Bit rnmner bestaat Hit Twee Bladen,
WT" Er is een aanvang gemaakt met
het ontvangen der abonnementsgelden
over het kwartaal September—Novem
ber. Met het oog op het groote aantal
abonné's, zal het den Uitgever aangenaam
zijn, indien de quitanties op vertoon
worden voldaan.
De looper zal zich morgen vervoegen:
Langestraat, Ctroenesteeg, Oranjegracht,
Looierstraat, Haven, Verversstraat, Oude
Heeren gracht, Rapenburg, Lammermarkt,
Beestenmarkt, Nieuwe Beestenmarkt,
Steenstraat, Narmstraat, Morschstraat
en Gal ge water.
Leiden, 6 December.
i§eze fëonraat wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Loidon per 3 maanden1.10.
Fr.-.nco per post1.40.
Af?. nderlijke Nommere0.05.
Tegen a. s. Donderdag-middag om twee uren
is woer eene gemeenteraadszitting uitgeschreven,
waarin o. a. benoemingen van onderwijzers en leer
aren zullen plaats hebben, en aan de orde komt het
verzoek van de directie der Leidsche Duinwater-
Maatschappij om water te leveren aan bewoners
der Hoerenstraat onder Zoeterwoude.
De minister van Staat, minister van binnen
landse!! j zaken, brengt ter algemeene kennis dat
op 1 Februari a. s. en volgende dagen te Leiden,
te Utrecht, te Groningen en te Amsterdam gele
genheid zal worden gegeven tot het afleggen van
de practische examens van arts en tandmeester,
vermeld in de artt. 2 en 8 der wet van 25 Dec.
1878 (Staatsblad No. 222).
Zjj, die tot de examens wenschen te worden
toegelaten vóór 1 Mei, moeten daarvan vóór 25
Januari a. s., zij, die het examen na 1 Mei wen
schen af te leggen, vóór 25 April schriftelijk opgave
doon aan den voorzitter der examen-commissie, en
wel: te Leiden bij den hoogleeraar T. Zaayer; te
Utrecht, bij den hoogleeraar dr. L. C. Van Goud
oever; te Groningen, bij den hoogleeraar dr. H. W.
Middendorp, en te Amsterdam bij den hoogleeraar
dr. J. Forster.
By de heden gehouden openbare verkooping
van cokes in partijen van 100, 50, 10 en 5 hecto
liters, waren de hoogste prijzen 35, 18.50, 3.80
en ƒ1.85; de laagste 35, ƒ18, ƒ3.70 en ƒ1.85.
De heer Greeve, lid van de Tweede Kamer
en kantonrechter voor 's-Gravenhage, is sedert
eenige dagen ongesteld.
Te Groningen is overleden de oud-hoogleeraar
dr. P. Hofstede De Groot, en wel op een oogenblik
dat men hem als hersteld achtte van eene op zijne
jaren zorgwekkende ziekte.
Hjj had den hoogen leeftijd van 84 jaren bereikt
in 1878 had hij zijn ambt neergelegd; maar tot
in zijn hoogen ouderdom had zijn geest de veer
kracht van de jeugd bewaard en zijne rust was
nooit ledigheid.
Hjj werd den 8sten October 1802 te Leer in
Oost-Friesland geboren. Zijne ouders vestigden zieh,
na een driejarig verblijf te Emden, in 1814 te
Groningen. Hier werd de knaap aan de toenmalige
Latjjnsche school voor het academisch onderwijs
opgeleid. In 1826 werd De Groot bevorderd tot
theologisch doctor. Als student reeds onder
scheidde hij zich zeer; niet alleen werd zijne
verhandeling over den brief van Paulus aan
de Hebreeën met goud bekroond, hij begon
ook reeds als academieburger eene nieuwe uitgave
van Hugo De Groot's „Aanteekeningen op het Nieuwe
Testament." Bijna drie jaren van 10 Dec. '26
tot 6 Mei '29 was hjj predikant te Ulrumtoen
aanvaardde hij het hoogleeraarsambt te Groningen.
