wiens prentenboeken niet ten onrechte by haar ver maard zyn geworden. Nu de naam van den heer Keiler als vertaler naast dien van de schrijfster op het titelblad prijkt, achten wy verdere aanbe veling van den bundel geheel overbodig. ;By de moeielykheid waarin menigeen dikwyls verkeert by de keuze van goede kinderlectuur is de geïllustreerde uitgave van Anna Lindau's Sprookjes eene ware vervulling. Het stoomschip „Drente," van Java naar Rot terdam, vertrok 1 Dec. van Port-Said; de „Soerabaia," van Java naar Rotterdam, passeerde 1 Dec. Dover en kan 2 Dec. te Rotterdam verwacht worden; de „Burgemeester Den Tex," van Amsterdam naar Batavia, vertrok van Port-Said 1 Dec.; de „Sema- rang," van Java naar Rotterdam, passeerde 30 Nov. Perim. Z. M. heeft benoemd tot ontv. der registratie en domeinen te Den Helder J. Caland, thans in dezelfde betrekking te Zuidhorn; aan mr. J. H. Van Mierlo, op zyn verzoek, met ingang van 1 Januari 1887, eervol ontslag verleend als president van de arrondissements rechtbank te Breda, met dankbetuiging voor de door hem in rechterlyke be trekkingen bewezen diensten; aan L. Lebeau op zyn verzoek, met ingang van 1 Januari 1887, eervol ontslag verleend als commissaris van politie en als commissaris van Rykspolitie te Bergen-op-Zoom. (jieinengd Nieuws. Aanstaanden Zaterdag-avond zul len er, volgens eene in dit nommer voorkomende advertentie, in het Rotterdamsch Sigarenmagazyn, Donkersteeg 15, by gelegenheid van het St.-Nico- laasfeest, eenige in goud en zilver verpakte sigaren, waarom prachtige etiquetten, gratis verloot worden. Zy, die slechts tien cents besteden, worden in de ge legenheid gesteld zulk een prachtig pak sigaren, op den koop toe, mede naar huis te nemen In den laatstenLeidschen kermis- nacht, van dit jaar, ongeveer te 12 uren, hosten eenige huzaren tegen eene groep burgers met hunne gezellinnen. Daaruit ontstonden moeilykheden en ontving een huzaar van een der burgers eene mes- snede over den neus. De kameraad van dezen hu zaar geraakte naar aanleiding daarvan in eene worsteling met bedoelden burger, die beweerde by deze gelegenheid van den tweeden huzaar eene mes- .snede te hebben ontvangen. Ten gevolge van het voorgevallene in dien ker- misnacht hadden heden op de bank der beklaagden van de Haagsche rechtbank plaats genomen de burger, die huzaar No. 1 verwond had, en huzaar No. 2, die op zyne beurt den burger eene verwon ding had toegebracht. De beklaagde burger ontkende den militair eene 3nede te hebben toegebracht, terwyl zy'n mede- beklaagde, de huzaar, ontkende den burger met een mes te hebben verwond. Het kon echter wel ■mogeiyk zyn dat de verwonding ontstaan was door aanraking van des burgers gelaat met de sporen van zyne laarzen. In deze overigens weinig belangryke zaak deed zich echter een incident voor. De getuigen, waaronder de meisjes met wie de burgers in den bewusten nacht waren „uit" ge weest, en die er pertinent naar gevraagd werden of de tweede huzaar zyn medebeklaagde wel met een mes had verwond, legden verklaringen af, welke noch den president, noch den substituut officier van justitie, mr. Hulshoff, konden bevredigen. Een der meisjes werd zelfs, op vordering van het O. M., uit de zaal verwyderd en onder bewaking gesteld om nader ondervraagd te worden, terwyl de subst.- off., volgens eene bepaling van het gewijzigde Wet boek van Strafvordering (art. 174), eischte dat proces-verbaal zou worden opgemaakt van de ver klaring van een anderen getuige, onder voorbehoud van een nader requisitoir. De rechtbank beraadslaagde over deze vordering in raadkamer en besliste dat daar de dagvaardingen in deze zaak waren beteekend vóór den invoerings dag van het gewyzigde Wetboek van Strafvordering, zy geen termen vond het bedoelde proces-verbaal op te maken, terwyl zij ambtshalve geen reden vond om de inhechtenisneming van den getuige te bevelen. Daarmede was dit incident geëindigd. Het openbaar ministerie eischte tegen den lsten beklaagde (den burger) 1 maand gevangenisstraf en f 8 boete en tegen den 2den bekl., van wien het 't verwonden met een mes niet bewezen oordeelde, wegens eenvoudige mishandeling eene geldboete van f8. De uitspraak is bepaald op heden over 8 dagen. By eene vechtparty tusschen