N°. 8217. TVoensdaa1 1 December. A0. 1888. Bit nummer bestaat Hit Twee Bladen. Mevrouw Buikley. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van gen- en feestdagen, uitgegeven. Morgen zal een aanvang worden ge maakt met het ontvangen der abonne mentsgelden over het kwartaal Septem ber—November. Met het oog op hetgroote aantal abonné's, zal het den Uitgever aangenaam zijn, indien de quitanties op vertdon worden voldaan. De looper zal zich morgen vervoegen Steenschuur, Botermarkt, Yischmarkt, Aalmarkt, Bloemmarkt, Paardensteeg, Turfmarkt, Oude Yest, Rapenburg tot Kloksteeg, Kaiserstraat, Kloksteeg, Lok horststraat, Pieterskerkstraat, Houtstraat. Leiden, 30 November. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1-40. Afzonderlijke Nommers0.06. PRIJS DER AD VERTENTTEN Van 16 regels f1.05. Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. I( De inlichtingen van den minister van justitie op het adres van M. C. Bekking, wed. R. W. Buikley, te Scheveningen, gemeente 's-Gravenhage, houdende klacht over de afwijzende beschikking op haar ver zoek aan den minister van justitie, omlo. afschrift van het koninklijk besluit van de aan haar verleende kwijtschelding van verdere gevangenisstraf, en 2o. teruggave eener door haar afgegeven verklaring, z\jn reeds gisteren by de Tweede Kamer ingekomen. Zjj vangen aan met de nerinnering dat reeds kort nadat de straftijd van de requestrante was inge gaan, verschillende adressen ten haren behoeve by den Koning werden ingediend, waarmede op de ge- bruikelyke wijze werd gehandeld. Al deze stukken en vooral de vrees dat ziekte gesimuleerd werd, gaven hem aanleiding het geneeskundig advies in te winnen van dr. Cowan, lsten geneesheer in het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Dor drecht. Niettegenstaande de geneeskundigen tot dadelyk ontslag meenden te moeten adviseeren, waren de tegenovergestelde adviezen van de rech- terlyke autoriteiten zóó klemmend en steunden deze op zóó afdoende gronden, dat voorloopig geen ter men gevonden werden de verzoeken om kwytschel- ding van het nog niet vervulde gedeelte der straf in te willigen. Daar intusschen het huis van arrest en bewaring te Dordrecht van bestemming was ver anderd, was overbrenging der veroordeelde naar de strafgevangenis te Rotterdam van die afwyzing het noodzakelyk gevolg. Ook aldaar vertoonden zich .weder dezelfde ziekteverschynselen, zooals de min. eerst ondershands van verschillende zyden en daarna officieel van het college van regenten over de ge vangenissen te Rotterdam, by schrijven van 24 Sep tember jl., vernam. Dit schryven en de daarby ge voegde rapporten van den directeur en den genees heer dier gevangenis gaven den min. aanleiding de zaak opnieuw bij Z. M. aanhangig te maken, waarop de Koning op Zaterdag den 2den October jl. hot besluit teekende, dat, golyk bekend is, op Dinsdag 5 October daaraanvolgende werd ten uitvoer gelegd. Dit besluit houdt, zooals het daar thans ligt, niet met zoovele woorden eene voorwaarde in, doch het heeft van den aanvang af in de bedoeling gelegen om het verleenen van gratie geen vol dongen feit te doen worden zoolang de verant woordelijkheid van den minister niet behooriyk gedekt zou zyn door eene belofte van de requestrante, dat zij, overeenkomstig hetgeen hare vrienden als haar stellig voornemen hadden geopenbaard, van de verleende gunst geen misbruik zou maken. Van daar, dat de minister de verantwoordelykheid voor dat besluit eerst op zich genomen heeft toen aan die voorwaarde was voldaan en dat feitelyk hier inderdaad eene voorwaardelijk verleende gratie aan wezig