N°. 8185.
Maandag October.
A0. 1886.
.Dit nummer bestaat «it Vier Bladen.
Derde Prijsraadsel.
GESCHIEDENIS EN VOLKSLEVEN
Nogmaals „Tjiomas."
<§sze tgouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
NEDERLANDS
Mr. J. Van Lemiep, prof. W. Moll
en J. Ter Gouw.
Leiden, 23 October.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1-10.
Franco per poet*-i0-
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regel9 ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17J.
Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incaa-
eceren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Het aantal ingekomen goede oplossingen bedraagt
722; 81 waren er foutief en 3 waren er ont
vangen van personen, die niet aan ons Bureel als
Abonné's te boek staan.
De antwoorden, ontvangen na Maandag-avond
8 uren, d. i. de uiterst bepaalde termijn van inzen
ding, werden ter zijde gelegd.
Hedenmorgen heeft op ons Bureel de verloting
van prijs en premiën plaats gehad.
De uitslag daarvan is dat de HOOFDPRIJS, het
prachtwerk
VAN
Geïllustreerd met tal van staalgravuren, naar schil
derijen uit „Arti et Amicitiae", twee deelen,
gebonden in prachtbanden,
ten deel viel aan No. 5&1, A. J. VEBBRrGGE,
wonende op den Nieuwen Rijn 63.
De premiën vielen op
No. 118, Mevr. W. H. J. Dijkstra, Kort-Rapenburg 12:
Goethe's Faust.
No. 568, A. Wagemans, Oranjegracht: Conscien
ces Kerels van Vlaanderen.
No. 611, H. J. Willemse, Groenesteeg 2Cremer's
Novellen en Vertellingen.
No. 583, J. H. Van Us, RijnsburgersingelCremer's
Overbetuvjsche Novellen.
No. 717, J. Eggink te Zegwaard: Vosmaer's
Vogels van diverse Pluimage.
No. 43, J. Bloemen: Klikspaan's Studententypen
en leven.
No. 238, Anna Jaeger, Hoogl. Kerkgracht: Van
Lennep's Elizabeth Muscli.
No. 493, J. P. Schreuders, Garenmarkt 15: Van
Lennep's Roos van Dekama.
No. 315, H. Mack, Botermarkt: Van Lennep's
Ferdinand Huyck.
No. 326, J. Mazurel, St.-Jacobsgracht 5: Van
Lennep's Pleegzoon.
De volledige naamlijst der goede oplossers komt
voor in het 3de blad van dit nummer.
Onder dezen titel ontvingen we van de heeren
G. Kolff Co. te Batavia eene brochure, waarin
deze zaak wordt besproken door een zich noemen
den X, die zich op een onpartijdig standpunt wenscht
te plaatsen en daarom geheel in het midden laat of
de heeren Sol en De Sturler zich aan vergrijpen
schuldig hebben gemaakt. Als de schrijver echter
dé handelwijze dor Regeering nagaat, komt hp tot
de volgende slotsommen:
lo. De zaak is door en vanwege de Regeering
niet zóó behandeld, als, ook met het oog op de
omstandigheden, noodig was om eiken twijfel aan
hare volkomen rechtvaardigheid te voorkomen of op
te heffen, en het oordeel over die behandeling kan
dan ook niet anders dan ongunstig zijn.
2o. De verbanning der heeren De Sturler Jr. en
Sol uit de afdeeling Buitenzorg is door het te hunnen
aanzien genomen besluit volstrekt niet gemotiveerd.
Tot deze meeningen is hij gekomen door de vol
gende zes feiten:
I. Er bestond sinds geruitnen tijd eene onaange
name verstandhouding tussehen het landsbestuur
en den landheer van Tjiomas, die van wederrech
telijke handelingen werd beschuldigd. Het onder
zoek door den officier van justitie deswege inge
steld leidde tot geen gerechtelijke vervolging.
