Bit miner bestaat uit Drie Bladen. <§ezs .Qcurant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. I Voor de Inteekenaren daarop behooren - 'bij dit nummer van het Leidsch Dagblad :jde Nos. 210 tot 215 der Ingekomen Stuk ken van den Gemeenteraad. Een onhoudbare toestand. Leiden, 9 Januari. PRIJS DEZES. COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. jFraneo per post Afzonderlijke Nommere0.05. Men worslt beleefd verzocht klachten over de bezorging van het Leidsel» Dagblad onmiddellijk schriftelijk aan het Bureel in te dienen. Oliïeieele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden; f Herzien de openbare kennisgeving omtrent de verplich- Mjting tot het doen van aangifte voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1886, voor hen die op den lsten Januari van dit jaar hun 19de jaar zijn ingetreden, en alzoo de personen, geboren in het jaar 1867, alsmede voor hen die eerst na het intreden van hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen van hun 20ste, ingezetenen zijn ge worden Doen te weten: dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden op het Raadhuis, van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren, op Maandag den Uden Januari, voor de bewoners van de wijken I, II en III, op Dinsdag den 12den Januari, voor de bewoners van de wijken IV en V, 1 op Woensdag den 13den Januari, voor de bewoners van wijk VI, op Donderdag den llden Januari, voor de bewoners van wijk VII, op Vrijdag den 15den Januari, voor de bewoners van de wijken VIII en IX of de buitenwijk, Ken dat de geboorte-akten, die de belanghebbenden bij de schrijving, onder opgave der woonplaats van den inge- hrevene, behsoren over te leggen, dagelijks, de Zondag tgezonderd, zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer go- eente (afdeeling Burgerlijke Stand), van des voormiddags tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens voor hen, die hier niet zijn geboren, aanvrage ter verkrijging dier akten kan worden gedaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 4 Januari 1886. E. KIST, Secretaris. De Burgemeester der gemeente Leiden; Gezien art. 21 der Wet van den 4den December 1872, iStbl. No. 134); Brengt ter algemeene kennis dat in de afgeloopen week drie gevallen van Roodvonk alhier zijn aangegeven en dat geene lijders aan deze ziekte zijn overleden. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 9 Januari 1886. DE KANTER. I Er is een nieuw scliuitenveer vacant. - Hoewel er alleen maar in het voor- en najaar, bij buiig weer, en des zomers, bij een onweersbuitje, behoefte aan is, toch zou het druk voor den schipper kunnen worden; want by die gelegenheden is het eene lief hebberij om te zien, hoe de stroom alle verkeer bijna afsnijdt. We bedoelen de Haverzaklaan, datstiefmoe derlijk bedeelde gedeelte der stad, dat, hoe dicht ■jebouwd ook, nog altijd een voetpad bezit, of het |gals tuinpad moet dienst doen, waardoor hetinzon- 'derheid des winters, onbestraat als het is, in een Eestand verkeert, ten gevolge van het drukke ryden en inloopen, dat de laan eene moddersloot Doch wat nu vooral do maat doet overloopen is it by flinke regenbuien de ingang der Haverzak- ffl&aan blank onder water staat, en een breede stroom Bfcen toegang aan bewoners en bezoekers betwist, W?ü we' dat eene hulpbrug hier waarlijk geen «jpverbodige weelde zou mogen genoemd worden. 