N°. 8191.
A0. 1886.
Maandag 1 November.
Leiden, 30 October.
§eze tgourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEZES, COURANT:
Voor Leiden per S maanden1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommera0.05.
De door Burg. en Weths. opgemaakte lijst van
kiesgerechtigden voor de Kamer van Koophandel
en Fabrieken alhier telt 278 personen. De verkiezing
zal worden gehouden op Zaterdag 27 Nov. a. s.
Aan de beurt van aftreding zijn de heerenJ. Zaal
berg JCz., P. L. C. Driessen, H. C. Hartevelt en
W. F. Yan Hartrop Fz.
Hedennacht overleed alhier, na een lang en
smartelijk lijden, de heer Adriaan Jacobus Koole,
een man, die zich op het gebied van nijverheid eene
voorname plahts heeft verworven.
Zijn heengaan zal door velen, wier weg niet altijd
door een lieflijk zonnetje beschenen werd, gevoeld
worden, want menigeen kan getuigen hoe gaarne hij
anderen, zij het ook onopgemerkt, bijstand schonk.
Maar ook zijn eigen weg was niet steeds zonder
doornen. Door eigen energie echter en gedachtig aan
het „help u zeiven", wist hij zich tot eene persoonlijk
heid te vormen, wier invloed mede tot welzijn zijner
medeburgers moest strekken.
Behalve ook aan andere zaken zijne aandacht en
krachten schenkende, was hjj vooral een ijverig
medebestuurder van de op zijn initiatief opgerichte
stoombroodfabriek „De Yereeniging", terwijl hjj,
reeds eigenaar van den korenmolen „De Oranje-boom",
door de vestiging met zijn mede-firmant van
de eerste stoommeelfabriek „De Sleutels" alhier,
aan de Leidsche industrie eene nieuwe uitbreiding gaf,
waarmede niet alleen meer machinale-, maar ook
meer handenarbeid gepaard ging.
Aan den bloei, en dus ook aan de belangen zijner
werklieden, van beide inrichtingen, offerde hij
misschien te veel zyn leven. En de vruchten
daarvan kwamen natuurlijk insgelijks anderen in niet
geringe mate ten goede.
Zeeuw van geboorte, kenmerkte hij zich door
het eigenaardig, rondborstig karakter, dat zyn land
aard eigen is en dat men, niet bij oppervlak
kige, maar by meer nauwkeurige kennismaking
waardeeren leert. Onbewimpeld dorst hij steeds,
wanneer dit noodig was, voor zijne meening uit
te komen, al moest dit somwijlen tot mindere
aangenaamheden leiden. "Wat onrecht in zyn oogen
scheen, vond in hem een ernstig tegenpartijder.
Ondernemend van aard, eenvoudig in zyn handel
en wandel, begiftigd met een helder inzicht in vele
voorkomende omstandigheden, wars van lijdelijke
navolging Tan of dweperij met wat in het maat
schappelijke leven voorviel, paarde hjj aan deze
eigenschappen ook die van innige dankbaarheid
voor waar hij daartoe behoefte gevoelde of zich
verplicht achtte. Hem bewezen diensten wist hij
op hunne waarde te schatten en te waardeeren.
Eindelijk is zijn werkzame geest heen gevloden
en blijft er van zijn steeds zoo arbeidzaam lichaam
niets dan een stoffelijk omhulsel over. Dat versche
den, op den nog zoo krachtigen leeftijd van 53
jaren, zal vooral niet het minst gevoeld worden
in den kring zijner naaste familie, waaraan hjj
en deze wederkeerig aan hem zoozeer gehecht was,
Koole werkte zoolang het voor hem dag was,
Thans ruste hij in vrede!
Aan den bootsman in het vaste corps H. H.
W. Aalstius Den Appel, gedetacheerd bij de Kweek
school voor Zeevaart te Leiden, is uitgereikt de
zilveren medaille voor 24 jaren eerlijken en trou
wen dienst.
