N°. 8052. poïiderdag 3-Üei. A0. 1886. Dit niiracr bestaat Hit Twee Bladen. Leiden, 19 Mei. §eze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. LBIDSCH lÊtèk DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. [1 Ollicieele Kennisgevingen. Inschrijving Schut Ier ij. Burgen"' -ter en Wethouders van Leiden noodigen hen, die verzuii:: mochten hebben zich op de door het Gemeen tebestuur Bepaalde dagen ter inschrijving voor den Schutteldijken dienst aan te melden, uit zich daartoe alsnog tc vervoegen ten Eaadhuize, op Maandag den Sisten Mei e. k., des voormiddags tusschen 9 en 12 uren. Zij herinneren wijders den belanghebbenden, dat de regis ters van inschrijving op den lsten Juni aanst. worden gesloten en dat zij, die zich niet vóór dat tijdstip hebben doen insclu-jjven, bij ontdekking, ambtshalve ingeschreven en door den Schuttersraad tot eene geldboete verwezen zullen worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTEB, Burgemeester. 19 Mei 1866. E. KIST, SecretariB. Naar aanleiding van hetgeen we in een vorig noramer .schreven omtrent het antwoord, dat de bewoners Ier Doezastraat kregen op hun verzoek dat dit tr aldaar geen kermistenten zouden ge plaatst rden, wordt ons verzocht om ook mede- deeling doen van hetgeen dienaangaande verleden jaar in s blad is gezegd geworden, een verzoek waaraar: e natuurlijk gaarne willen voldoen, des te meer mdat er uit blijkt dat de bezwaren welke toen we1 n genoemd, ook thans nog van kracht zyn. Na ei terugblik op de luisterrijke studenten- leesten der maand Juni en op de „laatste volle week v. - Juli," wordt in dat artikel herinnerd hoe ook tatstgenoemd feest, de kermis, het volks feest bil uitnemendheid, wederom ten einde was tot sma 11 van velen, maar ook tot vreugde van enkv:on. Tot dit enkelen behoorden vele bewoners der Doezastr. t, waaronder ook wij, en ter nadere verklaring daarvan eindigde het opstel aldus: „Niet Heen dat door de plaatsing vandegroote gebouwen der heeren Basch en Van Lier in dit gedeelte der stad, wy grootendeels van licht en lucht beroofd werden, maar buitendien verkeerden wjj voor: durend in vreeze voor brandgevaar. Mocht het toeval gewild hebben dat dit ongeluk gedurende dit tydslip ons had getroffen, de rampen waren niet te overzien geweest. Slechts noode, met zeer veel moeite en na langdurig oponthoud, hier toe gedwonp n door den grooten omweg, welke voor de brandspuit noodzakelijk te maken zou geweest zyn, had men ons eerst hulp kunnen aanbieden, misschien te laat. „Diezelfde last van omweg was ook het lot van hen die gewoon zijn met paard en rijtuig, van buiten, hun weg door deze straat naar de stad te nemen. Wjj hebben de feestvreugde niet willen storen door het aanheffen van wee- en jammerklachten, maar thans nu de kermis ten einde is, nu wagen wjj het als onze meening te verklaren, dat niet aan den eene gelegenheid tot vermaak en uitspanning mag gegeven worden ten koste van last en gevaar voor anderen „Maar ook onrecht was er het gevolg van. Immers, door het Dagelijksch Bestuur was gepubliceerd dat I de passage voor rij- en voertuigen over de Doeza straat tot en met den 3lsten Juli zou zijn afgesloten, en terwijl nu eenigen tijd geleden aan den vervoerder van een gewonen tweewieligen handwagen door een agent van politie verboden werd over het trottoir te rijden, zag in den morgen van den 29sten Juli, toen de tent van Basch er ook nog stond, een andere agent dood bedaard aan hoe eenige zware kruitwagens der artillerie hetzelfde trottoir op-, over- en weder afreden, terwijl hij op eene desbetreffende I tot hem gerichte vraag ten antwoord