Op het erf van den heer H., te Hille-
gersberg nabij den tol, zyn ontvreemd niet minder
dan 24 kippen, ter waarde van ongeveer f 40.
Omtrent den grooten brand, die
Paaschmaandag den geheelen dag gewoed heeft in
de Schaesberger en Elmpter wouden, kan nu ge
meld worden, dat hy ontstaan is onder Mijnweg,
naby Herkenbosch. Meer dan 450 H. A. boschzjjn
vernield, die aan verschillende eigenaars toebe
hoorden en gedeeltelijk verzekerd waren. De oorzaak
is onbekend.
De brand der Venendaalsche stoom
spinnerij en we very heeft zich gelukkig tot één
der zalen bepaalt, dank vooral het krachtige op
treden van den directeur, den heer T. Spencer
Elce, die steeds even kalm afdoende maatregelen
nam en onder wiens leiding de brandweer der fabriek
uitmuntend werkte. Ook de houding van de brand
weer van Venendaal verdient allen lof.
De schade is bèpaald gebleven tot het verbran
den éener hoeveelheid katoen, eenige machines en
eenige kleedingstukken der arbeiders, terwy'l het
water ook nogal schade heeft berokkend.
De oorzaak is, zegt men, het warmloopen van
eene spintafel.
Een hevige boschbrand teisterde
Woensdag de Drentsche gemeente Vries. Het den
nenbosch van mej. Vrielink is daarby geheel, dat
van den heer Ebbinge Wubben ten deele vernield.
In den nacht vanWoensdag op Don
derdag is te Veendam de woning van den koopman
Eoossies, bewoond door 3 gezinnen, geheel afge
brand. Van de inboedels werd weinig gered.
De omstandigheid dat zulk een groot
aantal der inwoners van Stry, in Galicië, Joden zyn,
heeft er de ellende nog vermeerderd. Gedurende
de Paaschweek mochten deze, volgens hunne in
stellingen, niet reizen; ruim tweeduizend bleven
toen, ondanks vorst en sneeuw, bij de stad kam
peeren. Het ongezuurde brood is verbrand, en daar
zy het brood, hetwelk hun door de christenen werd
aangeboden, afwezen, leden zy ook honger.
Ruim duizend huizen zyn verbrand. Ruim twintig
patiënten in het hospitaal, en nog meer kinderen,
■zijn door den rook gestikt. Nog steeds worden in
kelders verkoolde lyken gevonden, nu reeds vijf
«n zestig. In den winkel van een juwelier zag men
-een leerjongen als „levende fakkel" verbranden.
Meer menschen zyn echter gestikt of onder de
puinhoopen begraven, dan verbrand.
Te Oestersund in Noorwegen is de
nieuwe schouwburg 's nachts na de gastvoorstelling,
<Ioor het tooneelgezelschap uit Drontheim aldaar
gegeven, afgebrand. Het gezelschap dacht er eenigen
tyd te verblijven, en heeft nu zyne geheele garde
robe, al de partituren en de bibliotheek verloren.
De kostumes, ter waarde van 45,000 kronen, waren
niet verzekerd.
Op de Theems bij Battersea is een
bootje met elf personen (vier meisjes en zeven
jongelieden) omgeslagen; al de meisjes en twee
van de jongens verdronken.
By een stierengevecht te St.-Cesaire
is het amphitheatre ingestort35 personen werden
verwond, waarvan 5 zeer ernstig.
Men seint aan de „Amst. Crt." uit
Lissabon: Door de Louremjo- Marques-Spoorweg-
maatschappy is eene leening uitgeschreven voor
<len aanleg van de lyn Delagaobaai-Transvaal.
