N3. 7940.
'1 o 2 2. clei*d a y Januari.
A°. 1886.
Leiden, 6 Januari.
I Naar men verneemt, zal op 22 Januari a. s. den
- leden der Maatschappij voor Toonkunst alhier een
genotvolle avond worden aangeboden. Als tweede
concert in dit seizoen zal dan een kunstenaars
concert worden gegeven door de heeren Eugène
Ysaye (viool) en Théophile Ysaye (piano) en mej.
Chr. Veltman (alt-zangeres).
!§ez$ [Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post*-40.
Afzonderlijke Nommere0-05.
Door de vereenigde vergadering van Rijnland
is. in hare bijeenkomst van heden, benoemd tot
secretaris van het Hoogheemraadschap mr. Egbert
De Vries.
f In het „Nieuws van den Dag" deelt de heer
Daniel De Lange omtrent hun optreden te Amster
dam o. a. het volgende mede
„Evenals bij zyn optreden in de concerten van
Felix Meritis, electriseerde ook thans de bekwame
violist zijne hoorders. Zoowel door zijne enorme tech
niek, zijn schoonen toon als door zijne warme
smaakvolle voordracht, won hij aller harten. In de
„Fantaisie appassionata" van Vieuxtemps toonde
Ysaya hoe hy in den klassieken stijl der Fransch-
Belgische school als meester heerschappij voert.
In do „Airs Russes" van Wieniawski. bewandelde
lijj het pad van het virtuosendom in zijne hoogste
beteekenis als techniek. Daarnaast bewees hij in
twee zijner eigene composition, „Prés d'un berceau"
en „Dans le lointain", dat hij ook als degelijk ont
wikkeld musicus eene plaats inneemt. Behalve de
genoemde werken vermeerderde hij, door de dave
rende toejuichingen der hoorders hiertoe opgewekt,
Jjpijn programma nog met eene Mazurka en eene
van Wieniawski.
Naast den concertgever deed zich hooren mej.
hristine Veltman. Haar warm klinkend, omvang
rijk orgaan maakt op de hoorders steeds een goeden
indruk. Haar voordracht wordt gekenmerkt door
groote soberheid en waren eenvoud. Zoo ook dit
maal. Zij had hare keuzo bepaald op Schumann's
„Waldesgesprach," „Mondnacht" en „Frühlingsnacht"
en Massenet's „Elégie," Klengel's „Domröschen"
en Bralims' „Vergebliches Standchen." Het best
voldeden de Elégie en Mondnacht. In deze gedragen
nummers werkte de klank der stem in al zijne
schoonheid en molligheid op de hoorders. In Dorn-
föschen en Vergebliches Standchen zou een weinig
meer verschil van timbre voor de verschillende
episoden geen kwaad doen. Ook de voordrachten
van mej. Veltman werden door de aanwezigen mot
warmte gewaardeerd.
De heer Théophile Ysaye deed zich kennen als
een klavierspeler, dio ernstige technische studiën
gemaakt heeft. In eene Ballade en Rhapsodie van
Liszt en eene Nocturne van Chopin gaf hjj blijken
van groote vaardigheid. Wel schijnt het, dat hij
nog niet die vrijheid van voordracht bezit, welke
noodig is om den hoorders alle muzikale fijnheden
der voorgedragen werken te doen opmerken, maar
hij is nog jong. De taak voor hem was overigens
omvangrijk genoeg, want behalve in zyne solo
stukken, trad hij tevens op als begeleider van de
beide andere uitvoerenden. De aanwezigen toonden
ok voor dezen jongen klavierspeler sympathie;
an toejuichingen ontbrak het niet."
Hedenmiddag ontvingen we per Nederlandsclie
jnail nog enkele Indische bladen van 25 Nov. tot
1 Dec. De vorige mail was reeds van 2 Dec.
I Van de op 1 Januari 11. in de Ned.-Hev. kerk
yjbestaande 278 vacaturen kwamen in de dassen
gKieiden en Goes 9, in de classis Middelburg 10,
en in de classis Dordrecht 10 gemeenten voor.
I Men schrjjft ons uit Sassenheim, dd. -1 Jan. 188 -
|T „Hedenavond hield de heer Kroes, uit Groningen,
agent der Ned.-Amerik. Stoomvaartmaatschapp
zjjne voorgenomen lezing over Amerika en Ameri-
kaansche toestanden. Zij duurde ongeveer 1 ,/l uur
PRIJ3 DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J.
