beroerde boel, maar betore tyden zyn voor een
ieder in aantocht.
Om u maar eens een voorbeeld te geven, diene
het volgende:
Sedert April 11. ben ik door de regeering der
nieuwe Republiek (Zoeloeland) benoemd als (hier
volgt de opgaaf der betrekking), met verlof om in
X., in de Zuid-Afrik. Republiek, te blijven wonen
en met vrijstelling van occupatie van mijne plaats
in de nieuwe Republiek. Voor verrichte werkzaam
heden is de regeering mij nu nog 15 pond sterling
of ƒ180 schuldig. De regeering ziet geen kans die
te betalen.
Nu voor ongeveer acht dagen reed ik er heen,
niet om er myn salaris te vragen. Ik wist toch
dat dit vergeefsche moeite zou zyn, maar alleen
omdat hier onverwachts bericht kwam dat in de
nabijheid van het pas aangelegde dorp Vrijheid
een loonbaar goudveld was ontdekt. Ik dacht daar
spoedig eenig geld te kunnen verdienen, maar het
was mis. Wel heeft men daar een kwartsrif ge
vonden, maar van goud was er nog geen sprake.
Ik kon onverrichterzake terugkeeren.
Daar, in de nieuwe Republiek vooral, is de armoede
of liever 't gebrek aan geld ten top gestegèn: Ambte
naren werden sedert geruimen tyd niet meer be
taald, dan met „drafts" en by een kassier kon men
die „drafts" ingewisseld krijgen tegen 50 percent.
Nu echter worden de ambtenaren in 't geheel niet
meer betaald en moeten ze 't maar zonder salaris doen.
Ik sprak daar een jong Hollander, gouvernements
schoolmeester, die hier en daar muzieklessen geeft.
Hij had daarvoor juist eenige dagen geleden bij
iemand zijne rekening ingeleverd van 2.10.0 pd. st.
en kon niet moer dan 1.10.0 pd. st. krijgen. Die
iemand is een der hoogste staatsambtenaren. Me
dunkt, dit staaltje is voldoende om u te doen zien
hoe 't hier met de geldelijke zaken gesteld is.
Maar spoedig zullen betere tijden voor een ieder
aanbreken. Steeds worden in Transvaal meer be
taalbare goudvelden ontdekt en zal men zich daar
door in eene algemeene welvaart verheugen. Een
stroom van menschen komt van alle zijden Trans
vaal binnen en kan men zelfs in dit stille X. reeds
een kleine verandering zien. Het geld is hier nog
even schaars, maar toch is die algemeene gedrukt
heid verdwenen en iedereen leeft weer in de hoop
op beter.
Dat goud! Dat goud! Aan den eenen kant
wenschte ik dat er geen goud in Transvaal ontdekt
was. Bijna iedereen lydt aan die ellendige goud
koorts. Ja zeker, men voelt zich een enkele maal
zenuwachtig en koortsig bij het vernemen van die
soms overgelukkige speculaties, waardoor mannen,
gisteren broodarm, vandaag plotseling ryk werden,
't Is vreeselyk zooals hier nu gespeculeerd wordt,
vooral in Pretoria. Men laat zijn werk er voor staan
en gaat onwillekeurig met den stroom mee. Ik
was ook een tijdje tamelijk koortsig, maar die ver
geefsche reis naar Zoeloeland heeft myne goudkoorts
voor een groot deel gestild en ik word er meer en
meer van overtuigd dat het beter is om zich maar
stil met zyn gewone werk te bemoeien.
Wat zal Transvaal binnen een paar jaren ver
anderd zyn. Dat rustige aartsvaderlijke leven hier
heeft zyn langsten tyd gehad. Die tyd, dat een
boer met zyn trek in 't veld kon staan en 's mor
gens kon uitryden naar zyn vee, zyne vrouw en
kinderen alleen by zijn wagen en tent achter
latende, om eerst 's avonds terug te keeren, is
voorbij, want dit is zeker, dat behalve door vele
goede menschen, Transvaal overstroomd zal worden
door een heirleger van vagebonden, die uw vrouw
en kind misschien kunnen kwaad doen. Enfin, zoo
is de loop van de wereld. Het mocht ook niet zoo
wezen, dat zulk een land langer onbewoond bleef.
We moeten 't maar afwachten en trachten zooveel
mogelyk ons voordeel te doen met hetgeen de
schoot van Transvaal ons aanbiedt. (Zw. Crt.)
Volgens telegram uit Aden is het
Nederlandsche stoomschip .„Prins Hendrik", kapt.