Aangaande den brand, waardoor het
grootste gedeelte van het stadje Lisko, in Galicië,
dezer dagen werd vernield, wordt nog gemeld dat
de brand uitbrak toen alle inwoners in diepe rust
lagen. Een hevige storm wakkerde het vuur aan
en verspreidde het over de geheele stad. In korten
tyd waren driehonderd huizen vernield. In het
stadje, dat grootendeels door arme boeren en wei k-
lieden wordt bewoond en ongeveer 6000 inwoners
telt, bestond geen brandweer, daar evenmin een
brandspuit voorhanden was. Uit het naburige stadje
Sanck werd een spuit gezonden, doch hiermede
kon de uitbreiding der vlammen niet gestuit wor.
den. Honderden huisgezinnen zyn door de ramp
van have en huisvesting beroofd en zyn, evenals
do inwoners van het ongelukkige Stry, overal in
den omtrek verspreid en ingekwartierd. Menschen
kwamen niet bij de ramp om, maar alle kostbaar
heden en stukken van waarde in het kasteel van
graaf Krasicki, tot wiens goederen het stadje be
hoort, werden door het vuur vernietigd.
Aangezien thans uit zooveel Galicische plaatsen
hevige branden worden gemeld, komt de verden
king op, of niet de meeste daarvan aan kwaad
willigheid geweten moeten worden. Het dorp Do-
browlany stond Dinsdag „geheel" in vlammen; in
het dorp Bojaniec zyn 47 hoeven in de asch ge
legd in andere dorpen bleef het by enkele huizen.
Het ontbreekt niet aan stemmen, die verband zoeken
tusschen deze branden of brandstichtingen en de
beweging onder de Galicische boeren, maar daar
voor zyn tot dusver geene bewyzen. Er zyn een
aantal personen in hechtenis genomen, en dat zoo
wel als de invloed der geestelykheid heeft de ge
moederen, naar het schynt, eenigszins tot bedaren
gebracht.
Een der Indische bladen ontving
het volgende schryven, waaraan wy curiositeits-
halve ook eene plaats inruimen
Eere der vrouwen.
De vrouwen zyn het schooner, doch geenszins het
zwakker geslacht; de mannen daarentegen zyn het
sterker geslacht, omdat zy zoo veel kwelling van de
vrouwen doorstaan, zonder er onder te bezwyken.
De vrouwen zyn echter toch het ideaal des levens
en hoeveel harde nooten zy ons ook te kraken
geven, zy blyven altyd de geur, het aroma des levens.
Willen wy dan de liefde der vrouwen niet onwaar
dig zyn, zoo mogen wy noch luchtig, noch waterig
zyn, maar wel vurig en dan zullen de vrouwen
ons de aarde tot een hemel maken.
Eere der vrouwen dus!
Het water harer tranen bluscht het vuur van
het ongeluk, het water harer tranen is weldadiger
dan de geheele hydropathie, in hare oogen glanst
waJter en vuur en daarom ligt in hare oogen de
hemelwant ook de hemel is eene vereeniging
van water en vuur
KOLONIËN.
BATAVIA, 25 en 26 Maart.
Den 7den April a. s. verlaat onze resident, de
heer Hora Siccama, deze plaats om zich naar
Europa te begeven.
De ambtenaren van het residentie-kantoor en
alle inlandsche ambtenaren zullen den resident en
familie per extratrein naar Priok uitgeleide doen.
De schutterymuziek is voor die gelegenheid reeds
geëngageerd.
Naar wy vernemen, zullen de in dit gewest
dienende ambtenaren den heer Hora Siccama een
souvenir aanbieden. (J.-B.)
Eergistermiddag is de ketel van het stoom
schip „Samarang" gesprongen, waardoor verschei
dene personen ernstig zyn gekwetst. De gekwet
sten zyn gistermiddag naar het Hospitaal vervoerd.
De 1ste luit. der cavalerie J. C. Michaëlis
heeft drie maanden binnenlandsch verlof gekregen,
om na expiratie daarvan zyn pensioen aan te
vragen. Met zyn vooruitzichten by de cavalerie is
het zóó treurig gesteld, dat liy liet eens in eene
landelyke betrekking zal probeeren.
Als deze officier den militairen dienst verlaten
heeft, zal onder de 2de luitenants der cavalerie
promotie komenen eindelyk ook eene onder de
2de luitenant-paardenartsen, die, al zeer vreemd,
met de cavalerie-officieren bevordering maken;
echter onder de voor hen nadeeligste en onbillykste
conditiën. (J.-B.)
