„HERCULES." KLIKEE HANDSCHOEN-SPECIALITEIT Brandstoffenbericht. Houtskool-Briquetten C. JONGENBURGER, N°. 7870. A0. 1885. Feuilleton. CONTBASTEN. Brandewijn Hoogewoerd 37. Kort Rapenburg 8. JENEVER HV. 1. J» Anton Huf, I>onclerclaö: 15 October. §eze igourant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Vervolg der Advertentiën. LEIDSCH DAOBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Novelle van EMIL MARRIOT. .Eines schickt sich nicht für Alle." Goethe. Vervolg.) Paul sloeg het boek dicht en blies zyn licht uit. „Ik zie met leedwezen, dat gy ongeneeslijk ziek zijt," zeide hy, zich naar den muur keerende, „en als uw vriend, blyft mij geen andere wenschover, dan dat uw waan u nooit moge verlaten, want met uw herstel zou bitter en vruchteloos berouw komen. Wel te ruste nu en wel bekome u uwe groote dwaasheid." „En pas gij op," antwoordde Eugenius, „dat gy met uwe wysheid niet een eenzame, oude vryer wordteen zelfzuchtige egoïst ben je al, en het is te voorzien, dat op uwen ouden dag, een heel ander, veel knagender en onvruchtbaarder berouw, dan gy my voorspelt, u zal overvallenter wijl eene vrouw en lieve kinderen. „Genoeg, dank u!" viel Paul hem zeer koeltjes in de rede, „gy weet, dat die dingen mij afschrik ken in plaats van aantrekken. Doe naar uw ge loof, daar gy u helaas 1 niet wilt laten leiden. Maar, heden over twee jaar, zullen we elkaar na der spreken, dan zal het beter te beslissen zijn wie van ons beiden een dwaas was." „Goed," zeide Eugenius lachend, hij was te 1 gelukkig om zich ergens boos over te maken, I „binnen twee jaar zullen wij zien nu goeden I nacht - slaap wel en droom van uwe vrijheid." Paul gaf geen antwoord. In tegenstelling met Eugenius was hy te zeer ontstemd om aan eene nog zoo onschuldige scherts mede te doen. VII. Twee jaren waren verwonderlijk snel verloopen. De droom van Eugenius was reeds zoo ver ver wezenlijkt, dat sedert zes maanden een knaapje door zyn geschreeuw de muren deed rillen en Eugenius zyn jongen verrukkelijk, onvergelijkelijk vond. Het zou in strijd zyn met de waarheid te beweren, dat de korte tijd van zynen echt niets anders dan zonneschijn gebracht had. Er waren in het begin vele stormen geweest, dikwijls waren er harde woorden gevallen, het was er soms warm I toegegaan maar de liefde had de beide echtge- nooten door alles heen geholpen. Zy had Melanie zachtmoediger en geduldiger, Eugenius sterker en standvastiger gemaakt; na eiken twist hadden zy zich nauwer aan elkaar gesloten en Eugenius had nog geen oogenblik berouw gehad, dat verbond gesloten te hebben. In het eerste jaar had Paul dikwijls meenen te zegepralen. Eugenius was dikwijls ernstig, ont stemd en ter neer gedrukt geweest. „Wel," had hy den jongen echtgenoot gevraagd, „hoe gaat het thuis? Naar uw gezicht te oordee- len voortreffelijk. Gy ziet er immer overgelukkig uit." „Ik ben het ook," had Eugenius ten antwoord gegeven, want hy was te trotscli en te fijn ge- voelig om een derde in het lief en leed van zyn echt in te wyden. Op zekeren dag was Eugenius met een van vreugde schitterend gelaat bij hem gekomen. „Wensch my geluk, Paul,'' zeide hy„sedert dezen morgen ben ik vader. Melanie heeft my een zoon geschonken." »Zoo," had Paul geantwoord, „dat is wel mooi, van harte geluk gewenscht. Mag het mannetje al bekeken worden?" „Welzeker," en hy trok zyn vriend in huis. Paul moest den kleinen wereldburger bewonderen en bood zelfs aan, zyn peet te zyn. Zyn voorstel werd met groote vreugde aangeno men. Melanie bleef er koeler by, gaf echter hare toestemming, maar verzocht evenwel dat het kind niet de naam van Paul gegeven werd. „Het is eene kinderachtige zelfverheffing van ons volwassenen, om de kinderen naar ons te noe men," zeide zij, „ik zal een naam voor het kind uitzoeken, die my bevalt en die door niemand in de familie gedragen wordt. In dit, zoowel als in alle opzichten zal myn zoon zelfstandig opgevoed worden." „Jammer, dat men hem niet vragen kan hoe hy heeten wil", zeide Paul. Toen de kleine (hy was Victor genoemd, want Melanie hield van het heroïeke) drie maanden oud was, werd hy zeer gevaarlyk ziek. Dat was een treurige tijd voor het ouderenpaar! Nacht en dag waakten zy aan