Op de paardenmarkt te Raamsdonk is iemand uit Wagenberg (gem. Terheiden by Breda, door den slag van een paard aan het hoofd zoo danig getroffen, 'dat hij aan de gevolgen daarvan is overleden. De rechtbank te Groningen heeft -een belangrijk vonnis in strafzaken gewezen. De scheepsjager A. O. had namelyk terecht gestaan, ■ter zake dat hij een der tolboomon op den rijksweg van Groningen naar Delfzijl zonder betaling van het verschuldigd tolgeld was doorgetrokken. De rechtbank heeft dit feit niet strafbaar geoordeeld, op grond dat de vordering en de betaling van tol geld op de rijkswegen is geregeld by een koninklijk besluit van 1833 (Staatsblad No. 39); dat echter dit koninklijk besluit niet verbindend is, omdat tolgelden belastingen zyn, en belastingen ingevolge het bepaalde by artikel 171 der Grondwet niet anders kunnen geheven worden dan uit kracht an eene wet. Indien de leer der rechtbank juist is, en voor deze zienswijze valt veel te zeggen, dan is men, zoolang deze zaak niet by eene wet is ge regeld, geen tolgeld meer op do rykswegon ver schuldigd, kan dit straffeloos geweigerd en ont doken worden, en kan zelfs het reeds betaalde tol geld, als ten eenonmale onverschuldigd, worden teruggevorderd door hen, die het betaald hebben. (P. G. G.) Verleden Zaterdag verscheen voor hot hof te Rouaan zekere Lemarchand, die, door -de rechtbank aldaar wegens diefstal tot een half jaar gevangenisstraf veroordeeld, in hooger beroep gekomen was. Op de vraag van den president, waarom hy zulks gedaan had, antwoordde hy „Om het hof te vragen, of het nog even ezelachtig is als vroeger." Het hof repliceerde door hem tot twee jaar gevangenisstraf te veroordeelen. Tusschen 17 en 19 Nov. wordteen storm verwacht. In het Hongaarsche dorp Konyar leefde eene jonge vrouw, Julianna Szilagyi, in een zeer ongelukkig huwolyk met haren man. Onlangs klaagde zy tegenover hare ouders bitter haar nood en zeide dat zy niet naar haren echtgenoot wilde terugkeeren. De ouders konden zich hiermede niet vereenigen en de jonge vrouw werd hiordoor zoozeer verstoord, dat zy besloot to sterven. Zij trok haar bruidskleed aan, kocht twee liters petroleum en ging daarmede naar het open veld, waar zy in een kuil neerdaalde en zich met de petroleum overgoot, waarna zy haar japon in brand stak. Spoedig stegen rookwolken en vlammen omhoog en eenige herders zagen hoe eene brandende ge stalte zich op en neer bewoog, maar zij durfden niet naderbij komen, want zy meenden mot een spook te doen te hebben, dat bij een schat de wacht hield. Toen rook en vlammen verdwenen waren, be gaven zij zich, zeer bevreesd, naar de groeve en vonden daarin een geheel verkoold lyk. Uit Kopenhagen wordt aan do „Daily News" gemeld dat de finantieele crisis er oven hevig dreigt te worden als de politieke. Zaterdag lieerschte op de beurs eene ware paniek. Eene van de grootste graanfirma's, Mohr Kjoer, staakte hare betalingen. Het juiste bedrag der verplich tingen is nog niet bokend, doch men gelooft dat hot wel 4 millioen kronen zal zyn. Men donkt dat andere huizen zullen vallen. INGEZONDEN. Ken woord naar aanleiding der meeting over de „Indische Inrichting. II. [Slot.) Dat door de gemeente-instelling te Delft aan de behoefte van ambtenaren wordt voldaan en zal kunnen worden voldaan, zelfs al ware zij de eenige instelling van dien aard, kan niet worden tegen gesproken, aangezien het onderwijs aldaar eenmaal is geregeld en alle docentsplaatsen voldoende zijn bezet voor het doel dat die inrichting beoogt. Het kon daarom geene verwondering wekken, al moest het zeer betreurd worden, dat, daar waar eene bloeiende inrichting van gemeentewege bloek te kunnen bestaan, de Regoering het niet tot hare taak rekende voor de opleiding van ambtenaren voor den Oost-Indischen dienst iets te doen. De opheffing van de Ryks-instelling te Leiden was van die overweging het gevolg. Had de Regeering by het bestaan van de Inrichting te Leiden geen belang Ja, de Regeering had;daarby belang, groot belang zelfs, en de Leidsche gemeenteraad moet dit hob- ben ingezien, toen hy in September 1877 tot de oprichting der gemeentelijke instelling besloot. Men