Maatscïaii Tot Nut vaa 'tAlpmeen. Winter-Provisie. en M, Bedden. Dekens. Matrassen. B. H. J. Pols. Leiden. *9* MIJNE DOCHTER CAROLINE. Bovengenoemde SIGARETTEN, waaraan men werkelijk een half uur rooken kan, zijn te bekomen bij Veeren Kapok Wollen Donzen Katoenen Paardeharen Springveeren Kapok Zeegras Stroo 2. N°. 8201. \ri*ijila*>; TVoveixil>er. A°. 1886. <§eze fèourant wordt dagelijks, mst uitzondering ran fon- en feestdagen, uitgegeven. F. VOX BULOW. PRIJS DEZER COURANT: Pxr Ltiden per 8 meenden1-1 Tmnoo per post1A0. Aüionderiyke Nommere0.05. PRIJS DER ADVERTENTTEN: Ven 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer A1T|> Grootere letters naar plaatsruimte. Voer het inca», seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. 16) van De aankondiging, dat in de eerstvolgende dagen een span jonge paarden, welke ik voor eenigen tijd besteld had, zouden aankomen, kon my niet op beuren. Het liefst was ik onmiddellijk van hier gegaan, maar volgens belofte zou ik 's middags bij mevrouw Yon Rottenberg komen, waar ik dezelfde prettige stemming vond, welke mij de eerste keer zoo aangemoedigd en goed gedaan had. Ik werd verwacht. Dat kon men aan de keurig ingerichte koffietafel met het oude porselein be merken. Mevrouw Yon Rottenberg vond het zeer jammer dat hare vriendin, mejuffrouw Von Stre- powski verhinderd was aan de koffiepartjj deel te nemen. "Wat ik vermoed had, daarvan kreeg ik nu de zekerheid, de trouwe helpster in zake de armver zorging was niemand anders dan „mijne dochter Caroline." Het gesprek werd spoedig levendig. Ook mevrouw Von Rottenberg was geheel op de hoogte van het concert. „De energie, waarmede zij het heeft aangepakt, doet mij het meeste pleizier", zeide zij mij. „Een besluit te nemen en haar plan uit te voeren is by haar één. Zjj zegt niet, zooals zoo vele menschen, „ik zou gaarne goed willen doen", maar zij brengt het ten uitvoer. By haar is het willen kunnen." In den loop van het gesprek begon zy ook over he verhouding in de familie Strepowski. Zij be klaagde de vier jonge meisjes zeer, die zoo'n zon derlingen vader hadden, die zich nooit iets aan de opvoeding zijner dochters liet gelegen liggen, zoodat zy opgegroeid waren onder de leiding eener gou vernante, die zeer veel te wenschen overliet. Zy was buiten zich zelve over het dwaze plan van den vader om zyne lievelingsdochter ten huwelijk te geven aan den graaf Werdenstein. „Het arme kind! Over een half jaar zal zy den band reeds voelen. De vader heeft het zich in zijn hoofd gehaald, maar ik geloof dat de goede naam en het schitterende fortuin by hem den doorslag hebben gegeven. Het zou toch verschrikkelijk zijn, indien dit weer een gelegenheidshuwelijk werd, waarvan naderhand de ellende niet te overzien is, omdat het geluk eener familie geheel verwoest wordt. En daarbij lacht de overste en houdt het voor eigenzinnigheid, wanneer het meisje zich er tegen verzet en hem zegt slechts iemand te zullen trouwen, die zy waarlijk lief heeft en acht. En het is reeds zoover gekomen dat het arme kind voor een dilemma staat, hetgeen haar slechts den uitweg laat den graaf te huwen of met de geheele familie gebrouilleerd te zyn." Caroline stond in dit oogenblik levendiger dan ooit voor myn geest; ik viel mevrouw in de rede met meer vuur dan op dat oogenblik noodig was en sprak: „Zy zal nooit iets doen tegen haar ge moed en wat zy voor zichzelve niet kan verant "Woorden." Er zyn oogenblikken in ons leven, die bijzondere indrukken achterlaten en na jaren ons nog frisch in het geheugen liggen. Zoo zie ik nu nog, terwijl ik deze regels schrijf, de lieve oogen van mevrouw Von Rottenberg duidelijk voor my, die mij half vragend, half verbaasd en onderzoekend aankeken, als wilden zy zeggen: Welk belang hebt gij bij myne Caroline? Ik geloof dat zy van schrik de pennen uit haar breikous het vallen, want er verliepen wel eenige minuten, onder het oprapen der steken, voordat zy langzaam antwoordde: „Ik ben blyde dat gij recht laat wedervaren aan wat anderen haar overmoed noemen; meestal wordt er ongunstiger over geoordeeld, maar de jeugd, die het frissche jonge leven niet met vrije vlucht durft, ingaan, krijgt, ook volgens mijno meening, nooit een recht begrip van zelfstandigheid. „Hoe gaarne