Daar bleef de studie dor verloskundige vrouwen
ziekten mijn liefhebberij vak en schreef ik een jour
naal-artikel -in het „Ned. Lancet" over de baarmoe-
dorsronde en vertaalde een gynaecologische mono
graphic van Bennet uit het Engelsch. Op 22 April
1848 benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de
geneeskunde aan de hoogeschool te Leiden, op een
traktement van ƒ1600. Tot Nov. 1847 had prof.
J. C. Broers aan de Leidsche hoogeschool chirurgie,
obstetrie en med. forensis gedoceerd en het lag in
de bedoeling van hh. curatoren, dat prof. F. W.
Krieger, te gelijk met my tot gewoon hoogleeraar
(ƒ2800) benoemd, chirurgie zou doceeren, en ik de
verloskunde en med. forensis, door welk laatste vak,
dat een vry lucratief college was, het onvoldoende
traktement, my toegekend, goed gemaakt moest
worden. Deze schikking werd door my geweigerd,
daar ik begreep dat de verloskunst on gynaecologie,
zelfs op het standpunt dat die wetenschappen toen
innamen, een veld van studie en werkzaamheid
aanboden, dat ruim genoeg was om er alleen voor
te leven.
Op 23 Sept. 1848 mijn ambt aanvaard met het
houden eener Inaug. Oratie „de rite instauranda
institutione de arte obstetricia."
Mijne aanstelling tot hoogleeraar in de verlos
kunde, hoewel aanvankelijk niet met algemeenen
bijval begroet (sommigen vonden mi) te jong en te
weinig ervaren) is niet zonder beteekenis gebleven
op de beoefening der gynaecologie in Nederland en
wel om de volgende reden.
Tot 1848 was het steeds in Nederland de gewoonte
om de verloskunst als bij vak op te dragen aan den
hoogleeraar in de chirurgie (Leiden, Utrecht, Am
sterdam), of aan den hoogleeraar in de practische
geneeskunst (Groningen) en het onvermijdelijke
gevolg daarvan was, dat aan de verloskunst door
den hoogleeraar weinig tijd besteed en door de
studenten weinig of niets gedaan werd. Dit is sedert
1848 in Leiden veranderd en later is dit goede
voorbeeld ook elders gevolgd. In 1864 is dr. L.
Lehmann te Amsterdam, in 1866 T. Halbertsma
te Groningen en in 1867 A. L. S. Gusserow te
Utrecht als hoogleeraar in de verloskunst opgetre
den. Gusserow werd in 1868 vervangen door Hal
bertsma, en deze te Groningen opgevolgd door dr.
W. M. H. Sanger; Lehmann, in 1880 overleden, is
sedert opgevolgd door G. H. Yan der Meij. En
sedert lang is het wel niet meer denkbaar, dat de
verloskunde aan de Nederlandsche Universiteiten niet
meer door een hoogleeraar, uitsluitend dat vak do-
ceerende, zal worden gerepresenteerd.
Aanvankelijk bepaalde zich mjjn werkkring tot
het geven van theoretisch onderwijs en het be
sturen der verlosk. kliniek in het zeer bekrompen
Nosoc. Academicum, waar 70 partus jaarlijks
voorvielen. In 1850 trachtte ik dien werkkring uit
te breiden door hot oprichten eener Verloskundige
Polikliniek en het houden van een spreekuur voor
ziekten van vrouwen en zuigelingen. De Polikliniek,
in den cursus 1850 51 met 32 verlossingen aan
gevangen, is voortdurend blijven toenemen, en na
dat ik in Januari 1863 tot stadsvroedmeester alhier
was benoemd, kon ik alle gestoorde baringen bij
de armenklasse alhier voor mijn onderwys utilisee-
ren. In 1873 is, door het in gebruik stellen van
een uitmuntend ingericht Academisch Ziekenhuis,
waarin mij eene afdeeling voor verloskunde en
gynaecologie is aangewezen, de gelegenheid voor
klinische oefening in beide wetenschappen daar-
gesteld.
Het cijfer der klinische verlossingen is tot 120
per jaar geklommen en de Polikliniek leverde in
den cursus 1880 81 361 gevallen, waaronder zeer
veel moeielijke voor de practische oefening der
studenten, op. Tegenwoordig durf ik zeggen, dat,
wie verloskunst wenscht te leeren, daarvoor in
Leiden eene geschikte gelegenheid vindt. Dat een
ander, in mijne positie geplaatst, wellicht nog meer
had kunnen praesteeren, wil ik zeer gaarne erken
nen; toch ben ik mij bewust met volharding naar
het goede gestreefd te hebben en tegen geen moeite
te hebben opgezien, waar het gold iets ten nutte
der hoogeschool en het gynaecologisch onderwijs
tot stand te brengen.
