Hit niimmer bestaat uit Drie Bladen.
N\ 8137. Maandag 30 Augustus. A0. 1886.
Maandag zal een aanvang worden ge
maakt met het ontvangen der abonne
mentsgelden over het kwartaal Juni—
Augustus. Met het oog op het groote
aantal abonné's zal het den Uitgever
aangenaam zijn, indien de quitanties op
vertoon worden voldaan.
feze jouraat wordt dagelijks, r.et uitzondering
ran fon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 28 Augustus.
LEIDSCH iSH DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1-10.
Franco per poet
Afzonderlijke Nommers0.05.
Oiücieele Eennisffeyingen.
DRANKWET.
Burgemeester en "Wethouders van Leiden;
Gezien art. 5, 1ste al. der Wet van den 28sten Juni 1881,
Stbl. No. 97, zooals die nader is gewijzigd;
Brengen ter algemeene kennis dat door H. R. VAN VEEN
alhier, een adres is ingediend, houdende verzoek om ver
gunning tot verkoop van sterken drank in het klein, in het
perceel Breestraat No. 49.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
26 Aug. 1886. E. KIST, Secretaris.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Gezien art. 21 der Wet van den iden December 1872,
Stbl. No. 134;
Brengt ter algemeene kennis dat in de afgeloopen week
geene sterfgevallen aan Mazelen hebben plaats gehad.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
28 Aug. 1886. DE KANTER.
Suiker.
Misschien zullen we eerst bij de behandeling
der Indische begrooting vernemen, welke maat
regelen de Regeering wenscht voor te dragen, ten
einde te gemoet te komen aan de bezwaren, waar
mede de suiker-industrie op Java te worstelen heeft
de „inlichtingen" door den Minister van Koloniën
gegeven ter beantwoording van de tweede vraag
der interpellatie van den heer Elout in de Eerste
Kamer, hebben de» zaak vrijwel in het duister go-
laten. Wel verklaarde Z. Exc., dat een ontwerp
met Memorie van Toelichting spoedig het Depar
tement zou verlaten, maar, de weg naar de
Kamers loopt over den Raad van State. Een weinig
geduld zal dus niet overbodig zijn.
De omvang, welken genoemde tak van nijverheid
heeft verkregen, een gevolg van de belangrijke
voordeelen, vroeger aan de uitoefening verbonden,
maakt deze quaestie tot eene der gewichtigste,
waarmede de Volksvertegenwoordiging zich zal heb
ben bezig te houden. En al gelooven wij niet, dat
deze industrie, ook wanneer de Regeering op vol
doende wijze hare belangen zich aantrekt, op hare
tegenwoordige uitgebreidheid te handhaven zal
zijn, immers de lage prijzen vloeien hoofdzakelijk
voort uit overproductie, en deze is op zich zelf een
onhoudbare toestand, toch gevoelt ieder dat eene
inkrimping, welke een niet al te geweldigen schok
zal geven aan de welvaart van inlanders en Euro
peanen, geleidelijk moet zijn, en niet mag ontaar
den in eene soort van paniek. Deze te voorkomen
moet in de eerste plaats het doel zijn van de voor
ziening in den nood van het oogenblik.
Voor een tiental jaren, toen de wettelijke her
vormingen werden voorbereid welke het langzaam
verdwijnen van het cultuurstelsel zouden regelen,
kon men nog niet weten dat de beetwertelsuiker-
fabricatie in een aantal staten van Europa zoo
sterk zou toenemen. Verschillende omstandigheden
hebben daartoe samengewerkt. Eene reeks van
uitvindingen op schei- en werktuigkundig gebied
stelden de fabrikanten in staat, de opbrengst zoowel
in qualiteit als in quantiteit tot een hooger peil te
brengen en de kosten der productie te doen vermin
deren. Op Java legde men zich daar niet met gelijken
ijver op toe, omdat de voordeelen welke men, op
de oude wijze voortwerkende, verkreeg, alle zorg
voor de toekomst schenen te verbannen. Eerst in
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
de laatste jaren, toen de strijd tusschen riet en
biet eene voor het eerste minder gunstige wending
nam, begon men ook in Indië de handen uit de
mouwen te steken.
