Gisteravond, toen het laatBte hooi van het land in den barg bij den bouwman G. te Oegstgeest was opgeborgen, werden de arbeiders onthaald. Een van hen, zekere J. D., huiswaarts koerende, is op de Polderkade van den Marendjjk, welke naar zijne woning voert, vermoedelijk gestrui keld en voorover in de daarlangs loopende sloot gevallen, waaruit hij hedenmorgen levenloos werd opgehaald. Bij den wagenmaker K. te Zegwaard zijn twee wielen met lenzen ontvreemd. Omtrent den vermoedelijken dood slag in de Gooiersteeg to Amsterdam, door den schoenmaker Van der Pels, op zijne huisvrouw ge pleegd, meldt het „Hbl." nog nader dat Van der Pels ten vorigen jare door de rechtbank aldaar wegenB moedwillige verwonding op zijne vrouw ge pleegd, tot 45 dagen celstraf is veroordeeld geweest. In den bewusten nacht hebben de naaste baren tot omstreeks halfdrie hevige ruzie en vechterijen bij hem kannen waarnemen; toen volgden twee harde slagen en daarna werd alles stil. De porder, die om 4 uren in de steeg kwam, vond het slachtoffer be neden aan de trap liggen. De „Amst. Crt." meldt dat Van der Pels 63 jaren is en zijne vrouw, Kaatje geheeten, ongeveer vijf jaren joDger was. Toen de porder het lijk vond, beeft hij onmid dellijk de buren gewekt; een rechercheur der politie komt en begeeft zich naar het woonvertrek van den schoenmaker. Hetgeen bij daar ziet, overtuigt hem spoedig dat hij zich ter plaatse bevindt, waar kort te voren een verschrikkelijk tooneel moet heb ben plaats gevonden. Wel zijn van den vloer de bloedsporen zoo goed mogeljjk verwijderd, doch het bloed aan de wanden van het vertrek en aan de han den en kleeren van Van der Pels laten bijna geen twijfel over of hij bevindt zich in tegenwoordigheid van een moordenaar. Ook de buren, die mede naar boven zijn gegaan, deelen dit vermoeden, dat door hunne verklaringen nog wordt verzwaard. Bijna dagelijks had het echtpaar twist, meer dan eens uitte Van der Pels tegen zijne buren bedreigingen, gericht aan het adres van zijn vrouw en zoon. Deze laatste ver liet daarom de ouderlijke woning en vestigde zich elders. In den nacht van Maandag op Dinsdag - het was ongeveer één uur - hoorde een der buur vrouwen, na een ergen woordentwist, uit Kaatjes mond: „O Jezus, help me!" daarna den doffen dreun van een vallend lichaam, en alles was stil, - tot ze «enigen tijd later een lichaam van de trap hoort vallen. Een angstig gevoel maakt zich van haar meester, ze vermoedt dat er iets verschrikkelijks moet zijn gebeurd, maar ze durft niet naar boven om zich van de waarheid van haar vermoeden te overtuigen; de vrees voor den woesten Van der Pels houdt haar in hare woning opgesloten. Het was toen dat de porder op zijn tocht het lijk vond. Van der Pels werd onmiddellijk, op vermoeden de bedrijver te zijn der verschrikkelijke daad, in hechtenis genomen en naar het politiebureel in de Oadebrugsteeg gebracht; het lijk werd ter gerech telijke schouwing naar de celgevangenis vervoerd. In tegenwoordigheid van den commissaris van politie behield Van der Pels zijne kalmte. Bij het lijk ge bracht, antwoordde hij toen hem gezegd werd: „Ziedaar uw slachtoffer," - „Daar weet ik niets van." Hij ontkent elk aandeel aan den dood zijner vrouw; hij heeft, zegt hij, haar uitgezonden, om een borrel te halen, en verder weet hij van niets af. Met welk voorwerp de ongelukkige om het leven is gebracht, is nog onbekend; vermoedelijk is haar met een veger de noodlottige slag op het hoofd toegebracht. Aan boord van het barkschip „Quebec," liggende aan de petroleumhaven te Amsterdam, is een jong matroos door het breken van een paard uit de bramra op het dek gevallen en onmiddellijk daarna overleden. Gisteravond om acht uren werd in den trein UtrechtAmsterdam een boschbrand waargenomen tusschen de stations Weesp en Naar- denBussum, op ongeveer een kwartier afstand en zuidoostelijk van wachthuis 16. De brand - hoe wel in rijn begin - scheen nogal verwoestingen te zullen aanrichten in het dennenhout. Te Elten zijn twee koeien van den landbouwer F. onder den goederentrein geraakt en geheel vermorzeld. In het kamp bij Oldebroek is vol gens de „Zw. Ct.," bij het houden der tactische oefeningen door het 1ste regiment veld-artilleria een