is. De adressante beklaagt zich thans by de Kamer, dat zy tot nu toe geen afschrift van dut besluit heeft bekomen en dat het eerst op dm derden dag, nadat de Koning het geteekend heeft, is ten uitvoer gelegd. Omtrent het eerste punt valt op te merken, dat nooit aan een gegratieerde een afschrift van het besluit, waarby hem die gunst verleend is, wordt uitgereikt. En wat het tweede punt betreft, vergeet de adressante dat een kon. besluit, geteekend op Het Loo, of waar Zyne Majesteit zich tydelyk mocht ophouden, onmogelyk op dienzelfden dag kan zyn gecontrasigneerd, veel minder uitgevoerd. Als eene toedichting verwerpt de minister de bewering dat van de justitie eene ernstige poging zou zyn uitgegaan om de adres sante „van de strafinstelling over te brengen naar het krankzinnigengesticht te Dordrecht en zulks met geen ander dan het uitgesproken doel, om haar zoolang mogelyk, in elk geval langer dan haar straftyd zou duren, van Apeldoorn verwyderd te houden." In de tweede plaats ontleent de requestrante eene belangryke grief aan de bewuste door haar vóór haar ontslag geteekende verklaring en welke onder - teekening door haar te recht is genoemd „de voor waarde voor eene eventueele invryheidstelling." Hieromtrent wyst de minister er op dat er nog nooit een minister van justitie geweest is die niet ontelbare malen uitvoering heeft gegeven aan ko- ninklyke besluiten, waarby, bywege van gratie, de by vonnis opgelegde gevangenisstraf in geldboete verwisseld werd, onder uitdrukkelyke voorwaarde „dat deze boete, met de kosten, waarin de ver oordeelde mede is verwezen, moet zyn betaald binnen twee maanden na de dagteekening van dit besluit, zullende het by gebreke daarvan als ver vallen worden beschouwd en de oorspronkelyk op gelegde straf, zonder onze nadere tusschenkomst, in haar geheel worden ten uitvoer gelegd." Maar behalve deze tallooze voorbeelden is het verleenen van voorwaardelyke gratie niets nieuws. De minister Van den Brugghen, zeker een niet licht te tellen autoriteit, heeft niet geaarzeld uit voering te geven aan een kon. besluit, waart y aan twee tot geeseling, brandmerk en 12 jaren tuchthuisstraf veroordeelden, kwytschelding werd verleend van het nog niet ondergaan gedeelte der tuchthuisstraf, onder voorwaarde dat zij zich per eerste scheepsgelegenheid zouden inschepen naar Amerika. Vandaar dat de min., die evenals zyne voorgangers, reeds zoo vele voorwaardelyke graties had uitgevoerd, er niet aan gedacht heeft, dat men thans op eens als een axioma zou verkondigen, dat het staatsrechterlyke kettery is, te meenen, dat aan eene gratie eene voorwaarde kan worden verbonden. En wat betreft het verlangen der requestrante om de afgegeven verklaring terug te bekomen, ten einde in de gelegenheid gesteld te worden om, zonder een gegeven woord te breken, haar niet langer na te leven, aan dien wensch kon noch kan de min. voldoen, want hy zou zonder de aan neming dier voorwaarde invryheidstelling nooit op zyne verantwoording hebben genomen, al wist hy van den aanvang af dat, ook wanneer de reques trante te eeniger tyd in stryd met hare belofte mocht handelen, alle rechtsmiddelen zouden ont breken om dit te voorkomen of haar dit te beletten. De minister verklaart dat toen hy, aan zooveel aandrang op invryheidstelling eindelyk enkel en alleen in het belang der requestranten willende toe geven, daarop tot een hunner zeide, dat hij van dat alles gaarne moreele zekerheid verlangde, dit als het ware met beide handen werd aangegrepen en het vertrouwen uitgedrukt dat de veroordeelde zeker volkomen bereid zou zyn aan dat inderdaad