Het stoomschip „Jacatra", van Java naar
Amsterdam, arriveerde 5 Jan. te Marseille; de
„Voorwaarts", van Batavia naar Amsterdam, ver
trok van Padang 5 Jan.; de „Batavia", van Rot
terdam naar Java, arriveerde 5 Jan. te Southamp
ton; de „Soerabaia", van Java naar Rotterdam,
vertrok 5 Jan. van Marseille; de „Prinses Marie",
van Batavia naar Amsterdam, vertrok van Port-
Said 6 Jan.
Z. M. heeft benoemd: tot surnumerair by het
bestuur der directe belastingen, invoerrechten en
accijnzenJ. P. A. De Vries, J. J. Loke, B. Formijne,
W. J. Schaafsma, J. Van Hee, M. J. De Willigen,
J. N. J. Boom, W. L. Van der Vegte, C. L. W.
Noorduyn, W. Klober, J. J. W. Veldhorst, A. Hoogen-
huis, J. M. H. Van Wessem, J. J. A. Houbon en
F. A. Lambrechtsen- P. Fijn VanDraat, te Venloo,
voor het jaar 1886 benoemd tot leeraar aan de
Rijks H. B.-school aldaar; den commissaris van
politie te Kampen, K. F. Goelst, tevens benoemd
tot commissaris van Rijkspolitie; J. J. Stoel, te
Kampen, voor het tijdvak van 10 Jan. tot en met
31 Dec. 1886, benoemd tot leeraar aan de Rijks
H. B.-school te Zaltbommel.
liet Licidselie Tooneel.
Varietas delectat. Zondag-avond een drama als
volksvoorstelling door het gezelschap van Van Lier;
Maandag een blyspel, opgevoerd door de Rotter-
damsche tooneelisten, en Dinsdag eene operette van
het Hoogduitsche Operettengezelschap van den
Parkschouwburg te Amsterdam.
„Kanon, die Wirthin vom Goldenen Lamm", was
de titel van het zangspel, dat gisteravond ons
wederom naar den schouwburg deed gaan.
Zoowel libretto als compositie vormden eene ver
makelijke pot-pourri. Een vurig minnaar van een
prachtexemplaar van het schoone geslacht maakt
zyn hof aan de aangebedene zijns harten onder een
gefingeerden naam, iets wat Molière zijn tijdge-
nooten reeds heeft doen aanschouwen; er komt
nog een tweede Liebhaber; een duel volgt, nietj
tegenstaande het tweegevecht door den Roi Soleil
(Lodewyk XIV) op straffe des doods verboden is,
reeds in Marion Delorme door Victor Hugo ge
schetst; het meisje is niet van adellyk geslacht,
de minnaar weler blijft dus niets anders over
dan ook haar hoofd met de gravenkroon te ver
sieren, juist hetzelfde slot als dat van het tooneel-
spel „Anna-Lise, de bruid van Leopold van Anhalt-
Dessau." Verder worden wij nog vergast op eene
aardigheid, door Adolf Quitzow in zijn Mocklen-
burger Geschichten geschreven, nl. dat drie ver
schillende personen hetzelfde lofdicht maken en
aan dezelfde persoon opdragen. En dat alles speelt
in een wereld, waarin vertoeven Madame de Main-
tenon en Ninon de l'Enclos, beiden door den che
valier de Brantome zoo meesterlijk beschreven in
zyn „Vie de dames galantes" en waarin hij o. a.
gewaagt dat laatstgemelde op haar zeventiende
jaar begon en op haar zeventigsten jaardag ein
digde de liefde geen zwaro zonde te vinden.
Ook de muziek was een mixtum compositum.
W|j hoorden melodieën uit „Der Bettelstudent", „Der
Feldprediger", en zelfs meenden wjj eene enkele maal
den geest van de „Juive" te hooren zweven, en wel
in het aria van Hector in de tweede acte.
De actie liet over hot algemeen weinig te wen-
schen over; er werd vlug en con amore gespeeld.
Frl. Lucie Verdier, als Nanon, was eene allerliefste
waardin met eene heldere, frissche stem, zonder
echter bepaald op den naam van zangeres te kun
nen bogen. Ook fraulein Meyer in haar travestirol
als Hector de Marsillac voldeed zeer goedvooral
haar accentuatie viel zeer te prijzen. De heer
Hanno was een allervermakelijkste markies. Zijne
woorden„Ein Komiker bin ich", bevatten werkelijk
waarheid. De heerSwoboda als de markies d'Aubigné,
scheen eenigszins met heeschheid te kampen te
hebben; zijn spel was overigens zeer beschaafd.
De geheele opvoering kon echter niet die mate
van enthousiasme ondervinden waarmede „Der
Bettelstudent" en „Der Feldprediger" ontvangen zyn.
De zaal was slechts zeer matig bezet. Mr. L. H.
Gonieugd N ieuws.
