flJ. 8169.
A0. 1886.
Woensdag <5 October.
feze <Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van. gen- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 5 October.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per poet1-40.
Afzonderlijke Nommere0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
De feestviering van gisteren mag met volle recht
welgeslaagd genoemd worden; alles werkte dan
ook mede; het weder was zooals, by menschen-
heugenis, het zelden op Leiden's feestdag was;
immers slecht of minder gunstig weder behoorde
nu eenmaal by den 3den October en gisteren kon
men zich verbeelden midden in den zomer te zyn.
De stemming in de stad was waariyk feestelyk.
Reeds het aanzien der alom met vlaggen getooide
straten deed het hart van elk welgeaard Leide-
naar hooger kloppqn en de in feestdos getooide
burgery gaf aan de straten onzer goede stad eene
levendigheid, zooals zij slechts zelden vertoonen.
Wy zagen o. a. een tweetal personen, die, van
de „vergunning" blijkbaar een goed gebruik heb
bende gemaakt, op hun borst, behalve eene kolossale
kokarde, niet minder hadden bevestigd dan een
echte haring en een kadetje.
De optocht was, wat by dergelyke gelegenheid
wel eene zeldzaamheid genoemd mag worden, juist
op den vastgestelden tyd van het punt van ver
zameling, nl. den tuin der Kweekschool voor Zee
vaart, vertrokken en vervolgde in goede orde en
zonder stoornis van beteekenis zyn weg. Alleen
veroorzaakte de wel wat zware hulde aan onze
Amerikaansche broeders in den beginne eenig op
onthoud, dat echter verholpen werd door den dra
ger te doen plaats nemen op den bok van het
rytuig der uitdeelingscommissie, hetwelk de tweede
afdeeling van den stoet opende.
Den deelnemers aan dien tocht komt een woord
van lof toe voor de orde en regel welke zy in het
gedrang, dat op sommige plaatsen zeer groot was,
wisten te bewaren.
Het eerste punt van het programma, de hulde
aan den grooten vaderlander, Yan der Werf, werd op
waariyk indrukwekkende wijze uitgevoerdhet met
drie kransen getooide beeld van den held, bood te mid
den der saamgekomen leden van Leidens Mannenkoor
en omringd door de leerlingen der hoogere burger,
school voor meisjes, een schoonen aanblik.
Het denkbeeld om het standbeeld van Leidens
grooten burgemeester op dezen gedenkdag met
kransen te tooien, doet dengenen die het opperden,
alle eer aanonze burgemeester, met de leden der
commissie, door middel van een pont van het
Rapenburg naar het Park overgevaren, was
het, die als eerevoorzittor van het bestuur der
3-October-Vereeniging den eersten er aan deed be
vestigen; de tweede en derde waren door de leer
lingen van het Gymnasium en van de Hoogere Bur
gerschool voor Meisjes geschonken.
De schoone Hymne, gecomponeerd door den heer
Kücken, maakte, voor een deel gezongen door de
leerlingen der Hoogere Burgerschool voor meisjes
en door Leiden's Mannenkoor, een goed effect;
wat, dunkt ons, grootendeels aan den eenvoud dezer
compositie is toe te schreven; het muziekcorps der
schutterij begeleidde de uitvoering, terwijl dat van
den staf van het 4de regiment op het Rapenburg
de toejuichingen van het door geestdrift opgewonden
publiek aan de overzyde met fanfares begroette.
Van het Rapenburg, waar ook de stoet zelf ge
tuige der plechtigheid was, toog deze nu in goede
orde langs de Breestraat naar het stadhuis, waar
eene hulde werd gebracht aan Leiden's tegenwoor
dige regeering.
De burgemeester had zich aan het Van-der-Werf-
park van den stoet gescheiden en zich, in stede
van weder in het eerste rijtuig der hoofdcommissie
plaats te-nemen, per vigilante-naar-het-stadhuis be
geven öm daar,--in tegenwoordigheid van de wet
houders én leden van den Raad, den optocht te
zien voorbijtrekken.