Wat hij als hoogleeraar was, weet niet al'een
Groningen of Nederland; de naam van prof. Do
Groot, die met ambtgenooten als Muurling en
Pareau de „Groninger School" stichtte, was ver
maard, ook buiten de grenzen van ons land. In
vele geschriften, met woord en pen, verdedigde hjj
tegenover felle aanvallen het rocht van zjjne the
ologische denkwijze.
Als directeur van het gemeente-museum te
's-Gravenhage wordt door burgemeester en wet
houders aan den gemeenteraad aanbevolen jhr.
B. A. W. Van Riemsdijk, ambtenaar aan het
ministerie van binnenlandsche zaken, afdeeling
kunsten en wetenschappen.
De gewone audiëntie van den minister van
oorlog zal 9 dezer niet plaats hebben.
Het stoomschip „Zaandam" vertrok 4 Dec.
van Nieuw-York naar Amsterdam; de „Koningin
Emma", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde
5 Dec. te Suez; de „Leerdam", van Nieuw-York
naar Rotterdam, passeerde 5 Dec. Dover; de „P.
Caland", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde
4 Dec. Doverde „Prinses Marie", van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde te Southampton 5 Dec.
Z. M. heeft tot burgemeester van Balgoy be
noemd W. J. C. De Bruyn, secretaris dier gemeente
met ingang van 15 dezer benoemd tot directeur
van het post- en telegraafkantoor te Klundert, T. A.
Van Heiten, thans telegrafist der tweede klasse bjj
de Rijkstelegraaf; aan den telegrafist der tweede
klasse bij de Rijkstelegraaf F. C. Van Thiel JAzn.,
op zijn verzoek, verlof verleend gedurende oen jaar,
met bepaling dat het op 6 December 1886 zal ingaan
en zjjne jaarwedde voor den duur van dit verlof zal
stilstaan.
Omtrent den toestand van enkele museums hier
ter stode schrijft dr. T. C. L. Wijnmalen te 's-Hage
o. a. het volgende:
Geldt het voor meer dan ééne rijksverzameling,
dat zjj gebrek heeft aan ruimte tot berging en ten
toonstelling van voorwerpen, het Rjjks Ethnogra-
phisch Museum is gehuisvest in geheel ongeschikte
lokalen, in drie woonhuizen, die op een aanmerke-
lijken afstand van elkander zjjn gelegen. Wie de
Leidsche verzameling wil bezichtigen, wordt voor
de Chineesche en Japansche voorwerpen verwezen
naar het lokaal op het Rapenburg; de verzameling
van voorwerpen, welke voornamelijk ons Indië be
treffen, is geborgen in een gebouw aan de Hooge-
woerd; voor die betreffende Afrika en Amerika
wordt gij verwezen naar eene andere woning op
de Heerengracht; en wilt gjj na de ethnographische
collectiën ook eens een kijkje nemen in de Oost
en West-Indische huizen, zoek ze dan niet in de
onmiddellijke omgeving van het Ethnographiscli
Museum zelf; gjj vindt ze op het terrein bij den
ingang der sterrenwacht opgesteld; en vraagt ge
eindelijk of het Museum soms ook dubbelen bezit,
de bergplaats daarvan wijst men u in het univer
siteitsgebouw aan.
Kon men nog maar zeggen, dat de kostbare
schatten van wetenschap en kunst veilig gebor
gen waren! Helaas! de drie gebouwen zijn ieder
oogenblik aan brandgevaar blootgesteld; werd op
den oen of anderen dag uit Leiden ons geseind,
dat 's Rjjks Ethnographisch Museum of een deel
daarvan den weg van het Kurhaus te Schevenin-
gen was opgegaan, niemand zou er zich over ver
wonderen, in de wetenschap, dat één der ckie ge
bouwen, waarin, naar schrijvers meening, de belang
rijkste verzameling uit Indië wordt bewaard, belend
is door een pakhuis voor brandstoffen en eene
timmermanswerkplaats. Bedenkt men daarbjj, dat
al de lokalen overvol zjjn, dan is ééne vonk vol
doende om al de schatten te vernietigen, waarvan
verreweg het grootste deel, zelfs voor geld, niet
meer bijeen Ve brengen is. Wie zal ons dat alles
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor hot incas-
eeeren buiten de etad wordt 0.10 berekend.
teruggeven, wanneer ons een ongeluk mocht over
komen? Wjj zullen dan genoodzaakt zjjn, de ethno
graphic van Insulinde aan de voorwerpen in het
Berljjnsche Museum te gaan bestudeeren, dat daar
voor eene veiliger bewaarplaats aanbiedt!