Door den krijgsraad in het 1 ste mili-
iaire arrondissement is de grenadier R. veroordeeld
tot 1 jaar militaire gevangenisstraf ter zake van
diefstal in de chambrée, ten nadeele van een
kameraad.
Gistermorgen werd in het Oost-:
einde te Aalsmeer het lyk opgehaald van A. S.,
die, waarschynlyk door de duisternis misleid, Zon
dag-avond te water is geraakt. Dit is de derde maal
dat de moeder, eene weduwe, op zoo noodlottige
wyze een zoon verloor.
Men m o 1 d t uit Amsterdam dat J. Do
Zwart, colporteur van „Recht voor Allen", gisteren
werd veroordeeld tot 6 maanden cel, wegens verzet
tegen de politie enz. De eiscli was 5 maanden.
Op den Geislinger heuvel bij Stutt-
gart sprong gisteren de ketel der machine van een
goederentrein. De machinist en de stoker werden
gedood, een derde beambte is levensgevaarlijk
gekwetstvele wagens zijn vernield.
Een vreeselyk ongeluk had plaats
in de woning van mme. Sipière te Parijs. Zij gaf
op oudejaarsavond een partijtje aan eenige vrien
dinnetjes van haar dochters. By het dansen viel
eene lamp om en het tulle-japonnetje van een dezer,
een meisje van 14 jaren, vatto vlam. Den volgenden
morgen was zij aan haar wonden bezweken.
Te Tripoli heeft een voorval plaats
gehad, dat een ongunstig licht werpt op do marine.
De gouverneur van Tripoli, die zich voor een inval
van het Italiaansche leger wilde beveiligen, liet
in de laatste maanden de hoofdstad van het regent»
schap zeer versterken en door de zeemacht eene
reeks torpedo's langs de reede leggen. Het schijnt
dat men zich van de onverplaatsbaarheid van deze
torpedo's niet genoeg verzekerd heeft, althans twee
daarvan werden door de golven meegevoerd en
verdwenen. Sedert is eon dezer vermiste torpedo's
op het strand teruggevonden, maar de ander is
voor de scheepvaart in de streken aldaar meer dan
gevaarlijk. De havendirectie van Tripoli heeft dit
dan ook wel ingezien en zij laat thans aan de bin
nenvallende schepen seinen geven om hen van het
govaar te verwittigen.
De eenige dochter van den onlangs
overleden baron Carlos von Cagern te Weenen heeft
zich vergiftigd. Wanhoop, veroorzaakt door den dood
van haar vader, moet haar tot deze treurige daad
hebben gebracht.
Sedert geruimen tij ddus wordt uit
Frankfort aan de „Köln. Zeit." geschreven, maakt
eene bende inbrekers de stad onveilig en treedt
met evenveel voorspoed als brutaliteit vooral in
die deelen der stad op, welke door de meer welge-
stelden worden bewoond.
De dieven schijnen het in het bijzonder op artis-
ten te hebben gemunt, want nadat in het begin
van het vorig jaar by mevrouw Clara Schumann
was ingebroken, is nu hetzelfde den 29sten Decem
ber bij professor Julius Stockhausen geschied.
Bij mevrouw Schumann was de buit indertijd zeer
aanzienlijk, maar bij den heer Stockhausen moesten
de plunderaars zich met kleinighoden, een zilveren
theeblad, oen ivoren koker, eenige oude munten
en kleedingstukken vergenoegen. Een met zilver
beslag versierde ivoren dirigeorstaf werd gebroken
en het zilver er afgesloopt.
Behalve vele andere diefstallen, beroofde men
onlangs den voorzitter van den gemeenteraad van
al zjjn zilverwerk en alles duidt aan, dat men met
eene bende te doen heeft, die volgens een bepaald
plan werkt. Het mag dan ook een ter juister tijd geno
men maatregel heeten, dat het aantal nachtwachts,
met het begin van het nieuwe jaar, met drie en
dertig is vermeerderd en dat eerstdaags voor betere
straatverlichting zal worden zorg gedragen.
KOLOMEN.
op 's lands kosten naar Indië werd uitgezonden om
te adviseeren over „maatregelen tot breideling van
de uitspattingen der drukpers."
Naar aanleiding dezer aanklacht schrijft het te
BATAVIA, 25 Nov.-2 Dec.
Hoon des Koning* en Zijn Huls.
Aan de vervolgingen der pers in Indië is nog
geen einde.
Thans vervolgt men het „Algemeen Dagblad",
welks vaste medewerker de heer Busken Huet nog
steeds is, wegens hoon tegen den Koning en diens
Huis, neergeschreven in een brief van Fantasio,
waarin de schrijver, te midden van een overzicht
van den donkeren politieken toestand in Nederland,
ook heeft doen uitkomen op welk eene oneerbiedige
wijze velen over den Koning en de Koningin spreken,
en hoe men zelfs voor het prinsesje niets gevoelt, j
zoodat men zelfs haar verjaardag niet tot een j
nationalen feestdag heeft willen maken.
