A0. 1886 Nog een officieel advies. N°. 8016. Dinsdag O April. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering Tan fon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 5 April. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.1.10. Franco per post1-40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADYERTENTTEN: Van 16 regele 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incas- eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. In breedvoerige beschouwingen geeft het Dage lij ksch Bestuur zijn leedwezen te kennen dat het zich niet kan vereenigen mot het voorstel van de raadsleden de heeren De Goeje, Yan der Hoeven, Krantz en "Was, strekkende om te beslissen dat voor de voordeelen, welke deze gemeente aanbiedt, aan niet- ingezetenen meer in rekening zal worden gebracht dan aan ingezetenen en B. en Ws. uit tenoodigen om eene regeling in dien zin te ontwerpen en in te dienen. B. en "Ws. vangen aan met de opmerking dat, wanneer de Raad mocht besluiten eene dergelijke opdracht te doen aan hun college, het inderdaad ondoenlijk zou wezen daaraan op eenigszins be vredigende wijze uitvoering te geven Het voorstel toch luidt algemeen en spreekt van de voordeelen welke de gemeente aanbiedt en die voordeelen zjjn talloos en van hoogst verscheiden aard. Wel wordt in de Memorie van Toelichting mel ding gemaakt van de gaslevering aan niet-ingezetenen waaromtrent in de laatst gehouden zittingen uit voerige besprekingen hebben plaats gehad, doch er zyn, zooals bekend is, tal van andere zaken door en voor rekening van deze gemeente in het leven geroepen en onderhouden, waarvan niet- ingezetenen genot hebben, zonder meer daartoe bij te dragen dan de belastingbetalende ingezetenen; welke andere voordeelen nu door de geachte voor stellers worden bedoeld, daaromtrent vindt men noch in het voorstel zelve noch in de toelichting eenige nadere aanwijzing. Zonder zich nu te wagen aan eene poging om alle voordeelen die de gemeente aanbiedt op te sommen, kan daaronder intusschen behalve het gas, voorzeker gerekend worden het duinwater, hetwelk wel niet door de gemeente geleverd wordt, maar toch door eene Maatschappij, die op eene rentegarantie ad 5 °/0 van het aanlegkapitaal door de gemeente aanspraak heeft en zonder vergunning van den Gemeenteraad geen water mag leveren in andere gemeenten. In de tweede plaats de scholen, hoogere, mid delbare en lagere, waarvoor, met uitzondering van de scholen 3de en 4de klasse, de toegang voor bewoners van andere gemeenten zonder verhooging van schoolgeld vrijelijk open staat. Maar behalve deze het meest voor de hand lig gende voordeelen, bestaan er nog tal van andere. Men denke slechts aan het gebruik van de straten en grachten, het bezoeken der markten, het genot van eenig politietoezicht in de onmiddellijke nabijheid der stad, bepaaldelijk aan den Stationsweg, de hulp bij brand wanneer deze door het betrokken ge meentebestuur wordt aangevraagd, de gelegenheid tot den aankoop van cokes der Gasfabriek op dezelfde voorwaarden als voor ingezetenen zijn vastgesteld, evenzeer als tot het bezoeken van den Schouwburg, zonder mede te dragen in het stedelijk subsidie en van bijeenkomsten in de Gehoorzaal voor rekening van de gemeente gebouwd en onderhouden. Zooals reeds werd opgemerkt, is het niet mogelijk alle voordeelen, welke bij de besprekingen van het thans aanhangig onderwerp in aanmerking zouden kunnen komen, op te sommen, en een ieder zal in staat zijn de zoo even aangestipte met nog meerdere aan te vullen. Mocht derhalve de Raad goedvinden een besluit te nemen in den zin als door de voorstellers wordt bedoeld, dan zouden B. en Ws. er hoogen prijs op