Inmiddels was tot geleidelijke afschaffing der
suikercultures op hoog bevel, gelijk zij in een dertien
tal residentiën van Java bestonden, besloten, in
dier voege dat met het jaar 1890 het laatste ge
deelte der gronden, voor die cultuur van hooger-
hand aangewezen, ter beschikking zou komen. We
zijn dus niet ver meer van het einde; en daar die
vermindering, in 1878 aangevangen, elk jaar één
dertiendedeel zou bedragen, is reeds meer dan de
helft der suikergronden vrijgekomen.
De gedwongen levering van de in contract met
het Gouvernement bereide suiker tegen vastgestel-
den prys, is vervangen door eene belasting in geld
over de onder contract verbonden gronden, ten be
drage van ƒ100 a ƒ106 per bouw (7096 vierk.
meters). De ten gevolge van de regeling van 1878
vrijvallende gronden worden meestal door de con
tractanten van de inlandsche bevolking gehuurd;
zjj betalen daarvoor aan het Gouvernement een
cijns van 25 per bouw, welk bedrag eveneens
verschuldigd is van die gronden welke door dezelfde
ondernemers in vrije overeenkomst met de inlanders
zijn verkregen. Deze bepalingen gelden natuurlijk
niet voor de geheel vrije ondernemingen, waarvan
vele reeds bestonden vóór de invoering van het
cultuurstelsel, en die steeds buiten bemoeiing van
het Gouvernement hebben gewerkt. Voor deze draagt
men de gewone fiscale lasten, welke niet slechts
den suikerrietbouw, maar ook alle andere cultures
drukken. Evenmin zjjn zij van toepassing in de
Vorstenlanden (Djocjokarta en Soerakarta)de gron
den zijn daar in het bezit van de groote en kleine
Hoofden, die ze als een soort van leen ontvingen
van den souvereinen eigenaar, den Keizer of den
Sultandeze Hoofden verhuurden ze aan de onder
nemers, waardoor zich in de Vorstenlanden eene
bloeiende, maar thans door de algemeene malaise
insgelijks getroffen landbouw-industrie heeft ont
wikkeld. (De lezer zal zich herinneren dat het be
lemmeren van deze landverhuringen door het Opper
bestuur in 1825 de voornaamste aanleiding was
tot den opstand van Diepo Negoro en den daarop
gevolgden vijfjarigen Java-oorlog.)
Naardien alzoo de suikerfabrikanten geenszins
werken onder gelijke omstandigheden, zal het uiterst
moeiefijk zijn maatregelen te vinden, die allen ten
goede komen. En toch, de billijkheid vordert daar
naar te streven, aangezien de druk der tijden, (lage
marktprijs der suiker, gedaald tot 8 per pikol of
61,76 K. G. gelijkstaande met 6 als opbrengst
aan den fabrikant, een bedrag beneden den kosten-
den prijs van verbouw en verwerking), door allen
wordt gevoeld. Maatregelen van bescherming, in
den vorm van eene uitvoerpremie b. v., zooals van
sommige zijden wordt aangeraden, kunnen niet in
aanmerking komende suiker-industrie toch is niet
de eenige die het hard te verantwoorden heeft,
en wanneer men nu uit de schatkist eenige milli-
oenen, (we zullen onderstellen, dat die er séjn),
aanwendt ten bate der ééne, dan ontneemt men
datzelfde bedrag in den vorm van belastingen aan
al de overige.
Slechts door eene algemeene herziening van het
belasting-stelsel in Indië z®u eene afdoende ver
betering te krijgen zijnen dat is eene zoo Hercu
lische taak, dat wij vooralsnog de hoonjriet dur
ven koesteren, deze hervorming tot stand te zien
komen.
