N°. 7333.
feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 16 Maart.
VOCliiia ~%Lti
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Kommcra0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—C regela 1.05. Iedere regel meer 0.17L
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incaa-
aeeren huiten de etad wordt 0.10 berekend.
Ollicieelc Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden;
Gezien de artt. 10, 34 en 35 der Wet van 4 Juli 1850
Baatsblad No. 37);
Brengen ter algemeene kennis, dat de lijsten der personen
ie tot het verkiezen van leden van de Tweede Kamer der
itaten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den
lemeenteraad bevoegd zijn, op heden zijn vastgesteld en
Marende de eerstkomende veertien dagen voor een ieder
r lezing neder gelegd zijn op de plaatselijke Secretarie,
,rwijl een exemplaar van ieder is aangeplakt op de kleine
Iers van het Raadhuis, benevens cene lijst van de per-
men, die op grond dat zij een of meer der voor het kics-
:cht gevorderde vereischten verloren hebben of overleden
tjn, van de kiezerslijsten zijn afgelaten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
16 Maart 1886. E. KIST, Secretaris.
De voorloopig vastgestelde kiezerslijsten in
eze stad wijzen aan 1333 kiezers voor leden van
Tweede Kamer der Staten-Generaal1329 kie-
ers voor leden der Provinciale Staten en 1884
iezers voor leden van den gemeenteraad, nl. in de
ijken 1 4 (hoofdbureel) 806 en in de wijken
-9 (onderbureel) 1078.
- De commissie van fabricage bericht op eene
lesbetreffende missive van den kapitein eerstaan-
ezend ingenieur te 's-Gravenhage, dat het daarbij
:edaan verzoek tot het dempen der sloot tusschen
,e kazerne de Doelen en de voormalige kweekerij
an de Witte Singelgracht, geen bezwaar vindt,
'ïïidat zulks voor de openbare reinheid aldaar be-
orderlijk zal zijn, mits de daardoor verkregen
rond behoorlijk worde afgescheiden van de
weekerij, welke aan het Rijk in huuris afgestaan.
Tegen het leggen van een brug over de Groen-
azengracht, zooals gevraagd wordt, bestaan be
waren met het oog op de ligging der huizen
lan de westzijde van de Rembrandstraat, waar-
an de stoep slechts 21 centimeters boven
iP. ligt, terwijl de straat eene hoogte van 44
:entimeters zou verkrijgen en eene sterke helling
ip den hoek zou ontstaan. Het terrein der kazerne
angs de Groenhazengracht ligt, evenals bij de
embrandstraat, 18 centimeters en dat langs de
tollen nog 15 centimeters lager, zoodat de ver
inning tot het leggen der brug kan worden toe-
[estaan, mits de bovenkant niet hooger zjj dan 25
centimeters boven AP.
De nieuw te maken brug zal niet tot gewonen uit-
:ang van manschappen en paarden bestemd worden,
och alléén hiervoor dienst doen in buitengewone
:evallen, als brand of anderszins.
De kosten van het dempen en afscheiden der
loot, benevens het leggen der brug en de kosten
an bestraten en herstraten moeten komen voor
'ekening van het Rijk.
Zich met den inhoud van dit rapport vereeni-
gende, geven B. en Ws. den Raad in overweging
vereischte vergunning voor de daarbij bedoelde
berken te verleenen.
De commissie van fabricage bericht tevens op
m request van C. J. Leembruggen, als vader en
oogd over zijn minderjarigen zoon Willem Adriaan,
lat onder dezelfde voorwaarden als bij een vorig
raadsbesluit aan G. F. Hemerik is toegestaan, de
evraagde vergunning kan worden verleend om den
fond van de gedempte sloot aan den Zjilsingel,
6r grootte van 72 centiaren, tot tuin aan te leggen,
aits tot wederopzeggens toe, voorts door een
jeren hek van den openbaren weg afgescheiden
's tegen betaling van het recht van 2.52 's jaars.