Do onpartijdige oordeelaar zal dit zonderling vin
den. Had men dadelijk gemeend dat de vergrijpen
van den landheer en zjjn personeel behoorden tot
de zaken, welke langs administratieven weg moeten
worden afgedaan, verschil van meening dienaan
gaande ware mogelijk en waarschijnlijk geweest,
maar men had op de consequentie der behandeling
niets kunnen afdingen en den langen duur alleen
kunnen toeschrijven aan ernstige, nauwgezette over
woging, welke ieder had moeten prijzen.
Nu geeft de verschillende behandeling onwille
keurig den indruk dat, toen men op de eene wijze
den weg van rechten zjjn zin niet kon krijgen,
eene andere manier is te baat genomen.
II. In den laatsten tijd is de bevolking van
Tjiomas door het "bestuur krachtig tegenover den
landheer gesteund en later ging de Regeering zelfs
zoo ver, dat zp bp ordonnantie van 21 April 1886
den landheer het recht tot de benoeming van politie
hoofden ontnam.
III. In Febr. 1886 heeft de inlander Apan zich
tegen het bestuur verzet; in Mei 1886 hebben de
ontevredenen den adsistent-resident van Buitenzorg
met al zijne volgelingen op de vlucht gejaagd en
den volgenden dag hebben zjj, wederom tegen het
bestuur, zulk eene houding aangenomen, dat volgens
de eigen verklaring der Regeering „op de ver
zamelde menigte is gevuurd moeten worden."
IV. Het leven en de eigendommen van de heeren
De Sturler en Sol zijn tot op den huidigen dag
onaangetast gebleven.
Uit deze drie feiten blpkt ontegenzeglijk, dat zjj,
die gezegd worden door de maatregelen van de
heeren De Sturler en Sol tot het uiterste te zpn
gedreven, lpf en goed van die heeren hebben ge
spaard en zich daarentegen krachtdadig verzet heb
ben tegen de bestuursambtenaren, die voor hunne
belangen waakten, dat zp dus hunne zoogenaamde
vrienden aanvielen, hunne zoogenaamde vpanden on
gemoeid lieterl.
Er is verteld, dat de aanval by Gadok beraamd
was tegen het leven van eenige leden der landheer-
lpke familie, die door een toeval den dans ont
sprongen zpn.
Aangenomen, dat dit waar is, dan doet dit aan
de beteekenis van de bovenstaande feiten niets te
kort, daar er zoo vóór als na den moord bp Gadok
voor hen, die dit wilden, gelegenheid te over is
geweest om het leven en de eigendommen van de
heeren De Sturler en Sol aan te randen.
V. Het is bekend, dat de heeren O. Van Rees
en De Sturler sedert lang niet op een goeden voet
met elkaar stonden.
VI. De zoon van den heer O. Van Rees heeft
in de behandeling der Tjiomas-zaken een zeer werk
zaam deel gehad.
Ik vrees, zegt de schrijver, geen tegenspraak als
ik zegdat het in het algemeen niet goed is, wan
neer de zoon van den gouverneur-generaal, ter
plaatse waar zpn vader alü onderkoning zetelt, aan
het bestuur deelneemt; dat de £oede trouw van den
gouverneur-generaal iiiet aan den g^ringsten twijfel
mag worden blootgesteld, en ieder, hy zelf in de
eerste plaats, alles moet vermeden, wat ook maar
in do verste verte dien twijfel zou kui?nen opwek
ken; dat de gouverneur-generaal, die als? mensch
natuurlpk gelp'k iedereen zjjne persoonlijke opvatting
heeft, nooit had moeten toestaan, dat zpn zoon aan
de behandeling van zoodanige belangrijke aange
legenheid deelnam, dat dit vooral dringend nood
zakelijk was, waar de vader den persoon tegen wien
geageerd werd, niet gunstig gezind was.