affuit met kanon omgeslagen. De beide be dieningsmanschappen, die zich op het affuitkistje bevonden, geraakten er onder, met het noodlottig gevolg dat de milicien-plaatsvervanger L. F. op de plaats dood bleef en de milicien-plaatsvervanger L. H. F. gekwetst werd en zijn rechterarm brak; de toestand van laatstgenoemde is niet direct levens gevaarlijk. Beide manschappen zijn van de 5de battery van genoemd regiment, in garnizoen te Amersfoort. Gisteravond omstreeks elf uren ont stond in een pakhuis in de haven te Deventer, aan verschillende personen tot allerlei doeleinden verhuurd en waarin licht ontbrandbare goederen waren geborgen, brand, die zoodanig toenam dat het geheele gebouw, met al wat er zich in bevond, in weinig tjjds eene prooi der vlammen is geworden. Aan den ijver van de brandweer is het te danken dat men den brand, die een zeer dreigend aanzien had, reeds om halféén meester was. Het pakhuis was verzekerd, doch de goederen, waaronder voor f 2000aan timmerhout, slechts gedeeltelijk. Aan het Brusselsche dagblad „Les Nouvelles" zijn door een verslaggever, dia onlangs vergunning had bekomen om de familie van Jeanne Lorette bij een bezoek in hare gevangenis te ver gezellen, eenige bjjzonderheden daaromtrent mede gedeeld. Hij was getroffen door het bleeke uiterlijk der gevangene, die in hare geheele houdiDg de bewijzen geeft van onderwerping in haar lot en van berouw over hare daad. Op eene aansporing om niet te wanhopeD, ant woordde zjj met gebogen hoofd: „mijn leven is gebroken, ik heb niets meer te hopeD, alleen de dood kan een einde maken aan mijn lijden." Bij het personeel der gevangenis moet Jeanne zich, evenals te voren ook te Rotterdam, zeer bemind hebben weten te makende verslaggever roemt over het algemeen de humane wijze, waarop hier te lande gevangenen, die zich goed gedragen, be handeld worden. Hij verklaart dat iemand, die het portret der gevangene heeft gezien, haar daaruit niet herkennen zal. Vooral was hij getroffen door hare groote blauwe oogen en door de weelderigheid van haar blonden haardos. Daar men haar de haarspelden heeft ontnomen, heeft zij een lok van weerszijden boven op het hoofd Baamgebonden, maar verder golft het haar over den rug. Door de wonden, welke zij zich in den linker voorarm heeft toegebracht, is die arm nog stijf ge bleven. De geneesheer beweert echter dat geen zenuw sterk beschadigd is, zoodat de stijfheid niet blijvend zal zijn. De verslaggever deelt, onder eenige andere bij zonderheden, ook nog mede dat het meubilair in Jeannes woning eigendom was van haar vader, die het, bjj baar vertrek naar 's-Gravenhage, daar voor had afgestaan. Nader wordt gemeld dat thans toch ten slotte mr. Ph. A. Haas als verdediger van Jeaune zal optreden. Na de weigering van mr. Michiels Van Verduynen heeft zjj, op aandrang barer familie, er in toegestemd mr. Haas te ontvangen en hem hare verdediging opgedragen. BUITENLAND. Groot-Britaunië. De Kabinetsraad beraadslaagde gisteren over de instructiën aan den heer Wolff en over de laatste uit St.-Petersburg ontvangen berichten betreffende de Afghaansche grensquaestie. In het Lagerhuis verklaarde sir Michaël Hicks Beach gisteravond dat de regeering geen officieel bericht over den dood van den Mahdi ontvangen heeft. Een aanval op Kassala, zeide bjj verder, is af geslagen, maar over het verlies aan dooden is niets bekend. Volgens een telegram uit Durban, dd. 21 dezer, zouden de Boeren St.-Lucia-baai bezet heb ben, ondanks de waarschuwing van Engeland. De „Daily News" verneemt dat de Boeren van Zoeloeland een gevolmachtigde naar Engeland heb ben gezonden ter onderhandeling met de regeering. In een uitvoerig opstel geeft de „Standard" een overzicht van de laatste gebeurtenissen aan de Westkust van Borneo. Daaruit bljjkt in hoofdzaak dat de Engelsche Noord-Borneo-Compagnie zeer a invallend te werk is gegaan tegen de inboorlingen aan de Westkust; dat bloedige botsingen ontston den met sommige hoofden die de rechten, waarop de Compagnie aanspraak maakt, niet erkennen, en daarom tot dwangarbeid veroordeeld zjjn. De inlan ders aan de Kawang-rivier verzetten zich tegen de annexatie, en het blad hoopt dat de Engelsche regeering zich verklaren zal tegen elke