De „Locomotief" van 22 Maart schryft: Gis
termorgen, omstreeks halfnegen, begaf de fuselier
G., Zwitser van geboorte, zich in gezelschap van
twee korporaals, allen van het vyfde bataillon, naar
het huis van een genie-werkman in de kampong
Tawang Pedoekoean, waar zy weldra in feestelyke
stemming geraakten. Omstreeks tien uren echter
vroeg G. aan den geniewerkman zyn geweer te
leen, naar het heette om achter de kampong te
gaan jagen. Het wapen werd hem afgestaan. Niet
lang daarna knalde een schot, men snelde toe en
vond G. in de sawah uitgestrekt met een wond in
den hals en verschroeid gelaat; hij had blykbaar
zelfmoord gepleegd. De luitenant-adjudant, die weldra
met den garnizoensdokter en den officier van justitie
ter plaatse verscheen, kon slechts den dood con-
stateeren. De ongelukkige G. had eergisteren weder
voor twee jaren geteekend; naar men zegt werd
hij hiertoe gedwongen door schulden.
Uit Padang verneemt de „Deli-Courant" dat
de planters aldaar tamelijk onrustige dagen achter
den rug hebben, daar zij lang niet zeker waren
welke plannen de Rajahs ten opzichte van de
daar gevestigde Europeanen in het schild voerden.
Den 5den Maart is echter een wapenstilstand voor
twaalf dagen gesloten en na het bezoek van den
resident koestert men de hoop dat er de vrede op
zal volgen. Het verlies aan manschappen bedraagt
aan de zijde der Rajahs 17 man, waaronder een
Panghoeloe, terwijl ook de Maleiers eenige dooden
achterlieten, die waarschijnlyk door de Rajahs
opgepeuzeld zyn. By het gevecht dat ontstond toen
de Rajahs de Kampong Tebing Tinggi wilden be-
stormen, moet het byzonder warm zyn toegegaan.
Vooral de Toenkoe Pangeran van Bedagei moet
zich aan de Maleische zyde zeer onderscheiden
hebben, door de standvastigheid waarmede hij zyn
150 man in het vuur bracht.
Aan een ons welwillend toegezonden schryven
van den administrateur ontleenen wy (zegt het
„Bat. Hbl.") de volgende belangryke byzonderhe-
den over de jongste aanvallen op de houtaankap.
onderneming Kali Anam in Noord-Langkat:
„Het drama, te Tandjong Roepia afgespeeld, heeft
zich als volgt toegedragen. De Atjehers kwamen
's nachts tusschen 2 a 21/2 uur langs den sleepweg
ter plaatse, omsingelden de woning van denadsis-
tent en forceerden de voor- en achterdeur. De adsis-
tent Dyks, die tot 2 uren had gewaakt, was juist
gaan slapen. Zyne huishoudster is ontsnapt, maar
de bediende en diens vrouw zyn door de bende
medegevoerd. Verder zijn buit gemaakt 3 Beaumont-
geweren met p. m. 120 patronen en 1 revolver
met 100 patronen. Een goed voorziene Maleische
gedeh (warong) werd geplunderd en daarna verbrand.
Het half verkoolde lyk van Dyks zag erafschu-
welyk uit en was byna onherkenbaar. Armen en
beenen waren afgekapt, een kogel had het hoofd
doorboord, en het lichaam was als bezaaid met kle-
wanghouwen.
Den volgenden morgen kwamen de gevluchte
koelies van lieverlede terug. Eén dezer, die zich
in een boom verscholen had, verklaarde my per
tinent te hebben gezien, dat zich onder de ongeveer
100 man sterke bende vier Europeanen bevonden
(deserteurs van Atjeh?)
De paniek is zóó groot, dat er aan geregeld
werken niet meer te denken is.