Heemskerk, van Batavia naar Amsterdam, te Aden
binnenkomende, ter reede aldaar in aanvaring ge
weest met het Engelsche stoomschip „Hubbock",
van Sydney naar Londen bestemd. De „Prins Hen
drik" werd aan stuurboordzijde van achteren inge-
loopen, bekwam belangrijke schade en ligt met den
vloer onder water. Men hoopt het schip echter lens
te pompen. Al de opvarenden zijn gerecf.
Op de Chicago-, Milwaukee- en St.-
Paul-spoorweg is een verschrikkelijk ongeluk voor
gevallen. Bij Portage (Wisconsin) week een goede
rentrein op een zijspoor om een sneltrein te laten
voorbijstoomen. Deze naderde echter vroeger dan
verwacht kon worden en liep tegen den goederen
trein in. De passagiers in de achterste wagens
kwamen er zonder letsel af, maar eenige der voorste
wagens werden verbrijzeld, en vóór dat de passagiers
er uitgehaald konden worden, geraakten de over
blijfselen in brand en plotseling stond alles in lich
terlaaie. Dertien personen, die in een der waggons
zaten, stierven den vuurdood voor de oogen hunner
geredde reisgenooten. Twee kinderen werden door
hunne moeder uit het portierraam geworpen; zij
zelve werd eene prooi der vlammen. De eenige passa
gier die in het leven bleef, kwam uitden waggon met
gebroken beenen en vreeselyke brandwonden.
By Gravesend heeft eene botsing
plaats gehad tusschen twee Engelsche stoomsche
pen. De „Minerva" werd door de „Borderer" aan
gevaren en zonk binnen weinige minuten. Zeven
man der equipage verdronken.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur,
Wees zoo vriendelijk mij in de gelegenheid te
stellen eene mededeeling te doen naar aanleiding
van de opmerking van den heer A. Van Eek.
Het staat niet aan rnjj te beoordeelen wat de
bedoeling van genoemd publiek bericht is; alleen
veroorloof ik me de opmerking, dat nog zeer velen
UEd. plaatsruimte zouden kunnen vragen om te
zeggen, dat zy 't bedoelde bericht in de Leidsche
Courant niet ingezonden hebben. Wie my ver
meld heeft als vervaardiger van de Calligraphische
opdracht, doet mijns inziens weinig ter zake. Eene
andere vraag echter is of genoemd bericht de waar
heid bevat. En daar voor ieder, die lezen kan, de
mededeeling van den heer A. Van Eek alleen eenig
raison d'etre kan hebben als logenstraffing van het
bericht in de Leidsche Courant, neem ik de vrij
heid UEd. mede te deelen, dat ik wel degelyk de
uitvoerder van bedoelde opdracht ben.
Hoogachtend teeken ik my,
Uw dw. Dienaar,
J. P. F. Kosters,
Leiden, 1 Nov. 1886. Calligr. M. O.
CORRESPONDENTIE. - P. E.In een volgend No.
KOLONIËN.
BATAVIA, 21 September 2 Oct.
Aan het mail-overzicht van het „Algemeen Dag
blad van Ned.-Indië" is het volgende ontleend:
Van Atjeh komt het bericht dat men zich voor
stelt den losprijs die voor de gevangenen van Toekoe
Oemar betaald is, te laten terugbetalen door de
lieden der Westkust, die door hun heulen met
Oemar onze betaling noodig gemaakt hebben, en
die voor gelyke som zich nu vrij zullen kunnen
koopen van de maatregelen tegen de visscherij door
ons genomen. Het bestuur op Atjeh heeft zelfs het
bankpapier waarin het Oemar betalen wilde, op
Penang in zilver moeten laten wisselen. Oemar
hield anders liever de gevangenen, en zond het geld
kalm terug; zoo zeker was hy van zyne zaak en
zoo wilde hij doen voelen, dat men tot hem kwam,
niet hy tot ons. De Atjeher had natuurlyk de
gevangen vrouw in alle kalmte zien bezwyken;
en dat juist heeft ons bestuur niet willen dulden.
Vandaar dat de roovers altyd het sterkste stand
punt hebben.
