N°, 7939. Tl'oenisdaa; .Tamifwl. A". 1886. <§eze (§onrant wordt dagelijks, met uitzondering van fpn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 5 Januari. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maanden1.10. Franco per post7.40. Afzonderlijke Nommersn 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17i. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het inoas- eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Offieieele Kennisg-ovïng'eii. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter tennis van belanghebbenden, dat ingevolge art. 2 der Verordening, regelende de invordering der plaatselijke Jelf.sfing op de llOJlden, ieder houder van een of meer ïondan, die aan die belasting onderhevig zijn, verplicht is laarvan jaarlijks vóór of op den 31sten Januari bij den lemeente-Ontvanger aangifte te doen, door inlevering van ■en behoorlijk ingevuld en door den aangever ondertcekend ri'.jct en dat bedoelde inschrijvingsbiljetten voor het dienst aar 1886 kosteloos ten kantore van den Gemeente-Ont ranger verkrijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester, i Jan. 1886. E. EIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden roepen bij deze >p alle leveranciers, werkbazen enz., welke over het afge oopen jaar 1885 ten laste der gemeente eenige vordering lebben, om hunne rekeningen ten spoedigste, uiterlijk (óór nlt°. Januari e k., ter Gemeente-Secretarie (afdeelin ?inanciën) in te leveren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Loiden, DE KANTER, Burgemeester, i Jan. 1886. E. KIST, Secretaris. Bij beschikking van den minister van binnen- andsche zaken zijn voor het jaar 1886 benoemd ;ot adsistent aan de Rijks-universiteit te Leiden: voor de pliysiologie, dr. M. C. Dekhuyzen en C. Le ïlobelin het ziekenhuis, dr. H. Treub, arts, W. J. "an Stockum, doctorandus in de geneeskunde en trts, en I. Hocke, doctorandus in de geneeskunde »n [arts; voor de pathologische anatomie, D. E. jiogenbeek Yan Heukelom, doctorandus in de ge- ïeeskunde en arts voor de scheikunde, dr. P. Van Jomburgh, dr. H. W. Bakhuis Roozeboom en dr. 3. .Hensgen; voor de natuurkunde, R. Sissingh; roor de zoölogie, H. W. De Graaf, doctorandus in planten- en dierkunde; voor de sterrenkunde, Massink, civiel-ingenieur. De heer G. J. Bos herdacht gisteren den dag, vaarop hp vóór 25 jaren als regent van het Evang.- jiith. "Wees- en Oudeliedenhuis werd geïnstalleerd. iYogens familie-omstandigheden is die dag zonder ëostelijkbeid voorbijgegaan. De Indische mail per stoomschip „Conrad" vordt 6 dezer alhier verwacht. In eene gisteren te Amsterdam gehouden verga- ering, onder leiding van de heeren Buma en Yan Dig- elen, werd na breedvoerige discussie bij acclamatie ■esloten tot het oprichten eener vereeniging, welke ■envolledig en grondig onderzoek zal instellen in-,trent de droogmaking der Zuiderzee. De kosten 'an dit onderzoek zullen worden gedragen door die ■ereeniging, waartoe alle belanghebbenden en be angstellenden kunnen toetreden. Do heeren Buma, Van Diggelen, Tak Van Poort- liet, Cremer, Donker, Van Heeckeren Van Keil, )uyvis, Humalda Van Eysinga, Zylker, Van Swin- eron en Thiebout werden gekozen tot leden van iet voorloopig comité, dat de statuten zal ont werpen enz. Men meldt uit Den Haag aan de „N. R. C." at de ratificatie van de internationale overeen- omst tot bescherming van onderzeesche telegraaf- abels eenigen tijd is uitgesteld. Het schijnt in de edoeling te liggen, om op eene nadere bijeenkomst verschillende uitvoeringswetten aan het tractaat (toetsen. 