tot 31 Maart 18S6 werden begroot op f 275,000, doch waren in werkelijkheid f 200,000, waarmede de directie hoopt de courant drie jaren te kunnen voortzetten. Derhalve zal „de Amsterdammer," welke gedurende drie jaren f 560,000 gekost heeft, voor de volgende drie jaren p. m. 2 ton noodig hebben. De directie verklaart dat het kapitaal, nu gevraagd, de laatste groote leening is om „de Amsterdammer" voorgoed te behouden, ook om de nu reeds bestede f 560,000 niet geheel waardeloos te doen zijn. „Zou het nu niet jammer zyn vraagt do direc tie dat eene zaak, waaraan zooveel krachtsinspan ning is besteed en zoo groote geldelijke offers zijn gebracht, te niet moest gaan, nu zjj voor drie vierde deel gevestigd mag heeten De aandeelen in de genoemde leening ad f 200,000 zijn f 500 en f 250 groot. De gewone audiënties van de ministers van financiën op 21, van waterstaat op 21 en van marine op 22 dezer zullen niet plaats hobben. Z. M. heeft benoemd tot commissaris van politie te Gouda J. W. Tuinenburg, thans commis saris van politie, tevens commissaris van Rijkspolitie, te Bolsward; in hun rang overgeplaatst: by het wapen dor inf., en wel by het 8ste reg. van dat wapen, den kapt jhr. H. Laman Trip, van den generaion staf; by den generalen staf, den kapt. J. M. Campbell, van het 8ste reg. inf.; met ingang van 1 Febr. aanstaande: lo. den luit. ter zee 1ste kl. A. E. Arkenbout Schokker, op zyn verzoek, eervol uit den zoedienst ontslagen, en 2o. den luit. ter zee 2de kl. A. H. Hoekwater bevorderd tot luit. ter zee 1ste kl.; aan den ontvanger der dir. bel., invoerr. en acc. C. J. F. A. Van Gestel te Vaals, op zyn verzoek, eervol ontslag uit'sRyks dienst verleend, behoudens aanspraak op pensioen. Het Leldsehe Tooneel. Eene" moer dan buitengewone drukte, eene meer vrooiyke, meer opgewekte stemming dan gewoonlyk het geval is, heerschte er gisteravond in het komedie gebouw. Het jubileum van D. Haspels, den man, die ook hier den dag herdacht, waarop hij vóór 25 jaren voor het eerst voor het voetlicht trad, die ge durende dit kwarteeuw steeds een sieraad geweest is van ons Nederlandsch tooneel, was de reden van deze opgewektheid. Alle rangen en alle plaatsen waren reeds lang vóór den aanvang ingenomen door vurige bewon deraars van den talentvollen tooneelspeler, die allen hem wilden toejuichen, hom door talrijke en lang durige bijvalsbetuigingen hunne sympathie, hunne ingenomenheid met dit feest wilden te kennen geven. Met luide bravo's der toeschouwers, met driewerf herhaalde fanfares van do zydo van het orkest, met het aanbieden van een krans van de Schouwburgcom missie, nam de feestviering bij het optreden van den jubilaris een aanvang, om straks gevolgd te worden door een nog grooter huldebetoon. Het was by hot einde dor tweede acte toen twee groote on beroemde Nederlanders, onze hoogleeraren dr. P. J. Cosyn en dr. J. H. C. Kern, ten tooneele verschenen om by monde van laatstgenoemde namens Leidens ingezetenen hom hunne achting voor zyn persoon, hunne vereering voor zijn talent te be tuigen. Als blijk dezer algemeene waardeering boden zy hem een tweetal prachtwerken aan, namelyk„Onze hedendaagsche letterkundigen" van dr. Jan Ten Brink, en „Moderne kunst in Neder land", etsen van P. J. Arendsen, tekst van J. F. Van Someren, met een inleidend woord van mr. C. Vos- maer, inhoudende 12 kostbare etsen naar schil deryen van Bisschop, Springer, Sache, mevrouw Ronner, v. d. Sande Bakhuyzen, Apol, Alma Ta- dema enz. en een artistiek portret van mr. C. Vos- maor. Namens de Schouwburgcommissie van het Leidsch Studentencorps werd hem door den heer Pantekoek overhandigd het prachtwerk „Italiens Kuntschiitze." Het was een plechtig oogenblik, die aan Neder land belioorende, maar in het buitenland alom be kende auteurs te zien plaats nemen tegenover den gevierden acteurhet was een tooneel, maar ook een bepaald aangrypend tooneel, toen deze mannen hem hunne sympathie betuigden; het was een waardig slot toen de jubilaris voor de hem te beurt geval len eer in hartelyke en welsprekende woorden hun zijn dank bracht. Het was de wetenschap, welke lmlde bracht aan de kunst, en het was de kunst, welke deze hulde der wetenschap met dankbaarheid aanvaardde. Ziehier dan het feest en de schitterende wijze, viirnji hot