Leiden, 14 Mei.
kan zij niet ontbonden worden. Een besluit tot
ontbinding behoeft de stemmen van tweederden
van het aantal bestaande leden. Bij ontbinding
worden de geldmiddelen en verdere eigendommen
geschonken aan het Stedelijk Museum.
Natuurlijk komen in het reglement ook meer
huishoudelijke bepalingen omtrent vergaderingen
en stemmingen voor, welke we het minder noodig
achten hier mede te deelen en evenmin als de
andere artikelen tot verdere opmerkingen aanleiding
gaven, met uitzondering van het laatstgenoemde,
want de heer E. W. "Wichers begreep niet waarom
men juist het Museum, dat eene stedelijke instelling
is, bij overlijden met de mogelijk bestaande fondsen
enz. zou bevoordeelen, waarop de heer Brouwer
opmerkte dat de sub-commissie het Stedelijk Museum
in het testament had genoemd omdat deze inrich
ting ook zoo geheel Leidsch is en hoofdzakelijk aan
hetgeen de stad nog van en over de dagen van het
beleg bezit, zijn ontstaan te danken heeft. Mocht
de vereeniging ontbonden worden, dan achtte zij het
het meest gepast dat de nog aanwezige gelden
dan werden aangewend om de reeds zoo schoone
inrichting in uitgebreidheid te doen toenemen.
Nadat het1 reglement alzoo was goedgekeurd,
maakte mr. H. L. A. Obreen de opmerking dat er
geen bepaling in was opgenomen voor het geval
dat de vereeniging fondsen verkreeg, b. v. door giften
van f 100. Hij wenschte die dan vastgezet te
zien op het Grootboek.
Daartegen bracht de heer Brouwer in het midden
dat er kans bestaat dat dergelijke giften uitsluitend
voor een aanstaand feest bestemd zijn; en dan
zou men er alleen maar een rijksdaalder als interest
van kunnen gebruiken.
Dit bezwaar achtte dr. F. A. Jentink echter
niet van zoo overwegenden aard, want men zou
er aan te gemoet kunnen komen door iemand,
van wien men wist dat hjj b. v. f 100 wilde
schenken, voor te stellen om b. v. een cent minder
te geven. Dan zou de gift niet op het Grootboek
behoeven geplaatst te worden.
Dit voorstel mocht nu wel zeer vindingrijk en
zelfs bjj de vergadering hilariteit opwekkend zijn
geweest, om er gevolg aan te geven achtte de
voorzitter het minder geschikt en minder wenschelijk.
Beter succes had de redactie van een intusschen
door den heer Brouwer vervaardigd nader artikel, lui
dende: Schenkingen van 100 of daarboven, waarbij
de schenkers deze giften niet voor eene bepaalde
feestviering bestemmen, worden ten name van de
Vereeniging belegd in inschrijvingen op een der
Grootboeken; de rente van dit fonds komt in de
jaarlijksche inkomsten.
Na eene korte gedachtenwisseling kon de ver
gadering zich geheel met dit artikel vereenigen.
Men sprak zelfs den wensch uit dat dit fonds
spoedig niet onaanzienlijk mocht zjjn, opdat de
feesten alléén reeds uit de renten er van konden
bekostigd worden.
Vooreerst zal daar echter volgens den heer C. F.
Wichers niet veel kans op zijn, want voor eene
nieuwe zaak gaat een eerste jaar altijd met veel
kosten gepaard; nu reeds zjjn er zonder dat er
een cent in kas was voor het houden dezer ver
gadering, aankondigingen als anderszins uitgaven
gedaan, waarbij nog komt het doen drukken van
het reglement. Voor den 3den October zelf zou dus
weinig overblijven. Daarom stelde hjj voor om voor
dit jaar de contribntie op f 1.50 te bepalen. Hjj
weet niet, hoeveel de subsidie der gemeente Leiden
zal bedragen, wel dat Groningen steeds f 600 bij
draagt. Zeker is, dat een feest, wil het goed zijn,
veel geld kost, vooral indien men, als elders, ook
een vuurwerk wil geven.
