aTtAchrijnders Manufacturen. HH. Mil eïstooioolrefiilers! Te koop Te koop: Te koop Rundvee en Schapen, N#. 8029. Woensdag 21 April. A0. 1886. Feuilleton. BURGERLIJK BLGE HUISSCHILDER. HOOIGRACHT 53. Aardappelenbericht. OPËNBARE^VERKOOPING <§tze (Qourant wordt dagelijksmet uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Yervolg der AdyerteHtiën. op Dinsdag den 27sten April 1886, LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTOHNl Van 16 regele ƒ1.05. ledero regel meer 0.17 Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incar- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. EEN VERHAAL VAN GOLO RAIMUND. Vervolg.) „Ik ben vermoeid", zeide de overste, de kaarten op tafel werpende en uitgeput in zijn leunstoel vallende. „Dat gefluister en gegiegol is onver draaglijk, het leidt de opmerkzaamheid van het spel af. Indien wij uitscheiden, kan Von Blendorf luid spreken en ons zijn nieuwtjes ten beste geven." De luitenant en zyne teedere gade moesten wel eerst door Pauline opmerkzaam worden gemaakt op den wensch van den overste, maar stonden terstond op en mevrouw Suzanna riep verrukt uit, toen zij hem vermoeid in het kussen zag liggen „O, Gerstein, hoe mooi staat u deze kwynonde houdingWarempel, gij zoudt my vandaag opnieuw veroveren, indien gy my niet reeds voor altyd bezat." De overste lachte heden niet even gevleid als vroeger, en Pauline sprak ernstig en blykbaar ver wijtend „Papa is zeer afgemat, Suzanna." „Ja, ik weet wel myn beste," antwoordde deze geraakt, „gy hebt er nu en dan pleizier in om mijn man als een zwakkelijke, gebrekkige grijs aard voor te stellen, maar voor mij blijft hij het toonbeeld van jeugdige kracht en schoonheid niet waar, myn beste Gerstein? In plaats van dit kleine voorval, waarvan de herinnering volstrekt niet aangenaam voor Gerstein is, eindelijk eens aan de vergetelheid prys te geven, houdt gij u warempel, alsof voorheen nog geen mensch ooit met een paard is gevallen, en alsof een weinig bloed spuwen het teeken van den dood is. Dooi de hevige botsing heeft zich in de longen slechts bloed verzameld, en dit moet weg ja, ik zeg het m o e t, Pauline, al ziet gij my nog zoo verbaasd aan. Later zal dan alles te recht komen." Ook in de anders ongevoelige trekken van den predikant drukte zich eenige verwondering over mevrouw Yon Gerstein's geneeskundige kennis uit, maar hij gaf er de voorkeur aan om luitenant Von Blendorf aan het woord te laten. „De hoofdzaak is, dat gij hier vandaan moet, Mynheer de Overste," sprak deze, zijn hand op den schouder van den zieke leggende„dit naargees tig verblijf maakt u zwaarmoedig. Freule Pauline's gevoelen dat gij hier meer rust eu betere verpleging zoudt vinden dan in de stad, is ditmaal bepaald onjuist. Daar hebt gij uw huisdokter, uw goede vrienden en oude, lieve gewoonten." „Maar deze oude, lieve gewoonten zijn luidruch tige vermaken, die niet zelden beslag leggen op de nachtrust," merkte Pauline op. „Papa kan wel naai de stad terug, kan alles genieten, wat hem genoe gen geeft, maar vooraf moet hy op myn stil Gel- lersheim daarvoor krachten verzamelen en niet afzien van de verpleging, die hij zoo hoog noodig heeft." „Spreek zelf, Gerstein, hebt gij geen krachten?" riep Blendorf lachende uit, en onbewust legde hij zijn hand iets vaster op den schouder van den zieke. „Gij hebt een hand van ijzer, antwoordde do Overste ontstemd zonder op de vraag te letten, terwijl hy zich zacht losmaakte Ik wensch niet naar de stad te gaan, ik wil hier hazen schieten, daar ik myn jachtvermaak half ben kwyt geraakt. Spoedig zal ik zoover zyn." „Ga naar de stad, Gerstein," vermaande Blendorf. „Gy zijt niet ziek, maar gy wordt het bepaald. Wat wilt gij hier ook nog? Do gasten worden zeldzaam, want in de stad is thans meer te beleven, ik kan ook niet alle oogenblikken verlof krijgen, en het landgoed is immers, sedert ik een nieuwen rentmeester heb gevonden, onder goed bestuurin den zomer komen wy weder en zien de rekeningen na, maar in den winter moet gy om Godswil de boeren alleen maar laten huishouden." „Oom Richard zal ook terugkomen," haaste Pau line zich te zeggen, „hy behoort niet tot hen, die hunne vrienden alleen in geluk en vreugde opzoeken. Hedwig keert ook terug, misschien Alfred ook. „Ik hoop niet, dat gy my de laatsten voor den omgang wilt aanbevelen," antwoordde de overste geërgerd. „Deze beide menschen hebben geen ge voel voor iets hoogers, stellen nergens belang