të°.
A°. 18B60
Vrijdag SO Juli.
<§eze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 29 Juli.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Ledden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Officieel© SenniNgeylngen.
Admissie-eva in en Hoogere Burgerschool
voor Jongens.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden, bren
gen ter kennis van belanghebbenden dat het tweede nd'
missie-examen voor de Hoogere Burgerschool voor jongens,
cursus 1885/86, zal plaats hebben in het gebouw aan de
Pieterskerkgracht op Woensdag', Donderdag enYrijdag
2 en 3 September aanst.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTEB, Burgemeester.
28 Juli 1886. E. KIST, Secretaris.
De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van
Leiden, brengt ter algemeene kennis dat aan den ontvan
ger der directe belastingen alhier zijn ter hand gesteld
een kohier van de personeele belasting en een kohier van
het patentrecht, beide van wijk V, voor den dienst 1886/87
en executoir verklaard den 27sten Juli 1886, en herinnert
voorts den belanghebbenden aan hunne verplichting om
hunnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
28 Juli 1886. DE KANTEB.
De heer J. M. Landwehr Jr., candidaat aan de
Theol. School te Kampen, is beroepen als predikant
te Bolnes.
Directeuren van het Bataafsch Genootschap
der proefondervindelijke Wijsbegeerte te Botterdam
hebben, in hunne vergadering van 30 Juni 11., be
noemd tot leden consultanten de heeren J. Van
der Toorn, J. G. W. Fynje, G. Van Diesen, J. F.
W. Conrad, te 's-Gravenhage, J. Strootman, te
Groningen.
Tot leden dr. W. Nolen, dr. R. H. Van Dorsten,
dr. S. Bimie, J. Poels, F. H. Hoefer, E. Engelen»
burg, te Rotterdam; J. H. Kromhout, dr. L. J.
Egeling, dr. A. H. Pareau, dr. L. Mulder, dr. W. F.
Koppeschaar, te 's-Gravenhage; dr. P. De Boer,
dr. P. H. Schoute, dr. J. C. Kapteyn, te Gronin
gen; dr. W. Kapteyn, dr. G. Van Overboek De
Meyer, te Utrecht; dr. R. Sissingh, te LeidenJ. F.
Eykman, te Zaandam, en tot lid-correspondent den
heer dr. P. J. Van der Stok, te Batavia.
De waarnemende burgemeester van Leiderdorp
heeft naar aanleiding der ongeregeldheden, welke
er jl. Zondag in de Hervormde Kerk hebben plaats
gehad, aan de Synode in overweging gegeven de
godsdienstoefeningen voorloopig te doen staken,
totdat de gemoederen genoegzaam bedaard zijn,
om deze zonder vrees voor verdere rustverstoring
te doen plaats hebben. De Synode meent echter
dat het voortzetten der godsdienstoefeningen om
meer dan eene reden wenschelijk is, en nu is de
leiding der godsdienstoefening voor aanstaanden
Zondag opgedragen aan ds. J. Van Walsem te Alfen.
Tweede Kamer. Wijziging der Oorlogs-
begrooting voor 1885. Naar aanleiding van het
medegedeelde in de Memorie van Toelichting dat
de Regeering vergoeding wenscht te geven van
schade door het springen van ruiten ontstaan,
werd door eenige leden de meening geuit dat
lier te ver wordt gegaan, daar bij voorafgegane
waarschuwing, welke toch zeker wel zal hebben
plaats gehad, de noodige voorzorgen tegen het
pringen van ruiten bij vuren met geschut kunnen
jenomen worden. Eveneens achtten verscheidene
.\Jeden het niet zonder bedenking dat schadevergoe-
ing voor kosten van geneeskundige behandeling,
a verwonding door het op hol gaan van een door
ien schot verschrikt paard, zou gegeven worden,
aar zy hierin een gevaarlyk antecedent zagen.
In de Kamerzitting van Dinsdag is ingekomen
het adres van de Staten der provincie Zuid-Hol'and,
houdende bezwaar tegen de bekrachtiging der over
eenkomst tot verlenging der concessie van de Rijn
spoorwegmaatschappij.