Naar de meening des voorzitters bestond tegen
eene verhooging der contributie wel eenig bezwaar,
want tegen 1 hadden velen niets, maar voor
een hooger bedrag zouden er enkelen allicht be
danken. Bovendien kon hjj mededeelen dat deze
vergadering en nog enkele daarna te houden, de
Vereeniging niets kosten, want ze teert nog op de
kas van de Commissie voor de Volksbjjeenkomsten
die een zeker bedrag daartoe heeft beschikbaar
gesteld. Dat spr. overigens hoopt en vertrouwt
dat de Leidsche feestvieringen schitterend naast
die van Groningen mochten staan, deze zelfs over
treffen, behoeft geen betoog; evenmin dat hij
wenschte dat het ledenaantal immer moge groeien.
Het lidmaatschap staat niet alleen voor Leidenaars
open, maar voor iedereen, zoowel voor de in den laat-
sten tijd zooveel besproken omwonenden, als voor
eiken Nederlander. Zelfs heeft men er nu reeds een
in Zieriksee.
Thans kwam de commissie van stemopneming
weer ter vergadering, tot mededeeling van den
uitslag van haren arbeid. Daaruit bleek dat inge
leverd waren 160 stembiljetten en dat waren uitge
bracht op de hh. Brouwer 135,Was 134, Van Lith 132,
Knuttel 130, Vos 130, Driessen 128, Goedeljee 126
en v. Reenen 126- stemmen. Allen namon de be
noeming aan, met uitzondering van den heer Dries
sen, die niet ter vergadering aanwezig was en wien
dus van zjjne benoeming zal kennis gegeven worden.
De gekozenen werden door den voorzitter met
het bljjk van vertrouwen gehik gewenscht. Hij
wenschte tevens dat het hun nooit aan stoffelijke
middelen voor het beoogde doel mocht ontbreken,
en betuigde ten slotte den dank der vergadering
voor de voorloopige talrijke bemoeiingen door
de voorloopige Commissie zich getroost, waarna
de algemeene vergadering werd gesloten en het
definitieve bestuur tot eene huishoudelijke verga
dering overging.
Rechtspersoonlijkheid zal voor de nieuwe ver
eeniging worden aangevraagd.
Door de commissie van het Stedelijk Museum
is. een voordracht ingediend voor de benoeming van
een lid dier commissie uit den gemeenteraad ter
vervulling van de vacature ontstaan ten gevolge
van het door dr. E. F. Van Dissel als lid van den
gemeenteraad genomen ontslag. Die voordracht be
staat uit dr. W. N. Du Rieu en mr. S. J. Fockema
Andreae.
Voor de vaceerende betrekking van een
tweeden onderwijzer aan de school 2de klasse voor
jongens en meisjes (leerschool) ten gevolge van het
eervol ontslag verleend aan M. H. Lem, heeft zich
slechts één sollicitant aangemeld, zoodat aan het
voorschrift dat de benoeming geschiedt uit eene
voordracht van minstens drie bevoegden, niet kan
worden voldaan. Blijkens de berichten van het
hoofd der school en den arrondissements-school-
opziener wordt intusschen de eenige sollicitant
voor de vervulling van de betrekking geschikt
geacht, zoodat B. en Ws. voor de benoeming op
eene jaarwedde van f 700 voordragenP. G. Hoeks,
onderwijzer te Leiderdorp.
Krachtens raadsbesluit moet het onderwijzend
personeel van de school 4de klasse No. 1, worden
uitgebreid met één derden onderwijzer of derde
onderwijzeres. Ter vervulling van die betrekking,
waaraan is verbonden eene jaarwedde van f 550,
is thans de volgende voordracht aangeboden mej.
M. E. De Visser, onderwijzeres te Tricht, mej. M. M.
Duyverman, onderwijzeres te Oude Niedorp, en mej.
