FREDERIK L
N°. 8070. Trijdag XX Juni. A°. 1886.
feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.06.
EEN VERHAAL
UIT DEN TIJD DER LIJFSTRAFFELIJKE RECHTSPLEGING.
Vervolg.)
Den geheelen dag had Frederik in eene driftige
en wrokkende zielsgesteldheid over het veld rondge
dwaald en kwam onwillekeurig met het vallen van
den avond bjj den molen zijns vaders, welke een
weinig van hunn9 woonplaats verwijderd lag. De
knechts, die zich anders meestal op den molen
bevonden, hadden dien, dewijl er heden weinig te
doen viel, reeds verlaten. In diepe overpeinzingen
verzonken, zette Frederik zich in een klein huisje
neder, dat nabij den molen stond en meer tot eene
schuilplaats bjj ongunstig weder of tot eene bergplaats
van gereedschappen strekte, dan wel ter bewoning
ingericht was. Hij dacht over het gebeurde van dezen
dag na en ontstak opnieuw in eene hevige gramschap.
Juist op dit oogenblik trad de oude L.die toevallig
nog iets bij den molen te verrichten had, het vertrekje
binnen, waar zijn zoon zich bevond. Zijne vrouw
had hem weinige oogenblikken te voren, vreezende
dat haar man berouw zou krijgen over den stap,
waartoe zjj hem verleid had, opnieuw door allerlei
verdichte verhalen tegen zijn zoon verbitterd. Toen
hjj dezen dus onverhoeds geheel alleen hier aantrof,
begon hy hevig tegen hem uit te varen, als ware
Frederik de grootste booswicht geweest dien men
zich bedenken kon. Dit was te veel voor den onge-
lukkigen zoon; hy verloor al den eerbied uit het
oog, dien hy zjjn vader verschuldigd was, bestem
pelde hem met de smadelykste namen en verweet
hem eindelijk zijne lafhartige zwakheid, dewijl hy
zich door zulk een boosaardig wjjf als zjjne vrouw
was, zoo schandelijk liet beheerschen. Het is eene
bekende waarheid, dat men een echtgenoot geen
smadeljjker verwijt kan doen dan dat van door
zijne vrouw beheerscht te worden, inzonderheid
indien dit verwijt niet ongegrond is. Ook de oude
Lgeraakte op de woorden van zijn zoon in
eene woedende drift, en als het ware om te toonen,
dat hy geenszins te zwak was om zyn zoon met eigen
handen te tuchtigen, greep hjj hem aan en wilde
hem eenige gevoelige slagen toebrengen. Thans
verloor de in woede ontstoken jongeling alle geduld;
hjj greep met de kracht eens razenden zjjn vader
bij de keel, hield dezen met zjjne forsche handen ge-
ruimen tjjd toegedrukt en liet niet af, voordat hjj
bespeurde, dat de oude man begon te reutelen en
geheel blauw in het aangezicht werd. Toen liet hjj
den grijsaard aan zyne hand ontglippendoch deze
zeeg bewegingloos op den grond neder. De jjseljjke
misdaad was bjjna volbracht. Eene beroerte, waaraan
hjj meermalen onderhevig was geweest, had den
rampzaligen vader getroffen. Reeds had zjj hem
grootendeels verlamd, en zjjn brekend oog op zyn
zoon vestigende, die doodsbleek en bevende over
hetgeen hy gedaan had, daar stond, kon hij nog
slechts met stervende en nauwelijks hoorbare stem
de volgende woorden uitbrengen
„Mjjn vloek over u, booswicht! Hjj vervolge u
voor het altaar en op het huwelijksbedEn zoo
de aarde den vadermoorder dulden kan, dan heeft
de hemel nog bliksems om hem te vernietigen!"
Een oogenblik later had hjj reeds den geest ge
geven. Lang duurde het, eer Frederik uit de be
dwelming, waarin deze verschrikkelijke daad hem
gedompeld had, weder tot zichzelf kwam en de ge-
Jieele uitgestrektheid van zjjn rampzaligen toestand
heseffen kon, en wellicht ware hy by het ljjk zjjns
vermoorden vaders gevonden, want reeds had het
Jang uitblijven van Lzyne huisgenooten ver
ontrust, indien men had kunnen vermoeden wer-
waarts de oude man zich begeven had. Doch dewy]
niemand hem het huis had zien verlaten, en men
dus niet wist, in welke richting hjj zjjne gewone
avondwandeling genomen had, kwam men niet op
de gedachte om by zjjn molen onderzoek naar hem
te gaan doen.