Uit den mond der Atjehers zeggen de vluchte
lingen te hebben gehoord, dat nu het plan bestaat
Pangkalan Siatas af te loopen. De vrees is den
gedehhouders om het hart geslagen; zy zyn naar
Deli, Langkat en Poeloe Kompei gevlucht. Alle
Europeanen, ook de opzichter Trapé van Soengei I,
slapen in de benting, en wij doen van 's avonds
halftien tot 's morgens halfzes om beurten de wacht
mede (ieder 2 uren).
De vijand zit op het oogenblik in de Toengkam,
en eene andere bende in de Simpang Kiri. Ook
lager is het nog niet zuiver; een paar dagen ge
leden werd te Boekit Sintang een bangsal van den
heer Zylker verbrand."
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de
volgende beschikkingen genomen
Civiel Departement. Ontslagen: Bij den post- en
telegraafdienst, op verzoek, eervol, uit 's lands dienst, de
commies 3de kl. J. P. L. Marchelinus; bij do plaatselijke
schoolcommissie te Patjitan (Madioen), wegens vertrek,
eervol, als lid W. Smith.
Benoemd: Tot commies 3de kl„ J. Hartingtot lid
bij de plaatselijke schoolcommissie te Patjitan (Madioen)
H. J. Verdam, ingenieur 2de kl. bij den waterstaat en
's lands burgerlijke openbare werkentot commies op het
residentiekantoor te Serang (Bantam) de ambtenaar op non
activiteit, J. J. P. Diephuizen, laatstelijk 2de commies bij
het dep. van fin.tot lid bij de commissie van Toezicht
op de Hoogere Burgerschool te Semarang, H. J. Van der
Weide, dirigeerend off. van gez. 1ste kl. aldaar.
Overgeplaatst: Van Batavia naar Socmedang (Pre-
anger) de opzichter 2de kl. C. Spruitvan de directie naar
den plaatselijken dienst te Batavia de ingenieur 3de kl.
C. W. Weijs; van den plaatselijken dienst te Batavia naai
de directie de aspirant-ingenieur J. P. Kruimelvan Serang
naar Soekaboemi (Preanger) de opzichter 2de kl. H. La
Fontaine; van Macassar naar Soerabaia de opzichter late
kl. L. B. Luijlts; van de directie naar Macassar als eerst
aanwezend ambtenaar de architeot 2de kl. J. De Vink;
van Kotta Badja naar Joana de opzichter 3de kl. AMuller.
Ingetrokken: De toevoeging aan den chef der 2de
afdeeling van den aspirant-ingenieur A. Vroesom de Haan
te Sakojosjo, district Sragi, residentie Pekalongan, met
bepaling dat hij onder de bevelen van den chef der irriga
tie brigade gesteld en geplaatst wordt bij de opnemingen
in het belang der bevloeiing in genoemd district.
Departement van Oorlog. Bevorderd: Tot 1ste luit.
bij liet wapen der art., H. E. P. B. C. Boermaijer van
Barienkhoven.
Tot kapt. bij het wapen der genie, de bij het Nederl.
leger gedetacheerde 1ste luit. J. W. C. Beelcnkamp.
Ingedeeld: Bij het corps genietroepen te Willem I,
Jr. C. C. Siberg, 2de luit. der genie.
De kapts. der inf. H. J. Knijff bij het 14de bat. en 3.
Broos bij het 2de garnizoens-bataljon van Atjeh en Ondert
en de 2de luit. der inf. J. H. Moolenburgh bij het 12de bat.
Geplaatst: Bij het militair hospitaal te Padang, F. F.
Schroder, militair apotheker 1ste kl.
Verleend: Een 2-jaiig verlof n. Europa, w. ziekte,
aan den 2den en laten luit. der inf., G. B. De Jong en
A. A. A. M. Van Goor.
Departement van Marine. Benoemd: Tot vice-com-
mandeur voor het vak van scheepsbouw bij het marine
etablissement te Soerabaia, J. Jungbacker.
T ij del ij k belast: Met de waarneming der betrek
king van directeur van het marine-etablissement op Onrust,
IV. Allirol.
Ingetrokken: De detacheering bij het marine-eta
blissement op Onrust, van G. Van Herwaarden, kapt. luit.
ter zee bij de Koninkl. Ncd. Marine.