J. Kramme alhier.
Het is noodig dat aan de beide afdeelingen
van het herhalingsonderwjjs wegens het vermeer
derd aantal leerlingen een onderwijzer worde aan
gesteld, welke aanstelling van tijdeljjken aard zal
moeten wezen met het oog op de mogelijkheid dat
het aantal leerlingen later in zoodanige mate ver
mindert dat het onderwijs wederom geheel kan
worden opgedragen aan de beide onderwijzers, die
met de leiding van dit onderwijs zijn belast. De
kosten van de vereischte uitbreiding van het per
soneel zullen alzoo voor dit jaar ongeveer f 250
bedragen, waarin door overschrijving van den post
van Onvoorziene Uitgaven op het betrekkelijk artikel
zal moeten worden voorzien.
Dr. B. J. H. Ovink alhier is benoemd tot
conrector aan het pro-gymnasium te Oldenzaal.
Gisteren werd te Utrecht in het gebouw voor
„Kunsten en "Wetenschappen" de vergadering van
Deputaten van anti-revolutionnaire kiesvereenigingen
gehouden. Zjj werd bijgewoond door ruim tweehon
derd deputaten uit alle deelen des lands, een aantal
leden der Kamer en der Staten-Provinciaal.
Herbenoemd werden de aftredende leden Van
Alphen, Diemer en Kuyper; in de vacature-Esser
werd gekozen de heer Hoogeveen, die, evenals de
aftredenden, verklaarde zijne benoeming te aan
vaarden. Dr. Kuyper werd, met algemeene stemmen
min één, tot voorzitter herkozen, en stelde voor
jhr. mr. Elout Van Soeterwoude tot eere-voorzitter
te benoemen, wat bij acclamatie werd aangenomen.
De beraadslaging over te stellen candidaturen
door de anti-rev. kiesvereen. werd door eene rede
van den voorzitter ingeleid, waarbij de positie van
de anti-revolutionnaire party werd uiteengezet en
de invloed besproken, welken de Kamerontbinding
op deze verkiezing zal hebben.
Hierop volgde eenige discussie, waaruit diepe
verontwaardiging der vergadering sprak over de
manier, waarop minister Heemskerk eerst de crisis
en daarna de ontbinding had uitgelokt, vooral met
het oog op de wijze, waarop thans aan de rechter
zijde de weg is afgesneden, om tot eenigo ophel
dering te geraken aangaande de houding des ministers
in de crisisiets wat door den minister in de Eerste
Kamer werd ontweken, omdat de heer Mackay daarin
geen zitting had en thans door de ontbinding van de
Tweede Kamer onmogelijk wordt gemaakt. [Stand.)
In het besluit tot ontbinding der Tweede
Kamer, door Z. M. op voordracht van den Raad
van Ministers genomen, zal eene wijziging dienen
te worden gebracht om het in overeenstemming
te brengen met de voorschriften der Grondwet.
Art. 70 toch der Grondwet, dat ook in het ont
bindingsbes] uit zelf wordt aangehaald, stelt den
termijn voor de verkiezingen der nieuwe Kamer
—vast binnen veertig dagen en tot het samenkomen
der nieuwe Kamer binnen twee maanden, terwijl
art. 101 der Kieswet nog duidelijker voorschrijft,
dat, in geval van ontbinding der Tweede Kamer
de verkiezing van de leden der nieuwe Kamer
geschiedt binnen veertig dagen na de dagh akening
van het besluit tot ontbinding.
Het ontbindingsbesluit nu is gedagteekend 11 Mei.
De uiterste termijn waarbinnen de nieuwe verkiezin
gen moeten geschieden is dus Zondag 20 Juni. Door
den dag van 22 Juni voor de verkiezingen aan te
wijzen is een termijn bepaald twee dagen na het
verstrijken van den door de wet voorgeschreven
termijn.