gevierd word. De zakelyke inhoud van „Mejonkvrouw De la Seiglièro," het gisteren opgevoerde tooneelspel, is in korte woorden weer te geven. De markies De la Seiglière behoorde tot een der vele adellyke geslachten, die de Fransche revolutie niet met ingenomenheid begroetten. Ook hij verliet het land, waar de oude dynastie, het oude konings huis der Bourbons, van den troon vervallen was ver klaard, om eene schuilplaats te zoeken in het Duit- sche Neurenberg. Zyne goederen, zonder rechtmatigen eigenaar zynde, werden door de nationale conventie ver beurd verklaard, ten voordeele van de republiek te gelde gemaakt en gekocht door een zekeren Stamply, voorheen een pachter van den markies De la Sei glière. Deze echter, in de stellige overtuiging dat zyn eenige zoon, een officier in dienst van Napoleon, reeds lang rustte onder de Russische sneeuwvelden, rekende het zich tot plicht de door hem gekochte goederen aan zyn vroegeren heer en meester terug te geven. Bernard, de dood gewaande zoon, be oorde echter nog tot de levendenhy keerde weer, en de akte van schenking was dientengevolge nietig. Die nietigheid wordt echter hersteld door een huwe lijk van Bernard Stamply met de dochter van den markies De la Seiglière, een lieftallig, rechtschapen, edel meisje, dat de oude Stamply gedurende zijn leven steeds als kind had geëerd en bemind. De vertaling liet dikwijls veel te wenschen over; vooral de geestige passage der dagvaarding was in onze taal zeer slecht overgezet. Uitdrukkingen byv. als „Le mort saisit le vif waarover de mar kies in het origineele ten hoogste zyne verbazing te kennen geeft, heeft men by ons eenvoudig ach terwege gelaten. Ook aan de kostumes was niet de noodige zorg besteed. De kleedy van mevrouw Beersmans was eenvoudig een anachronisme; deze behoorde geheel en al tot onze dagen en niet, zoo als het letterlyk zyn moest, tot het begin dezer eeuw. Van het spel kunnen wy echter niet anders dan met lof gewagen. Allen werkten mede om het jubileum van hun vriend, van hun ambtgenoot zoo luisterrijk mogelyk te doen zijn en deze zelf heeft als het ware zich zeiven overtroffen. Zyne typeering van den ouden trotschen edelman, bezield met een diepen afkeer voor mijnheer Buonaparte en voor alle diens daden was meesterlyk; menigmaal deed de uiting van die vooringenomenheid en de verheerlyking van zijn eigen persoonlykheid en eigen geslacht van alle zijden een hartelyken, gullen lach ontstaan. De avond van gisteren moge voor Leidens inge zetenen genotrijk en vreugdevol geweest zyn, voor den jubilaris kon hy niet anders dan aangenaam en vereerend heetenwant Haspels is het bewijs geleverd, hoezeer ons publiek hem acht, hoezeer het hem waardeert. De door den heer Haspels geuite wensch dat het hem mocht gegeven zijn nog menigmaal in Leiden voor het voetlicht te treden, werd dan ook ongetwyfeld door allen beantwoord met do hoop hem nog menigmaal te mogen gadeslaan en bewonderen. Mr. L. H. Gemengd Nieuws. De zeventiende feestvergadering van de kleedermakersvereeniging „Eendracht door Vriendschap" werd gisteravond in de met groen versierde zaal van het lokaal Ephraïm op de Haar lemmerstraat gehouden. Tegen zeven uren vereenigden er zich de leden met hunne vrouwen en meisjes en, na het spelen van een „Prins-Rudolf-marsch", nam de president het woord en riep in korte woorden allen aan wezigen het welkom toe. Uit de verslagen der secretarissen bleek dat het bestuur eene kleine wyziging had ondergaan, o. a. door het verkiezen van een nieuwen penningmeester, daar de vorige wegens byzondere omstandigheden voor die functie niet meer in aanmerking wenschte te komen, en, wegens de vele werkzaamheden aan het ondersteuningsfonds verbonden, door het be noemen van een tweeden penningmeester, terwijl de tweede secretaris met de administratie van ge noemd fonds werd belast. De gezondheidstoestand der leden was in het afgeloopen jaar bevredigend en het ledenaantal bleef stationnair. De finantieele toestand der ziekenkas en die van het ondersteu ningsfonds waren insgelijks, dank zij den bijdragen van heeren donateurs, bevredigend. Na het zingen van een welkomstlied en het spelen eener Feestouverture werd overgegaan tot de opvoe ring van„Genoveva", drama a grand spectacle, in zeven tafereelen, door een gezelschap