in, weten niets, kunnen niets." „Och, papa," zeide Pauline glimlachend, „mis- schion hebben zij toch wel eenige talenten of be kwaamheden, die u kunnen verstrooien; Hedwig zingt byzonder liefelyk, en Alfred speelt niet alleen écarté maar ook piquet en schaak." „Daarvoor hebben wij den predikant," antwoordde de overste gemelijk, en de eerwaardige geestelyke, die volkomen sprakeloos bleef, bevestigde deze op merking met een hoofdknik en een onhoorbare beweging van zijne lippen, die precies leek alsof hij kauwde. „Eene zangeres, enkel door de natuur gevormd, is de kleine," beweerde Blendorf, „en dat valt niet in ieders smaak. Gy zult het zien, indien zij inder daad Alfreds vrouw wordt, zij den volgenden winter mijne arme moeder met haar talent in verlegenheid' brengt. Ik zeg: indien want myne moeder heeft inderdaad een voortreffelijken geest, een sterk hart, taai als leder en hard als ijzer, daar kan oom Richard zyn hoofd tegen stooten." „Ja, Alfred is gek, maar oom Richard nog tien maal gekker," merkte de Overste op, een gemak kelijker houding aannemende. Die oude gek moest toch eindelijk genezen zyn van zijn denkbeelden over liefde en vryheid van den man en hoe hy het anders noemthy heeft ze immers reeds duur genoeg betaald. "Wie trouwt nu elk mooi meisje dat iemand in den weg loopt? Trouwen is een ernstige zaak, daarmee blij ve men onder zyns gelijken, en wie daar geen pleizier in heeft, die stelle zich met de liefde tevreden, die geeft meer vryheid." „O, papa, men kan niet altoos trouwen, indien men liefheeft, maar men moet altoos liefhebben, indien men trouwt," merkte Pauline op. „Gekkepraatjes," bromde de overste, „door zulke onnoozele denkbeelden heb je je belachelijk gemaakt en mevrouw Von Blendorf teleurgesteld. Men behoeft niets te geven, indien er niets wordt verlangd; toen men je tot een huwelijk met Alfred uitnoo- digde, was er in het geheel geen sprake van je hart. Je hadt het voordeel, dit extra te kunnen wegschenken." Pauline keerde zich vuurrood, in het binnenste van haar gemoed beleedigd, om. „De rol van beschermster, waarvoor Alfred u thans zeer listig heeft uitgekozen," sprak Blendorf ter vergoelijking, „is volgens myne meening echter dankbaarder dan die van beminde. Ik verwonder mij over de schranderheid van den armen jongen; ik denk, dat het idee daartoe bij den zeer wyzen en voortreffelijken oom Richard is ontstaan, die nu eenmaal geducht propaganda voor ongelijke ver bintenissen maakt." „Ik hoop, dat Alfreds gevoelen voor my gunstig genoeg was om my vrijwillig zjjn vertrouwen te schenken," antwoordde de jonge dame gebelgd, „en ik van mijn kant heb nog nooit zoo graag de rol van voorspraak op mij genomen dan by deze ge legenheid." „Slim genoeg," sprak de Overste slecht geluimd, „maar Richard steekt u met zyn kleinburgerlijkheid aan. Een ongelijk huwelijk is het grootste onge luk, dat een mensch kan overkomen." (Wordt vervolgd.) Wordt ten spoedigste gevraagd te Haarlem, eea R.-C. JOXGMElVSCBf, geheel op de hoogte van bovengenoemd vak en geschikt om met pak te reizen. Zij, die in de omstreken van Leiden het meest bekend zijn, komen het eerst in aanmerking. Brieven met opgaaf waar en hoelang in betrek king, onder de letters E 321 aan KOOYKER's Centraal Advertentie-Bureel, Nieuwe Ryn 16. bericht dat hy zich alhier gevestigd heeft als Hy beveelt zich minzaam in ieders gunst aan. Ondergeteekende beveelt zich aan tot het ver vaardigen en repareeren van Stoom- en andere Werktuigen. Stoomsmederij, Oude Ryn 92. W. JOISTRA, Werktuigk.-Ingenieur. eene flinke overdekte KAASSCHIT1T met ronde luiken en gangboorden, zoogoed als nieuw, ge schikt tot alle doeleinden. Alle dagen, behalve des Zondags, te bevragen bij A. VROMANS GFz. te Woubrugge. eene goed onderhouden Westlander Schuit, groot 11 ton, met of zonder inventaris. Te bevra gen by K. D. MAARSE te Aalsmeer. gedurende het voorjaar, Bloemkool en Slaplan ten, Porselein en Kropsla by C. 11IEC1IEESE, buiten de Morschpoort, Leiden. Heden ontvangen diverse soorten puike Jammen, Fleuren en Ronde Aardappelen. Dezo soorten zyn onovertrefbaar in qualiteit en tegen concur- reerende prijzen te bekomen by J. W. FLOBIJX, Vrouwensteeg No. 8. des morgens te 10 uren, aan de Bouwmanswoning van den Heer MEURS te ALFEU, lage zijde, VAN EENE PARTIJ UITMUNTEND ten overstaan van den Notaris MEMCiEFEEO, te Hazerswoudc. Te zien één uur voor de verkooping.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1