Moest het zestal aangehaalde feiten onvermpd'^Ük
een ongunstigen indruk maken, de Regeering had
dien indruk geheel kunnen opheffen, eensdeels door
aan het onderzoek alle mogelijke waarborgen van
onpartijdigheid te geven, ten andere door de resul
taten daarvan zooveel en zoo spoedig mogelijk open
baar te maken.
De Regeering heeft echter het tegendeel gedaan
van dien, zooals de schrijver uitvoerig aantoont.
Als bovendien iemand in zpne verdediging moet
worden gehoord, spreekt het toch wel van zelf, dat
hem dan wordt medegedeeld dat waarvan hp wordt
beschuldigddat waartegen hp zich heeft te verde
digen, en dit is niet geschied. Men heeft den heeren
De Sturler en Sol eenige cathegorische vragen ge
daan en daarop cathegorisch antwoord geëischt;
men heeft alle gedetailleerde en gemotiveerde toe
lichting van hunne zijde afgewezen en hen zelfs
niet met dq j^schuldigden (de opstandelingen) ge-
Cónfrontreerd.:i
Als Vilde en laatste feit is dus, volgens den
schrijver, met volle recht te stellen: Artikel 48
van het Regeerings-reglement is ten aanzien van
de heeren De Sturler en Sol niet nageleefd.
Bij het nemen zpner conclusie, aan het slot der
duidelpk geschreven brochure, stelt de schrpver
uitdrukkelijk voorop dat door hem geenszins be
weerd wordt, dat de heeren De Sturler en Sol
geheel onschuldig zijn; dat zelfs niet beweerd wordt,
dat er geen termen bestonden om in dit geval toe
passing te geven aan de bevoegdheid, bedoeld bij
de artikelen 46 en 47 van het Regeerings-reglement.
Hp bepaalt zich uitsluitend tot de bekende feiten
en het besluit der ïtegearing; de tweeledige con
clusie daaruit kan naai- zijne overtuiging geen andere
zijn dan hierboven is medegedeeld.
Dat die conclusie moet worden gemaakt is on
tegenzeglijk treurig.
Want u>«er dan ooit is het noodig, dat Regeer
ders dB geregeerden de handen ineenslaan om het
goede na te streven, en dat is alleen mogelpk,
wanneer de laatsten in de eersten een onbeperkt
vertrouwen stellen.
Pringend noodzakelijk is het dan ook, dat de on
gunstige indruk, welken deze zaak heeft gemaakt
spoedig en geheel worde opgeheven en daarmede
het geschokt vertrouwen hersteld worde.
Dat moet de overtuiging zpn van elk rechtgeaard
Nederlander.
Heden zijn aan de universiteit alhier bevorderd
tot doctor in de rechtswetenschap: de heer A. Van
Goes, geb. te Nijmegen, met academisch proefschrift
get.„Handels- en fabrieksmerken", en de heer
F. J. W. G. Spiering, geb. te Tiel, met academisch
proefechrift, get.„Eenige opmerkingen over uit
voerders yan uiterste wilsbeschikkingen."
- De afdeeling Leiden en Omstreken van de
Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde opent, blijkens de ontvangen convocatie,
a. s. Dinsdag-avond de reoks harer buitengewone
wintervergaderingen voor de leden met hunne dames.
Deze avond zal zeker voor velen een niet geringe
verrassing zpn. Dank zp de welwillende medewer
king van den directeur van het Ethnographisch
Museum alhier, dr. Serrurier, zal er een aantal
platen en prenten tentoongesteld zpn van Japan-
schen en Chineeschen oorsprong, allen op planten
en bloemen betrekking hebbende.
Dat blpkt uit de convocatie, en het is dus den
leden bekend, maar alleen zjj, die weten hoe bui
tengewoon rijk ons Museum is aan dergelijke platen
hoeveel schoons, ja in zijn soort voortreffelijks
daarbij is, die weten op hoe duizenderlei wjjzen
de artisten in Japan en China, beiden in het plan-