- In een der vorige raadszittingen werd besloten
r-at het vischrecht in de singelgrachten voortaan
iet meer zou worden verpacht, en dat in die grach-
en alleen zou mogen worden gevischt met den
bengel en den peurstok. Thans heeft zich A. Teljeur
'°t het gemeentebestuur gewend, met het verzoek
°m zijne palingfuiken in de singelgrachten te mogen
uitzetten, omdat hjj gedurende tal van jaren als
pachter van het hier bedoeld vischwater dat bedrijf
heeft uitgeoefend. Hoezeer niet kan worden ontkend
dat het bovenaangehaald besluit voor adressant
eenig nadeel zal opleveren en B. en Ws. zulks
voor hem betreuren, zoo vinden zij toch geen vrijheid
om te adviseeren ten behoeve van adressant van
dat besluit af te wijken. Wordt toch het verzoek
toegestaan, dan zullen vermoedelijk vele dergelijke
verzoeken volgen en het doel met de genomen be
slissing beoogd, niet worden bereikt, daar alsdan
te weinig visch zou overblijven voor de visschers
met hengel en peurstok. Zjj geven mitsdien in over
weging afwijzend op het verzoek te beschikken.
Er bestaat geen bezwaar tegen de continuatie
der huur voor den tijd van drie jaren, ingaande
1 Mei a. s., aan Johanna Overkleeft, weduwe van
Jan Jacobus Abspoel, van de lokalen aan de Hoog-
landsche Kerk No. 245 en 26 voor een huurprijs
van f 70 per jaar. Alvorens de voordracht daartoe
te doen, hebben B. en Ws. een onderzoek ingesteld
of de ontruiming van de hierbedoelde lokaaltjes
noodig zou wezen voor de eventueele uitvoering
van de plannen der Regeering, in verband met de
restauratie van de Hooglandsche Kerk' en is het hun
gebleken dat zulks niet het geval is.
Door „Ars Aemula Naturae" zal morgenavond
in de Stadszaal weer eene kunstbeschouwing ge
geven wordeq. Wy wenschen hierop ditmaal de
bijzondere aandacht te vestigen, omdat deze kunst
avond vooral zal uitmunten door de Hollandsche,
Fransche en Italiaansche kunst, welke er zal ver
tegenwoordigd zijn.
Naar men aan het ,.D. v. N." uit Maastricht
meldt, is de toestand van den heer Ru ijs, hoewel
bevredigend, toch nog niet van dien aard, dat hij
in de eerste dagen de Kamerzittingen zal kunnen
bijwonen.
Volgens de „Portefeuille" zou de verkoop van
het „Dagblad voor Nederland" en het weekblad
„De Amsterdammer" alleen een administratieve
maatregel zijn, die weinig of geen wijziging zal
brengen in de uitgave van deze bladen, dan alleen
dat na 1 April bij de uitgave eenige bezuinigingen
zullen toegepast worden.
De heer Hora Siccama deelt in een schrijven
aan het „H. Dagblad" mede dat hij het plan van
een zeehaven te Scheveningen nog niet begraven
acht. „Wjj geven," zoo schrijft hij, „den moed nog
niet verloren. De voorwaarden van concessie waren
zoo bezwarend, dat daaraan niet kon worden vol
daan en dit dus met eene weigering gelijk stond.
De aanvrage is slechts voor den vorm terugge
nomen om den voortgang der zaak niet te be
lemmeren. Spoedig komt er nieuw leven in."
De jaarljjksche Paasch-tentoonstelling van rjj-
stieren, melkvee en vet rundvee der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, afdeeling Alkmaar,
zal aldaar gehouden worden op 16 April a. s. Ieder
mag op deze tentoonstelling inzenden, mits daarvan
vóór of op 10 April a. s. aan den secretaris der
afdeeling te Alkmaar, den heer H. Siebers Coster,
schriftelijk worde kennis gegeven.
Het programma bevat de voorwaarden en bijzon
derheden, met de uitgeloofde prijzen, bestaande in
een prijs van f 50, twee prijzen van 40, acht
van f 30, vyf van f 20, vijf van f 15, acht van
f 10 en vjjf van f 5.
Het stoomschip „Drente", van Rotterdam naar
Java, arriveerde 15 Maart te Southampton; de
„Zaandam", van Nieuw-York naar Amsterdam,
arriveerde 15 Maart te I.Jmuiden; de „Prins Hen
drik", van Amsterdam naar Batavia, passeerde
Gibraltar 15 Maart; de „Prinses Marie", van Am
sterdam naar Batavia, arriveerde te Port-Said 16
Maart en ging denzelfden dag het kanaal in; de
„Oranje-Nassau", van Paramaribo naar Amster
dam, arriveerde 16 Maart te Havre.