Intusschen mag het volgende wel in overweging
genomen worden. De vaststelling van den boven
vermelden cijns van ƒ100 en ƒ25 heeft plaats
gehad, toen er nog sprake was van suikerprijzen
ad ƒ12 a 14 per pikol. Het is niet billijk, dat cijfer
onder de tegenwoordige prijsverhoudingen onver
anderd te laten. Het gaat daarmee als met de
pacht van eene boerderij, die naar gestreng recht
ook tot het vastgestelde cijfer verschuldigd is al
loopt alles tegen, maar waarvan vermindering in
slechte tijden toch door de billijkheid wordt aan
geraden. Vermindering alzoo of algeheele kwijt
schelding van den cijns voor het jaar 1886,
wat later moet geschieden zal van den loop der
toekomstige resultaten afhangen, moge dus in
ernstige overweging worden genomen.
Voorts heeft de Regeering verleden jaar het
uitvoerrecht op de suiker ad 18 ct. per pikol slechts
tot op de helft verminderd. Niet om het bedrag
wenschen wij de algeheele opheffing, maar om het
beginsel; daar het hier geldt eene verouderde be
lastingheffing, die door geen enkel staathuishoud
kundige verdedigd zal worden.
Reeds is het bedrag der gehouden Unie-collecte
alhier, dank zjj de nog ingekomen nagiften, reeds
tot over de ƒ1000 gestegen.
Gedurende deze week zijn dagelijks in de
Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van
32 67 volwassen personen en van 5 14 kinderen.
Aan de Diaconie der Ned.-Herv. gemeente te
Leiderdorp is door wijlen den heer Langerak, on
langs te Baam overleden, 500 gelegateerd.
De heer G. Van Leeuwen te Zoeterwoude
heeft zijn ontslag genomen als lid van de kerk
voogdij te Leiderdorp, zoodat er nu nog maar drie
kerkvoogden in functie zijn van de vijf. Eenige
weken geleden, reeds bij het begin van het ker
kelijk conflict, had hij ook bedankt als lid van den
kerkeraad.
Het „Vad." bespreekt de verbanning van de
heeren Sol en De Sturler, naar aanleiding van de
ongeregeldheden te Tjiomas. Ofschoon de gegeveos
ontbreken .om een juist oordeel te vellen over dit
zeer exceptioneele besluit van den gouverneur-
generaal, maakt het toch den indruk alsof men,
daar men den landeigenaar niet rechtstreeks kon
treffen, dit toch heeft willen doen door de verwij
dering der twee voornaamste personen, die hem
in het beheer zijner uitgestrekte bezitting ter zijde
staan. De heer Sol was een tegenstander van het
bestuur, maar hij hield zich uitsluitend met de
boekhouding bezig en kwam niet met de bevolking
in aanraking.
Er is een administratief onderzoek ingesteld, dat
werd opgedragen aan Raden Penna, Pattih van
Anjer, een vriend van den Panghoeloe van Buiten
zorg, die den landeigenaar een bijzonderen haat
toedroeg en door hem beschuldigd werd het volk
te hebben opgeruid. Op grond van dit onderzoek
is klaarblijkelijk het besluit genomen, zonder dat
de landheer zelf een enkele maal werd gehoord.
En toch, wanneer het. „Vad." goed is ingelicht,
kwam de Raad van Indië tot het besluit dat de
onlusten zijn veroorzaakt door geestdrijverij en het
beheer van het land Tjiomas daaraan geen schuld
draagt, zoodat het onderzoek moest worden gestaakt.
Het is dus raadselachtig, hoe men termen heeft
kunnen vinden om de heeren Sol en De Sturler
te verbannen.
Men zal alzoo toegeven dit is de conclusie, waar
toe het „Vad." komt dat meer licht dringend
uoodig is.
Men noemt den Rotterdamschen predikant
dr. A. J. Th. Jonker als zeer in aanmerking te
komen voor het hoogleeraarsambt aan de Utrechtsclie
universiteit en zulks ter vervulling der vacature,
ontstaan door het overlijden van prof. E. H. Lazonder.
Het drietal zal waarschijnlijk 21 September a. s.
worden opgemaakt. (R. ,jV.)