stellen dat bepaaldelijk vooraf worde uitgemaakt voor welke voordeelen door de gemeente aangebo den, van niet-ingezetenen een hooger prijs zal moeten worden gevorderd dan van ingezetenen en tot welk bedrag. Inmiddels ontwikkelen zy in hun rapport reeds thans hunne bedenkingen tegen de toepassing van het stelsel op de meest voor de hand liggende onderwerpen, waarna zij tot de conclusie komen dat zjj het opleggen van meer bezwarende conditiën voor het genot van de voordeelen welke deze ge meente aanbiedt aan niet-ingezeten dan aan inge zetenen, niet alleen niet in het direct belang van de gemeente, maar tevens over het algemeen eeni- germate onbillijk tegenover de daarbij betrokken personen achten. Als dwangmaatregel, als middel om die omwo nenden te dwingen zich binnen de gemeente te vestigen, verwachten zij daarvan weinig heil. Voor een deel zal men zich van de onder bezwarende voorwaarden aangeboden voordeelen van onze ge meente onthouden, zeer ten nadeele van de gemeen tekas, voor een ander deel zal men ook met den besten wil aan de dringende uitnoodiging om in te gaan niet kunnen voldoen, hetzij wegens het niet verkrijgbaar zyn van geschikte woningen in de stad, hetzy uifc hoofde van den aard van het uit geoefend wordend beroep of bedrijf. Wat de uitbreiding der grenzen onzer gemeente zelve betreft, zyn B. en Ws. steeds vast overtuigd dat deze onmisbaar- is voor een toenemenden bloei der gebeente .en ^a(- eerst -wanneer daartoe is over gegaan, het zielental en de welvaart der gemeente belangrijk zullen toenemen. Aantrekking van de omliggende terreinen aan de gemeente is noodig om de bebouwing en bewoning daarvan op ruime schaal te doen voortzetten, waartoe thans slechts in beperkte mate wordt overgegaan mot het oog op het gemis van behoorlijke verlichting, bestrating als anderszins. Worden die deelen der omliggende gemeenten, die eigenaardig tot Leiden behooren, ook met de gemeente vereenigd, dan is het te verwachten dat tal van personen die te Leiden wenschen te wonen om verschillende redenen en niet het minst daartoe geleid door de zich alhier bevindende voortreffelijke inrichtingen van onderwijs op elk gebied, doch aan dien wensch geen gevolg kunnen geven wegens gebrek aan geschikte woningen in de stad, zich in de vergroote gemeente Leiden zullen komen vestigen. Uit dit oogpunt beschouwen B. en Ws. de sedert geruimen tijd verlangde grensuitbreiding, niet even wel met de verwachting dat daarvan in den eersten tyd directe voordeelen voor de gemeentekas het gevolg zullen wezen. De aanzienlijke uitgaven toch die met de grensverandering gepaard moeten gaan, wil men de bewoners van de nieuwe wjjken dezelfde voordeelen doen genieten als de bewoners der oude stad, zullen ongetwijfeld, in de eerstvolgende jaren althans niet worden opgewogen door de meerdere opbrengst der plaatselijke belastingen. Men wachte zich daarom ook wat dit punt betreft voor over dreven voorstellingen by de behandeling van het thans aan de orde zijnde onderwerp. Ten slotte is by hen de vraag gerezen of het wel met de waardigheid van eene gemeente als Leiden is over een te brengen, het zij met eerbie diging van eene tegenovergestelde zienswijze opge merkt, om het den omwoners lastig en onaange naam te maken door allerlei middelen aan te wen den, die toevallig ter onzer beschikking staan, alsof zy by machte waren de gewenschte grensveran dering tot stand te brengen, terwijl de bevrediging van hetgeen door ons wordt verlangd afhangt van de beslissing van hoogere autoriteiten, die zeiven wederom te rade moeten gaan met allerlei belangen van meer algemeenen aard. Zij geven ten slotte op grond van een en ander in overweging het