Yan bezichtiging van het Museum op één dag
door landgenoot of vreemdeling, is thans geen
sprake; het aantal ambtenaren is te gering om
telkens moor dan ééne verzameling toegankelijk
te stellen.
Over de inrichting zelve van het Museum, over
de tentoonstolling der voorwerpen, bewaart men
liever het stilzwijgen. Aan behoorlijke plaatsing
der schatten kan, door totaal gebrek aan ruimte,
zelfs niet in de verste verte gedacht worden. Zoo
kan men bjj eon bezoek aan het Museum het
model van een Dayaksclie kota in de open lucht
tentoongesteld zien, terwjjl men verbaasd zal staan
over de vindingrijkheid om door eene opening in
het plafond eene plaats te verzekeren aan het
model van een lijkverbrandingstoestel op Bali; en
mochten wellicht te eeniger tjjd Japanneezen het
Museum bezoeken, men zou hen op eene vliering
moeten brengen om hun het inderdaad prachtige
model van het eiland Decima te kunnen laten zien
en bewonderen.
Alléén aan het flink initiatief, het talent en de
goede zorgen van de directie heeft men het te dan
ken, dat er van de ongeschikte lokalen nog zooveel
mogelijk partij is getrokken ten bate der tentoon
stelling van de aanwezige schatten; ieder echter
die bekend is met de eischen en behoeften van
een ethnographisch museum, zal gaarne aanstonds
toegevendat er met den besten wilvan
welke directie ook, in de aangewezen ruimte on
mogelijk kan gedacht worden aan eene streng vol
gehouden wetenschappelijke indeeling van het mate
riaal, evenmin als er sprake kan z\jn van het
onderling vergelijken der verschillende afdeelingen,
naar schrijvers bescheiden meening de eenige wjjze
waarop met vrucht de ethnographische verzameling
kan worden bezocht en bestudeerd.
Verder wijst dr. Wijnmalen op eenige contrasten,
waaraan geen gebrek is. Tegenover het grif en met
milde hand toestaan van gelden en subsidiën tot
restauratie van kerken, monumenten enz. steekt
schril af het diep stilzwijgen omtrent de oprichting
van een nieuw museum voor natuurlijke historie te
Leiden, waarvan de noodzakelijkheid reeds jaren
achtereen, het laatst nog in Mei 1883, in de Tweede
Kamer werd uitgesprokenmen schjjnt er zich niet
over te bekommeren dat er geen plaats meer is voor
de zoo hoog noodige expositie van inlandsche dieren,
terwijl het slechts aan de aanhoudende zorg van
de verdienstelijke ambtenaren te danken is, dat de
collecties niet door vocht te gronde gaan. Eene
kleine, doch zoo hoog noodige vermeerdering van
werkkracht voor het geologisch museum werd ten
vorigen jare van de begrooting afgevoerd. Tegen
over de duizenden, die men wil doen voteeren ten
behoeve onzer oude monumenten, enz., onthoudt
men aan de bewaarplaats van de oudheidkundige
schatten te Leiden, waarop het vaderland terecht
trotsch mag zijn, het hoog noodige.
En waar men hier te lande eene zoo nauwlet
tende zorg wjjdt aan onze monumenten, dat men
vaak zelfs schoone oude poorten in kleine gemeen
ten niet uit het oog verliest en voor restauratie
of bewaring gaarne subsidiën beschikbaar stelt;
waar de minister van oorlog zich gedrongen ziet
te waken voor den toren zijner kanongieterij in de
residentieschijnt men daarentegen koel en on
verschillig te blijven, schijnt er zelfs geen protest
van het Opperbestuur en de Volksvertegenwoordi
ging te zijn uitgegaan, waar de regeering van Ne-
derlandsch-Indië niet enkel eene subsidie van en
kele duizenden guldens afwijst, maar zelfs voors-
i