daad van geweld; de inlanders moeten volkomen vrijgelaten en weder in het bezit hunner landerijen gesteld worden. Zet de Compagnie haar plan door om zelve een sultan over het betrokken gebied te be noemen, dan kan niets anders dan een burger oorlog daarvan het gevolg zjjn. Van 6ene andere zjjde wordt echter gemeld dat de laatste annexatie van grondgebied reeds door de Engelsche regeering is bekrachtigd. België. Een ongemeen „levendig" tooneel had Dinsdag in de Kamer plaats. Naar aanleiding van een be sluit, waarbjj aan de gemeente Eht volgens de be palingen der nieuwe Bchoolwet vergunning was ge geven om de openbare school aldaar te sluiten en de bjjzondere, welke er bestond, te „adopteeren",. het woord voerende, beweerde de oud-minister Rolin Jaequemyns, dat zulks geschied was in weerwil van een der openbare school gunstig advies van den hoofdinspecteur, hetgeen de spr. eene streek'V fourberie, noemde van de regeering. Weigerende deze uitbreiding, welke trouwens door den vroegeren minister president Frère-Orban werd beaamd, in te trekken, werd de spreker tot de orde geroepen. Ook daarna hield de heer Rolin Jaequemyns de uitdruk king als juist vol en eischte, dat de Kamer zou worden geraadpleegd. De door den voorzitter toe gepaste straf werd daarop met 42 tegen 27 stem men bekrachtigd. Zeven leden onthielden zich. Spanje. Treurige tooneelen van schrik en paniek, ge paard met de vlucht van een groot aantal bewoners, zjjn tegenwoordig aan de orde van den dag in de stad Cuenca en de onlangs aangetaste landdistrioten dier provincie, alsmede in de provinciën Saragossa en Alicante, die nu met Valencia bovenaan staan op de dageljjksche doodenljjst. In laatstgenoemde provincie bedraagt het aantal aangetasten gemid deld 600 per dag, waarvan ongeveer 450 aan de vreeseljjke ziekte bezwjjken. Het dageljjksch aantal sterfgevallen te Madrid is gedurende de laatste acht dagen langzamerhand gestegen. De meeste gevallen doen zich vooronder de lagere volksklasse in de voorsteden, waar de rioleering veel te wenschen overlaat, en in de huizen waar vroeger sterfgevallen waren voorgekomen onder de vluchtelingen van Aranjuez. De paniek onder de armere bevolking en de ambtenaren is zóó groot, dat vele gevallen van ge wone ongesteldheid als cholera worden aangemerkt en in de officieele opgaven te Madrid worden be grepen. Plotselinge sterfgevallen worden, zonder bshoorljjk onderzoek, aan de epidemie toegeschreven. „Vooral gebeurt dit", aldus verzekert de „Daily News", „onder de landbouwende bevolking van de provinciën, waar plattelands-geneeBheeren en locale autoriteiten, begeerig naar den toegezegden onder stand van staatswege, op allerlei wjjze de vrijheid van verkeer aan banden leggen." De meer gegoede klassen worden weinig door de epidemie aangetast. Dinsdag zijn er in het geheele land 1831 nieuwe gevallen van cholera voorgekomen en 719 personen aan die ziekte overleden, waarvan 9 te Madrid, 184 in de provincie Valencia, 143 in Sara gossa, 65 in Murcia, 73 in Castellon. De dagbladen rekenen dat er sedert het begin der epidemie in het geheel 22,000 gevallen zijn voorgekomen. De koning en de koninkljjke familie vertrek ken heden naar La Granja bjj Segovia. Telejf rHm >n e u. PARIJS, 22 Juli. Op verzoek van den minister van marine heeft de minister van oorlog er in toe gestemd dat 2000 man in dienst der marine zullen overgaan om naar de koloniën gezonden te worden. LONDEN, 22 Juli. De beurs alhier zal aan staanden Zaterdag gesloten zjjn. Door de Bank van Engeland is heden 200,000 pd. st. uitbetaald. CAIRO, 22 Juli. Generaal Grenfell telegrafeert van Assoean, dat er boden zijn aangekomen van Gabia, meldende dat de Mahdi den 29sten Juni aan de pokken overleden is. LONDEN, 23 Juli. De „Morning Post" verneemt dat de nieuwste voorstellen der Russische regeering de definitieve sluiting behelzen van de voorloopige schikking omtrent de Afghaansche grensquaestie, terwjjl het geschilpunt betreffende den Zulfikar-pas hangende zal bljjven. Intusschen wordt als voor waarde gesteld, dat de Afghanen geene positie mogen innemen welke de oenig mogeljjke weide, welke de Russische troepen kunnen beroiken, be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 2