Deze vervolging wordt allereerst door genoemd
Ind. blad zelf, afgekeurd omdat Fantasio de heer
Cd. Busken Huet de oneerbiedige uitdrukkingen
jegens de leden van het Koninklijk Huis volstrekt
niet als eigen meening uitsprak, maar weergaf als j
het gevoelen van anderen.
Opmerkelijk is dat indertijd de journalist Huet j
Amsterdam verschijnende „Dbl. v. Ned. heden liet
volgende
„Indien er ooit iets geschreven is, dat terecht
de gloeiende verontwaardiging van een heden-
daagscli Nederlander heeft opgewekt, dan zijn het
de woorden, die Fantasio gebruikt, om de minach
ting, die ons volk jegens het Koninklijk Huis heet
te bezielen, wereldkundig te maken. Die woorden
zijn zóó grof, zóó gemeen, zóó door en door leugen
achtig, in het by zonder waar zjj Koningin Emma
betreffen, dat wij de vrijmoedigheid missen, ze aan
onze lezers mede te deelen.
„Is dat, zoo vraagt men zich af, is dat Busken
Huet, die aan de boorden van de Seine z|jn geest
voedt met het edelste dat het verleden en het
heden te zamen hebben voortgebrachtis dat Huet,
de Nederlander, die tientallen van jaren ons volk,
onze historie en onze letterkunde bostudeerd heeft;
is het hem onbekend, hoe de vorm, dien liy ge
bruikt, door elk beschaafd Nederlander moet wor
den veracht, en de inhoud van zijn schrijven door;,
een iegelijk als schandelijke laster zal worden;
gebrandmerkt?
„Is dat Huet, de beul van Haarlem, clie zooveel
reputaties heeft aangetast, maar voor het minst].
onder eigen naam en op eigen verantwoordelijk-,
heid; gaat nu deze uit Brussel, onder het mom*
van Fantasio, te Parijs woonachtig, dus in elk;
opzicht buiten schot, even laf hartig als boosaardig,
een naam bekladden, welke door geheel Nederland
met ingenomenheid wordt uitgesproken? Is dat
Huet, die aan ons Vaderland zoo groote verplich
ting heeft; de man, die in zijn eigen blad onze
natie door de modder sleurt en alzoo het gezag
van het moederland ondermijnt in de koloniën?
Huet eenmaal op staatskosten uitgegaan om de'
Pers te corrigeeren 1
„Daar ligt op den bodem der ziel van dezen?
talentvollen schry ver een vuile droesem, welkeiJ
gen stroom van levend water, uit kunst en lite-K
ratuur geweld, nog niet heeft kunnen wegwisschen.
„Daar is voor Fantasio nog een geheel andèreH
Augiasstal te reinigen, dan die welken het hem-"
lust met meer dan ongewasschen handen te red
deren. De letterkundige criticus, op politiek gebied]
verzeild geraakt, van wrevel, eigenwaan en min
achting vervuld, daalt verre beneden peil, gaat inl
brutale platheid onder. Onridderlijke geest, diejj
hij is, dat hij zwyge!"
Het Amsterdamsch „Handelsblad" schrijft oveiï"-
deze zaak o. a. het volgende: „Nooit hebben we
in Nederland zulke taal gehoord of gelezen, en het
is ons volkomen onverklaarbaar, hoe een man als
Huet zoo iets heeft kunnen schrijven, dat voor alm
Indië heeft kunnen publicaeren. Hij is een man
ran goeden huize en goede vormen. Hij zou zich
diep schamen om in gezelschap zich in ruwe woorden
uit te laten over een burger van jaren, die mei
eene jonge vrouw gehuwd isHoe ter wereld
kan een beschaafd man zich dan op die wijze uit
laten in een brief aan eene Indische courant, ei
dat nog wel over het Hoofd van den Staat. Eet
burger, die beleedigd wordt, kan zich doen geldei
tegen iemand, die hem beleedigteene vrouw, eem
Koningin kan dit niet.
„Indien de heer Busken Huet werkelijk de schrijver
is van deze opmerkingen, dan gelooven we, da-.'
de algemeene afkeuring, waardoor ze in Indië gei-
troffen zyn, eene ernstige straf voor hem is, eb
het ware, dunkt ons, beter geweest, den rechter.--.'
er niet mede te moeien."
BtJITlINLAND.
Fraukrijk.
Men spreekt van eene vervolging, tegen de:
graaf van Parijs ingesteld, wegens jagen zondeij
akte. De zaak zou voor het hof van Rouaan wordeif
gebracht.
De Fransche regeering laat twee transport]
schepen bouwen, de „Loiret" op de landswerf tfl
Cherbourg, de „Dróme" door particulieren. Beid?'
zullen stalen schepen zijn, 69 meters lang e»
9 m. 64 breed, met eene machine van 1100 paar I
dekracht.
De „Temps" meent dat men de 735,000 fr., welM 'M
ieder dezer schepen kosten zal, nuttiger voor wer, J
kelijke oorlogsschepen had kunnen besteden.