1 Men zie en oordeele of dit een toestand is, welke zóó houdbaar is! I Wat moeten, in dit seizoen, de kinderen van de bewoners der laan niet lyden, die, door zoo'n bree Ion stroom wadende, doornat aan hunne voeten tb nis komen, om van het ongerief van de ouderen n; 't te spreken, waar bij sommigen, ten overvloede, het j water zelden hunne woningen binnenkomt. Hoe ongezond aan deze zijde, aan de andere zijde der laan is het niet veel beter. Daar worden de reukzenuwen voortdurend onaangenaam getroffen, zelfs nü nog, door den modderpoel van eene byna droogliggende en doodloopende sloot, waarop onder scheidene riolen uitloopen. Onlangs werd in dit blad, ter wille van de paar den, de staf gebroken over de gewoonte dat men, in den tram gezeten, overal uitstapte, en we liever, als de tram naby de plaats onzer bestemming stilhield, uitstappen moesten, opdat de paarden later voor ons niet opnieuw zouden hebben stil te hou den, waardoor de beesten te veel lyden. De schrijver of schrijfster van dat stukje heeft de toestanden in de menschenwereld al zéér vol maakt moeten vinden, om zóó voor de grieven van de dieren op te treden. Ons komt het voor dat er nog maar al te veel menschelijke grieven zich luide doen hooren, welke allereerst herziening eischen, voordat de beurt aan honden en paar den komt. En zie hier ééne van die grieven in de stad onzer inwoning. Eene grief, welke reedè lang geleden en al lang verzwegen isde ellendige toestand van de Haverzaklaan. Mogen we den autoriteiten, die zulks aangaat, daar om deze klacht wel in overweging geven, en beleefd verzoeken daaraan zoo spoedig mogelijk een einde te maken? Het zyn hier geen trampaarden, maar de gezondheid en de belangen van onderscheidene belasting-betalende gezinnen, die geschaad worden. Het bovenstaande ontvingen we van „een 17-tal bewoners der Haverzaklaan", met verzoek om de klacht onder de algemeene aandacht te brengen. We ruimden er hier dan ook met genoegen een plaatsje voor in, want inderdaad, de toestand is er treurig. Menigmaal reeds kon men er getuige van zijn. De gelegenheid zal nu wel weer aanbreken als de dooi intreedt en de gevallen sneeuw in water zal doen veranderen. Als men gaat zien, dan zorge men voor een paar goede laarzen en een flinken polsstok. Ons land leent zich by uitnemendheid tot het houden van wedstryden op of in het water. Geen wonder dus dat men van die gelegenheid gebruik maakt en zich oefent in schaatsenrijden, zwemmen en roeien, niet alleen om het genot, aan het be oefenen dier kunsten verbonden, te smaken, maar ook om te weten te komen tot welk een maximum van kracht en vlugheid een mensch het brengen kan. En dat hierin eene eerbiedwaardige hoogte is bereikt, bewyzen de uitslagen der verschillendo wedstryden, door ty'd- en afstandmeters zoo nauw keurig mogelyk aangewezen. Wat heeft jong Nederland zich in dien strijd niet alleen met landgenooten, maar ook met buiten landers kranig gehouden. Het heeft een naam ge kregen, heel de wereld door bekend, welke het zich tot eene eer en plicht rekent te handhaven. Indien nu al niet, dan toch aullen wij er ons in korten tijd op beroemen kunnen, dat in ons kleine landje de beste schaatsenryders, de beste zwemmers, de beste roeiers gevonden worden van heel de wereld. In Nederland de beste roeiersOm daarvan over tuigd te worden, leze men het verslag van de Studenten-Roeivereeniging „Njord", over het Ver- eenigingsjaar 1884 1885, met groote nauwkeurig heid samengesteld door haren Ab-actis, den heer R. J. G. Damsté, jur. cand. te Leiden. 