Als een geluk heb ik het steeds beschouwd, dat
ik gedurende de eerste 12 jaren van mijn profes
soraat slechts een zeer beperkte consultatieve prak
tijk gehad heb en daardoor aan het gevaar ben
ontsnapt, dat vooral jongen hoogleeraren in de prac
tische geneeskunde dreigt, voor wie geld verdienen
een hoofdzaak en onderwijs geven wel eens een
bpïwk wordt."
Den overledene vielen indertijd de volgende be
noemingen ten deel:
1849, 25 Oct. Honoris Causa Doctor in de Chirurgie
bij de hoogeschool te Leiden.
1850, 21 Sept. Lid van het Genootschap ter be
vordering der Genees- en Heelkunde te Amsterdam.
1855, Juni. Lid van het Prov. Utrechtsch genoot
schap voor Kunsten en Wetenschappen.
1862, 25 Jan. Auswartiges Mitglied der Gesell-
schafft für Geburtsh. in Berlin.
1866, 7 Nov. Honorary fellow of the Obstetrical
Society of London.
1869, 19 Maart. Corresponding member of the
Gynaecological Society of Boston.
1873, 23 Sept. Kidder van de Orde van den Neder-
landschen Leeuw.
1857, 1 Juli. Van buitengewoon tot gewoon hoog
leeraar bevorderd; hetgeen echter geen andere be
teekenis had dan vermeerdering van traktement tot
ƒ2800.
1859, 8 Febr. tot 1860, 8 Febr. Rector-magnificus
der Leidsche hoogeschool.
Aan den brief is tevens toegevoegd eene lijst
van de menigte werken en kleinere geschriften,
welke door den hoogleeraar, zijn vak betreffende,
zijn uitgegeven.
Gemeugd Nleuvm.
Hedenmiddag had een voerman van
een vrachtwagen der firma Van Gend Loos, het
ongeluk met zijn wagen tegen een boom te rijden
op den Nieuwen Rijn bij de Vischbrug, met het
gevolg dat hij door den schok van het rijtuig viel
en door het wiel aan het hoofd werd gekwetst. Hij
werd de woning ingedragen van den heer Dinge-
mans, drogist op de Hoogstraat, om daar vorder
te worden behandeld.
Het aantal gezinnen te Wassenaar,
waar mazelen lieerschen, neemt nog steeds toe.
Ook zijn niet alle patiënten, wat men gewoon is
kinderen te noemen. Eene gevaarlijke wending heeft
genoemde ziekto tot nog toe echter volstrekt niet
genomen.
Te Katwijk aan Zee zijn gisteren
aangekomen de schuiten van de readers H. De
Vries en Schaddee Van Doorn met 225 kantjes pekel
en 31,500 steurharingen, en van B. Parlevliet met
140 kantjes pekel- en 24,000 steurharingen.
In een ingezonden stuk van de „Haag-
sche Courant" wordt de aandacht gevestigd op het
„bedorven spek" in het magazijn van „Eigen Hulp",
dat, volgens mededeeling, door de bevoegde auto
riteit aan de consumptie werd onttrokken, doch
waarmede nogal zonderling schijnt te zjjn omge
sprongen.
Bij een gewonen spekslager werd alles, bedorven
en niet bedorven, aan de consumptie onttrokken,
maar het grootste deel van het bedorven spek van
„Eigen Hulp" zelfs nog verkocht aan een fabrikant
in Geldersche waren.
Nu zal men zeggen, dat het niet bedorven was,
doch waarom zoo vraagt de inzender wilde de
Rotterdamsche koopman, aan wien men het eerst
verkocht had, het niet hebben toen hy het gepeild had
Dank zy de bijzondere welwillendheid van keur
meesters voor „Eigen Hulp" kreeg men toch gele
genheid het nog te verkoopen aan den heer J. W.
Boer te Deventer, die 2000 pond kocht voor 15
cents het pond en 1000 pond voor 24 cents het
pond en die er nu waarschijnlijk heerlijke Geldersche
worst en saucijzen van zal maken om er de Haage
naars (ook Leidenaars tegen Kerstmis op te ver
gasten
Men horinnertzich de ernstige bot-
sing in den avond van den 9den September jl. op
de stoomtramlijn Den Haag—Scheveningen van
de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, tus-
schen eene losse machine, komende van Den Haag,
en een trein, komende van Scheveningen, bij welk
ongeval de machinist het ongeluk had een arm
te breken.
De wisselwachter, die in den bewusten avond
dienst deed in het seinhuisje aan de Laan van
Meerdervoort, was gisteren voor de rechtbank te
's-Hage gedagvaard ter zake dat hy op den 9den
September 1886 des avonds niet bytjjds den
machinist van eene aankomende losse machine,
rydende van 's-Gravenhage naar Scheveningen en
wier aankomst hem van te voren was bericht,
gewaarschuwd heeft dat de weg onveilig was,
daar alstoen te gelijkertijd een trein van Scheve
ningen naar de Anna-Paulowna-straat in aantocht
was en het kruispunt van beider sporen nog niet
gepasseerd was; dat hy toch op dat oogenblikaan
den machinist, rijdende op voornoemde losse ma
chine, het sein van veilig gaf door met een licht
te zwaaien, hoewel de weg niet veilig was en hy
dus het sein van onveilig had moeten geven, waar
door die machinist, door dat sein van veilig in den
waan gebracht dat de weg in werkelijkheid veilig
was, doorreed en zyne machine in botsing kwam
met gezegden trein van Scheveningen naar de Anna-
Paulowna-straat, ten gevolge waarvan voornoemde
machinist den arm gebroken heeft.
