vensterruiten zag men geen enkel licht meer. Daarentegen had de hemel zpne lichtjes aange stoken duizenden sterren wierpen hun licht op de sneeuw en schitterden in ongekende pracht. De sneeuw kraakte onder den voet het was bitter koud geworden. Onwillekeurig richtten zich mpne schreden naar de Heerenstraat. Het huis van den overste lag evenals de anderen in diepe rust. Ik stond lang in de schaduw van eene oude pomp en keek naar boven. Hoe zou daar het kerstfeest gevierd zpn? Had zp het bericht ontvangen, en was deze dag PRIJS DER ADVERTENTEEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas- seeren buiten de etad wordt 0.10 berekend. ook haar zoodoende nog tot een feestdag geworden. Een zware hinderpaal was, als niet alle hoop mij bedroog, uit den weg geruimd; maar wat zou er nu verder gebeuren? Nam ik ook het allergunstigste geval aan, wilde Caroline zooals ik wilde, dan stond de vader onze plannen toch nog in den weg, daar hij zeker nooit zpne toestemming tot een huwelijk met een niet-adellpken geven zou. Ik keerde, plotseling mpne gedachten afbrekende, naar huis terug. Deze kerstavond althans moest vol hoop en vreugde voorbij gaan en mocht door geen twijfel vergald worden. XII. De eerste Kerstdag ging voorbij en ook de tweede. De eenige afwisseling, welke mp geboden werd, bestond in eene preek, die ik met het regiment moest aanhooren. Zp paste weinig bp mpne stem ming, nog minder bp het kindergejuich op de plei nen en in de straten. Even krachtig als de tonen van trom en trompet weerklonken, even krachtig donderde de predikant van zpn kansel los op het zondige Grafenwalde, een tweede Sodom, zooals hij zich uitdrukte. Hoe die onnoozele, arme burgers deze vergelijking verdiend hadden, is mp tot heden een raadsel ge bleven. Yolgens zpn oordeel verdienden wij allen, zooals wp daar zaten, de hel en ik vroeg mp zelf af of het eigen schuldbesef of gevoel van eigen reinheid was dat den redenaar tot zulk eene preek bewoog. Den eersten Kerstdag zag ik wel onder de hoede van mejuffrouw Neveling de drie gratiën in de kerk, maar Carolina ontbrak, eveneens de overste, die zelfs de wachtparade, eene zpner lievelingsuit spanningen, liet afcommandeeren. De uren hingen als klissen aan elkaar. Niets pijnigender dan onzekerheidliever de besliste zeker heid, ook al is zp nog zoo hard, dan dat eeuwige zweven tusschen hoop en vrees. Op dezen voor mij zooveel beteekenenden 30sten December was het uur voor den maaltpd door mpne huisgenooten vroeger dan gewoonlijk gesteld. Een zacht dooiweder had de sneeuw uitstekend geschikt voor eene sledevaart gemaakt en begun stigde het reeds lang opgevatte plan der officieren, om eene groote sledevaart met de dames te ma ken. Ik had aan de officierentafel dit plan in alle variaties hooren bespreken en was er op voorbe reid, dat men ook mp, of anders mpne mooie narrenslede zonder mp zou uitnoodigen. Het ge beurde echter niet. 't Spreekt van zelf, dat het alleen hunne vrees was, dat het flinke span van den vrijwilliger hun den loef zou afsteken. Het speet mp echter vol strekt niet, dat ik overgeslagen werd. Ik had natuur lijk eene dame moeten uitnoodigen en daar dit van mijne zijde slechts Caroline zpn kon en ik daaraan toch niet denken mocht, had ik volstrekt geen reden om verdrietig te zpn over deze veronacht zaming. Het programma voor den tocht was aldus: Om twaalf uren algemeene optocht. Na aankomst bjj den houtvester (zpne woning lag diep in het bosch) gezamenlijk koffie drinkendaarna een dansje, zooals het gaan wilde en als de schemering inviel, terugtocht naar de stad. Den derden Kerstdag waren wij ten deele nog vrij van dienst en voor den namiddag opende zich mij het vooruitzicht weer alleen met mpne gedachten te zijn. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1