vlak en 't jaagpad, waar langs paard en jager voort sukkelen. Kleyn's winter met kleurige avondlucht, groot gebleven ondanks de uitvoerigheid, zou eene in ieder opzicht fraaie teekening mogen worden ge noemd, had de schilder de stoffage weggelaten, welke het flinke geheel afbreuk doet. Iiöppo's kleurvol landschap zou door wat meer afwerking stellig gewonnen hebben. Henkos gaf een typisch oud heer en Witkamp een lachend moisje, ieder in hun genre degelijke teekeningen. Nakken's paarden van 't circus Pinder, Eerelman's dame te paard, Yalkenburg's binnenhuis, Van Bor- selen's boschgezicht, Mesdag's zee- en Veder's water gezicht, ziedaar in een adem heel wat, dat af zonderlek mocht worden genoemd, maar de ruimte ontbreekt. Genoeg echter om te doen zien dat de inhoud der portefeuille van 't Haagsche Schil derkundig Genootschap „Pulchri Studio", deze zin spreuk geen oneer aandeed. a. Ge meugd Nieuw s. Men meldt uit Wassenaar aan de „N. E. C."De commissie, die zich evenals in het vorige jaar heeft gevormd, heeft hare taak tot het verstrekken van warm voedsel aan de behoeftige ingezetenen weder aangevangendaartoe door milde bijdragen van anderen in staat gesteld, reikt zij viermaal 's weeks gedurende de maanden December, Januari on Februari dat voedsel uit, en dat het welkom is en best smaakt, getuigt de graagte waarmede het door de behoeftigen ontvangen wordt. Het gerechtshof te 's- Graven h age hoeft in eene gistermiddag gehouden terechtzitting H. J. C., aldaar, beschuldigd van valschlieid in een authentiek en een onderhandsch geschrift en het desbewust gebruik maken van de valscho stukkon, veroordeeld tot 5 jaren tuchthuisstraf en vijf booten van f 50. Aan PI. J. P. S., J. v. D. en C. H. S., te 's-Hage, die zich schuldig maakten aan diefstal van een pak waschgoed uit eene woning op een boerenerf te Koudekerk, werd ieder eene eenzame opsluiting van 3 maanden opgelegd. De ar r on dissements - rechtbank te 's-Hage veroordeelde heden, met aanneming van verzachtende omstandigheden, tot eene geldboete van f 12, den kapitein van eene schuit te Delft, die in eone herberg aldaar oen persoon, die hem tergde door hem telkens als „Jantje" aan te spro ken, met een bierglas eene wonde aan hot hoofd toebracht. In de terechtzitting van het ge- rechtshof te Amsterdam stond gisteren terecht Gerrit Visser, makelaar en koopman te Beverwijk, die, in October 1884 failliet verklaard door de rechtbank te Haarlem, in December in hechtenis werd genomen, als verdacht van bedrieglijke bank breuk. In den nacht van 8 op 9 Maart 1885 wist hij uit de govangenis te Haarlem te ontvluchten, nadat hem een paar dagen vroeger was aangezegd dat zijne stukken naar den procureur-generaal waren verzonden. Visser werd 10 October te Parijs ge arresteerd en 14 November door de Fransclie rogee- ring aan de Nederlandsche uitgeleverd. Inmiddels had het hof bij arrest van 19 Maart zijne terecht stelling bevolen ter zake van: lo. enkele bankbreuk, door als gefailleerd koopman boeken te voorschijn te brengen, welke ongeregeld zijn gehouden, zonder dat die echter blijken van bedrog opleveren; 2de bedrieglijke bankbreuk, door als gefailleerd koop man bevonden te zfju, van een bijzonderen last voorzien zijnde, de gelden of de waarde der voor werpen waartoe die last betrekkelijk was, te zijnen bate te hebben aangewend3o. zoo al niet dezelfde misdaad als sub 2 genoemd, dan althans misbruik van vertrouwen, door liet ten nadeel» van den eigenaar verduisteren van gelden, welke hem nit in handen gesteld zijn dan tot eenigen betaald vwordenden arbeid en om die over te leveren. Het requisitoir van het O. M. strekte tot veroor- vleeling tot 1 jaar celstraf. De toegevoegde verdediger, mr. J. B. Boerlage, noemde den beschuldigde een slachtoffer van den geest der eeuw, en deelde een en ander mede om te doen blijken, hoeveel vertrouwen lijj in de plaats zijner inwoning genootdat vertrouwen is zijn ongeluk geweest. Ten aanzien van het laatste punt ontbreekt alle kwade trouw (intention criminalle) om dat geld van deBrandverzekering-Maatscljappjj ten eigen bate aan te wenden. De gelden, door V. van de overige getuigen in