De audiëntiën van den minister van financiën
op 18 en van den minister van marine op 19 dezer,
zullen niet gehouden worden.
Het Leldsche Tooneel.
Geheel overeenkomstig zjjne ligging schijnt Dene
marken ook op het gebied van tooneelliteratuur
eene plaats in te nemen tusschen Duitschland en
het Noorsche Rijk.
Het gisteravond hier ten tooneele gevoerde blij
spel „Bolman en zijne familie", geeft ons eenig
recht dit vermoeden uit te spreken.
Het vereenigde in zich de breede opvatting, de
detailleering, de gerektheid der Noorsche tooneel-
schrjjvers en in 't bijzonder van Hendrik Ibsen en
Björn Björnson, de eerste ons bekend door zijn
„Een vijand des volks," de andere door „Een fail
lissement", en tevens de humor, de jacht op hilari
teit, waarvan de tegenwoordige Duitsche school
zoo zeer getuigt.
De Noren bieden ons slechts, hetzij eene intrige,
hetzij een tendenz aan, de Duitschers geven ons
slechts aardigheden en kwinkslagen ten gehoore,
de Denen daarentegen beiden te gelijk.
„Liefde wekt wederliefde", deze woorden vor
men hier de spil waarom alles draait. Dit gezegde
is eigenlijk de geheele inhoud van het stuk.
Het is de hoofdambtenaar der rekenkamer Korter,
die deze leer verkondigt aan den baron Martini, die
gaarne eene vereeniging tusschen zijne dochter Hen-
riette en zjjn neef en naamgenoot jonker Francois Mar
tini tot stand zag komen.
Vertel, redeneert deze, aan haar dat zij vurig
bemind wordt door hem, aan hem, dat hjj haar
afgod is; er volgen lonkjes, lachjes, tel dat alles
bij mekaar en de som is; zjj vallen in elkanders
armen.
Hoewel deze stelling als een axioma werd uit
gesproken, bleek het bewijs niettemin zoo buiten
gewoon gemakkelijk niet te leveren te zijn en toch
was zij waar; zjj kregen mekaar, al duurde het
een weinig lang, eer alle mogelijke hinderpalen
overwonnen, alle reisplannen niet ten uitvoer ge
bracht waren.
Niet alleen echter dit, ook nog andere paren
moesten zich paren. Dit geschiedde in de woning
van den stipten, nauwgezetten staatsambtenaar
Bolman, gezegend met twee lieftallige dochters,
die, volgens vaders uitdrukkelijk bevel, nooit ofte
nimmer door een ander naar het altaar mochten
geleid worden dan door een mensch, d. w. z. door
een staatsambtenaar, want eerst daar begon, vol
gens zijne meening, het menschelijk geslacht.
Het was dan ook niet met volle goedkeuring
van vaderszijde dat een der dochters, Marie, in het
huwelijksbootje trad met den als bibliothecaris der
hoogeschool benoemden letterkundige Kessel; het
was geen staatsambt, verklaarde hjj, doch de over
weging dat de hoogeschool ook eene fatsoenlijke
inrichting was, deed hem besluiten zijne toestem
ming te verleenen.
Van het oogenblik dat de viool, en nog wel de
eerste viool Werner lid was geworden van de hof
kapel en derhalve koninklijk staatsambtenaar was
geworden, bestond er natuurlijk geen bezwaar tegen
eene vereeniging tusschen dezen en Bolmans andere
dochter Sofie.
Ziehier in korte woorden den inhoud van het
geheel.
Het stuk kan niet bogen op een bepaald goeden
bouw. Geheel en al in strijd met de voorschriften,
gesteld aan een tooneelspel van vier bedrijven, was,
hetgeen de Franschen noemen „le noeud", het
toppunt van verwarring, reeds aan het einde van
het tweede bedrijf. Dit had ten gevolge dat reeds
bij het einde van het derde bedrijf alles opgehel
derd, alles opgelost was. Schrijver heeft dit gebrek
trachten te vergoeden door een nieuw, zeer lang-