OSCAR, Vrijdag 11 September. Feuilleton. N°. 7841. A0. 1885. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. LEIBSCÏÏ BAGBLAB. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1-40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het inoas- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. 5) Een verhaal naar OTTO VON LEIXNER. Vervolg.) Er lag zulk eene bekoorlijkheid in Tonina's ver schijning, dat Oscar gaarne haar hand gegrepen had, doch lijj vergenoegde zich met een vriendelijk knikje, terwijl de vrouw met een vloed van woor den de deugdelijkheid der stof en de schoone ge stalte van het meisje prees. Toen zij heenging zette Tonina zich zwijgend neder; zjj had gerekend op een opgewekte ontvangst; de bedaarde manie ren van haar vriend waren haar op het oogenblik onbegrijpelijk. Deze deed alle moeite om niet te veel zjjn ge voel door zjjne woorden te verraden. „Het kleed staat u zeer goed," zeide hjj. Zij zweeg. „Wat scheelt u, Tonina? Bevalt het u niet?" „O, het is te fraai voor mij, maar ik geloof dat gij niet tevreden zfjt en dat ik u niet beval." „Wees toch niet kinderachtig," antwoordde Os car. „Gij bevalt mij nu dubbel zoo goed als an ders." „Is het waar?" vroeg zij opstaande, en een te vreden lachjo speelde om haar mond, zoo lieftallig dat de ^kunstenaar jpjen meester meer over zich zelf bleef, haar hand greep en haar daarbjj diep in de oogen zag, die liefdevol naar hem opzagen. „Ja, Tonina, het is waar, gij kunt het gelooven, gjj kunt alles gelooven, wat ik u zeg." Hjj gevoelde zich zoo verlegen, dat hjj de hand van het meisje losliet en verward voor zich op de tafel bleef staren, waar het onbeschreven velletje papier lag, dat hij voor den brief aan Ehrhardt bestemd had. „Ik zou gaarne nog een brief naar Duitschland schrijven aan iemand, dien ik zeer liefheb." Tonina sprong op. „Aan een meisje, mijnheer?" „Neen, ik heb noch in Duitschland, noch elders een meisje aan wie ik brieven schrijf. Laat mij nu mijn brief afmaken." „Als gij het beveelt, ga ik." „Ik beveel niet, ik verzoek slechts. Dus tot weer ziens!" „Tot weerziens!" zeide zij zacht, en ging heen. Gaarne ware hjj opgesprongen, haar nageijld, om haar te zeggen wat, wist hjj zelf niet, maar nu voelde hjj, dat hjj liefhad. Zou hjj haar roe pen? Hjj maakte eene beweging om op te staan maar neenl Hjj moet meester over zich zelf bljj- vennog mag zij niet weten, hoe dierbaar zjj hem is. Eerst wilde hij haar geheel naar zijn stand op voeden, dan zal hjj zeggen: Tonina, wees mjjn vrouw! dan zal hjj haar aan zjjn borst drukken en weer zweefden hem die frissche lippen voor den geest dan zal hjj haar voor de eerste maal kussen en een gelukkig mensch worden. Den volgenden morgen zocht Oscar den zang meester op; Annibale Yolpi heette hjj, die zich met genoegen bereid verklaarde de jonge dame onderricht te geven. De Maestro was nog jong, een echte Yenetiaan, met donker krullend haar, vurige oogen en vol leven. Hjj vertelde zjjn be zoeker, dat hfj eerst sedert kort te Rome woonde, dat hjj wel nog geen naam gemaakt had, maar voor zijn leerwijze instond; hij roemde deDuitsche muziek en noemde zich ten laatste gelukkig dat hjj mjjnheer van dienst mocht zjjn. Oscar's kunstenaarsoog hing met welgevallen aan Annibale's schoon gelaat en onwillekeurig dacht hjj er aan, wat een geschikt model hjj we zen zou voor een jongen Mercurius. Nadat men het over den tijd en den prjjs eens geworden