onder directie van den heer W. Hart. Het stuk liep flink van stapel en de medewer kenden slaagden er volkomen in om den aanwezigen een paar genoeglyke uren te verschaffen. In de pauze werd de vergadering nog onthaald op eene muzikale voordracht van den violist den heer Prinsenberg, nl. „Le petit du Tambour," welke zóó in den geest van het publiek viel, dat de heer P. zich verplicht achtte nog eene kleine voordracht ten beste te geven. Eon zeer geanimeerd bal besloot ook dit samen- zyn, dat afgewisseld werd door het zingen van eenige feestliederen, welke voor deze gelegenheid, evenals vroeger, weder door den heer W. Metzelaar vervaardigd waren. De schoenmakersvereeniging „Door vriendschap verbonden" vierde gisteravond in het café „Piet Hein" haar derde jaarfeest. Te 8 uren werden, onder het spelen der muziek en met het vaandel aan het hoofd, de heeren donateurs en eereleden door den president de zaal binnengeleid, om de voor hen bestemde plaatsen in te nemen. Daarna opende de president, hoewel eenigszins ongesteld, de vergadering, heette allen welkom te dezer plaatse en betreurde het verlies van een geacht donateur. Het vervolgens uitgebrachte verslag over het afgeloopen jaar mag, den jeugdigen leeftijd der vereeniging in aanmerking genomen, zeer gun stig genoemd worden. Zoowel in ledental als in het finantieele, ging ze merkbaar vooruit, dank zij den steun vooral van heeren donateurs. Na het zingen door allen van een welkomstlied, werden, met welwillende medewerking van eon drie tal dames, twee tooneelstukjes opgevoerd, getiteld ,,'tWas maar een loods, (Een kroon van den ouden zeeman)" oorspronkelyk tooneelspel met coupletten, in drie bodryven, en „Dat is Garibaldi," kluchtspel in één bedryf. Zoowel de mannelijke als vrouwelijke dilettanten speelden goed en bewezen in veel, dat de rol, hun gegeven, door hen niet alleen goed begrepen werd, maar ook was ingestudeerd. Een woord van lof mag dan ook niet onthouden worden, vooral niet a.m Steintje Kokinje, den jeugdigen Herman en Brammetje. Herhaalde toejuichingen en het aandachtig volgen der beide stukken bewezen ook hier dat ieder veel genoegen smaakte. Het feest werd met een bal besloten, dat de feestvierenden lang byeenhield, zeer vroolijk was en tot aller genoegen afliep. Men s c h r ij f t ons uit K a t w ij k aan Zee: Van de eerste drie bomschuiten, welke 11 Jan. op de verschvisschorij waren uitgegaan, zyn er twee spoedig door stormweer teruggekeerdde laatste is Zaterdag met weinig viscli aangekomen. Ze be- somde slechts f 45. Voor eene mand levende schol werd in den afslag besteed f 15.25. Wegens tegenwind kunnen de schuiten niet afgaan. Den 1 6 d e n dezer, 'snachts, z ij n b ij den landbouwer W. Van Wijk, te Haarlemmer meer, nabij de nieuwe brug, na inklimming en verbreking van latten uit de woning ontvreemd lfi kippen en verschillende veeren. Jl. Zaterdag is aldaar aangehouden en naar den officier van justitie overgebracht de welbekende Karei Leeflang, als beschuldigd van het schryven van een brandbrief aan den landbouwer P. Zuiver aldaar. In het pothuis hoek Leuvebrugsteeg en Leuvehaven te Rotterdam is gistermiddag het reeds verstijfde lijk gevonden van een schoenlapper, die daar zijne werkplaats had. De dood heeft waar- schynlyk reeds Zaterdag jl. plaats gehad. Naar de „N. R. C." meldt, maakte de man zich schier j j onafgebroken aan drankmisbruik schuldig en schynt hij nu aan eene beroerte te zyn gestorven. De jager W. B. te Kolderveen (Dr.jI heeft de twintigjarige dochter van zyne buurvrouw. I, wed. H. Mulders, bij ongeluk zoodanig, aan het gezicht verwond, dat er weinig hoop op levens-1 behoud bestaat. Terwijl hy met een geladen geweer buitenshuis E ging, gleed hy uit, viel achterover en stootte metH het geweer aan den grond, zoodanig dat het afging® en de verwonde, die kort achter hem was, in het® aangezicht trof. H Zondag-avond brak te Kuilenburg® in eene schuur een brand uit, waarvan de vlaffi® zelfs te Beuzichem duidelijk werd gezien. Wat nogN te redden viel, bleef behouden, maar o. a. zijn tweelj paarden, 3 pinken en 1 melkkoe verbrand. He' n lijk van den eigenaar, den heer K..., stond juis' fl boven aarde, maar is nog bijtijds de woning uit gedrasgp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 2