Bij de doer het bestuur der Stedelijke Werk
inrichting gehouden aanbesteding voor de levering
van levensmiddelen, zyn deze gegund tot de na
volgende prijzenrundvleesch 64 c., rundvet 54 c.,
aardappelen 4 c., groenten 4 c., gort 12.96 c., rijst
11.30 c., groene erwten 13.90 c., capucyner erwten
14 c., bruineboonen 13.50 c., koffie 90 c., cichorei
19.50 c., siroop 12 c., peper 1, alles per kilogr.;
zoetemelk 6.49 c. per liter en karnemelk ƒ1.49
per 100 liter.
Gedurende deze week zijn dagelijks in de
Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van
37 77 volwassen personen en van 6 8 kinderen.
Als een voorbeeld hoe in den tegenwoordigen
tijd naar werk gezocht wordt, diene dat het aan
bod gedaan is den herbouw van het Kurhaus te
Scheveningen uit te voeren voor ƒ400,000 of 150,000
beneden het ramingsplan naar hetwelk de opbouw
zal worden ondernomen.
Binnenkort kan de beslissing verwacht worden
omtrent eene voorgenomen garnizoensverandering
met 1 Mei 1887 bij verschillende corpsen van het
leger.
Yoor zoover men nu reeds meent te weten, zou
het grootste gedeelte va» het bataljon 7de reg.
infanterie te Hoorn, nu de gevangenis aldaar is
opgeheven, naar Amsterdam verlegd worden en is
er andermaal sprake van eene verwisseling van
standplaats van het 3de regiment huzaren te
's-Gravenhage met het 2de reg. te Yenloo en 's-Her-
togenbosch.
De gewone audiëntie van den minister van
justitie zal Dinsdag aanst. niet plaats hebben.
Z. M. heeft benoemd tot kantonrechter te
Medemblik mr. L. D. W. Losecaat Vermeer, thans
griffier bij het kantongerecht te Terborg; den
luit. ter zee 1ste kl. A. P. Tadema, met 1 Nov. a. s.,
bevorderd tot kapt.-luit', ter zee.
Weerbericht (medegedeeld door het Kon. Ned.
Met. Instituut). Verwachting: zwakke wind
Gemengd Nlenwu.
Gedurende de afgeloopen week is
hier ter stede aangegeven: 1 geval van roodvonk.
Sterfgevallen aan besmettelijke ziekten kwamen
niet voor.
Een der po1i t i e-rechercheurs te
's-Hage heeft heden de hand gelegd op een knaap,
op wien de aandacht was gevestigd door den direc
teur eener begrafenis-vereeniging te dier stede. Dit
jonge mensch, een oude bekende der politie, ging
namelijk op den uitkijk staan voor de woningen
van ingezetenen, waar een begrafenisstoet stond.
Nauwelijks waren de koetsen uit het gezicht of
hij schelde aan en vroeg uit naam van den begra
fenisbezorger, de ljjkschragen terug en eene fooi.
Soms nam hy beiden, meerendeels echter alleen
het fooitje aan, zeggende de schragen later te ko
men halen. Heden werd hjj op heeterdaad betrapt,
toen hjj op deze wijze de bewoners van een huis
op den Dennenweg wilde bedriegen.
Gisteravond is de stoomtram, die
om zeven uren van Schiedam naar Rotterdam ver
trok, op den Nieuwen Delftshavenschenweg in
botsing gekomen met een tilbury, waarin zich een
boer met zijne vrouw en zoontje bevond. Bij onder
zoek is gebleken dat bedoelde boer, die de ttbury
zelf reed, onder den invloed van sterken drank
verkeerde en vlak voor de stoomtram verkeerd uit
haalde, terwijl hy bovendien geen enkel licht op had.
Het paard heeft doodelyke wonden bekomen,
terwyl de tilbury ten deele is verbryzelddoch de
menschen zyn met den schrik en lichte kwetsuren
vry gekomen, zoodat zy het ziekenhuis een uur
later hebben kunnen verlaten. Onder de gegeven
omstandigheden is deze afloop gunstig te noemen,
daar alles toch te water was geraakt.
Onwillige manslag. Zonderlinge
zaken vallen toch tegenwoordig voormen verbeelde
zich: om een driejarig kind bang te maken, dat
tegen de grootmoeder „stoute moesie" zegt, wordt
uit eene voorkamer eene flesch spiritus gehaald en
daaruit eene hoeveelheid op het smulletje gestort
en dit vervolgens, alleen om het kind schrik aan
PRIJS DER ADVERTENTTEN
V»n 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het inoae-
eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
te jagen en een vlammetje te laten zien, in brand
gestoken.