was, nam de beeldhouwer afscheid van den Venetiaan, die hem beleefd tot aan de deur van het huis bracht. Van toen af vlood het leven van den jongen kunstenaar weer stil voort; Tonina, die bjj de vrouw des huizes woonde, stoorde hem niet meer. Den maaltijd gebruikten zjj samen; terwijl Oscar in zjjn werkplaats bezig was, zat het meisje in den „gedachtenhoek," en spande al hare krachten in om de eerste gronden der beschaving, lezen en schrijven, te leeren. Met vreugde had de kunste naar in haar een helderen geest ontdekt, dien hij door gesprekken en vertellingen trachtte te ont wikkelen. De zangmeester kwam elke week drie maal en was na elke les uitbundig in lof over de stem en den aanleg van Tonina. Zoo ging de herfst en de halve winter voorbjj, het werk was bjjna gereed. De verhouding tusschen den kunstenaar en het meisje was uiterlijk dezelfde gebleven; in hem was door de liefde, die hem ge heel vervulde, een nieuw leven ontwaakt; het be wustzijn voor iemand te mogen zorgen, wier beeld diep in zjjn hart gegrift was, begon de ruwe schors, waarmede het verledene zijn hart omsloten had, langzamerhand weg te nemen. Slechts uiterlijk was hij dezelfde gebleven, rustig, afgemeten, in enkele oogenblikken slechts broederlijk teeder. To nina's verstand ontwikkelde vlug; zij bezat niet alleen "sch o onheiïïsgeveY,RietTr fdëel ~van" haar" volk, maar ook scheppingskracht. Het eenvoudigste gedicht, \dat zij voordroeg, het kunstelooze lied, dat zij zongc verraadde een geest, die zonder acht te geven op voorgeschreven vor men, met zekerheid zijn eigen weg volgt. Tegen over Oscar was zjj steeds vriéndelijk en dankbaar, maar zjjne denkwijze was hsiar te afgetrokken, zijn gevoel voor haar warm bloed onverstaanbaarzijne kalmte, het gevolg van harden zielestrjjd, scheen haar koelheid, en haar haAt, dat zich eens geopend had, in een oogenblik dat hjj had laten voorbij gaan, sloot zich langzamerhand weer; zjj voelde voor hem eerbied en vriendschap, maar de kiem der liefde had te vergeefs op zon gehoopt en was gestorven. Hartstochtelijk had zjj zich op den zang toe gelegd, waarin zjj buitengewone vorderingen maakte. Haar onderwijzer spande dan ook al zjjne krachten in en bleef dikwijls twee uren met haar bezig; hjj raadde Oscar aan het meisje voor de opera op te leiden, waartegen deze zich echter met kracht verzette. Hoewel vrjj van .kinderachtigen ijverzucht hjj liet Annibale steeds met Tonina alleen kwam zijn hart toch in opstand bjj de gedachte dat dan zijne geliefde, wier geest hjj ge vormd had, die de zjjne was volgens de eeuwige rechten der genegenheid, overgegeven zou worden aan het duizendhoofdige publiek. Toen Volpi merkte dat de kunstenaar niet over te halen was, beproefde hjj zjjn invloed bjj het meisje. Reeds lang had hij zich bjj haar aange naam weten te makenhjj was voorkomend en dienstvaardig, welke eigenschappen gunstig afsta ken bjj Oscar's trotsclio terughouding; daarenbo ven was hij steeds zoo begrijpelijk voor Tonina, als een boek in haar moedertaal. Onwillekeurig begon zjj aan roem te denken, die haar zooveel te bekoorlijker scheen, daar zjj niets van de wereld wist. Sedert zjj eenmaal met Oscar naar de opera geweest was, en ook gedeeld had in de opgewon denheid, die na het gezang der primadonna in toe juichingen losbarstte; sedert zjj gezien had hoe- vele blikken van bewondering op haar rustten, was de duivel der behaagzucht in haar ontwaakt. Daar haar