U
N°, 7S81.
Woensdag 24 Februari.
A0. 1886.
(§628 Qoarant wordt dagelijks, met uitzondering
van fgon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 23 Februari.
EIDSCH
DAGBLAD
I
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEHN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17a.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
seeren huiten de stad wordt 0.10 berekend.
Ofiïoiocl© IConnitiigeviugen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
I Gezien art. 5 der Wot van den 28sten Juni 1881, zoo-
Is die nader is gewijzigd
T Brengen ter algemeene kennis dat door DIEK AEIE
XBMÊÏi alhier woonachtig, een adres is ingediend om
(ei-unning tot verkoop van sterken drank in het klein in
it perceel Morschstraat No. 35.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTEE, Burgemeester,
j Februari 1886. E. KIST, Secretaris.
Heden is aan de universiteit alhier de heer A. G.
is Visser, geb. te Sliedrecht, bevorderd tot doctor
de rechtswetenschap, met academisch proefschrift,
it.: „Buitensporigheden, mishandelingen en grove
ileedigingen als grond voor scheiding van tafel
bed."
- Wij waren heden in de gelegenheid by den
iek-, kunst- en muziekhandel aar Joh. J. Eggers
italeerd te zien een welgelijkend portret van
izen algemeen geachten stadgenoot den heer
J. Wetrens, vervaardigd door den heer Raar.
uitvoering doet genoemden teekenaar alle eer aan.
- De afdeeling Leiden en omstreken der Maat-
;happü tot bevordering der Bouwkunst zal Don-
;rdag a. s., des avonds te halfacht, in het Nuts-
[ebouw hare 134ste vergadering houden. Als
ireker zal dien avond optreden de heer J. J. Reesse,
Delfzijl, die eene voordracht zal houden over
'ortlandsche cement (Nederlandsch fabrikaat), een
ander door proeven opgehelderd.
- By de Rijkstelegraaf zijn verplaatstde tele-
radst 1ste kl. H. J. P. Van Batenburg, van Schoon-
loven naar Leidende telegrafist 2de kl. P. L. Jung,
ran Leiden naar Nijmegen.
- De heer P. S. Hamel, consul-generaal der
ederlanden te Bangkok, van wien het Rijks Ethno-
raphisch Museum te Leiden in 1884 eene verza
ding Chineesche en Siameesche voorwerpen ont
hoeft andermaal van zijne belangstelling in
lat Museum doen blijken, door de aanbieding van
erschillende Siameesche voorwerpen, waarvan eene
litvoerige beschrijving voorkomt in de Staatscourant
an heden. Den schenker is de dankbetuiging der
legeering aangeboden. De verzameling bestaat uit
rubriekenkeukengereedschap, kleeding en op-
rhik, middelen van vervoer, handel, het tooneel,
eelgoed, feestkleeding en eeredienst.
- De Koning moet reeds het plan gevormd heb-
■n om dezen zomer wederom in eene buitenland
se badplaats te vertoeven tot het ondergaan van
ine gezondheidskuur. Overigens laat de gezond-
leidstoostand van Z. M. tegenwoordig niets te
enschen over.
- Naar het „Vad. verneemt, is dr. Salverda,
specteur van het M. O., zeer ernstig ongesteld,
elukkig was de zieke gisteren iets beter.
Naar hetzelfde blad verneemt, heeft de heer
J. M. Asmus, hoofdcommies aan het departe-
ent van marine en chef van het generaal-secreta-
iaat, die onlangs zijn 50-jarig dienstjubilé vierde,
in pensioen gevraagd.
- De hertogin-weduwe van Albany, prinses van
aldeck-Pyrmont, die zich naar het vasteland be
seft, wordt op hare doorreis via Vlissingen van
enden, te 's-Gravenhage verwacht, ten bezoeke
'an de Koningin, hare zuster.