I De afdeelingen van de Tweede Kamer hebben
benoemd tot rapporteurs over de voorstellen tot
verandering der Grondwet:
lste groep, de heeren Borgesius, Van Delden, Yan
der Linden, De Bruyn Kops en W. Van Dedem;
2de groep, de heeren Verniers Van der Loeff,
Ruys, Van der Sleyden, De Bruyn Kops en
Farncombe Sanders;
3de groep, de heeren Van der Feltz, Van Baar,
Kielstra, Van Osenbruggen en De Meyier.
In de heden door de Tweede Kamer gehouden
zitting hield de heer De Savornin Lohman zyne aan
gekondigde interpellatie over het gebeurde te Lei
derdorp. De interpellant betoogde dat alleen kerk
voogden bevoegd waren om, in afwachting eener
rechterlijke beslissing, over kerkgebouwen te be
schikken en niet de politie, zooals te Leiderdorp ge
schiedde. Hy vroeg daarom inlichtingen.
De minister Heemskerk antwoordde dat de
waarnemende burgemeester handelde op grond van
art. 167, lste lid, der Grondwet, van de artt. 260
262 Code Penal en van art. 184 en volgende der
Gemeentewet, als hulpofficier van justitie, tot
handhaving der orde en tot voorkoming van geweld.
Ér is proces-verbaal opgemaakt tegen ds. Vlug,
wegens verstoring der godsdienstoefening en de
waarn. burgemeester heeft de militaire macht inge
roepen om den toegang tot de kerk te beletten,
daar ingezetenen dreigden de Kerk in te loopen als
de middagoefening werd belet.
De heer Beelaerts betreurde de interpellatie, zoo
mede dat de heer Lohman de kerkelyke beroeringen
in de Kamer had gebracht. Hy achtte, krachtens
zyne beginselen, zich verplicht het gezag te steunen,
wees er op dat de kerkvoogden in deze beslist
hadden en dat de burgemeester ze moest steunen.
Voorts bracht hy in het algemeen hulde aan de
autoriteiten in deze moeilyke dagen en vroeg of
de Regeering genoegzaam gewaarborgd is om rustige
burgers te beschermen en de gevestigde orde te hand
haven met zachtheid en beleid, tevens met onweer
staanbare veerkracht.
De heer Lohman betoogde nader dat de burge
meester had moeten vragen naar het besluit der
kerkvoogdy, maar niet moest afgaan op een kerk
voogd, die weggeloopen was om de kerkvoogden
geen besluit te doen nemen. Hy zal zorgen dat
de zaak op eene andere wyze by de Kamer aan
hanging kome.
De minister achtte de bestaande wetten vol
doende om de rust te handhaven. Mocht krachtiger
bescherming noodig zjjn tegen de aanvallen van
kwaadwilligen, die het volk ongelukkig willen maken,
dan zou de regeering niet aarzelen haar plicht te doen.
Vóór de interpellatie-Lohman hield de heer Reu-
ther zyne interpellatie over de Militaire School te
Haarlem, welken maatregel hy afkeurde. De minister
van oorlog verdedigde dien ter voorziening in het
incompleet bij de officieren. De heer Reuther stelde
eene motie voor om wettelyk te doen regelen het
militair onderwijs ter opleiding van officieren.
Morgen om elf uren komen de verschillende
wetten aan de orde.
Het tijdelyk bestuur der Kon. Militaire
Academie te Breda is heden door den kolonel
L. G. Berends overgedragen aan den 1 sten officier,
majoor H. J. Krantz.
De kapitein der infanterie van het leger hier
te lande J. T. Le Maire, is na 10-jarige detachee
ring uit Indië teruggekeerd en heeft zich by het
koloniaal werfdepot aangemeld.
Het stoomschip „Soerabaia," van Rotterdam
naar Batavia, passeerde 27 Juli Sagresde „Noord-
Brabant," van Java naar Rotterdam, is 29 Juli te
Suez aangekomen; de „Burgemeester Den Tex,"
van Amsterdam, arriveerde te Batavia 28 Juli;
de „Noord-Holland" is 27 Juli van Padang naar
Rotterdam vertrokken; de „Prinses Wilhelmina,"
van Batavia naar Amsterdam, arriv. te Suez 28 Juli.
Het Leidsche Tooneeï.