De berri-berri blyft steeds heerschen. Wy zagen
oen bericht dat de ziekte ook vooral onder het
scheepsvolk op de vaartuigen der gouvernements
marine by Atjeh heerscht, en tegelyk zien wy in
de „Jav. Crt." verbeterde aanwervingsvoorwaarden
voor de schepelingen. Ook van tydelyke ontruiming
der kazernes op Kotta-Radja en ontsmetting lazen
wy berichten. Nog altyd hoort men van tyd tot tyd
losse geruchten, dat van Java een paar bataljons
op Atjeh een paar andere zouden gaan vervangen
en aanvullen. Onder de Atjehers komt ook berri-
berri voor, althans de weggeloopen dwangarbei
ders, die de gevangenen gezien hadden, leden er aan.
De laatste raming van den Java-koffie-oogst van
het Gouvernement is al weder hooger, thans even
boven de 800,000 pikols. De volgens telegrafisch
bericht voor verkoop op de begrooting voor 1887
geraamde hoeveelheid is zeer klein. En toch hoor
den wy, dat de voorhanden voorraden door verkoop
reeds zoodanig zyn opgeruimd, dat, by de voorlaat
ste kleine oogsten, het opgegeven getal nog slechts
met moeite te bereiken zou zyn.
Door de Nederlandsch-Indische Spoorwegmaat
schappij is weder een voor de suikerfabrikanten
zeer belangrijk besluit genomen, nl. tot verlaging
der spoorwegvrachten met 25 cents per pikol.
Volgens een telegram aan het „Bat. Hbl." is
de vendumeester Rosendahl tot 2 jaren gevangenis
straf veroordeeld.
De dochter van den gouverneur-generaal, die
sedert geruimen tyd ernstig ziek was, is, naar
door velen met leedwezen zal worden vernomen,
aan haar lijden bezweken.
De teraardebestelling had te Buitenzorg plaats.
Met verontwaardiging vernamen wy heden de
even willekeurige als onverantwoordelijke krank
zinnigverklaring te Singapore van een Nederlander,
(G. F. Lucardie, zoon van den gepens. ass.-res.),
die, zich van niets hoegenaamd bewust, by aan
komst te Tandjong Priok „in ontvangst werd ge
nomen" door de politie, welke hem geen andere
inlichtingen gaf dan dat ze „haar plicht" deed en
„orders opvolgde." (Bat. Nbl.)
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de
volgende beschikkingen genomen
Civiel Departement. Verleend: Een 2-jarig verlof n.
Europa, w. ziekte, aan den onderw. 3de kl. bij het op. 1.
ond. N. Keetelaar.
Ontslagen: Eervol uit zijne betrekking, w. ziekte, de
opz. late kl. bij den waterstaat en 's lands burg. op. werken
J. E. Gebel.
Toegevoegd: Aan den ads.-res. van Pouorogo, de
benoemde ads.-contr. A. P. Stoorvogel.
Verplaatst; Van Seblat, afd. Mokko-Mokko, naar
Liwa, afd. Kroë, de ads.-contr. H. J. A. Raedt Van Olden
Barne\ elt.
Geplaatst: In de afd. Boeleleng de benoemde contr.
2de kl. Ch. G. G. Vermeer.
Verplaatst: Van de res. Cheribon naar de res. Madoera
de ben. contr. 2de kl. Th. A. Smuldersvan de res. Probo-
linggo naar de res. Kediri. de ben. adsp.-contr. G. A. M. Meijer.
Geplaatst: In de contr.-afd. Koeningan, de asp.-contr.
J. A. Th. Gortmans.
Verplaatst: Van de contr.-afd. Tjiamis, afd. Galoeli,
de adsp.-contr. E. W. H. Doeve.
Geplaatst: In de onderafd. Laboean-Deli de contr.
2de kl. F. L. K. Storm Van 's-Gravesande.
Vorplaatst: Van de onderafd. Beneden-Langkat naai
de onderafd. Padang en Bedagei, de contr. lste kl. I. J. J.
Snellebrandvan de onderafd. Laboean-Deli naar de onder
afd. Beneden-Langkat, de contr. 2de kl. J, A. Van Bijn Van
Alkemade.
Ontslagen: Eervol uit zijne betrekking, w. ziekte,
de 3de commies bij de Weeskamer te Batavia, V. A. L. A.
Bloem.
Benoemd: Bij de Weeskamer te Batavia: tot 3den
Commies F. A. Reijnhart; tot tijdelijk 3den commies W. G.
Gysbers.
Bij de in- en uitvoerr. en ace.tot adj .-contr. te Semarang
E. J. Townsend; tot ontv. te Padang, de verific. 2de kl.,
J. A. Oudorp Kortebrant; tot ambtenaar, de tijd. verif.
5de kl., E. F. Ungerer en de lste klerken bij de ontvangers
der in- en uitvoerr. en acc. te Batavia en te Soerabaia K. E.