Grootcre letters naar plaatsruimte. Voor het ino&s-
eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
en daarin werd in grove trekken het leven van
den in Amerika gevestigden boer weergegeven,
zooals hjj dat op zijne rondreis door de Vereenigde
Staten en wel in de Staten Wisconsin, Minnesota,
Michigan en Iowa had aangetroffen.
Alles weer te geven wat door hem in die 1'/,
uur word behandeld is natuurlijk niet doenlijk,
te meer omdat de spreker zeer snel las, vooral
als het becijferingen en berekeningen betrof, en zijne
stem deed dalen of rijzen, al naarmate de punten
van behandeling hem minder of meerder belang
rijk voorkwamen. Zoo was onder anderen zeer
goed te verstaan dat de vleeschschotel in Amerika
3-maal per dag rondging en ieder het vleesch maar
voor het grijpen had en dat de boter 8 cents het
pond kostte (dat het Amerikaansche centen waren,
dus gelijk 20 cents Hollandsch, werd vlug en zacht
gezegd). Evenzoo deed hij sterk uitkomen dat iemand,
die met f 4000 naar Amerika ging, zeker was
daar een rijk man te worden, zóó rijk zelfs dat hij
daarmede het eerste jaar reeds f 3000 zou kunnen
verdienen. Iemand, die met minder heenging, zou
wel niet zoo gauw rijk zijn, maar zich moeten
bepalen slechts een gezeten man te worden.
Een en ander werd vlug opgehelderd door
becijferingen. In elk geval zou zoo iemand die
begaafd was met lust tot werken, met open armen
ontvangen worden. Door wien hij zoo zou ontvangen
worden, vermeldde spr. natuurlijk met en laten wij dus
ook onzen lezers over te radende oplossing ligt voor
de hand. Armoede, uitgenomen te Nieuw-York, had
spr. niet aangetroffen. De varkens liepen wel
niet met het mes in den rug langs de straat, de
gebraden kapoen vlogen u niet maar zóó in den
mond en het water was wel geen wijn, maar of
het véél scheelde, volgens spreker, weten wy niet,
want door zóó iets te hooren aanhalen en op dus
danige manier te hooren zeggen, zou men haast
beginnen te gelooven dat het wèl zoo is.
De korte zin der lange rede was, dat Amerika
nog altyd is het land by uitnemendheid om spoedig
rijk te worden en spr. noodigde iedereen, die zich
wilde overtuigen, uit, in plaats van zijn geld jaar
lijks nutteloos naar Zwitserland te brengen, een
kijkje in Amerika te gaan nemen. Hij beval het
aan als zeer geschikt voor huwelijksreis. Wij geven
echter in bedenking dan maar alléén des zomers
te trouwen, daar volgens de couranten de menschen
tegenwoordig doodvriezen juist in de boven
genoemde staten.
Aan het slot gaf spreker aan ieuer, die nog over
een of ander inlichtingen mocht verlangen, gelegen
heid hem vragen te doen. De heer Thijs, predikant
by de Christ.-Geref. gemeente alhier, bedankte
terstond daarop in enkele woorden den spreker
voor het vele goede door hem ten beste gegeven
en wenschte tevens wel eens te weten: „hoe het
met de belastingen in de Nieuwe Wereld was ge
steld, of men daar ook moest betalen voor ramen,
stookplaatsen enz. en of door de gemeenten ook
zulke hooge opbrengsten werden geëischt." Het
antwoord daarop was zeer bevredigend, nl.„Neen,
dat is daar veel beter dan hier, want als men daar
zijn land heeft betaald, dan wordt men verder niet
meer lastig gevallen."
Dezelfde vrager verlangde, als hy niet onbe
scheiden was, nog te weten hoe het daar te lande
met de Christelijke armverzorging geschapen stond.
Ook deze was uitmuntend; spreker had nl. een
verzoek ontvangen van iemand uit Groningen om
diens familie in Amerika een bezoek te brengen.
Bij dat bezoek bleek hem dat die familie, buiten
eigen schuld, tot armoede was vervallen, doch dat
de Amerikaansche liefdadigheid haar geen gebrek
liet lijden.
