N°. 7929. "Woensdag: £23 X>eceni.l>ei*- A°. 1885. Zij, clie zich thans op het Leidsch Dagblad abonneeren, ontvangen de tot 1 Januari verschijnende nommers gratis. Van het kwartaal December, Januari en Februari worden dan alleen de beide laatste maanden ad f 0.74 in rekening gebracht. Voor de Inteekenaren daarop behooren bij dit nummer van het Leidsch Dagblad de Nos. 205 tot 208 der Ingekomen Stuk ken van den Gemeenteraad. Leiden, 22 December. §eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondenzg van §on- en feestdagen, uitgegeven. LEID PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. De afdeeling Leiden en Omstreken der Maat schappij tot bevordering der Bouwkunst zal a. s. Donderdag-avond in het Nutsgebouw hare laatste vergadering van dit jaar houden. De Indische mail per stoomschip „Sumatra" wordt 23 dezer alhier verwacht. Naar het „D. v. N." verneemt, is te Amster dam, tijdens de opvoering der „Antigone", een telegram ontvangen van prof. Jan Ten Brink, waarbij de vertooners van het Grieksche treurspel werden uitgenoodigd eene herhaling der opvoering te Leiden te komen geven. Dit verzoek werd echter afge slagen, zoodat prof. Ten Brink's warme belangstel ling, nu ook voor de klassieke letteren betoond, den gewenschten uitslag niet hebben mocht. In de avondzitting der Tweede Kamer van gisteren werd het algemeen debat over het hoofdstuk Waterstaat voortgezet en ten einde gebracht. De heer Lambrechts drong aan op invoerrecht op granen. De heer Borgesius bestreed dit. De minister verklaarde nog vrijhandelaar noch protec tionist te zijn. De heeren Aylva Van Pallandt, Van der Borch Van Verwolde en Brantsen Van de Zijp hielden tegenover den heer Borgesius vol dat de grieven tegen de hooge uitgaven door het waterschaps bestuur van de Berkel gedaan, gegrond waren zonder dat zij daarom iets te kort wilden doen aan den ijver en de toewijding van dat bestuur. Zij drongen aan op wijziging der wetgeving op de waterschappen, terwijl de heer Corver Hooft dan tevens wenschte dat meer zou gelet worden op de particuliere belangen, welke thans door waterschaps reglementen en provinciale besturen worden mis kend. De heer Duyvis hield eene uitvoerige econo mische rede, ten betooge dat een invoerrecht op graan liier te lande den landbouwer niet ten goede zou komen. De minister van waterstaat herhaalde dat de Regeering geen aanleiding had op dit oogen- blik over de handelspolitiek te spreken. De zaak der waterschappen zou van zelve later ter sprake komen. Hij bracht met den heer Van Pallandt hulde aan de dijkbesturen in ons land in het algemeen. Bij de onderdeelen verklaarde de minister aan den heer Van der Sleyden dat de herziening van het Amsterdamsch peil zou geschieden naar een vast plan, door eene commissie van ingenieurs vast te stellen. Verder kwamen ter sprake do vluchthaven te Wageningen, waaromtrent de minister geen subsidie had kunnen voorstellen omdat de gemeente aan de eischen der Regeering niet had kunnen voldoen, en verschillende quaestiën van rivierverbetering. Een amendement van de commissie van rappor teurs, om met f 25,000 te verminderen den post voor verbetering en onderhoud van de Maas, werd sterk bestreden door den heer Ruys en den minister en krachtig verdedigd door de heeren Roëll en Rutgers, doch ten slotte verworpen met 28 tegen 26 stemmen. De vergadering werd om kwart over elven ge scheiden tot hedenmorgen om elf uren. Gisteravond had te 's-Hage de eerste opvoering PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1C regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet in cas eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. van de nieuwe opera „Lakmé", van Délibes, plaats' De muziek voldeed zeer, vooral die van de eerste twee actes. In de derde acte was de handeling zwak, en bleek daardoor ook minder muzikaal be deeld. Het meeste succes had mile Vuillaume, wier creatie van de titelrol een ware triumf was voor de jeugdige artiste. De heeren Marris en Villefranck stonden haar waardig ter zijde en oogstten veel bijval in. Het gordijn moest na de eerste en tweede acte twee maal opgaan, en mile Vuillaume kreeg een bouquet na hare solo in de tweede acte. (-4.) De herbenoemde burgemeester van Amsterdam, mr. G. Van Tienhoven, heeft gisternamiddag om vier uren in handen van den Commissaris des Ko- nings in Noord-Holland de bij de wet voorgeschre ven eeden afgelegd. By deze gelegenheid saf de heer Schorer ten zjjnent te Haarlem een diner van 25 couverts, waartoe genoemde burgemeester, de wethouders van Amsterdam, Ged. Staten van N.- Holland en andere autoriteiten, alsmede de minister van binnenlandsche zaken, mr. J. Heemskerk Az., genoodigd waren. De Opper-Ceremoniemeester maakt bekend dat, ingevolge de bevelen des Konings, het Hof, voor den tijd van zeven dagen, den lichten rouw zal aannemen, ingaande Woensdag den 23sten dezer, wegens het overlijden van Z. M. Don Ferdinand van Portugal, hertog van Saxen. De gewone audiëntie van den minister van financiën zal Donderdag 24 Dec. niet plaats hebben. Z. M. heeft aan mr. A. J. Clant Van der Mijll, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als secretaris-generaal bij het dep. van justitie, met dankbetuiging voor de vele en gewich tige diensten, door hem ruim 23 jaren in die be trekking bewezen, zullende dat ontslag ingaan met den dag waarop hij zijne betrekking van raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, zal aan vaarden benoemd tot notaris binnen het arr. Rotterdam, ter standplaats de gem. Rotterdam, A. Spruyt Gz., cand.