de wieg' van het kind, spraken elkander wederkeerig moed in, daar het ergste te vreezen stond, en slopen dikwijls weg, om in het verborgen te kunnen uitweenen. Toen het heel, heel slecht met het kind was, viel Melanie haar echtgenoot om den hals. „Ik heb u, gij hebt my!" fluisterde zy: „dat moet ons over dezen verschrikkelijken afgrond helpen.Ik was de uwe vóór het kind. Ik moet nog meer voor u worden." Hy drukte haar sprakeloos aan zyn hart en zij weenden samen. Maar het gezonde gestel van den knaap zege vierde en hy werd sterker en bloeiender dan ooit. „Zulke bekommeringen kennen wy jonggezellen niet," zeide Paul, die (hoewel hy het niet wilde bekennen) in groote onrust over zyn petekind ge weest was. „Ook onze vreugde kent gy niet!" antwoordde Eugenius en hield zyn bloeiend, spartelend lachend kind in de hoogte. Melanie hield van elegantie en weelde. Hoe na tuurlijk was het dus, dat in dezen kleinen staat de begrooting dikwyls de inkomsten te boven ging! „Wy moeten nieuwe vazen hebben, Eugenius ik zou wel eene fluweelen japon willen hebben in dit hoekje zou een bloementafeltje goed staan vindt gy niet dat myn bont niet mooi meer is?" En duizenden dergelyke wenschen. „Lieve kind," nadat zy hem den kleinen Vic tor geschonken had, kon hy haar geen verzoek afslaan, „wacht tot nieuwjaar. Ik zal u met alles verrassen." „O, wat zyt gij goed." Zeker goed was hy en bovenmatig mild ook maar ryk was hij niet, daarom werkte hy nacht en dag, werd er bleek en mager van en zag er heelziekelyk uit. „Ik zou wel eens willen weten wat Eugenius scheelt", zeide Melanie tegen Paul„hy ziet er se dert eenigen tyd niet goed uit." „Hy werkt te veel." „Och, en waarom doet hij dat?" „O, hoe naïef, mevrouw is bekoorlykzeker niet voor zyn genoegen maar wel om aan de wenschen zyner schoone vrouw te kunnen vol doen wat toch eigenlyk ook een genoegen is." Melanie werd nadenkend. In het vervolg had zy minder wenschen. Zy vond haar bont nog pas nieuw en heel mooi en werd boos als Eugenius er van sprak een ander te koopen. Wel kostte het haar in het geheim menigen stryd, menigen traan. Maar zy onderdrukte haar verdriet en overwon het meestal. Niet altydimaar dat was ook niet te vorderen. {Wordt vervolgd.) Leidsche Gymnastiek- en Scherm- vereeniging Het BESTUUR van bovenstaande vereeniging heeft de eer de aandacht van Ouders en Voogden te vestigen op hare Aspiranten-Afdeeling voor jongelieden van 14 tot 18 jaar. (Contrib. ƒ4 's jaars. Lessen 2 uur per week.) Gelegenheid tot aanmelding bestaat gedurende de maand October, eiken Maandag en Woensdag van 8 tot 9 uren des avonds, aan het gebouw der 1I.-B. S. voor meisjes, (Ruïne, ingang: poort rechts.) Ph. DE VRIES, Directeur. Leiden, September '85. f 0.80, 0.90, 1.- p. L. 0.70, 0.80, 0.90 p. fl. COGNAC, J. Van 1.40, 1.80, 2.50 p. L. Oldcnborgli C°. 1.25, 1.50, 2.— p. fl. slijters per 5 liter 661 en 71s Cts. Gorkums Bier 9 en 11 Cts. per flescli. Vollenliovens Stout en Ale 10 Cts. p. '/2 fl. Sluiting tegen het midden of uiterlyk het einde dezer maand van de bekende VAN tijdelijk 11 Breestraat over het Museum. Door myn grooten omzet kan ik alléén in de beste en algemeen bekende qualiteiten leveren: Dames en Heeren gevoerde Glacé met Sultan-sluiting f 1.75, Dames Glacé Bont- handschoenen met Springveer f 2, dito Kinder f 1.50 en Heeren f 2.25. De gewilde Tricot-Handschoenen de 2 paar Dames f 1.45, 2 paar Kinder f 1.10, 2 paar Heeren f 1.95. IVollen Mofjes en Wollen Mitaines de 2 paar f 1.25. De ondergeteekende beveelt zich beleefdelijk aan tot het leveren van alle soorten Brandstoffen, als Droge, korte en lange Turf, zware, lange Kluiten, Engelsche en Duitsche Steenkolen, geklopte en on geklopte Gas-Cokes, Eiken- en Beukenblokken, Houtskolen, Houts- en Bruinkolen-Briquetten en Houtsprokkels om kachels spoedig aan te maken, alles tegen de meest concurreerende pryzen, bij E. J. WIJNTJES, Heerengracht 122. worden vervaardigd van de zuiverste grondstoffen, waardoor zy geen walm of lucht afgeven, zeer lang vuur houden en bijzonder geschikt zyn tot verwarming van stoven, strykyzers enz. Bjj 1000 stuks gelyk tot zeer lage pryzen, by Alfen a/d. Rijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1