beschermer haar lievelingswensch tegenstreefde, werd Annibale de vertrouwde harer droomen, en daardoor opende zich een klove tus schen Oscar en haar, die wel nog eng was, want nog reikten zjj elkander de hand er overheen, maai de sluwe Venetiaan verstond de kunst haarwjjder te maken, en reeds bestond tusschen hen die ge vaarlijke vertrouwelijkheid, die eerst nog niet an ders is dan een samen weten van stille verwach tingen. Reeds sedert lang gloeide Volpi's hart voor To nina en hij had geen plan dien gloed te verdoo- ven. Zuchten, verlangende blikken en halve woor den verraadden het meisje spoedig zjjn gevoel en de wjjze, waarmede zjj zjjne liefde opnam, maakte hem steeds koener. Het toeval begunstigde hem. Hij bestudeerde met Tonina een duet uit een opera. Het gordijn was dichtgeschoven; in het gedeelte dat tot werkkamer was ingericht arbeidde Oscar rustig en luisterde met genoegen naar de schoone stem van den onderwijzer, en liet ook, toen de leerling met hare betooverende stem antwoordde, een oogenblik zijn hand rusten, en luisterde met een glimlach van geluk. Toen de partij van den held, die Volpi zong, het medebracht, nam bij Tonina's hand, en zjjne blikken gaven nog duidelijker zijn gevoel te ken nen dan de woorden van zijn lied, en langzaam knielde hij, om liefde smeekende, voor het meisje neder. Zij geraakte een oogenblik in verwarring, maar spoedig herstelde zjj zich en beantwoordde Volpi's aanzoek met de hartstochtelijke om-den -3 - T>_ A «4- TT J van haar taal. Buiten zichzelven, sprong hjj op en de slechts weinige weerstrevende Tonina in de armen sluitende, drukte hjj een kus op hare lip pen, zoodat de laatste toon wegstierf. Oscar had aandachtig geluisterd naar de zoete bekentenis, die Tonina zoo vol gevoel gezongen had, en toen zij plotseling verstomde riep hjj luide „Bravissimalegde hamer en beitel neder en ging naar hen toe. Annibale was bjj die toejuiching onmiddellijk opgesprongen, terwjjl het meisje deed alsof zij iets onder haar muziek zocht. „De Signora," zeide de maestro, „is voor zange res in de wieg gelegd en ik benijd u, dat gjj zoo gelukkig waart, zulk een juweel te ontdekken." „Ik ben ook gelukkig, dat ik Tonina bezit," viel de kunstenaar den Venetiaan in de rede. Annibale nam zjjn hoed en ging heen. Het hart van het jonge meisje klopte angstig toen zjj met Oscar alleen was; zjj gevoelde wel geen schuld, maar toch ontweek zjj den blik van den jongen man en legde zorgvuldig haar muziek in orde. „Dat is braaf van u," zeide de beeldhouwer lachende, „eene toekomstige huisvrouw moet weten te zorgen, en dat wilt ge toch immers worden?" Het meisje werd rood als purper; Oscar las in hare verwarring slechts wat hjj hoopte en nam haar hand in de zijne, zij gevoelde zich zoo ver legen, dat zjj met een „Addio" wegsnelde. De ach tergeblevene zag daarin niets dan maagdelijken schroom en meende dat het liefde was, die haar verlegen maakte. Terwijl nog alles bjj het oude scheen gebleven, rukte de zwarte geest der storing toch reeds bin nen. De geliefden namen de grootste zorg in acht en hoe minder ware liefde Tonina voor Oscar ge voelde, zooveel te vriendelijker werd zjj tegen hem, zoodat hij nog een geheele maand in zjjn zoeten waan voortleefde. In het begin der lente was zjjn kunstwerk ein delijk gereed, en in den tuin opgesteld, voor het naar do plaats van bestemming werd afgezonden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1