twee Haagsche jongens heeft de een den ander met een turf een gat in het hoofd geslagen. De jongen moest in het gasthuis verbonden worden. Men meldt uit Scheveningen dd. 1 December: Volgens rapport van schipper Jacob Kuiper, heden aangekomen, zyn hem eergisteren door een Engelschen visscher tien netten met toebehooren moedwillig afgekapt, die hy niet heeft kunnen terugvinden; dezelfde Engelsche visscher zeilde toen in de vleet van eene andere hem onbekende schuit, aan welke vleet hy belangryke schade toebracht. Het vernielen blyft dus aanhouden. Door den waterschout te Scheve- ningen is proces-verbaal opgemaakt tegen een matroos van schipper Jac. Kuiper, wegens desertie. Het proces tegen hen, die zich om hunne feitelykheden by de onlusten op 25 en 26 Juli 11. te Amsterdam voor de justitie hadden te verant woorden, werd gisteren voortgezet, met de terecht stelling van een tiental personen, die zich op den 26sten Juli 11. tegen de politie hadden verzet. Ondanks dat dit gedeelte van het gehoele proces het ernstigste was, was de belangstelling niet grooter. Als bewysstuk was de roode vlag aanwezig, waarmede Baars gezwaaid had. Na lezing van de akte van beschuldiging en het confronteeren der beschuldigden, bleek dat twee getuigen niet waren opgekomen. De akte van beschuldiging zelve omschryft in het breede de feiten, welke ieder der beschuldigden in het byzonder worden ten laste gelegd, maar die door hen in de instructie werden ontkend of aan dronkenschap toegeschreven. Zoo leest men daar, dat De Leng (hy zeide het zelf) dien dag met drie maats, waaronder Van den Broek en Wouterson, 21 maatjes jenever had gedronken. Maar Schweitz voerde by de instructie eene andere verzachtende omstandigheid aan. Als wegens dronkenschap ontslagen ex politie-agent heeft hy juist de politie willen helpen. Zyn steenen werpen was een krygs- list: om de opgebroken steenen onschadelyk te maken wierp hy er mee of stapelde ze met de anderen tot een hoop, al hooger en hooger, en dan smeet hy er mee naar de politie, opdat zy eene charge zou ondernemen op de menigte, waarin hy stond, en die dan tegen dien steenen dyk in het nauw zou worden gebracht en de politie in han den vallen. Omstreeks kwart over elven nam het getuigen verhoor een aanvang. Er waren er 26 a charge en 22 a décharge. De hoofdcommissaris, de heer Van Doesburg, hot eerst als getuige gehoord, deed uitvoerig ver slag, in welke gedeelten der oproerige wijk verzet werd ontmoet, zoodat herhaaldelyk moest worden getracht, door charges het terrein schoon te vegen, waar barricades waren opgericht. Hy deelde mede, dat het volk by het naderen der troepen slechts rokende op los kruit, kalmer werd toen er slacht offers vielen, en hy gaf aan den ambtenaar van het O. M. als zyne stellige meening te kennen, dat de roode vlag als zeker sein tot vereenigings- punt dienst deed. Het getuigenverhoor leverde overigens geen be langryke feiten op. Allen bleven by hunne vorige verklaringen. Eenige getuigen décharge werden gehoord. Lodewyks verklaarde, dat hy eer gewaar schuwd had om niet met steenen te werpen, dan dat hy aan het steenen gooien had medegedaan. Heden voortzetting van het proces. By eene klopjacht, teNykerk gehou- don, ging de haan van het geweer van een der jagers onverwachts over, waardoor het geweer afging en een der dryvers getroffen werd. De onge lukkige was onmiddellyk dood. De brutaliteit der misdadigers kent geene grenzen meer; wie daarvan niet overtuigd is leze slechts het volgende. Te Montretout, by Parys, was een moord gepleegd door een zekeren Bauillet natuurlyk dat er van alle kanten nieuwsgierigen naar het huis der misdaad toestroomden. De bewoner van het huis daarnaast was tydelyk afwezigtoen hy een paar dagen later terugkwam, stond hy niet weinig te kyken dat hy zyn huis geheel leeg vond; alle meubelen waren weg. De politieagenten, die sinds den dag van den moord voortdurend in de straat surveilleerden, hadden wel gezien dat twee mannen al de meubels in een verhuiswagen hadden geladen en vervolgens kalm in de richting van Boulogne waren weggereden, maar zij ver keerden in de meening dat de twee mannen ge zonden waren door den bewoner van het huis. De gedachte aan zulk eene brutaliteit zou dan ook