billijk verlangen te voldoen. Dat door hare latere hande lingen allereerst en het meest is teleurgesteld haar vriend, die destyds in haar karakter zoo groot ver trouwen meende te mogen stellen, meent de minister gerechtigd te zyn, te mogen verzekeren. En die teleurstelling wordt door den minister volkomen gedeeld. Wel had hy zich voorgesteld (en zyne aarzeling om by den Koning tot gratie het initiatief te nemen, was daarvan het gevolg) dat de door de geneesheeren zoo breed uitgemeten ziektever schynselen zouden verdwynen op denzelfden dag waarop de adressante hare vryheid zou terugbe komen, maar dat deze veel besprokene vrouw de haar verleende gunst van bedoelden dag af zou gebruiken als wapen tegen hem, aan wien zy haar naast den Koning te danken had, dat had hy niet kunnen noch durven vermoeden. De heer J. G. Deur, candidaat te Leiden, is beroepen tot predikant bij de Herv. gemeente te Leerbroek. Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar Ned.-Indië en Padang door middel van het stoomschip „Zuid-Holland", waarvan de laat ste buslichting aan het postkantoor te Rotterdam is bepaald op Zaterdag den 4den Dec. a. s., des namiddags te halfdrie. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. dus uiterlyk Zaterdag-morgen om 9.39 bezorgd zyn. Uit Valkenburg wordt gemeld dat de heeren M. J. Schoonenberg en C. Zyderveld aldaar, die op 11 Nov. 11. akte als onderwyzer verwierven, thans reeds eene bestemming hebben gevonden. Eerstge noemde toch werd j.l. Maandag benoemd tot onder wyzer aan school D. in de gemeente Waddingsveen, terwijl de laatste met 1 Dec. a. s. in functie treedt aan eene byzondere school te Nieuwe-Pekela. Bedankt is voor zyne benoeming by het lager onderwijs te Nieuwveen door den heer J. Terborg, hoofd der christelijke school te Nyeveen. Bedankt is voor het beroep naar 's-Gravenmoer door ds. N. Jolles, te Noordwykerhout. De Koning zal zich morgen, Woensdag, naar zyn buitenverblyf te Soestdyk begeven en nog dien eigen avond naar het Loo terugkeeren. De minister van financiën maakt bekend dat het] saldo van 's Rijks schatkist op 27 dezer bedroeg by de Nederlandsche Bank /"23,422,434.791/J en bij de betaalmeesters ƒ2,483,627.60, te zamen alzoo f 25,906,062.39'/,. Door den minister van oorlog is bepaald, dat alle gehuwde militairen, die met arrest gestraft wor den, onverschillig of zy in of buiten de kazerne wonen, de arreststraf onder behoorlyke door de corps-commandanten vast te stellen controle in hunne woning moeten ondergaanen dat aan de ge huwde militairen, die met politiekamer gestraft zyn, gedurende hun straftyd dagelyks, op een door den corps-commandant te bepalen uur de gelegenheid zal gegeven worden om by hun gezin het middag maal te gebruiken en zy daartoe voor een bepaal den tyd voor hen die buiten de kazerne wonen afhankelyk van den afstand waarop hunne woning van de kazerne is verwyderd uit het arrestlo kaal zullen worden ontslagen. Den heer Joh. M. Messchaert te Amsterdam is onlangs de betrekking van professor aan het con servatorium te Keulen aangeboden. Onze landgenoot heeft echter gemeend ook thans voor deze benoe ming te moeten bedanken. Naar het „Utr. Dbl." verneemt, is tot hoofd redacteur van het Semarangsche dagblad „De Loco motief," in plaats van den als zoodanig afgetreden heer Scheltema, benoemd mr. P. Brooshooft, die in Jan. a. s. naar Indië zal vertrekken. De gemeenteraad van Arnhem heeft besloten het traktement van den commissaris van politie te verhoogen met f 400 en alzoo te brengen op 2700, met vrye woning.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1