't Is een lust om dat verslag te lezen. Als ge begonnen zyt, leest ge ten einde door. Geen wonder dat de schrijver met groote ingenomenheid zyne taak verricht, waar de Vereeniging van zooveel voor spoed, van zoovele lauweren en overwinningen kon gewagen. Lezende hoe „Njord" kwam, zag en over PRIJS DER ADVERTENTIEN: Ven 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het iuoaa- seeron buiten de stad wordt 0.10 berekend. won, maakt zich eon gevoel van vreugde en van fierheid van u meester, ge kunt een „bravo", een „hoerah" niet binnenhouden en begroet haar met geestdrift als „de machtigste strijder op alle wateren." Welk eene schoone loftuitingZe is van 't „D. v. N." Gedurende deze week zijn dagelijks in de Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van 55 78 volwassen personen en van 11 20 kinderen. Men schrijft ons uit Katwyk aan Zee: Don derdag 7 Jan. 11. vierde de heer K. Boorsma alhier zijn 25-jarig jubilé als hoofd eener school alhier. De deelneming was algemeen. Geen wonder. Tallooze onderwijzers werden door hem, niet alleen in het laatste tiental jaren dat hy directeur is der Nor maalschool, maar ook vroeger, gevormd. Talloos zyn de gezagvoerders in de groote vaart, geboortig uit het visschersdorp, die aan hem een eervollen stand in de maatschappy verschuldigd zyn. Ont zaglijk is de invloed ten goede, door hem in die 25 jaren uitgeoefend op Katwyk en zyne bevolking. Nadat de schoolkinderen op kosten der gemeente onthaald waren, werd de jubilaris namens Raad en Gemeente gecomplimenteerd door den burgemeester. Vervolgens werd hij op de hartelijkste wyze toe gesproken door dr. Van Maasdyk, door den hoer A. Van Rhijn, president der feestcommissie, en door den heer W. Van der Plas, oud-leerling van den heer Boorsma en thans hoofd der school te Weesp. Namens de commissie werd den jubilaris, in byzyn van vele belangstellenden, autoriteiten en alle ge- meentelyke corporatiën, een prachtig album aange boden, versierd met eene keurige penteekening der school door den heer Klaver, onderwyzer en calli- graaf te Leiden, en bevattende alle bestaande pho- tographieën van Katwijk, 62 in getal, welke op de linkerbladzyden naast de naamteekeningen der gevers op de recliterbladzyden een verrassend effect maken. By het album behoorde een tafeltje. Daarenboven werd nog aangeboden een sigaren koker, gevuld met sigaretten, welker inhoud, vol gens de woorden van den president, zeer brandbaar en zeer gevaarlijk was, doch waarmee men bijna alles kan doen. Op het drietal, ter beroeping van een predikant by de Ned.-Herv. gemeente te Valkenburg, zijn geplaatst de heerenE. Jansen Schoonhoven te Kamerik, C. Snel te Zuid-Beierland en M. H. Bolke- stein te Hierden. Do Koning en de Koningin verschenen gister avond precies om lialfacht in den Haagsclien schouw burg ter bijwoning van de voorstelling door de Kon. Vereeniging „het Nederlandsch Tooneel". Aan den ingang werd aan H. M. door den ad ministrateur van het Ned. Tooneel te 's-GraVen- hage, den heer K. F. Van Bylevelt, een bloem ruiker aangeboden. Toen HH. MM., wier tegen woordigheid de schouwburgbezoekers sedert vrij geruimen tyd hadden moeten derven, in de Konink lijke Logo verschenen, werd hun door het publiek eene ware ovatie gebracht. Het „Wilhelmus" dat het orkest aanhief, wetd schier overstemd door het algemeen en langdurig handgeklap, waarmede het Koninklyk echtpaar van de zyde der in grooten getale opgekomen ingezetenen werd begroet. De toejuichingen, zoo schryft men ons, vertolkten op welsprekende wyze de sympathie, welko het Neder- landsche volk voor hun Koning en Koningin ge voelt. Met belangstelling volgden de hooge bezoe kers den gang van het opgevoerde tooneelstuk „Paillas," en het spel van Bouwmeester, die daarin do hoofdrol vervult. Het gevolg van HH. MM. bestond uit de hofdames baronesse Van Ittersum en jonkvrouwo Van de Poll en de heeren ridder Huyssen Van Kattendijke, kamerheer van Z. M., Gey Van Pittius, adjudant des Konings, en jhr. Van den Bosch, ordonnans-officier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1