Yerder werd geen belangstelling betoond en was
van toejuichingen geen sprake; van harte hopen
wij dus dat die landverhuizersaanwerving ook door
de talrijke hoorders als zóódanig is begrepen en
opgenomen.
Wel bekroop ons nog de lust den spreker te
vragen waarom de wanden behangen waren met
platen en prenten uit alle mogelijke Engelsche en
Amerikaansche café-chantants, koffiehuizen, schouw
burgen, straatvertooningen enz. Daar waren onder
meer: een reclame voor ingemaakte agurken met
uien, een groote menschenkop met hongerige
sprinkhanen er op, een pohaaiplaat, waarop „the
greatest succes of the day," „A parlour match,"
platen uit tooneelstukken, schrikwekkend door moord
en brand, te veel om op te noemen, bij elkaar een
30 stuks; terwyl iemand, aan de Ned.-Amerik.
Stoomvaart-Maatschappij annex, in de pauze, by
kaarslicht door een stereoscoop, plaatjes te zien gaf,
voorstellende photographieën van Amerikaansche
natuurtooneelen en uitslaande plaatjes van Ameri
kaansche stadsgezichten, voorwerpen, welke in eiken
boekwinkel hier te lande te zien zijn. Wat dit alles
beduiden moest, begrijpen wij allerminst, maar het
deed ons erg denken aan een kiezentrekker of
kwakzalver op de kermis. Het trof ons dat de
spreker zoo weinig by val had en wij gelooven
ten volle dat zyn arbeid geheel vruchteloos zal zijn.
Wil men de toestanden in Amerika, onbevoor
oordeeld beschouwd, te weten komen, dan ver
wijzen wij naar de brieven van den heer Settler,
welke verleden jaar in het „N. v. d. D." waren op
genomen. Daarin vindt men de ervaringen van
iemand die jaren lang in Amerika woonde en er
een groot deel van heeft bereisd, en men zal zich,
na lezing daarvan, wel driemaal bedenken, alvorens
éénmaal daar heen te gaan."
De heer A. Jentink Tz., pred. te Boskoop,
herdenkt den 13den Januari a. s. den dag, waarop
hy vóór 25 jaar het predikambt in de Hervormde
Kerk aanvaardde.
Gisteren overleed te 's-Hage op 52-jarigen
leeftijd de heer H. P. Vogel, een hoogst bekwaam
bouwkundige. Gedurende 25 achtereenvolgende jaren
was hij hoofdleeraar in het bouwkundig teekenen
aan de academie van beeldende kunsten en onder
directeur dier instelling.
Vakgenooten, kunstvrienden, leerlingen en oud
leerlingen bereidden hun b&roepsgenoot en leermees
ter nog onlangs een schoon feest, bij gelegenheid
van zijn zilveren ambts-jubilé.
Sedert jaren voorzitter der Haagsche afdeeling
van de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst,
gaf zijne leiding aan de belangen, welke deze ver-
eeniging voorstond, een machtigen steun.
De 1ste luit. G. A. Meindersma van het éde
reg. inf., die tydelyk gedetacheerd was bij het
departement van oorlog, is definitief daarbij werk
zaam gesteld en in verband daarmede overgeplaatst
bij den staf van zijn wapen.
De bevolking van Amsterdam bedroeg op 31
December 1885 175,594 mannelijke en 197,177
vrouwelijke personen, te zamen 372,771 zielen.
Aan het departement van justitie is, naar
wy vernemen, andermaal de hand gelegd aan het
ontwerpen van eene nieuwe wet op het notarisambt.
Ten gevolge van de jongste bevorderingen
onder de hoofdambtenaren bij het ministerie van
justitie, is de nieuwbenoemde referendaris, mr.
Snyder Van Wissenkerke, opgetreden als hoofd
der tweede afdeeling (staats- en volkenrecht, straf
recht en strafvordering, gratie enz.)
Bij het tweede bureel is overgeplaatst de adjunct
commies J. A. baron De Vos Van Steenwyk, van
de vierde afdeeling (gevangeniswezen en bedelaars
gestichten).
Z. M. hoeft jhr. mr. Elout Van Soeterwoude,
als lid van do Eerste Kamer der Staten-Geno.aal,
beêedigd.