Het hoofdbestuur der „Algemeene Vereeniging
'oor Bloembollencultuur" te Haarlem, heeft bekend
Snn.akt dat de uitreiking der medailles en ge-
igschriften aan de bekroonden op de tentoonstel-
'g van bloeiende bol- en knolgewassen, gehou-
Pen in Maart 1885, zal geschieden op 27 dezer,
N namiddags te halfdrie, in de groote zaal der
Piëteit „Vereeniging", in de Begynenstraat aldaar,
heer J. G. Van den Bergh, minister van
waterstaat, handel en nijverheid, heeft zich met
de meeste welwillendheid bereid verklaard, de
medailles en getuigschriften aan de bekroonden uit
te reiken. De plechtigheid zal door muziek worden
opgeluisterd.
Tot gemeente-architect te Bloemendaal is be
noemd de heer S. Roog te Haarlem.
De Koning heeft benoemd tot Hds. particu
lier secretaris voor technische aangelegenheden,
jhr. Hora Siccama, op een maandelyksch trakte
ment van honderd gulden.
Aan den heer J. C. J. Van Ogten is eervol
ontslag verleend als directeur van het Koninklijk
Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Hage.
Men schrijft uit Deventer aan het „Dbl. v. Ned."
In den ouderdom van bijna 78 jaren overleed
Zaterdag alhier een der meest geachte ingezetenen
ten gevolge van een ernstig ongeluk, hem voor eenige
dagen overkomen. De emeritus-predikant J. C. F.
Van Sandick viel in zijne woning voor eenigen tyd
van de trappen. Hy bezeerde zich toen erg en
overleed nu ongeveer eene week later.
De heer Van Sandick was in den volsten zin
des woords „een braaf mensch." Daarvoor stond
hy by al zyne mede-ingezetenen bekend.
De officieren van gezondheid der 1ste kl. by
de zeemacht W. Schoondermark en G. H. Klosser,
uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, zijn op
non-activiteit gesteld.
Het stoomschip „Zaandam" is 21 Febr. te
Nieuw-York aangekomen; de „Zuid-Holland", van
Rotterdam naar Java, vertrok 22 Febr. van Suez;
de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 22 Febr. te Port-Said en ging denzelfden
dag het Kanaal in; de „Stella", van Amsterdam
naar Nieuw-York, passeerde 22 dezer Lizard.
Z. M. heeft aan dr. D. E. J. Völter vergun
ning verleend tot het geven van hooger onderwijs
aan het Evang.-Luth. Seminarium te Amsterdam;
opnieuw benoemdtot hoofi commissaris van politie
te Rotterdam, mr. C. Cardinaal; tot commissaris
van politie te Rotterdam C. Van der Maaren, D. M.
Ebbeler, W. F. Leyds, A. J. Torley Duwel en J.
W. C. Strang; b(j het personeel van den ge-
neesk. dienst der landmacht benoemd tot off. van
gez. 2de kl., den student voor genoemden dienst
(arts), J. H. v. Gennepaan mej. E. C. Dewsnap,
geb. te Londen, mits zy overigens aan de bij de
wet gevorderde vereischten voldoet, vergunning
verleend tot het geven van lager onderwijs;
eervol ontslag verleend aan J. A. A. Jonkergouw
en D. Storm, als Rijksopzieners der spoorwegdiensten
2de kl.; aan J. D. C. M. De Roos, thans inge
nieur voor het stoomwezen der spoorwegdiensten,
den titel verleend van ingenieur voor het seinwezen
der spoorwegdiensten, en met 1 Mei benoemd tot
adj.-ingenieur voor het stoomwezen der spoorweg
diensten, J. J. F. Pennink, thans Ryksopz. 2de kl.
op de spoorwegdiensten; den heer J. J. H.
Deubner, tydelyk, dat is voor den tyd van 5 jaren,
benoemd tot officier van gezondheid 2de kl. by het
leger in Ned.-Indië; - tot lid van den Kolonialen
Raad in de kolonie Curasao benoemd de heeren
M. Daul en E. S. L. Maduromet 1 Maart a. s.
lo. den luit. ter zee 1ste kl. C. J. De Jong Pzn.,
ter zake van in, doch niet door den dienst ontstane
lichaamsgebreken, op pensioen gesteld, onder toe
kenning van een jaarlyksch pensioen van f 1623;
2o. bevorderd tot luit. ter zee 1ste kl., den luit. ter
zee 2de kl. G. J. Sluyterman.
Gemengd IVieuws.