gaf dat het I hem niet aanging. «Waarom aan den een toegestaan wat den ander, die bovendien aan de straat minder schade zou gedaan hebben, verboden was geworden? „"Wij spreken hier niet alleen voor ons zeiven, maar ook in het algemeen belang, dat in niet geringe mate by de zaak betrokken is. Immers, dooi de plaatsing van zulke groote tenten op de Doeza straat, zóó dat de passage er door gestremd wordt, veroorzaakt men niet enkel last, hinder en onge rief, maar bezorgt men den stadgenoot ten gerieve van den vreemdeling schade, brengt men deze en verder gelegen buurten meer of minder in gevaar, begaat men zelfs groote onbillijkheden en wordt men in erge mate onrechtvaardig. „Men mag dus vertrouwen dat de ondervinding ook in deze de beste leermeesteres zal zyn geweest." De ondervinding op één punt na is er ge weest, maar de leering er van is uitgebleven. En die zal waarschijnlijk eerst komen als ook het andere punt zich zal hebben doen gevoelenhet uitbreken van een brand in genoemde of ook in een aan grenzende buurt, b. v. op het Rapenburg tegenover den Yliet. Welk een onmogelyken omweg zal dan b. v. de stoomspuit niet moeten maken! In plaats van uit de Hoefstraat of Raamsteeg dadelijk de Doezastraat en de Nieuwsteegsbrug over te gaan, zal ze dan den weg moeten nemen door de Molen- steeg, den Yliet, het Rapenburg (lees tegenwoordig Steenschuur) en zóó pas over genoemde brug de plek des onheils kunnen bereiken; terwijl om met zulk eene machine in draf de hooge Vlietbrug naar da Bakkerssteeg te passeeren, men zich zeker wel wachten zal. Nu mogen sommigen beweren dat het toch eone uitzondering is als de stoomspuit zeer vroegtijdig ter bestemder plaatse aankomt, daartegenover stellen wjj onze meening dat iedere minuut welke de spuit er eerder is, geld waard is, want is zjj er eenmaal, dan is hare krachtdadige werking onmid dellijk te bespeuren. Natuurlijk hopen we voor de bewoners dat de proef niet op de som gezet zal worden; maar de mogelijkheid van het gevaar bestaat in ieder geval- En daarop dient o. i. gewezen te worden, vooral als het soms mocht worden verkleind, maar méér nog als het door anderen geheel wordt voorbijgezien. In activiteit is hersteld en ingedeeld bij het 4de reg. int. te Leiden de kapitein-kwartiermeester W. H. Van der Meer. Naar gemeld wordt, is hier wederom een kerkelijk geschil by de Ned.-Herv. gemeente ont staan. De bijzondere kerkeraad nl. zou geweigerd hebben om 89 personen, die vanwege den kerkeraad van Voorhout tot lidmaten der Leidsche gemeente op wettige wijze aangenomen en bevestigd zijn, in het lidmatenboek te doen inschrijven. Dienten gevolge moet tegen den kerkeraad eene aanklacht zijn ingediend by het klassikaal bestuur van Leiden. Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar Batavia en Padang, door middel van het stoomschip „Gelderland", waarvan de laatste buslichting aan het postkantoor te Rotterdam is bepaald op Zaterdag den 22sten Mei a. s., des namiddags te halftwee. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. dus uiterlijk Zaterdag morgen om 7.56 bezorgd zijn. De gemeenteraad van 's-Gravenhage heeft gisteren besloten in dank te aanvaarden de door den heer Johan Hoog, overleden te Leiden den 7den April j.l., aan het Gemeente-Museum vermaakte verzameling portretten der familie De Witt. De heer Van Sjjpesteyn wees op het hooge belang van dit geschenk, omdat de 19 stuks schilderyen van groote waarde zijn. De stem van erkentelijkheid voor dit legaat die hjj deed hooren, werd algemeen door den Raad gedeeld. De hoffelijkheid van den Raad eener gemeente als de residentie