bewaring genomen, waren licm slechts als dopot of ter leen gegovon. Het criterium van bedrieglijke bankbreuk kan ook liier niet gevonden worden. Met vertrouwen ziet spr. van liet Hof eene volkomen vrijspraak te gemoet. De uitspraak is bepaald op Woensdag 23 December. Naar aanleiding van het treurig bericht, te Vlissingen ontvangen omtrent den stoom- baggermolen „Margaux", deelt men aan de „N. E. C." een uittreksel mede uit een brief, waarin gemeld wordt, welk eene reis de „Werkendam No. 8" verleden week gehad heeft. De schrijver zegt daarin „Dinsdag-middag kwamen wij te Fécamp aan- Gedurende de reis kregen we slecht weer en begon het hard te waaien, zoodat de zee moeilijk was. Al spoedig brak een tros van een der gesleepte bootjes, en daar we het niet meer zagen, dachten we, dat het gezonken was. Een weinig later brak alles stuk, zoodat we den baggermolen, dien we nergens meer aan konden vasthouden, maar moesten laten drijven. De menschen werden door Gods hulp evenwel gered. Soms zagen we niets van den molen, zulke liooge zeeën stonden er. Aan boord zelf moest aanhoudend gepompt worden, daar we veel water binnenkregen. Het gevaar was dus groot, doch alles liep goed af, en we hadden het geluk dienzelfden avond nog den baggermolen te kunnen binnenhalen, terwijl we den volgenden morgen den bak vonden, dien we dachten dat ge zonken was. „De twee personen, die op den bak waren en uit Sliedreclit afkomstig, misten we, zoodat we ons zeer ongerust maakten. De jongste, bleek ons later, was door een vischlogger afgehaald, terwijl de oudste, een man van 62 jaren, met gebroken been onder in den bak lag. Deze heeft daar ruim 24 uren, met gebroken been, alleen op de onstuimige zee liggen zwalken. We hebben hem hier in het gasthuis gebracht. De andere persoon is nog niet aan wal gezet, doch wij wachten hem eiken dag." Het Nederlandsche schip Vo o r 1 i c li ter", kapt. P. v. d. Bos, van Eotterdam naar Batavia en Soerabaia, werd op de reis om de Zuid door zwaar stormweer beloopon. Den 29sten Sept. nam het aan tot vliegend stormweer met hooge zee, het schip hield zich goed en maakte geen water tot op den 30sten, toen het zich bevond op 40° Z.Br. en 55° O.L., lenzende voor groot- en voor ondermarszeil en gereefde fok, met den wind van Z.W. tot Z.Z.W., koersende om de N.O., een zware breker over het achterschip heenkwam, door een tweedon gevolgd, welke hot achterschip totaal ontred derde. Alles werd daar verbrijzeld. De kajuit en salon sloeg vol water en de verschansing, eene vaste plank in den spiegel en het potdeksel wer den weggeslagen. Bij het afloopen van de zee be merkte men dat de derde stuurman, die bezig was om olie overboord te gieton, ten einde het geweld der golven te breken, gedood was, do opoerstuur- man de beide beenen zwaar gekneusd had en de zeilmaker en twee matrozen aan armen en beenen zwaar verwond waren. De kracht dezer buitenge woon hooge zee was zoo geweldig, dat de matroos Anderson, die bij het overkomen der brekers aan het roer stond, met gebroken been op de voorhut tusschen de booten bewusteloos terug werd ge vonden, en den gezagvoerder vond men buiten kennis liggen, met gebroken rechterarm en ge kneusd schouderblad bij den bezaansmast. Het schip van zijn stuurtoestel, dat mede geheel ver nield was, beroofd, liep in den wind en bleef zoo over stuurboord liggen met de ijzerverschansing geheel onder de zee. Nadat zoo spoedig en zoo goed mogelijk het schip weder onder bestuur gebracht was, bevond men dat verscheidene ra's gebroken of gesprongen waren, de steven en het schip zeer ontzet en het roer zwaar beschadigd was; tevens vond men drie voet water bij de pomp en ont dekte dat het schip, hetwelk tot voor de stortzee potdicht was, water maakte. Met eenige zeilen werden de opengeslagen plaatsen in het schip zoo goed mogelijk dicht gemaakt en vervolgde men de reis tot Anjer, waar de ontredderde staat van het schip, roer en equipage het noodig maakte 0111 eene sleepboot van Batavia te laten komen, die het van Anjer derwaarts sleepte. De gewonden en zieken werden in het hospitaal opgenomen en zijn her stellende. (F. R. Crt.) Volgens telegram uit