dat het zijn plan was, den directeur om te brengen, omdat deze hem, volgens zjjn beweren, f 1000 schuldig was. Het wapen en de patronen zijn in beslag genomen en de woning van den directeur onder bijzonder toezicht gesteld. Zaterdag-middag omstreeks v jj f uren had te Amsterdam een ongeluk plaats aan de Ejjnspoor, dat ernstige gevolgen na zich had kunnen slepen. De machinist van den trein, die te 4.50 m. aan het station aankomt, bemerkte, toen hij bij het binnenkomen de Westinghouse-rem aanzette, dat deze niet wilde werken. Hjj liet onmiddellijk stoom vliegen en zette de handrem aan van tender en locomotief. Dit hielp echter niet. Onder een schril gefluit en het gesis van den losgelaten stoom schoot de locomoLief vooruit. De trein, die te 4 u. 50 m. aankomt, is een gemengde trein en bestond uit tien wagens: twee passagierswagens, een goederenwagen en zeven wagons met vee. De kracht van de vaart der ach teraankomende wagens, die door het defect aan de Westinghouse-rem nu niet tot stilstand konden wor den gebracht, was zoo groot, dat locomotief en tender als 't ware vooruitgeschoven werden. Zjj verbrijzelden als een riet het kolossale stootjuk, vlogen over of door den weg en bleven aan de overzijde, vlak voor een daar staanden goederen wagen, in den weeken grond steken. Niemand der passagiers bekwam eenig letsel, en opmerkelijk is het dat zjj nauwelijks den schok hebben gevoeld toen het zware stootjuk verbrijzeld werd. Behalve den machinist, die licht verwond werd, bleef ook het treinpersoneel ongedeerd. De gemeenschap langs den openbaren weg naar den Amstel was tijdelijk gestremd. In de „Amst. Crt." wordt medege deeld dat B. en Ws. van Amsterdam door toepas sing van art. 22 jcto art. 5 der concessie, aan de „Imp. C. G. Ass." eene boete hebben opgelegd van f 212,000. Art. 5 schrijft de termijnen voor, waarop de verschillende gebouwen en inrichtingen ten behoeve der gasfabriek moesten worden voltooid, en daarin is, o. m., bepaald dat de reinigingsgebouwen don lsten Augustus 1885 moesten voltooid zijn. Dit was het geval niet en verleden Zondag, den laatsten Februari, pasten B. en Ws. de in art. 22 voorgeschreven boete van 1000 voor eiken dag vertraging toe. Tot zekerheid van dergelijke boeten en andere geldelijke verplichtingen van den concessionaris, heeft de gemeente een waarborgfonds in handen, groot f 800,000, welke som binnen acht dagen na elke inhouding moet zijn aangevuld tot het oor spronkelijk bedrag. De „Amst. Crt." geeft het bericht van de toe passing der boete, zonder er de reden bij te voegen waarom de bedoelde gebouwen niet zijn voltooid. Over de wijze van inrichting bestond verschil van gevoelen tusschen de „Imperial" en het Gas- bureau, en hieraan schijnt de vertraging te wijten te zijn. De Maatschappij kan thans van de toegepaste boete in beroep komen bij den gemeenteraad, aan welks beslissing zij zich moet onderwerpen. De termijn binnen welken dit beroep moet zjjn gedaan is (art. 23) acht dagen na toepassing der boete. Omtrent den te Utrecht in de kazerne der veld-artillerio gepleegden moord, bericht het „Utr. Dbl." nader het volgende: Den stukrijder Wenteler was door den milicien Bergman eene beschuldiging ten laste gelegd, waar voor eerstgenoemde voorloopig in arrest werd ge steld na een daaromtrent ingesteld onderzoek bleek echter, dat er geene termen bestonden om den beschuldigde te vervolgen, noch het hem opgelegde arrest te bestendigen. Nadat W. uit de arrestkamer was ontslagen en op vrije voeten gesteld, heeft hij denzelfden avond de kazerne verlaten en, volgens zijne eigene verklaring, bij den geweermaker Ten Haaft revolverpatronen gekocht, daar voorwendende, dat hjj oppasser der wapenkamer was en eenige patronen aan het getal, dat aanwezig moest zijn, ontbraken. Deze winkelier had daarom geen be zwaar, hem de patronen te verkoopen. W. schijnt gedurende den nacht niet geslapen te hebben althans hjj heeft, terwjjl het overige personeel sliep, eene revolver van een korporaal op dezelfde kamer, waarop hjj logeerde, weten te bemachtigen, mot het voornemon, den milicien B., die op stal- waclit was, te dooden. Bij