Aan den voet van het bordes werden de ledta
der 3-October-commissie opgewacht door een ge
meente-bode, die hen naar de stellage, op het bordes
aangebracht, geleidde, waar het Dagelijksch Bestuur
hen ontving.
De heer N. Brouwer, voorzitter der hoofdcommis
sie, sprak de leden van Leiden's gemeentebestuur
toe om hen allereerst hartelijk -rank te betuigen
voor de wyze waarop door ht de hulde der
3-October-Vereeniging werd aanvaard.
„Toen het Bestuur," aldus vervolgde hy, „het
programma voor dezen feestdag ontwierp, werd
met algemeene stemmen besloten dat we, na onze
eerbiedige hulde gebracht te hebben aan de kloeke
mannen van het voorgeslacht, onze hulde zouden
aanbieden aan het Gemeentebestuur van Leiden.
Hebben de helden van weleer hun loon gevonden
in het ontzet der benauwde veste en in de stich
ting onzer hoogeschool, voor u is zeker de schoonste
belooning gelegen in den bloei en de welvaart van
de stad en haar inwoners.
„En dat het den Leidenaars wel gaat, Myne
Heeren, deze feestdag en de stoet, die thans voor
het stadhuis staat geschaard, zyn er de bewijzen
van. En al is het zeker, dat deze welvaart eerst
en vooral verschuldigd is aan de eigen krachtsin
spanning van onze medeburgers, zy is ook een
gevolg van de trouwe zorg, waarmee door U, Mijne
Heeren, de belangen van stad en bevolking worden
behartigd.
„De sympathie, die de 3-Oct.-Vereeniging van
U heeft mogen ondervinden, zy ons een bewys
hoe de Leidsche Gemeenteraad belangstelt in onze
Vereeniging. Die Vereeniging, Mijne Heerenwelke
ruim l'/i duizend Leidenaars tot hare leden telt,
die het voorrecht heeft het hoofd van het Gemeente
bestuur haar Eere-Yoorzitter te mogen noemen,
die Vereeniging stelt Uwe sympathie en belang
stelling op den hoogsten prys en brengt U daar
voor op dit oogenblik haar passelyken dank.
„Mijne Heeren! Toen onze geachte Burgemeester
het Eerevoorzitterschap aanvaardde, heb ik gezegd
„Moge de 3-October-Vereeniging onder Uwe Eere-
presideering groeien en bloeien en tot in lengte
van dagen een sieraad zyn Yan onze goede stad.''
Vergun my hierby te voegen den meest welge-
meenden wensch voor den bloei van de stad onzer
inwoning en het welzyn van de leden van den
Leidschen Gemeenteraad
Nadat hierop de muziek fanfares en het „Wien
Neerlandsch Bloed" had doen hooren, wees de
burgemeester op de wel niet dubbelzinnige, maar
toch tweevoudige betrekking welke hy dezen dag
vervulde. Eerst was het als eere-voorzitter dat hy aan
den optocht deelnam, en later was het als burge
meester dat hy van dienzelfden optocht de aan de
Regeering gebrachte hulde moest ontvangen. Het
viel hem echter niet moeilyk daarvoor dank te
zeggen, juist omdat hij in de gelegenheid was ge
weest te zien hoeveel moeilijkheden de eigenlyke
commissie moest ondervinden, zonder dat hy er
een werkdadig deel aan nam. Zy slaagde daarin
volkomen. De pogingen tot organiseering van hot
feest zyn schitterend bekroond, dank zy ook de
medewerking der Burgerij. Misschien zelfs is cr
geen tweede voorbeeld in ons land aan te wyzen,
waar die medewerking by feestvieringen zoo in het
oog springt als hier. Om slechts één voorbeeld te
noemen: Tot het brengen der hulde aan Van der
Werf was het noodig dat het Park voor een paar
uren ontruimd bleefen slechts eene enkele aan
kondiging was voldoende. Niet de minste stoornis had
er plaats. Verder sprak de burgemeester den wensch
uit dat ook in volgende jaren het feest zich door
even, gunstig weer moge kenmerken en dat dan
het Gemeentebestuur, dat, wat van andere zijde ook
moge gezegd worden, geen ander doel heeft dan
de belangen van Leiden waarachtig te bevorderen,
weer op de zoo gewaardeerde medewerking der
3-Octobor-vereeniging moge rekenen. Nogmaals
dank voor de vele moeiten voor den dag van heden 1
Terwyl deze plechtigheid plaats had, hield de
heer H. Jonker zich onledig met van af de trap
van het bordes van den stilstaanden stoet, welke
hier, omgeven door een drom van menschen, een
aardig gezicht aanbood, welgeslaagde photographieën
te nemen. Hetzelfde had hij ook 's morgens, tydens
de uitdeeling van brood en haring aan de Waag,
gedaan.