Nieuw- York kan tusschen IS en 20 December stormachtig weder worden verwacht op de Britsche, Fransche en Noordscho kusten. Een hevige brand brak uit in het arsonaal te Konskmtinopel. De schade is zeer aan zienlijk. JV -r-v- 13 XJI rr 10 IV u A. IV O. Fraji ltriik. Kolonel Herbinger, die thans in FrankriJ teruggekeerd, heeft aan den minister van ooH den wensch te kennen gegeven, om door de TonJ commissie gehoord te mogen worden, en te gJ kertijd tot deze commissie het verlangen ger|J hem daartoe op te roepen. De heer Campenon, minister van oorlog ha den kolonel echter verboden zich over het gebed in welken geest dan ook, uit te laten; hij zal hl echter toestaan voor de commissie te verschijn! indien deze hem oproept. De commissie zelve hd daarentegen aan Herbinger geantwoord dat zij h] slechts in verhoor zal kunnen nemen, op vol waarde dat het onderzoek betreffende de had lingen van het kabinet-Ferry worde heropend.! Door den gemeenteraad van Parijs is J voorstel om eene leening te sluiten van 250 millij frank aangenomen. België. De te Brussel verschijnende „Patriote" mei dat de heer Durnont, afgevaardigde voor Nvvl gisteren bij de Kamer van Vertegenwoordig! een wetsontwerp heeft ingediend, waarbij wol voorgesteld om een invoerrecht van buitenlands vee te heffen. Het blad voegt er bjj dat menl eene door de rechterzijde gehouden bijeenkomst zi verklaarde ten gunste van dit voorstel, waartegj ook de regeering niet vijandig gezind is. De li» rale afgevaardigden van Gent zouden het voora bestrijden. Italic. Hedenmiddag zal op het Vaticaan de akte oi de Carolinen-eilanden onderteekend worden, 's Avon geeft kardinaal Jacobini een groot diner ter ei van de gemachtigden, die het stuk moeten ondl teekenen. Volgens de bij het College voor de Propaganl ontvangen, tot 1 November 11. loopende berichts waren in het vicariaat van oostelijk CochiuchiJ waaronder Hué behoort, in het geheel 9 Franse! zendelingen, 7 inlandsche priesters, 60 catedJ mus-onderwijzers, 270 inlandsche geestelijke zustej en 24,000 Christenen vermoord, 200 gemeen» of kerspelen geheel verwoest, 225 kerken va brand, 17 weeshuizen, 10 nonnenkloosters, 41arl bouw-koloniën, 2 seminariën en 2 apotheken verniel In noordelijk Cochinchina zijn nog 7000 Clui tenen vermoord, waaronder 9 inlandsche priestea en 60 gemeenten verwoest. Do overgebleven Christenen lijden aan alles gebral Groot-1 Sritannië. Do „Times" heeft uit Eangoon bericht ontval gen dat onder de Britsche troepen in Birma d cholem is uitgebroken. Het gerucht dat de Bir-inl nen verscheidene Europeanen hadden vermoon wordt in de laatste berichten bevestigd. Dicht bij Killarney is een agrarische mooi gepleegd. Zekere Joseph Eahilly hield het opzicj over eene hoeve, waarvan de bewoner was veria ven wegens niet-betaling van de pacht. Men voJ Rahilly's lijk, badende in zijn bloed; het hoofd wj letterlijk verbrijzeld. Zes personen zijn gearresteen XSiilsTrti-jjc. In eene nota aan de mogendheden, gedagteekea 13 December, geeft do Porte een overzicht vand besluiten, welke ter Conferentie door de meerda heid der mogendheden zijn genomen. De Pon verklaart zich ten allen tijde bereid, om deze Ij sluiten langs vredelievenden weg ten uitvoer I brengen en dringt er krachtig op aan. dat j mogendheden niet langer talmen, ten einde lij onderling eens te worden over de voorwaarde! waarop eene definitieve oplossing der quaestiek! worden gevonden. De Bulgaarsclie minister van buitenlandse! zaken Tsanos heeft den vertegenwoordigers 4 mogendheden te Sofia medegedeeld, dat Bulgoi bereid is om de scheidsrechterlijke beslissing <4 militaire commissie te erkennen. Evenwel doet Bulgaarsclie regeering een beroep op de billijkha der mogenheden, opdat Servië met het oog op hervatting der vijandelijkheden geen voordeel het* bij den wapenstilstand. Daarom verwacht de Bj gaarsche regeering dat de mogendheden onmiddj lijke ontruiming van het district Widdin 'Ij gelasten. Portugal. Uit Lissabon wordt het overlijden gemeld n koning Ferdinand van Coburg (vader van den tegj woordigen. souveroin) die i.n 1836 met daVoninj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 2