voorstel van de heeren De Goeje, Van der Hoeven, Krantz en Was te verwerpen. Mocht de Raad daarentegen wellicht eene andere zienswijze zijn toegedaan dan wenschen zij, lettende op de bezwaren verbonden aan eene aanneming van het voorstel zooals het thans is geformuleerd, dat bepaaldelijk worde vastgesteld voor welke voor deelen, welke de gemeente aanbiedt, van niet-inge zetenen meer zal worden gevorderd dan van inge zetenen en tevens daarbij worde bepaald het ver schil der onderscheidene heffingen voor het genot dier voordeelen. Uit hunne beschouwingen toch blykt h. i. voldoende dat en waarom B. en Ws. zich niet in staat achten een eenigszins aannemelijk voorstel tot uitvoering van de denkbeelden der voorstellers op te maken en in te dienen, en zy zouden het, in geval van aan neming van het voorstel, niet] alleen wenscheljjk, maar bepaald noodzakelijk achten dat die taak aan eene commissie uit den Raad werd opgedragen. In de voormiddag-godsdienstoefening der Evan- gelisch-Luthersche gemeente alhier werd gisteren bevestigd de heer P. Van Veen, laatst predikant te Alkmaar. De bevestiging geschiedde door zyn ambtgenoot den heer Evelein, die tot tekst had gekozen 2 Corinthen 5 vers 16 tot 21. Des avonds hield ds. Van Veen zyn intree-rede naar aanleiding van Markus 16 vers 15. Beide plechtigheden werden door eene talrijke schare bijgewoond. Bij het einde der avond-godsdienstoefening zong de gemeente een lied, volgens gezang 28, haren nieuwen leeraar toe. De groote zaal onzer Stadsgehoorzaal was schier te klein om het talrijk pubhek te bevatten, dat gisteravond het tweede groot volks-concert bijwoonde. Uit alle rangen en standen vond men toehoor deressen en toehoorders, die met onverdeelde aan dacht het zeer gevarieerd programma volgden, dat het strijkorkest van het 4de regiment inSanterie onder leiding van den heer J. G. H. Mann ten ge- hoore bracht. Dat de keuze der verschillende muziekstukken in den smaak van het „volk" viel, wie die er aan twijfelt, waar de goedkeuring der talrijke hoorders werd geuit in den vorm van zoo menig welge meend stormachtig applaus. Doch niet alleen de keuze der nommers gaf daartoe aanleiding, de uit muntende wijze waarop het programma werd uit gevoerd, vond boven alles waardeering. Het moet nogmaals gezegd worden dat het strijkorkest van het 4de regt. inf. in ongelooflijk korten tijd door den heer Mann zóó werd gevormd, dat het succes der beide volksconcerten in de eerste plaats aan hem te danken is. Laat ons echter niet vergeten dat onder de leden van het orkest zeer goede elementen zyn. Een vorige maal maakte men reeds kennis met den heer S. Prinsenberg, die ook thans weder als solist optrad. De heeren A. J. Van Pypen (klarinettist) en C. Noest (fluitist) waren nu aan de beurt; de eerste speelde een caprice „Rève de Bonheur", eene schepping van den heer Mann zelf, terwijl de laatste in Doppler's „Waldvöglein" debuteerde. Aan beiden een woord van lof voor hun uitmuntend spel. Behalve de genoemde soli werden composition uitgevoerd van Suppé, Strauss, Flotow en Offen bach. De bekende, schoone ouverture „Egmont" van Beethoven gaf ook den meer ernstigen kunstmin naar genot en deed by Yelen den wensch ontstaan later door het orkest eens vergast te worden op eene symphonie van dezen meester. Vermelding verdienen voorts de „Scènes de genre" uit de Suite voor orkest van den heer Mann. Den directeur-componist werd na de uitvoering zijner „Bohémienne" namens eenige in de zaal aan wezige jongelui een fraaie lauwerkrans aangeboden en ook door de leden van het orkest eene welver diende hulde gebracht. De fanfares van het orkest

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1