werd ook in acht genomen tegen- PRIJS DER ADVERTENTIEN": Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. over de beleefde invitatie van den burgemeester der Noord-Amerikaansche stad Albany, welke alle 135,000 inwoners van Den Haag, of zooveel meer of minder als de residentie thans telt, op het feest der viering van het 200-jarig bestaan der nieuw- wereldsche stad noodigde, wier stichting ook groo tendeels aan Hollandsche energie te danken is. Nu dacht de heer Pape dat de uitnoodiging, tot het gemeentebestuur gericht, eenvoudig voor kennis geving was aangenomen en dus de eer van een antwoord niet zou te beurt vallen. Was dit het geval, dan vond hjj het ook in de burgerlijke samenleving niet netjes, dat iemand die op een partijtje of feest gevraagd wordt, op de uitnoodiging het stilzwijgen bewaart. Althans wilde hjj het schrijven van den mayor van Albany met een brief van dankbetuiging en gelukwenschen beantwoorden. Het antwoord van den burgemeester beschaamde de verwachting niet, welke men van een gentleman mag koesteren. Hjj had de invitatie inderdaad niet met stilzwijgen naast zich neergelegd, doch reeds besloten eene dankbetuiging voor de ontvangst der kennisgeving met een der eerst varende booten van de „Lloyd" of de „Red-Star-Line" naar de Amerikaansche stad aan het adres van haar hoofd te verzenden. De Raad heeft een crediet van 1500 toegestaan voor eene andere inwendige inrichting van de ver schillende bureelen op het Raadhuis. Op den voor grond staat om bjj die verandering het trapponloopen voor het publiek zooveel mogelijk te verminderen door de bureelen, waarmede het 't meest in aan raking komt, naar beneden te verplaatsen. De verpachting van het grasgewas over 1886 van de bermen der wegen in den Haarlemmermeer polder, in 92 perceelen, bracht op f 5955, d. i. 341 meer dan verleden jaar. In 1883 was de opbrengst f 6232. De gemeenteraad van Gouda heeft, overeen komstig een advies van B. en Ws., afwijzend be schikt op een adres van den heer A. G. W. Gieben, te 's-Hage, betreffende de concessie voor den aan leg eener stoomtram-verbinding tusschen Gouda en Schoonhoven. Aan den dijkgraaf van het grootwaterschap „Woerden", den heer W. O. T. Opheusden, te 's Gravenhage, is door het hoofdbestuur der schip- persvereeniging „Schuttevaer" het verzoek gedaan, eene afdoende verbetering te maken van de sluis te Bodegrave, daar deze door ouderdom gevaarlijk is voor het vrije verkeer der scheepvaart. Te Delft is op den leeftyd van 41 jaren over leden de heer J. J. Friese, kapitein by het 1ste bataillon 4de regiment infanterie. De overledene was in het bezit van de medaille voor het deel nemen aan de expeditie tegen Atjeh 1873—74, en van het eereteeken voor bijgewoonde belangrijke krijgsbedrijven. Sedert ruim een jaar mocht hij zich tot den kapiteinsrang bevorderd zien en daarin, zoowel als in zijn vorigen, dien van adjudant, de algemeene achting genieten van superieuren, kame raden en minderen. Het lyk zal Donderdag a. s., zonder militaire honneurs, naar het station te Delft worden overgebracht en verder naar Gouda worden vervoerd, ten einde aldaar ter aarde te worden besteld. (D. C.) Gisteren zyn voor de akte L. O. in Den Haag geëxamineerd 8 candidaten, waarvan 3 zyn toe gelaten. Het stoomschip „Conrad", van Batavia naar Amsterdam, vertrok van Aden 18 Mei; de „Prins van Oranje", van Amsterdam naar Batavia, arr. te Suez 18 Mei en vertrok denzelfden dag; de „Sumatra", van Batavia naar Amsterdam, arr. 19 Mei te Marseille; de „Utrecht" vertrok 18 Mei van Padang naar Rotterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1