het blazen der reveille heeft W. onmiddellijk een der achterdeuren van de kazerne, die des nachts gesloten zjjn, verlaten, zich naar een der stallen begeven, waar B. toevallig op post stond, en, hem daar aantreffende, gezegd „Ziezoo, nu ben je mjjn man"; vervolgens heeft hjj hem door 3 revolverschoten gedood. Terstond daarna heeft W. zich bij den comman dant der kazernewacht aaugemeld, met verzoek, hem in arrest te stellen, zeggende, dat hjj den milicien B. in den stal had doodgeschotenhjj steldo dien onderofficier tevens de revolver, waarmede hjj de misdaad had gepleegd, en een paar nog overgebleven patronen ter hand. Hjj werd daarop in arrest gesteld en zal weldra voor den krijgsraad moeten terechtstaan. Onlangs maakte het „D. v.N."melding van het geval, dat in de Nicolaas-kazerne te Utrecht een militair, die eene berisping ontving, een kame raad, die hem daarover uitlachte, met een pook op het hoofd sloeg. Thans meldt men, dat deze schijnbaar onbedui dende zaak de treurigste gevolgen heeft voor den aanvaller, niet omdat de wond nadeelige gevol gen had voor den getroffene, want deze was spoedig hersteld; ook niet omdat de misdaad strenge straf voor den dader ten gevolge had, maar omdat deze zelf zjjn in drift gepleegd vergrijp zich zoodanig heeft aangetrokken, dat hij, na langzamerhand meer en meer teekenen van zinsverbijstering ge geven te hebben, gisteren als volslagen krankzinnig naar een gesticht is moeten gebracht worden. Onder de gemeente Brummen is een huis afgebrand. Van den inboedel, welke verzekerd was, is weinig gered. Er is sprake van een spoorweg onder den grond te Parijs. Een verschrikkelijke storm heeft gewoed op de kusten van den Atlantischen Oceaan. Men bericht van schipbreuken en overstroomingen op verscheidene punten van het Iberische schier eiland. Geveilde pcrceelen. Gehouden verkooping aan den Burg alhier op Zaterdag 6 Maart, ten overstaan van den notaris A. J. Rjjsliouwer: Een perceel warmoesland met daarop staand tuinhuis, gemerkt letter Z, No. 279, alsmede een gedeelte water, alles gelegen in het buitenwater nabij de Zjjlpoort onder de gemeente Leiderdorp, Sectie A, Nos. 1303, 2487, 2488 en 2489, koopor J. A. Schmier voor 1460; een speel tuin met getimmerten in de Witte Eozenlaan onder de gemeente Zoeterwoude, No. 200, Sectie H, Nos. 1750, 1751, 1752 en 1753, kooper J. P. J. Sleg- tenhorst voor f 1600. BUITENLAND. Fraulïrjjk. Het gerucht dat de Fransche gezant te Berlijn, de heer De Courcel, verplaatst zou worden, wordt ten stelligste tegengesproken. In eene bijeenkomst der anarchisten te Parjjs is besloten om geld te verzamelen ten behoeve van de mijnwerkers te Decazeville, en tevens om hun partijgenoot, die op de beurs revolverschoten loste, een bekwaam verdediger te geven. Het bljjkt dat de man niet Petrowitsch heet geljjk hij eerst opgaf maar Gallot, en een zeer gevaar lijk persoon is. In do kamer, welke hij in de rue Mouffetard bewoonde, vond de justitie een groot aantal fles- schen met chemische oplossingen en andere harde stoffen, welke naar het scheikundig laboratorium ter onderzoeking zjjn gezonden. Toen de rechter hem vroeg, waartoe al die stoffen dienden, ant woordde hjjdat is genoeg, om eene geheele wjjk in de lucht te doen vliegen. Verder verklaarde Gallot dat het eerst zjjn plan was geweest om de Kamer van Afgevaardigden te vernielen. Men houdt hem voor het werktuig, waar-van anderen zich be dienden, en wel op grond dat hij in zijne woning vóór drie dagen bezoek kreeg van een welgekleed heer. Gallot ontving eene goede opvoeding, maar hjj werd afgewezen voor de school voor kunst nijverheid te Angers en ging toen naar Duitschland en Italië, waar hjj met de anarchisten in aanraking kwam. Zoodra gebleken was dat de man volkomen bjj zijn verstand is, werd hij naar do gevangenis te Mazas gebracht. Intusschen worden de anarchisten door de politie zeer streng in het oog gehouden. Twee Duitsche, twee Belgische en een Russische anarchist zijn in hechtenis genomen en zullen over de grenzen worden gezet. De regeering heeft het besluit vernietigd, waarbij door den Parjjschen gemeenteraad 10,000 franken