Heden mocht P. Jansen, werkzaam
in de Leidsche Zoutkeet, den dag herdenken dat
hij vóór 25 jaren aldaar in dienst trad. Als waar
deering voor de gedurende dit tydvak bewezen
diensten werd hem door de directie e n zilveren
remontoir-horloge vereerd.
Hedenmorgen om halfnegen zakten
twee jongens, die zich op het ys van den Zoeter-
woudschen singel, ter hoogte van den molen
„de Oranjeboom", hadden gewaagd, door het ijs.
Een hunner gelukte het zelf weer uit het water
te komen, maar de andere, een tienjarige knaap,
zou zeker zyne roekeloosheid met den dood hebben
moeten bekoopen, indien niet op het hulpgeschreeuw
eenige personen waren toegeschoten. Na veel moeite
slaagden v. H. en K. er in hem, met behulp van
eene ladder, uit zjjn niet benydenswaardigen toe
stand te redden.
Betreffende den grooten diefstal van
bloem uit de fabriek der firma Nicola Koechlin
Co. te Voorburg, bleken ter terechtzitting van gis
teren uit de bekentenis der drie beklaagden, den
bleekersknecht J. H. K., den sjouwer D. J. v. d.
W. en den petroleumventer J. K., zoomede uit de
mededeelingen der getuigen, de volgende bijzon
derheden
Om in het pakhuis van de bloem te komen,
welke daar voorhanden was in zakken, verzegeld
met loodjes en voorzien van een merk in He-
breeuwsche karakters, omdat de waar bestemd
was tot bereiding van paaschbrood voor de Israë
lieten, moest de 1ste bekl. een raam openschuiven.
De zakken werden vervolgens met behulp der beide
anderen geladen in schuiten, brutaalweg van eene
nabijgelegen plaats weggevoerd, en daarna ver
voerd, eenmaal naar Leiden met eene pakschuit
en de andere keeren tot aan de brug by Voorburg.
Aldaar laadde een schipper uit Leidschendam de
zakken in het holst van den nacht op zijn vaar
tuig over en bracht ze dan tot in de sleutelstad,
vergezeld van beklaagden, die een handwagen huur
den om de bloem naar den opkooper te vervoeren.
In 4 partijen, van 12, 24, 54 en 64 baaltjes,
werd het gestoleno aan den Leidschen broodbakker S.
verkocht, die in den regel f 9 voor de twee zakken
betaalde, hoewel hy, volgens zyne verklaring, een
maal /II voor de twee zakken had uitbetaald.
De tweede beklaagde, die het geld ontvangen
had, sprak dit tegen, bewerende dat hij het goed
de laatste maal werkelijk voor slechts f 7.50 den
zak aan bakker S. verkocht had, doch, op diens
verlangen, op do quitantie een prjjs van f 11 ge
steld had.
Toen de diefstal door de beheerders der fabriek
ontdekt was en aangegeven, begaf zich de briga
dier der ryksveldwacht Driessen, gestationneerd te
Voorburg, vergezeld van den hoofdagent-recher
cheur der Haagsche politie v. d. Rhee, naar den
bakker S. te Leiden, ten wiens huize hy werkelijk
een deel van de gestolen waren terugvond.
By dezen bakker en al zyne vakgenooten te
Leiden, die door onderkoop in het bezit van ge
stolen bloem waren, werden de zakken in beslag
genomen. De volle en ledige zakken werden aan
de fabriek teruggegeven, behalve één, welke als
stuk van overtuiging in het geding diende.
Het bleek tevens dat de beide eerste beklaag
den, vroeger aan de fabriek in dienst, ontslagen
waren.
Zoewel de schipper uit Leidschendam, die de
lading naar - Leiden had gevaren, als de opkooper
aldaar, werden gewezen op het vreemde van hunne
handelwijze. Zy hadden toch moeten bedenken,
zoo zij al niet wisten gestolen goed te vervoeren
of te koopen, dat de omstandigheden als het ware
duidelyk aanwezen dat de zaak niet in orde was,
vooral omdat zij niet eens, maar herhaalde malen
daarby betrokken werden.
De schipper antwoordde dat de dieven hem ver
zekerd hadden dat hun eigen schuit lek was, en de
Leidsche bakker dacht dat hy, zooals hem werd