Toen de ongelukkige jongeling zyne zinnen ten
laatste weder gedeeltelijk machtig werd, greep de
vrees voor de ontdekking zyner gruweldaad en
voor de straf, welke hem te wachten stond, hem
zoo geweldig aan, dat hy besloot, zich door eene
overhaaste vlucht voor alle nasporing in veiligheid
te stellen. Onbewust waarheen, doolde hjj den gan-
schen nacht in de omstreken rond en was niet
weinig ontsteld, toen hjj den volgenden morgen
bespeurde dat hjj nog nauwelijks drie uren van zjjne
geboorteplaats verwijderd waszoozeer had de vree-
seljjkste angst zjjne zinnen verbijsterd en hem tel
kens van het rechte spoor doen afdwalen. Thans
kwam het plan by hem op, daar hjj gevoelde dat
zijne krachten van ziel en lichaam beide op het
punt waren hem te begeven, om zich vrjjwilligin
handen van het gerecht te stellen, dewijl het hem
toch nimmer gelukken zou, de nasporingen, die hjj
vermoedde dat men reeds tegen hem in het werk
stelde, te ontkomen. Met dit voornemen begaf hjj
zich weder op weg naar Kranenburg en had deze
plaats bjjna bereikt, toen een zjjner bekenden, hem
ontmoetende, hem vroeg of hjj reeds van het ge
beurde kennis droeg. Daar Frederik geen antwoord
gaf, had de ander, denkende dat hem nog niets
bekend was, na eenige omwegen hem te kennen
gegeven, dat zjjn vader door een beroerte was aan
getast en nabjj zjjn molen dood gevonden was.
Spoedig bleek het Frederik op overtuigende wjjze
uit al hetgeen hy verder van zjjn vriend vernam,
dat er by niemand het minste vermoeden opgekomen
was, dat zjjn vader gewelddadig van het leven was
beroofd. Deze ontdekking, welke even onverwacht
als aangenaam voor hem was, deed hem natuurlijk
van besluit veranderen, en hjj betrad het ouderlijk
huis voor het uiterlijke vrjj gerust.
Het lijk van den ouden L.was, niet lang
nadat Frederik zich daarvan verwijderd had, ge
vonden, en dewjjl de overledene reeds te voren
herhaalde malen een aanval van beroerte had ge
had, kon men niet anders denken, of een nieuw
toeval van dien aard had thans een einde aan zjjn
leven gemaakt. Het lijk werd ongetwijfeld niet
nauwkeurig onderzocht, dewjjl men daartoe geen
redenen meende te hebben, en misschien vertoonden
zich daaraan ook wel volstrekt geen kenteekenen,
waaruit men zou kunnen opmaken dat er eenig
geweld aan den grjjsaard gepleegd was. Daaren
boven kon niemand vermoeden, met welk doel
zulk eene daad volvoerd zou zjjn, dewjjl Lof
schoon juist niet bjjzonder bemind, echter voor
zoover men wist, nooit iemand eenige beleediging
aangedaan had, welke tot zulk eene wraakoefening
aanleiding kon gegeven hebben. Aan de oneenig-
heden, welke er tusschen vader en zoon heersch-
ten gesteld dat zjj bjj de buren bekend waren
dacht natuurljjk niemand, en alzoo bleef de ont
zettende misdaad, welke Frederik, ofschoon dan
tegen wil en dank gepleegd had, verborgen. Zjjne
stiefmoeder alleen, gelijk zjj later verklaarde, had
aanvankelijk eenig vermoeden tegen hem opgevat,
daar zjj begreep, hoeveel reden hjj had om op zjjn
vader verbitterd te zjjn. Doch toen hjj den volgenden
morgen vrjjwillig terugkeerde, en zjj niets aan hem
bespeuren kon dat haar vermoeden bevestigde,
zette zjj het spoedig van zich af en hield zich
gelijk alle anderen overtuigd dat haar man, door
eene beroerte overvallen, het leven verloren had.