Sikman en P. N. A. Robijntot tijd. ambtenaar, de opziener
Th. B. De Ruyter.
Departement van Oorlog. Verleend: Een 2-jarigverlof
n. Europa w. twaalf jaren onafgebroken dienst in Ned.-
Indië aan den lsten luit. der inf. D. W. F. Van Langen;
w. ziekte aan den 2den luit. der inf. E. De Rooy Van Zuidewijn.
Geplaatst: Bij het 10de bat. inf. de lste luit. W. J. F. I.
Van Bommel Van Vloten; bij het hospitaal te Weltevreden
de off. van gez. lste kl. G. Fischer; bij het hosp. te Soe
rabaia, de tijd. off. van gez. 2de ltl. J. Rosenfeld.
Overgeplaatst: Bij het 4de bat. inf., de kapt. L. J.
Popelier, de lste luit.-adj. J. W. Libosan, benevens de lste
luits. A. Picard en J. C. De Vaal, allen van het 8ste bat.;
bij het 8ste bat., de kapt. H. G. J. Van Hoogstraten en de
lste luit.-adj. A. E. N. B. Otken, beiden van het 4de bat.;
bij het 12de bat., de 2de luit. G. Reeling Brouwer, van het
3de dep.-bat.bij de lste comp. (lste veldbat.) art. te Batavia,
de lste luit. J. C. W. Smits, van de 4de comp. (4de berg-
bat.) van Atjeh en onderh.; bij do 4de comp. (4de bergbat.)
van Atjeh en onderh., de 2de luit. H. J. J. Knibbeler, van
de 22ste comp. van Atjeh en onderh.bij de 18de comp.
(lste bergbat.) te Batavia, de lste luit. C. J. A. Macpherson,
van do lste comp. (lste veldbat.) aldaar; bij het hosp. te
Fort de Koek, de lste luit.-kwart. C. A. Vosmacr, van het
garn. aldaar; bij het hosp. te Weltevreden, de off. van gez.
der 2de kl. G. Hoffer, van den geneesk. dienst van Atjeh en
onderh.; bij het garn. te Buitenzorg, de off. van gez. 2de kl.
J. W. F. J. Van Eecke, van dat te Djokjakarta; bij het garn.
te Banjoe-Biroe, de mil. paardenarts 2de kl. L. 5. Hoog
kamer, van den gen. dienst van Atjeh en Onderh.: bij den
gen. dienst van de Zuider- en Oosterafd. vua Borneo, de
off. v. gez. 2de kl. N. IJpes, van het hosp. te Soerabaia;
bij den gen. dienst van Atjeh en ondorh., de tijd. off. v. gez.
2de kl. J. Pollak en de mil. paardenarts 2de kl. S. Schilstra,
resp. van de hosp. te Padang en het garn. te Banjoe-Biroe;
de offn. van gez. lste kl. W. F. K ich naar Bandjermasin,
M. K. Enthoven naar Willem I, en G. Fischer naar Meester-
Cornelis; de lste luits. der inf. C. A. Van Loenen bij het
subsistontenkader te Batavia en A. Montagne bij het 2de
depot-bat. en de 2de luit. der inf. P. W. Scheffelaar Klots
bij het 3de depot-bataljon, de lste luit. der inf. J. Buys bij
het corps pupillen te Gombong.
Ingetrokken: De overplaatsing bij de int, te Padang,
van den lsten luit.-kwart. A. H. Verniers Van der Loeff.
Ingedeeld: Do kapts. der inf. L. Baggelaar bij het
7de en W. E. Tenta bij het 2de bat. en de 2de luit. der
inf. F. A. Pedier Prairie bij het 3de depot-bat.
Departement van Marine. Benoemd: Tot onderhavenm.
te Batavia, de tijd. onderhavenm. te Tandjong-Priok J. H.
Blekking Jr.; tot lichtopz. 3de kl. E. Schwab, thans met de
waarneming dier betrekking belast.
13TJ tTENLAND.
België.
Uit Charleroi wordt van gisteren gemeld:
Heden begaven ongeveer 5000 personen uit het
centrum van het myndistrict zich in optocht naar
Roux. Zy voerden roode vlaggen met zich, bene
vens plakkaten met de opschriften: „Algemeen
stemrecht" en „Amnestie." Onder het spelen der
Marseillaise werd de tocht voortgezet naar den
kant der glasblazerij van Bougard, tegenover welke