werden toegestaan ten behoeve dor werk stakers van Decazeville. Duitschland. De Rijksdag beraadslaagde weder over het wets voorstel betreffende het brandewijn-monopolie. De staatssecretaris Von Bötticher betuigde namens den rijkskanselier diens leedwezen er over, dat hij, wegens zijn gezondheidstoestand, deze beraadslaging niet kon bijwonen, doch de rijkskanselier hoopte eventueel in eene te benoemen commissie of bjj de tweede lezing het standpunt te kunnen uiteen zetten dat tot het voorstel betreffende het mono polie heeft geleid. Verder had hjj namens den rijkskanselier te verklaren dat deze intusschen in geen enkel opzicht van zienswijze in deze was veranderd. De deswege verspreide geruchten waren ten eenenmale ongegrond. De heer Von Bötticher hoopte dat het getal der voorstanders voor het monopolie bjj de verdere beraadslaging zou toenemen, zoodat het ten slotte toch zou worden aangenomen. Het slot der beraadslaging was, dat het brandewijn monopolie-voorstel naar eene commissie van 28 leden werd verzonden. In den loop van het debat wederlegde de minister van financiën Von Scholz nogmaals de bedenkingen, tegen het ontwerp ge opperd. Hjj verzekerde dat de regeering niets zou verzuimen, om der commissie te gemoet te komen, en hoopte nog steeds dat eene verstandhouding mocht bereikt worden. "Wegens zjjne mededeeling op 10 Febr. in het Huis van Afgevaardigden, dat twee Berlijnsche firma's in Zwitserland en het zuiden van Frankrijk thalers lieten aanmunten, werd graaf Scholscha voor den rechter van instructie gedagvaard; hjj weigerde echter elke nadere verklaring te geven. In de zitting van den Rjjksdag diende de heer Windhorst daarop Zaterdag een wetsvoorstel in, volgens hetwelk verboden wordt om dwangmiddelen te bezigen tegen afgevaardigden van den Rijksdag, tot het afleggen van gerechtelijke getuigenis, ter zake van feiten, waarover zjj zich in het Parlement hebben uitgelaten. Groot-BritanniS. De openbare vergadering, door de chefs der socialisten belegd, werd gistermiddag op het plein van Clerkenwell in de noordwestelijke wyk van Londen, gehouden. Eenige hondeiden personen waren aanwezig en luisterden naar de redevoeringen dei- socialistische sprekers, maar zonder eenige demon stratie te maken. Ook te Manchester werd eene meeting gehouden, welke door de sociaal-democratische vereenigingen was aangekondigd. Het aantal personen, welke er aan deelnamen, wordt op 5000 geschat. De gehou den redovoeringen kenmerkten zich door kalmte en gomatigdheid. Voorstellen werden aangenomen, om bij de regeering aan te dringen op het verschaffen van werk aan de noodlijdenden, tegen een loon, toereikend voor hunne behoeften. De meeting ging daarop bedaard uiteen. Bij de stemming over de motie van den heer Labouchère hebben 168 leden van het Lagerhuis, zooals wij reeds mededeeldon, zich verklaard tegen het vastknoopen van het recht van wetgeving aan de erfelijke pairs-waardigheid. Onder die 168 leden waren 111 liberalen en 57 Parnellisten. Het blijkt dus, dat de radicale fractie minstens een derde uitmaakt van de liberale partij. Vier zoons van pairs stemden voor de motie van den heer Labouchère. Het waren de heeren Bruce (zoon van lord Elgin), Coleridge (zoon van lord Coleridge), lord William Compton (zoon van den markies van Northampton) en lord Wolmer (zoon van den graaf van Selborne). De beide laatsten zijn oudste zoons, en dus geroepen om bij den dood hunner vaders in het Hoogerhuis zitting te nemen als de heer Labouchère niet vóór dien tijd zjjn zin krjjgt. Slechts 56 liberalen stemden tegen de motie- Labouchère. Spu nje. Na afloop der plechtigheden te Madrid bij de voltrekking van het huwelijk van de infante Eulalia met prins Antonio, zoon van den hertog van Mont- pensier, heeft de ministerraad in overweging ge nomen het verzoek van de neven, de ooms en de tante van den veroordeelden Henri van Bourbon, hertog van Sevilla, om dezen gratie te verleenen. Door den raad is een besluit ontworpen, waarbij de koningin-regentes de straf van acht jaren ge vangenisstraf verandert in verbanning.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 2