mag er niet aan denken dat de oprichting slechts eene finantieele speculatie zou hebben be oogd en dat de geringe toevloed van leerlingen, deze speculatie doende mislukken, het vonnis over de instelling zou zyn geveld. Dat kan niet zjjn, er moet nog eene andere lei dende gedachte zjjn geweest. De voorstanders van de oprichting eener gemeen telijke instelling zullen wel zijn uitgegaan van de gedachte dat het van het grootste belang was hoe de a. s. ambtenaren voor den dienst in Oost- Indië werden opgeleid, niet of er in de behoefte aan ambtenaren werd voorzien, zonder meer. Het kon der aandacht van opmerkzame beschou wers niet ontsnapt zijn dat de opleiding der amb tenaren, zooals die aan de instelling van Delft ge schiedde, aan groote fouten mank ging en dat de eigenaardige opvatting van een deel van het onder wijzend personeel aan die instelling wel een waar borg gaf dat de candidaten op het examen de aan hen gedane vragen bevredigend zouden weten te beantwoorden, maar niet dat z\j later zouden blyken in het wezen der behandelde onderwerpen eenigszins dieper te zyn doorgedrongen. Men meene niet dat dit een gezegde is zonder grond. Neen, het is de uitdrukking eener gevestigde opinie, door mij ver kregen gedurende het verblijf te Buitenzorg van November 1879 tot Mei 1880 in gezelschap van 28 ambtenaren, die in datzelfde jaar hot diploma te Delft hadden verkregen. In gesprekken daar gevoerd, welke uit den aard der zaak nogal eens over onze opleiding liepen, werd het mij duidelijk welke groote voordeelen de opleiding die wij hadden genoten, opleverde boven die aan welke de aspirant-ambtenaren te Delft zich hadden moeten onderwerpen. Het bleek my dat voor het moerendeel de kennis, die voor het examen noodig was, verkregen was uit dictaten, die jaarlijks van hand tot hand gingen, en uit beknopte werkjes, welke letter lijk van buiten werden geleerd. Het spreekt van zelf dat dit op rekening moet gesteld worden van de gomakzucht der leerlingen, die dergelijke „pontes asinorum" geliefden te gebruiken, speculeerende op de wijze van examineeren van sommige leden der examen-commissie. Nimmer heb ik, en dit kan niemand verwondering baren, waar zoo gewerkt wordt, een enkel woord van waardeering vernomen aan het adres van de Delftsche instelling. Te Leiden echter, het is met genoegen dat ik het constateer, was van eene dergelyke wijze van werkengeen sprake. De docenten leidden onze studiën, doch zy waar schuwden ons er nimmer voor toch niet te veel te doen, integendeel, zij wekten ons op tot eigen studie. De lust tot onderzoek werd daardoor bij ons opgewekt, en is deze het niet, waardoor later goede resultaten kunnen worden verkregen? De eisclien van hot examen programma zyn ge ring; in Tndië zijn werkkring beginnende, zal de jeugdige ambtenaar, die zich heeft bepaald tot het van buiten leeren van het hoog noodige, het zich zelvon wel moeten bekennen, dat hij met die kennis alleen zeer weinig kan beginnen en waar de lust tot onderzoek niet bestond, zal hij inzien dat hy zich dien eerst moet eigen maken. Want zonder eigen onderzoek kan zich de pas beginnende ambtenaar voor zijn sclioonen en veelomvattenden werkkring niet bekwamen. Welk een voordeel dus voor hen, bij wien reods tijdens de werkzaamheden voor het examen de lust naar studie is gekweektwelk een onschatbaar voorrecht voor de leerlingen van de Leidsche instel ling dat zy in Leiden hebben mogen drinken aan de bronnen der wetenschap. Welk een voorrecht dat zij daar kennis hebben gemaakt met mannen voor het moerendeel door en door wetenschappelijk, die, zelve bezield niet liefde voor de wetenschap, die liefde aan hunne leerlingen moesten mededeelen Het komt my voor dat de stad Leiden haren naam oneer zou aandoen, wanneer zij de Indische instelling voor haar liet verloren gaan. Wat zij voor die instelling doet, doet zy in liet belang van de Koloniën, dus van het gansche land. Zal het Leiden onverschillig zyn, wanneer er in Indië per sonen, wy willen hopen vele personen, gevonden worden, die met een gevoel van dankbaarheid terug denken aan het goede dat zy van Leiden hebben genoten Moge dus de Leidsche