zou ik Caroline helpen," ging zij voort, „maar zy laat zich niet raden, en de raad gever is ook weinig waard, wanneer hy niet tege lijk kan helpen. Caroline worstelt met haar noodlot en verlangt degelijken arbeid tot afleiding. Bekwaam en talentvol als zy is, zal zij den reddenden uit weg wel vinden, maar niet zonder dat het leven haar een zwaarderen stryd brengt dan zy vermoedt." De ouderwetsche pendule had juist zeven geslagen en ik stond op het punt om weer heen te gaan, toen zij my terug hield met de woorden: „Ik wil u toch even het takje van uw moeders bruidskrans laten zien. Dat zal u zeker wel ge noegen doen." Daarmede haalde zij uit een klein byouteriedoosje een takje. „Dit is myne schatkamer," zeide zyhaar glans zal wel is waar niemand verblinden," voegde zij er bij, „maar de waarde gaat bij my boven goud en edelgesteenten." Slechts onaanzienlijke voorwerpen, voor ieder ander waardeloos, kwamen voor den dag, geel ge worden linten, gedroogde bloemen, brieven, haar lokken enz. „Een wonderlijke schat, niet waar?" vervolgde zy na het myrthen takje zoekende. „Gij kunt wel denken, dat het alle herinneringen aan lang ver vlogen tijden zyn. Wordt het my by wijlen bang om 't hart, zoodat ik betwijfelen zou of de goede God mij soms mocht vergeten, dan ga ik maar even naar dit kastje, grijp er op goed geluk in en dadelijk herleven de oude herinneringen weer. Dan denk ik, gij zjjt onbillijk, oudje, een leven vol ge luk en zegen ligt achter u, wees uw God dank baar, die u zooveel goeds bewezen heeft en verheug u in den terugblik op den zonneschijn, die eenmaal was. En deze zonneschijn komt dan telkens weder. Hy verdrijft de droevige gedachten en verguldt met zyn glans mijn kamertje en ik herhaal tot troost het woord: In hoeveel nood heeft niet de genadige God zijne vleugelen over u uitgebreid?" Zy overhandigde my het onaanzienlijk takje. Op een stukje papier, dat er aangehecht was, stonden dag, plaats en uur van het huwelijk aangeteekend. Een zonderling gevoel kwam over mjj, toen ik het aanschouwde. De oude dame had wel gelyk, toen zy van de tooverkracht van zulke herinnerin gen gewaagde. Lang liep ik dien avond in myne kamer op en neder en riep my de gebeurtenissen van den dag weer voor den geest. Ik had een recht diepen blik in de schaduwzijde des levens geslagen; ik had ervaren hoe weinig waarheid dikwijls achter het schoon glanzende kla tergoud der maatschappij verborgen ligt en hoe juist daar, waar do mensch boven zyne minder be schaafde medemenschen zedelijk verheven moest zyn, dikwijls het beter ik te roekeloozer met voeten wordt getreden. Ik overlegde lang en breed hoe Caroline te hel pen zou zijn. Ik maakte allerlei mogelijke en on mogelijke plannen. Hoe kon ik hier echter helpen. Ik vergaf haar alles wat ze jegens mij had mis daan. Mijn blik viel op den tak, waarmede zy my in 't aangezicht had geslagen en dien ik als her innering aan dat postavontuur op den spiegel had gestoken. Dien avond werd het „herrinneringsvakje" in mijne schrijftafel ingewijd en ik legde dien tak er in. De zweem van sentimentaliteit die my had be vangen, was natuurlijk den volgenden dag gelukkig voorbij en ik nam my vast voor, my niet nog een maal de vingers in de Heerenstraat te branden. Ontkennen kan ik wel is waar niet, dat het meisje mij buitengewoon interesseerde, doch daar myne pogingen tot hulp zoo zeer in stryd zouden zyn met het gezond verstand, moest ik beslist aan het laatste gehoor geven. (Wordt vervolgd.) Veryolg der Advertentiën. Departement LEIDEN. Aan de LEDEN wordt bekend gemaakt dat ter voldoening aan Art. 20 van de "Wet en Reglementen, de Rekening en Verantwoording betreffende het geldelijk beheer van het Departement en de daaruit voortgevloeide instellingen, over het Maatschappe lijk jaar 1885 86, van af den 12den dezer voor hen ter inzage zullen liggen by den Concierge van het Gebouw. De Penningmeester, P. VAN DER VELDEN ERDBRINK. Botermarkt 29. II. VAX AXDEL. Wederom versch ontvangen: per Hectol. Puike SKeeuwsehe Ronde. f 2.50 f 2.75 Extra fijne Keeuwsche Paarsen 3.00—3.25 Puike Zeeuwsehe «lammen. 3.25 3.50 J. KORPERiHOEH, Nieuwstraat over de Hartesteeg. VAN Ledekanten, Wiegen en Veldbedden. LEIDSCH DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1