53 Naar het „H. Dbl." bericht, bestaat sedert Jan. bij het ministerie van waterstaat enz. geen iraeiling Telegraphie meer en is die tak van dienst >ij de Posterijen ingesmolten. Met het rekenplichtig lelieer der Rijkstelegraaf blijft echter de inspecteur, ie heer A. H. Van Thiel, belast. Met 1 Jan. is verschenen No. 1 van „De ledorlandsche Politiegids, maandblad voor politie- mbtenaren en beambten", onder redactie van den eer J. W. Tuinenburg, commissaris van politie d Bolsward. Bij de Ned.-Herv. Kerk waren op 1 Jan. jl. 278 plaatsen vacant, of 9 meer dan op 1 Jan. 1885. Thans zijn nog slechts 6 candidaten beroepbaar. Het Nederl. Zendelinggenootschap heeft van den heer S. ontvangen de som van f 6327. Naar het „Vad." verneemt, is door de con cessionarissen van den ontworpen spoorweg Che- ribon Samarang de concessie aanvaard en het waarborg-kapitaal van f 250,000 gestort. De gemeenteraad van Uithuizen heeft besloten den heer II. E. Oving Jr., te Rotterdam, eene subsidie te verleenen van f 20,000 voor den aanleg en de exploitatie van den spoorweg Sauwert Roodeliaan. Het stoomschip „Prinses Amalia", van Am sterdam naar Batavia, arriveerde te Southampton 4 Jan.; de „Conrad", van Batavia naar Amster dam. arriveerde te Marseille 4 Jan.; de „Edam", van Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 4 Jan. Lizardde „Prins Alexander", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 4 Jan. van Marseille; de „Prinses Marie," van Batavia naar Amsterdam, arriveerde te Suez 4 Jan. en ging denzelfden dag het Kanaal in. De gewone audiëntie van den minister van marine zal Vrpdag 8 dezer niet plaats hebben. Z. M. heeft den 2den luit. der genie J. L. H. Van Hoik, van het leger in N.-Indië, thans gedeta cheerd bij het leger hier te lande, te rekenen van 1 Jan. in zjjn rang overgeplaatst bij het wapen der genie van het leger hier te lande; benoemd tot militie-luit. bij het 1ste reg. huzaren, en zulks voor zjjn nog overigen militie-diensttijd, den milicien wachtmeester F. Rothe, der lichting van 1884, van het 2de reg. huzaren; den lsten luit. J. C. Van Hoften, magazijnmeester der artillerie te Geertrui- denberg, krachtens art. 42, sub e der wet van 28 Aug. 1851 (Staatsblad No. 128), op pensioen gesteld; pensioen verleend, ten laste van den Staat: aan mr. F. E. T. Dittlinger, gewezen officier van justitie bij de arr.-rechtbank te Dordrecht, f 1444; aan H. Weitor, gewezen Rijks-veldwachter 2de kl. (brig.-maj.-tit.), f 403aan H. Valk, custos bij de sterrenwacht te Leiden, f 200aan D. Van der Kuip, bediende bij de pathologie aan de Rijks universiteit te Utrecht, f 467. net ILetctsche Tooneel. „Het belachelijke is niets anders dan de oplossing eener gespannen verwachting in niets" heeft de groote Maagdenburger wjjsgeer Kant gezegd. Deze stelling is ongetwijfeld de grondslag, waarop bjjna alle tegenwoordige Duitsche „possen", ook wel „schwanken" genoemd,^steunen. De geestesproducten van Moser, Mejo, Blumenthal, Braun, Anno, Schön- than en van meer anderen, kan men aanschouwen, met aandacht volgen, maar in duidelijke bewoor dingen weer te geven wat men gezien, wat men gadegeslagen, wat men gehoord heeft, dit is ten eenenmale onmogelijk; men weet niets, niets, dan alleen dit, dat men gelachen heeft, dat men vrooljjk geweest is, dat men genoten heeft de quintessens van het leven, want een leven toch zonder vroo- lijkheid is eene reis zonder logement. Ook bij het gisteravond hier opgevoerde stuk „Der Goldne Spinne", in onze taal overgezet in „Politiezaken", waarom de oorspronkelijke naam niet behouden is, verklaren wij niet te begrijpen was dit het geval. Een goedaardig, braaf teekenmeester neemt bij vergissing uit een koffiehuis eene overjas mede, waarin een gouden spin gewikkeld was en welke