-notaris aldaar; benoemd tot rechter-plaatsverv. in de rechtbank te Haarlem, mr. J. Enschedé -Jz., advocaat aldaarbenoemd tot rechter-plaatsvervanger in de arr.-rechtbank te Utrecht, mr. J. F. E. Claringbould, advocaat en procureur aldaaraan mr. E. De Vries, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als griffier bij het kantongerecht te Zieriksee, en benoemd tot griffier bjj het kantongerecht te Zieriksee, mr. C. Van Booven, thans griffier bij het kantongerecht te Eindhoven, een en ander in te gaan den lsten Januari 1886den tijdeljjken officier van gez. der 2de kl. bij de zeemacht dr, H. Schobinger, ter zake van in, doch niet door den dienst ontstane lichaamsgebreken, met ingang van den 26sten dezer maand, eervol uit den zeedienst ontslagenmet ingang van 16 Januari 1886, benoemd tot directeur van het postkantoor te Sittard J. A. A. Küller, thans directeur van het postkantoor te Winschotenbenoemd bjj het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, tot officier van gezondheid der 2de klasse, de studenten voor genoemden dienst (artsen) J. Carpentier en J. J. Rinkel; met ingang van 16 Januari 1886, benoemd tot commies der posterijen van de derde kl. J. M. E. Raedt, thans commies der 4de kl. tot commies der posterjjen van de 4de kl. J. H. Acker, thans surnumerair der posterijenmet ingang van 1 Januari 1886, benoemd tot hoofd commies der directie der Rijkspostspaarbank te Amsterdam P. J. F. Du Bois, thans directeur bij de Rijkstelegraaf, werkzaam bij het departement van waterstaataan C. H. Peters, Rijksbouw meester te 's-Gravenhage, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van commandeur in de orde van Isabella la Catolica, hem in Juli 11. door den koning van Spanje go- schonken. Het Leidsclte Tooneel. Bestaat er een meer ongekunsteld, maar tevens meer verheven, een eenvoudiger maar tevens schooner werk dan het gisteravond hier ten too- neele gevoerde „Vriend Fritz," ontleend aan de meesterlijke schepping der beide patriottische vrij heidshelden Erckmann en Chatrian? Ongetwijfeld niet. Het is geen tragedie, geen drama, geen comedie, het is eene idylle, waarin reine liefde, kuische min en nog niet verbasterde zeden bezongen worden. Het is als het ware eene verademing temidden van die diepgevallen vrouwen, van die verdorvene wezens, te midden van ontrouw, ontucht en over. spel, immer en immer voort ons door Fransche auteurs voor het voetlicht gebracht, ditmaal onze bewondering te mogen schenken aan eene schets van deugd en eerlijkheidhet is eene ontgoocheling, welke ons aangenaam verrast uit de weelderige Parjj- sche salons, waar de adel der geboorte liegt en huichelt, geleid te worden naar het eenvoudige boerenerf, naar de hut van den Elzasser landman, waar de adel der ziele woont en huisvest. Gnze dank derhalve ook thans nog aan Willem Van Zuylen, die ons dit genoegen heeft doen smaken, onze dank aan den jubilaris voor deze keuze. Thans nog, zeggen wij, omdat reeds gisteren die dank hem op de meest ondubbelzinnige wijze werd gebracht. De bij zijn optreden driewerf her haalde fanfares, de beide prachtige kransen en de luide langdurige bijvalsbetuigingen van een opge togen, buitengewoon talrijk publiek, zjj waren de levendige uitingen van die dankbaarheid en tevens van bewondering. Wij zullen niet uitwijden over den levensloop van dezen beroemden tooneelspeler, noch over diens bui tengewone verdiensten; eene meer bevoegde pen dan de onze heeft dit reeds gedaan in het Zater dag verschenen L. D.; wij herhalen alleen de woor den, door een onzer schouwburgcommissarissen hem gisteravond toegevoegd: Willem Van Zuylen, het zij u gegeven nog jaren lang te zijn het sie raad van ons Nederlandsch tooneel. Een edele, brave, weldadige maar verstokte cele- batair, belegerd en geslagen door een eenvoudigen, voor zijn vaderland van liefde blakenden priester, overwonnen door een deugdzaam, edel en recht schapen meisje, ziedaar in enkele woorden de intrige van dit tooneelproduct. Reeds meermalen heeft Leiden in haar Muzen tempel dit stuk zien ten tooneele voeren; reeds meermalen hebben de ingezetenen dezer veste het buitengewoon talent van den huidigen jubilaris als Vriend Frits, van Rosier Faassen als den rabbijn David Sichel kunnen gadeslaan en toejuicheneene verdere bespreking van beider spel schijnt dan ook bijna overbodig en toch wij kunnen het niet na laten, wij voelen ons gedrongen nogmaals een warme hulde te brengen aan die beide mannen. Wat was alles wat zij zeiden, wat zij deden, ja zelfs wat zij niet deden, eenvoudig maar natuurlijk. Dat enkele bewegen der lippen, die enkele oog opslag, het was voldoende om beider gedachten, om beider ziel te doorgronden. De beroemde scène, het tooneel aan den put, was meesterlijk. Mejuffrouw Vink als Suze mocht in de eerste acte te bedeesd, voor eene ingénue zelfs te ingetogen geweest zijn, zij mocht zelfs het verlies van hare voorgangster in deze rol, mevrouw Kor- laar Van Dam, op dit oogenblik doen betreuren, hier ontwikkelde zij wederom al hare kracht, al hare gaven. De laatste ticte was eene verzameling van juweeltjes. De monoloog van Vriend Frits, de dialogen tusschen dezen met den rabbijn, vervol-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1