De beklaagde deelde aan de rechtbank mede dat
hy reeds tweemaal door de Maatschappij voor zijn
zwak gezichtsvermogen was afgekeurd en hij be
greep niet waarom hem dan zulk een verantwoor
delijke post van wisselwachter, waarbij men goed
uit de oogen moet kijken, was toevertrouwd. Ove
rigens erkende hij dat de schuld van het ongeval
aan hem lag.
Den machinist van de uit de richting-Den Haag
komende stoomtram werden verschillende vragen
gedaan betreffende de mogelijkheid of van zyne
zyde soms een weinig onoplettendheid in het spel was.
De substituut-officier van justitie, mr. Hulshoff,
wees er op dat bekl. gunstig bekend stond en het
ongeluk volstrekt niet te wijten was aan misbruik
van sterken drank. Betrekkelijk is dit ongeluk nog
redelijk afgeloopen. "Wat betreft bekl.'s mededeeling
omtrent zyne herhaalde afkeuring, ZEA. had zich
daarnaar geïnformeerd en dit onderzoek bracht aan
het licht dat de Maatschappij den beklaagde, of
schoon hy tot tweemalen toe was afgekeurd, deze
verantwoordelijke betrekking had opgedragen, zeer
tot verbazing van ZEA. De subst.-officier hoopte
dat de rechtbank, gebruik makende van hare be
voegdheid volgens het nieuwe Wetboek van Straf
recht, den bekl. zou ontzetten uit zijn beroep om
meerdere ongelukken te voorkomen.
Nevens eene hechtenisstraf van 6 dagen, eischte
het Openb. Min. alzoo ontzetting van bekl. uit
zijn ambt.
De uitspraak is bepaald op a. s. Donderdag.
Door 'de boekhouders vande ver
schillende reederyen te Scheveningen is overeen
gekomen, in het vervolg aan de bemanning van
elke schuit niet meer dan 100 uit te keeren voor
het klaarmaken van het vaartuig voor de haring-
visschery en verder geen fooien meer te geven aan
de visscliers van vreemde plaatsen. (Vad.)
De heer C. A. H. uit hot voormalig
Delftshaven, die den llden dezer onder de stoom
tram geraakte, is gisteren aan de gevolgen in het
ziekenhuis overleden.
Gisternacht is de E n g e 1 s c h e sm ak
„Herbert and Polly," schipper R. Bird, van Yar
mouth, in de Tesselsch6 gronden verongelukt. De
opvarenden, 6 in getal, die met hunne eigen sloep
het lek geworden vaartuig hadden verlaten, werden
tegen den morgen door Heldersche vletterlieden in
deerniswaardigen toestand op zee aangetroffen,
opgenomen en te Nieuwediep aangebracht. Van het
vaartuig is niets meer te ontdekken.
Tusschen Duisburg en Oberhausen
heeft een spoorwegongeluk plaats gehad. Een per
sonen- en goederentrein zjjn met elkander in botsing
gekomen. Drie personen waren onmiddellyk dood;
een groot aantal reizigers is gewond.
Te Doornik heeft een gemeente
ambtenaar zich aan vervalsching der boeken van
de Spaarkas schuldig gemaakt, waardoor hij sinds
eene reeks van jaren byna 250,000 fr. heeft ont
vreemd. Nu eerst is het feit ontdekt en zal de
ambtenaar, die zich in hechtenis bevindt, in Henej
gouwen voor de jury terecht staan. De gemeente
moet het verlies dragen.
Houten huizen worden tegenwoordig
uit Zweden kant en klaar naar het buitenland ver
zonden, waar men ze slechts ineen behoeft te zetten.
Zoo zullen eerstdaags uit Stockholm twee villa's,
ieder zeven kamers en eene veranda bevattende,
naar Frankrijk worden ingescheept, om by St.-Cloud,
in de nabijheid van Parys, opgezet te worden.
IÏUITKNLAND.
Fraukrfik.
De Kamer van Afgevaardigden heeft met 388
tegen 142 stemmen, in de gisteren gehouden zitting,
aangenomen een amendement van den heer Roche,
om eene vermindering van 1,643,000 fr. te brengen
op den post voor militaire gevangenissen. De be-
grootingscommissie en de regeering hadden in eene
reductie van slechts 856,000 fr. bewilligd.
De laatste posten der begrooting van financiën