Van hier ging het nu naar de studenten-sociëteit
„Minerva", waar uit volle borst het „Io Vivat"
werd aangeheven.
Ook werden er de leden van den stoet op waar
iyk onbekrompen wyze door onze studenten op den
eerewyn onthaald, wat zeer gewaardeerd werd.
Buiten de vaandels en banieren der verschillende
vereenigingen, waaronder zeer fraaie, trok vooral
de aandacht het embleem der hulde aan de broeders
in Amerika, inderdaad zeer fraai ontworpen en
uitgevoerdhet vrouwenbeeld met de Nederlandsche
en Amerikaansche vlaggen in de uitgestrekte han
den boven het met groen versierde schild met het
opschrift „Hulde aan onze broeders in Amerika"
bood een schoonen aanblik.
Jammer dat dit beeld door de boomen op het
Rapenburg reeds van een zyner vlaggen, onze nati
onale, beroofd werd en later nog verder werd be
schadigd, doch dat was iets wat niet te verhoeden
was, „ongelukken zyn kwade kansen."
Nadat op de Haven, waar eene met zeildoek be
dekte tent was opgeslagen en aan de deelnemers
bier werd geschonken, een oogenblik gepauzeerd
was, vervolgde de stoet zonder stoornis den vast
gestelden weg by de Van-der-Werf-straat hield de
stoet een oogenblik stil, als eene ovatie voor Van
der Werf, die in de dagen van het beleg in deze
straat woonde. Op de Haarlemmerstraat wachtte
den deelnemenden typografen nog eene verrassing;
het dochtertje van den heer De Haas namelijk,
een oud-typograaf, maar die met het hart nog
typograaf blykt te zyn, hechtte aan het vaandel
der vereeniging de letter A van groen en bloemen,
onder gejuich van de deelnemers.
Verder op de Haarlemmerstraat brachten de
typografen nog eene hulde aan den uitvinder hun
ner kunst, Laurens Jansz. Koster, wiens beeld
geplaatst is in den gevel van een der huizen van
die straat. Den voorgeschreven weg vervolgende,
kwam men in de beste orde aan het eindpunt:
het gebouw „Nut en Genoegen", waar de stoet
ontbonden werd en aan ieder een toegangsbewijs
werd uitgereikt voor het concert op „Zomerzorg".
De heer N. Brouwer dankte hier de deelnemers
die inmiddels op bier en sigaren onthaald waren,
voor hunne toewijding en de orde die zy hadden
weten te bewaren; ook bracht hij zyn dank aan
de dames die zich 's morgens hadden aangesloten
by de uitdeelings-commissieden lieer Van Wijn
gaarden werd, by zjjne komst in het gebouw, door
de aanwezigen, met ontbloote hoofden, staande het
„Io Vivat" toegezongen, als eene hulde aan het
Studentencorps.
En hiermede was deze feesttocht afgeloopen.
De heeren Driessen en Van Wijngaarden, leden
der hoofdcommissie, die te paard den stoet volgden
en die zoo goed voor de regeling en orde by den
tocht gezorgd hebben, komt waariyk niets dan lof
toe voor den jjver en de toewijding die zy daarbij
getoond hebben; de heer Van Wijngaarden vooral
was op alle punten te vinden waar de orde een
oogenblik dreigde verstoord te worden en het wel
slagen van den optocht is voor een groot deel aan
beide heeren te danken.
Des avonds bij het vuurwerk, wat we door som
migen met den naam van „rookwerk" hoorden be-