zelfs in het hoofd van don achterdochtigsten politi man niet opkomen. Men is den Niagarastroom by d draaikolk en de snelstroomen weder in een ton ove gestoken. Ditmaal waren het een jonkman en een jonge vrouw. De vrouw was zeer zeeziek gewees en nogal gekneusd. Zy had met haar metgez gewed dat zy gedurende den overtocht niet zo schreeuwen en heeft die weddenschap gewonnen Mevrouw Elven te Faversham heef hare weddenschap gewonnen, volgens welke z eene week lang ieder uur dag en nacht drie En gelsche mylen te Londen zou loopen. Toen z' Zaterdag te middernacht hare taak voleindigde, wa zy vergezeld door eene talryke schare en muzie begeleidde haar. De Duitsche troonrede, welke 'smid dags om twaalf uren in den Rijksdag uitgesproke werd, zagen de lezers van de „San-Francisco-Ztg.' reeds dienzelfden dag 's morgens in druk. Een Berlynsch reporter was opgedragen om de rede woordeiyk over te seinen naar San-Francisco, waar de lezers der genoemde courant ze 's morgens om negen uren hadden, omdat, dank zy den vorm onzer aarde, de zon daar tien uren later opgaat dan in Berlyn. Te Parys is aangekomen een tenor, die door Patti onder de Mormonen werd ontdekt. Hy was toen vyftien jaren oud en houthakker van beroep. De jonkman zal zich te Parys in den zang bekwamen. Mile. Van Zandt zal in het begin van December naar het zuiden gaan. De koningin van België, die in den Muntschouwburg te Brussel de eerste opvoering van „Lakmé" by woonde, heeft in eene der pauzen den componist, den heer Leo Delibes, hare ingenomen heid met zyn werk betuigd en hem, namens haren gemaal, het ridderkruis der Leopolds-orde over handigd. De diefstal in den posttrein van Ostende. Het „Journal de Bruxelles" bevat eene officieuze mededeeling, volgens welke verscheidene bladen de beteekenis van den diefstal hebben over dreven en met name de schatting van anderhalf millioen, van de „Indépendance" afkomstig, buiten sporig is. Dit laatste blad, dat nu weder van „on geveer een millioen" spreekt, houdt het er voor, dat deze nota moet worden toegeschreven aan het verlangen der regeering om den door het gebeurde in Engeland gemaakten indruk te temperen, uit vrees voor ernstig nadeel voor het transito vervoer in België. Natuurlyk hebben de bladen met allerlei geruchten, gissingen en byzonderheden betreffende de vermoe- delyke dieven kolommen gevuld. Voorshands is echter zooveel duideiyk, dat men van hen nog geen noemenswaardig spoor heeft weten te ontdekken. Volgens de „Indépendance," heeft by ontstentenis van elke aanwyzing het Parket het opgegeven, de dieven in België te ontdekken. De substituut-officier De Roo is naar Engeland vertrokken, de geplunderde zakken, de door de dieven achtergelaten lantaren en een in den waggon gevonden roodzyden zakdoek, benevens het bekende hangslot medenemende. De minister van spoorwegen, posten en telegrafen heeft bevolen, dat voortaan in de afdeeling van den postwaggon, waarin de postpakketten met aange- teekende brieven enz. zich bevinden, een met eene revolver gewapend wachter zal geposteerd zyn. Den man, die twee vrouwen door ver gif om het leven bracht en tot levenslangen dwang arbeid werd veroordeeld, den horlogemaker Pel, van Montreuil, zal men zich nog wel herinneren. Een werktuigkundige, zekere Cotte, wonende op den boulevard Saint-Germain te Parys, bemerkte op een goeden dag, dat hy frappant op Pel geleek en die ontdekking liet hem geen oogenblik met rust. Hij ging eindelyk aan zyn eigen identiteit twijfelen en zich verbeelden dat hy Pel heette. Het werd hoe langer hoe meer mis met hemhy liet zyne zaken in het honderd loopen en dacht over niets anders dan om in alle opzichten den horlogemaker na te bootsen, in zyne manieren, zyne kleeding, den snit van baard en zyne manier van spreken. Maandag-avond stond er eene menigte voor zijn winkel. Achter de ramen ,vnren allerlei dingen uitgestaldkleederen, keukengereedschap, meubelen alles door elkaar gesmeten te midden van zyne electrische instrumenten. Cotte zelf stapte ernstig in zyn winkel rond, in een korte broek, sporen aan de laarzen, een vilten hoed met eene pluim op, en een hellebaard in de hand. De commissaris van politie ging naar den win-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 2