De verschillende uitvoeringen op elk gebied,
welke de Leidsche kermis ons thans te aanschouwen
geeft en die alle eenige bespreking in deze kolom-
merl wenschen, zyn oorzaak dat wy ons tooneel-
verslag niet die uitgebreidheid kunnen geven, waarop
het gewoonlijk kan bogen. Wy beperken ons der
halve alleen tot het stuk zelve en tot de uitvoe
ring. Over beiden kunnen wij met onverdeelden by val
gewagen.
Gewoon slechts spektakelstukken of zoogenaamde
draken aan de pen van den Franschen auteur
d'Ennery te zien ontvloeien, is het eene aangename
verrassing ditmaal een meer degelijk, een meer
verheven kunstgewrocht van dien schrijver te mogen
bewonderen. In zyne „Martyre" schetst liy ons den
edelsten hartstocht, de reinste liefde, namelyk die
van kind tot moeder. Hy stelt ons de vrouw voor
oogen, die niet aarzelt de verachting, de vergui
zing der wereld te dragen, die liever door haren
echtgenoot als eene overspelige vrouw verstooten,
doqr haar vader als eene onwaardige gevloekt wordt,
liever dat alles, oneindig veel liever, dan den mis
stap, de schande harer moeder, haar alleen bekend,
te openbaren. Voorwaar een verheven dramatisch
onderwerp.
De uitnemende bewerking, de veelvuldige keu
rige tooneeltjes, waaraan dit stuk zoo buitengewoon
rijk is, deden ons een kunstgenot smaken, dat wy
hooger, veel hooger stelden dan den lach, ons zoo
menigmaal afgedwongen door de opeenstapeling
van kwinkslagen en jeu de mots, waarop de heden-
daagsche Duitsche school ons telkenmale vergast.
Prachtig is het tooneel in het tweede bedryf,
waarby De Moray zyne echtgenoote Laurence betrapt
op het oogenblik dat zy haar natuurlyken broeder
omhelst, indrukwekkend de sommatie van den
wettigen man om de zich in hare handen bevin
dende brieven te overhandigen, grootsch haar ant
woord, hare weigering, want juist die brieven
leverden het onwederlegbaar bewijs van de schuld
harer moeder. Ook de tehuiskomst van Paulette,
de dochter van De Moray en Laurence in de 3de
acte, de verwondering alles veranderd te zien,
het zielelyden van het jeugdige meisje bij het ver
nemen dat zy hare moeder nimmer zal weerzien,
hare beslissende weigering om aan de tweede echt
genoote haars vaders den naam van moeder te
schenken, dat alles was vol leven, vol gloed en
waarheid. A angry p end was de scène in de 5de
acte tusschen Laurence en liare moeder, gravin De
la Marche, en de daarop plaats hebbende verzoe
ning tusschen den man en vrouw, die niettegen
staande al het gebeurde, geen enkel oogenblik opge
houden hebben elkaar te beminnen. By zooveel
schoons is het bepaald te betreuren dat de inleiding
van het stuk, de eerste acte namelyk, zoo beneden
het middelmatige was. Aan iemand, aan wien men
zooeven is voorgesteld, te vragen: zyt gy de erf
genamen van den ryken Palmieri en hoeveel hebt
gy geërfd? de huisgenooten zich allen te zien ver-
wyderen, niettegenstaande er gasten aanwezig zyn,
en deze laatsten rustig in het voor hen vreemde
huis te zien blyven, zyn toestanden, geheel en al
in strijd met de zeden en gewoonten der maat-
schappy die men ons hier te aanschouwen geeft.
Ook het slot was te gedwongen. Een eerlyk, braaf
man, zooals ons de heer Drake wordt voorgesteld,
zweert en breekt dien eed niet'zoo lichtvaardig
als deze.
Wat het spel betreft, het is voldoende mede te
deelen dat de rol der valsch beschuldigde vrouw,
dor ongelukkige moeder in handen was van onze
eerste tragedienne, mevrouw Beersmans, dit maakt
elke loftuiting overbodig. Uitstekend werd zy ter
zyde gestaan door mej. Vink als Paulette en mevr.
Burlage-Verwoert als gravin De la Marche. De