toebehoorde aan een menschenhater, veel grooter nog dan die ons door Molière geschetst wordt. Deze toch zegt slechts de woorden Tous les hommes me sont a tel point odieux Que je serais faché d'etre sage a leurs yeux, terwijl de heer Klingenberg van Schönthan die woorden werkelijk in toepassing brengt. Om in de oogen van zijne medemenschen niet verstandig, niet wijs te schijnen, daalt hij af tot in de gemeenste dieven- en moordenaarskrotten, zonder echter met dieven en moordenaars in aanmerking te komen. En noch dat gospuis, noch die gouden spin hebben op den verderen loop van het geheele stuk eenigen invloed. Er worden huwelijken gesloten zonder dief, er komen verlovingen tot stand zonder spin, maar wel met een kind, dat echter haar kind niet is, maar slechts door de vleescheljjke moeder aan de verloofde ter bewaring gegeven en door den werkelijken vader uit de armen van den aan staande teruggevorderd wordt, nadat de vader van het meisje in de stellige overtuiging verkeerd had dat het zijn kleinkind was. De lezers, die gisteravond het schouwburg lokaal niet met hunne tegenwoordigheid hebben vereerd, zullen niet kunnen verklaren dat dit alles door duidelijkheid uitmunt, en wij van onze zijde kunnen ten stelligste verzekeren niet duidelijker te kunnen zijn. Alle mogeljjke verdere pogingen om eenig over zicht van het geheel te geven, zullen wij dan ook laten varen, ons slechts beperkende tot de uit voering zelve. Den heer Van Zuylen was het meest komische element, de figuur van den wantrouwenden Klin genberg, toevertrouwd en natuurlijk was hjj als zoodanig onovertrefbaar. Elke blik, elke oogopslag, elk gebaar was leven en natuur, elk woord, elke uiting, was volkomen in overeenstemming met de komische werkelijkheid. Uitstekend werd hij ter zjjde gestaan door den heer D. Haspels als den teekenmeester Handing. De tooneeltjes tusschen deze beide talentvolle ac teurs werden steeds meesterlijk gespeeld en alge meen was de uitbundige hilariteit, welke zij wisten in het leven te roepen. Ook hun grime liet niets te wenschen over. Als Dritte in der Bund komt ongetwijfeld de plaats toe aan den heer Rosier Faassen. De verschijning alleen van dezen pseudo gomeenen kaper, in werkelijkheid oerlijken kapper, was voldoende om de lachspieren in beweging te brengen. Een eigenaardig contrast bestond tusschen dat drietal. Klingenberg, levendig, driftig, vol gloed, vol vuur, dwepend met alles wat gemeen en laag mocht heetenHaspe, kalm en bedaard een ge- heelen avond, een geheelen morgen een dief, den avond voor een flink souper, den morgen voor een copieus dejeuner, en daartusschen Hanfling, die alles even onbegrijpelijk vond. De heer Van Eysden als Hendrik Klingenberg speelde ditmaal met veel meer losheid en verve dan wij van hem gewoon zijnhij legge er zich echter op toe het Duitsch een weinig beter uit te spreken en zoodoende niet te gewagen van „Sak- zizer Saucys" wanneer hij „Saksischer Schweiz" wil zeggen. Mej. Vink als Jenny Hanfling was evenals immer de lieve schalksche soubrette en tevens de aardige verschijning. Mevrouw Coelingh-Vorderman heeft enkele jaren te vroeg het levenslicht aanschouwd om nog als jeuno premièro op te treden; zij late dit emplooi varen. De overige rollen van mindere beteekenis waren over het algemeen in goede handen. De heer van Zuylen gaf ons als lever de rideau een monoloog, „Eert^ reisje door mijn Zakken" ge titeld, dat echter in geest en humor ver moet achterstaan by „Een lastig geval," vroeger ver scheidene malen door hom ten beste gegeven. De schouwburg was ook ditmaal zeer goed bezet. L., 5 .Januari. Mr. L. H.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1