Daar de 20ste Juni op een Zondag valt, en de
Zaterdag voor verkiezingsdag evenmin kan worden
aangewezen, zullen de verkiezingen waars hynlijk
een week moeten vervroegd worden, evenals de
herstemmingen.
Indien de bedoeling van art. 70 der Grondwet
is en zoo is die steeds opgevat dat ook de
twee maanden waarbinnen de nieuw verkozen
Kamers weder moeten samenkomen, aanvangen
met de dagteekening van het ontbindingsbesluit,
dan is ook op dit punt het thans genomen besluit
in strijd met de Grondwet, daar de twee maanden
dan verstreken zijn op 11 Juli, terwijl de Begeering
de opening der nieuwe Kamers heeft vastgesteld
op 14 Juli, dus drie dagen na den uitersten l ormijn.
Het stoomschip „Limburg", van Rotterdam
naar Java, passeerde 13 Mei Suez; de „Soerabaia",
van Java naar Rotterdam, passeerde 13 Mei olombo;
de „Burgemeester Den Tex", van Batavia naar
Amsterdam, passeerde 13 Mei Dungeness.
Z. M. heeft benoemd tot 'sKonings adjudant
in buitengewonen dienst, den gen.-maj. D. F. K.
Hardenberg, commandant der 2de divisie infan
terie; bij het corps mariniers, met 1 Juni, be
vorderd: tot luit.-kol. den kapt. P. Spanjaard; tot
kapt. den lsten luit. J. A. H. Jockin; tot 1 sten luit.
den 2den luit. J. P. A. Termaat; aan jhr. mr.
J. E. De Sturler, werkzaam aan het departement
van buitenlandsche zaken, verlof verleen 1 tot het
aannemen der versierselen van „officier d'a démie",
hem door den minister van openbaar onderwijs,
schoone kunsten en eerediensten der j'ransche
Republiek geschonken; benoemd: bij het wapen
der inf. tot lsten luit., de 2de luits. van hot wapen
H. F. Boissevain, W. S. N. Yan Bockom Maas en
"W. H. B. Stoof, allen gedetacheerd bij 'iet leger
in Nederlandsch-Indië; by het lste reg., tot kapitein,
den lsten luit. P. A. Van Buuren, van het 6de
reg.; tot lsten luit., den 2den luit. B. T. Land,
van het corps; bjj het 2de reg., tot maj., den kapt.
J. G. Arensma, adjudant van het lste reg.; tot
kapt., de lste luits. L. Van der Heyden, G. J. Van
der Schroef en A. F. A. Huberts, eerst- en laatst
genoemde van het corps, voorlaatstgenoomde van
het reg. grenadiers en jagers; tot lsten luit., den
2den luit. J. J. M. A. Mommers, van hot corps;
bjj het 3de reg., tot lsten luit., de 2de luitenants
"W. F. Johannes, L. W. C. G. Van der Garden, J-
C. Sommer en N. Dueroix, allen van het corpsbij het
5de reg., tot kapt., den lsten luit. H. Koppen, van
den staf van het wapen, werkzaam bjj de Kon.
Milit. Academie; tot lsten luit., den 2den luit. E. J.
Van de Pol, van het lste reg.; bij het 6de reg.,
tot majoor, den kapt. F. J. N. Prolin, van het 8ste
reg.; tot lsten luit., den 2den luit. J. J. Sluiter,
van het corps; bjj het 7de reg., tot majoor, den
kapt. A. Van Lakerveld de Heus, van het 8ste
reg.; tot kapt., den lsten luit. D. K. Van Tuinen,
van het reg. gren. en jagers, en tot lsten luit., den
2den luit. F. Britt, van het 2de reg., thans gedeta
cheerd bij het koloniaal werfdepot; bjj het 8ste
reg., tot kapt., den lsten luit. J. K. "Wjjmans, van
het corps, en den lsten luit.-adjudant T. C. C. Van
Orsoy Veeren, van het regiment gren. en jagers.