Misschien ook voelde zjj weinig roeping om deze
zaak zoo van nabjj te onderzoeken, daar zjj nu
toch haar snood en hebzuchtig oogmerk bereikt
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels/ 1.06. Iedere regel meer/ 0.174.
Grootere letters na&r plaatsruimte. Voor het incas-
seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
en het vermogen haars mans voor hare dochter
verworven had. Zjj was waarschjjnljjk bij zich
zelve overtuigd dat zjj den jongeling reeds onrecht
vaardig genoeg behandeld had, en dat zjj hem niet
verder behoorde te vervolgen.
(Slot volgt.)
BUITENLAND,
Fraukrjjk.
De Kamer van Afgevaardigden zette gisteren de
beraadslaging over het ontwerp tot verhooging der
suiker-belasting voort, maar kwam nog niet tot
een resultaat.
Het handelsverdrag tusschen Frankrijk en Korea
stelt vast wederzjjdsche behandeling op den voet
van meest begunstigde natie; bovendien bedingt
Frankrjjk nog eenige bijzondere voordeelen.
De „Agence Havas" ontkent dat de Fransche
regeering van plan is de nieuwe Hebriden te be
zetten, geljjk uit Australië aan de Engelsche bladen
werd geseind. Ten gevolge van de jongste moorden
heeft de gouverneur van Caledonië twee schepen
naar de Hebriden gezonden, ten einde de Fran-
schen te beschermen, maar deze maatregel heeft
niet de minste politieke beteekenis.
De Pretendenten-quaestie is Maandag 11. ook
in den Parjjschen gemeenteraad ter sprake gebracht
met verschillende andere zaken. Na vrjj langdurige
discussiën, waarbij de prefect der Seine weder zjjn
„voorbehoud" stelde, werd de volgende „wensch",
met een besluit tot inleiding, aangenomen:
„De Raad besluit:
„Adelljjke titels zullen in de akten van den Bur
gerlijken Stand der stad Parjjs niet meer worden
vermeld
„en spreekt den wensch uit:
„lo. dat alle wetten en besluiten, rakende adel
ljjke titels, worden ingetrokken;
„2o. dat de goederen der familiën, die over
Frankrjjk geregeerd hebben, weder aan de natie
komen
„3o. dat de leden dier familiën van het grond
gebied'der Republiek worden verbannen."
Het stemmental wisselde bjj de verschillende
alinea's af. Het tweede lid van den „wensch" werd
goedgekeurd met 30 tegen 6 stemmen.
Diiitselilninl.
De „Vossische Zeit." ontvangt weer van haar
berichtgever te München nadere mededeelingen over
den toestand van koning Lodewijk van Beieren, welke
spoedig de instelling van een regentschap doen
verwachten. Reeds hielden de ministers eene lang
durige conferentie met prins Luitpold, 's konings
oom, die vermoedeljjk tot regent zal worden benoemd.
Aan de „Frankforter Zeit." wordt zelfs reeds
uit München gemeld, dat het regentschap reeds is
afgekondigd. Het blad deelt dit onder voorbehoud
mede, maar gelooft wel dat in den ministerraad
is besloten om tot den koning het verzoek te rich
ten tot onverwjjlde instelling van een regentschap.
De Landdag zal waarschjjnljjk onmiddelljjk na
Pinksteren bjjeengeroepen worden.
De conferenties tusschen de ministers en prins
Luitpold worden steeds voortgezet. Aan de hoftafel
bj] prins Luitpold waren gisteren de ministers Yon
Lutz, Yon Faustle, Crailsheim en de hoogste auto
riteiten van het hof genoodigd.
Blijkens een particulier telegram is in een nader
te München onder voorzitterschap van prins Luitpold
gehouden ministerraad eenparig geconstateerd, dat
de geestestoestand van den koning van dien aard
is, dat hy den regeerplicht niet meer vervullen kan.
De benoeming van een regentschap is mitsdien op
handen. De graven Holnstein en Törring zullen den
koning, die in een zjjner kasteelen te midden van
het gebergte vertoeft, daarvan mededeel in;* doen-
LEIDSCH «SÉts DAGBLAD.