gemeenteraad besluiten tot handhaving der inrichting en door vrijgevige bepalingen en goede keuze van leeraren haren bloei bovorderen Dan zullen de leerlingen voor de Leidsche inrir], ting niet uitblijven; zy, die haar verlaten, zuner| in de verre gewesten haren lof verkondigen e- Leiden zal kunnen concurreeren met Delft niet alleen, maar het spoedig naar de kroon steken en voorbijstreven. Leiden, 15 Nov. '85. J. H. Simon Thomas, Controleur den' 2de klasse bij het Binnenlandnd Bestuur in Oost-Indië. BUITENLAND. Frankrjjk. In de couloirs der Kamer van Afgevaardigden wordt verzekerd dat het meerendeel der radicalen van gevoelen is dat men het tegenwoordige kabinet moet handhaven tot na de verkiezing van den president der Republiek. De voorstanders der am nestie zullen hun voorstel terugnemen, indien de regeering aan alle staatkundige veroordeelden gratie verleend. De regeering zou geneigd zijn tot zekere hoogte daarin toe te geven. Betreffende den toestand op Madagascar deelt de „Köln. Zeit." een schrijven mede uitTamatave, waarin wordt beweerd dat de aanval, door de Franschen op 10 Sept. met 3000 man op de ver sterkingen der Hova's ondernomen, in een volkomen nederlaag der Franscho troepen eindigde. Na een vruchteloozen strijd, welke den geheelen dag duurde, moesten de Franschen met een verlies van 60 dooden en gewonden terugtrekken, terwijl de Hova's achter hunne versterkingen geen verliezen leden. De eilandbewoners wordt er bijgevoegd - schoten voortreffelijk en deden hun Engelschen leermeesters alle eer aan. Groot-Britannië. De heer Gladstone heeft gisteren te West-Calder eene redevoering gehouden. Hij prees de voor zichtige en practisclie politiek, door lord Salisbury gevolgd ten opzichte van de Bulgaarsche Unie, en gaf ook zijne goedkeuring te kennen over de bedachtzame en gematigde houding van Turkiie. Hij noemde het een betreurenswaardig schouwspel, dat Servië, hetwelk zjjne onafhankelijkheid slechts te danken had aan de tusschenkomst der mogend heden toen Turkije het de nederlaag had toege bracht, thans Bulgarije den oorlog aandeed. De koningin van Engeland is van Balmoral naar Windsor vertrokken, alwaar zy lieden, in tegenwoordigheid van den ministerraad, het decreet zal teekenen, waarbij het Lagerhuis wordt ontbonden. De algemeene verkiezingen zullen den 24sten een aanvang nemen en den 8sten December geëindigd zijn. Oostcnr.-IIoiig.-Monarehio. De Oostenrijksche Delegatie is gistermiddag ge sloten, nadat graaf Kalnoky namens den keizer zyn dank had betuigd voor haar vaderlandlievende bereidwilligheid en opoffering, namens de gemeen schappelijke ministers voor den steun en het ver trouwen, hun geschonken, en eindelijk namens zyn persoon wegens de vaderlandlievende beweegredenen, welke de Delegaties noopten om met het oog op de gebeurtenissen op het Balkan-schiereiland de buitenlandsche staatkunde niet ter sprake te bren gen, door van eene nadere interpellatie te dien op zichte af te zien. Canada. De oxecutie van Riel, welke Maandag-morgen plaats had, moet op de Fransche bevolking te Montreal een diepen indruk gemaakt hebben. Een optocht van verscheidene duizenden personen bewoog zich volgens een telegram aan de „Indé- pendance" door de straten. Een ledepop, voor stellende den minister-president, sir Macdonald, werd aan het standbeeld van koningin Victoria gehecht en vervolgens aan de vlammen prijs ge geven. Er werden tusschen de Franschen en Engel schen verscheidene schoten gewisseld, en men vreest voor ernstige ongeregeldheden. Ook te Quebec hebben manifestatiën plaats gehad. Blykens een telegram uit Canada omtrent de uit voering van het doodvonnis van Riel, heeft hij bid dende manhaftig den dood ondergaan. De oorlog. De noordelijke Servische legerafdeeling, die tegen Widdin opereert en Zondag reeds tot Adilei was doorgedrongen, heeft Maandag blykens eer" depeche uit Belgrado onder generaal Loschanm slag geleverd tusschen Koela (ook Adlyegenoem1-1 en Widdin. Mag men den inhoud dier depeche die echter uit Servische bron afkomstig is, geloo".- dan hebben ook hier weder de Servische wapenen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 2