De gevolgen waren echter erger dan het, we
zouden zeggen krankzinnig uitgevoerde voornemen
het smulletje vloog in brand en daarmede het kind,
hetwelk vry ernstig werd verwond en op 31 Au
gustus overleed. Het feit was gebeurd op 14 Au
gustus, het kind was vyf dagen in het stedelyk
ziekenhuis verpleegd en verder thuis tot het overleed.
Van deze zaak werd na den dood van het kind
aangifte by de justitie gedaan en ingevolge daarvan
stond gisteren voor de Rotterdamsche rechtbank
vrouw M. W. D. terecht. De beklaagde, bygestaan
door mr. Tels, bekende, naar het „Rott. Nieuwsblad^*
mededeelt, wel gedreigd te hebben het smulletje
in brand te steken, ook wel de flesch met spiritus
uit de voorkamer gehaald te hebben en op het
smulletje gestort, maar ontkende den lucifer aan
gestreken en daarmede het smulletje aangesto
ken te hebben; zy verklaarde dat dit de moeder
gedaan had.
Uit de verklaring van de moeder van het kind
bleek, dat toen op 14 Augustus 11. des morgens
te 11 uren, het driejarig dochtertje Jacoba door
de grootmoeder gewasschen werd, het kind riep
„stoute moesie"; dat het daarop door bekl., welke
by haar inwoonde, bang gemaakt werd met de uit
drukking „als je het weer zegt, zal ik je smul
letje in brand steken." Deze bedreiging werd ook
herhaald, des middags toen het kindje wederom
hetzelfde zeide; nu echter werd de bedreiging ten
uitvoer gelegd, de beklaagde ging naar de voorkamer,
haalde eene flesch met spiritus, stortte daarvan
op het smulletje van het kind en stak dit vervol
gens in brand. Getuige is er van verzekerd, dat
beklaagde niet de gevolgen van hare daad voorzag
zy deed het alleen om bang te maken. Uit de ver
klaring blykt verder, dat het kind vry erge brand
wonden aan het hoofd, gezicht en de handjes be
komen had, eerst vyf dagen in het stedelyk zieken
huis verpleegd was, daarna thuis en op 31 Augustus
was overleden. Zy deelde verder mede, dat men
eerst na den dood van het kindje de zaak aange
geven had, omdat men de beklaagde sedert lang
kende en nog altyd gedacht had, dat het kindje
zou blijven leven.
Uit de zeer uitgebreide verklaringen, afgelegd
door de heeren Kramers, Van Loon, F. A. Simon
Thomas, P. M. Simon Thomas en C. P. Burgers,
die het kind behandeld en naderhand geschouwd
hadden, bleek niet dat de dood het gevolg was
van bloedvergiftiging, door de brandwonden ver
oorzaakt. Wel vermoedde men het, maar eene per
tinente verklaring werd in dezen zin niet afgelegd.
De beklaagde bleef by hare opgave dat zy den
spiritis niet aangestoken had.
Het Openbaar Ministerie, waargenomen door mr.
Van Haaften, vond in oen uitgebreid requisitoir de
schuld van beklaagde aan het ten laste gelegde
bewezen. ZEA. laakte, behalve de groote onvoor
zichtigheid van beklaagde, welke in deze do „auctor
intellectualis" is, ook het gedrag van de moeder
van het kind en hare zuster, die de beklaagde
met den spiritus liet begaan, zonder het te verhinderen.
Den eisch formuleerende, neemt ZEA. als bewezen
aan dat beklaagde door te veel spiritus op het goed
van het kind te storten en aan te steken, de aan
leiding was tot de verwonding, terwijl die verwon
ding weer was de oorzaak tot de bloedvergiftiging,
welke den dood ten gevolge had, en eischte mits
dien veroordeeling van beklaagde, wegens onwilligen
manslag, tot drie maanden hechtenis.
Mr. Tels, verdediger van de beklaagde, kwam
tot de conclusie dat de beklaagde wel moreel, maar
niet strafrechtelijk verantwoordelijk was en con
cludeerde tot vrijspraak.
Da uitspraak, yyerr] bepaald op oyer acht [jagen.