N°. 7772.. Dinsdag 23 Juni. A°- 1885.
Dit nummer bestaat nit Drie Bladen.
Eerste Blad.
De Lnstrnmfeesten.
Be Inhaling der Reünisten.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
In de Stad
LEIDSCH «g DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAST:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.05.
Wegens de LUSTRUMFEESTEN
zal deze Courant Dlosdag-avontl nietver-
schijnen. In plaats daarvan zal Woens
dag-morgen een buitengewoon Hommee
worden uitgegeven.
I.
Hedenmorgen heeft de reeks van feestelijkheden,
ter herdenking van het 62ste lustrum der Leidscbe
Hoogeschool, een aanvang genomen. Het dundoek,
hoog in top geheschen, wappert vroolijk door de lucht
de straten krioelen reeds van wandelaars, wier aantal
door vele treinen aangebracht, telkens nog vergroot
wordt. Heel Leiden had ook voor dezen middag
zijn werk en werkkring verlaten en is in blijde
afwachting van de dingen die verder komen zullen.
Reeds vroeg verzamelden zich de studenten aan
het academiegebouw, om zich te doen opnemen in
den stoet, die aanstonds vertrekken zou, om reünisten
en vertegenwoordigers van bevriende corpsen, onder
hegeleiding van vroolijke muziek, te gemoet te treden,
om gezamenlijk in feestelijken ommegang door de
stad de opening der feesten in het feestgebouw op de
f Ruïne bij te wonen.
Ongeveer te halféén zette men zich in beweging;
langs Rapenburg, Kort-Rapenburg, Paardensteeg,
Beestenmarkt en Stationsweg maakte men zich op
naar Zomerzorg, waar reeds ga6ten zich hadden ver-
eenigd, in afwachting van nog met andere treinen
komenden.
De stoet, die zeer groot was, werd geopend door
een escadron huzaren, op den voet gevolgd door de
kapel van het 4de regiment infanterie, onder leiding
van den heer Grentzius. Voorafgegaan door den pedel
van het corps, den heer P. Somerwil, verscheen daarop
het corpsvaandel, omstuwd door het Collegium met een
hreede rij van eereleden achter zich. Toen trad de
regelingscoromissie der op morgen te houden maskerade
aan; daarna de besturen der verschillende corpsgezel
schappen met hunne vaandels. Dat van „Pro Patria"
werd omgeven door eene aanzienlijke vaandelwacht
van ongeveer 40 man, allen in de eigenaardige schut-
ters-uniform, die. hier in Leiden geen onbekende meer
is. Verscheidenen waren met de scherpschuttersstrepen
versierd. Ook ontbraken hierbij niet de marine-tam
boers en pijpers, zoo mede een marketentster in kos
tuum en met vaatje.
Het blauwe met zilver geborduurde vaandel van
„Njord" werd niet minder eer bewezen. Een vijf en twin
tigtal leden hadden er zich omheengeschaard, allen in
roei-uniform. Vooraf gingen de race-roeiers, die reeds
zooveel lauweren aan dat vaandel hebben gehecht.
Verder merkten wij op de besturen van „Arena
Studiosoruro," van „Doctrina" en van de „IJsclub."
De leden van het laatste bestuur hadden zich niet
ontzien, om ondanks het seizoen, zich in officieel ge
waad te steken. Een reeks van vaandels volgde, die
op verschillend gebied toepasselijk zijn. Bijzonder staken
daar onder uit het vaandel van „Simplex Veri Sigellum"
en van „Hippocrates," beiden zeer schoon van vorm
en kleur. Enkele banieren werden door ruiters te
paard gedragen.
De schuttersmuziek opende het 2de gedeelte van den
stoet; deze bestond uit de overige studenten, die daar
aan deelnamen, gescheiden in 5 groepen, naar de ver
schillende faculteiten. Aan het hoofd van iedere groep
"ing het faculteitsvaandel; de medische faculteit, die
van den rector van den Academischen Senaat, heeft
hierbij den voorrang. Het kleine aantal studenten in
PRIJS DER ADVERTENTIE!*:
Van 1G regels 1.05. Iedere regel meer 0.17}.
Crnolerc letters naar plaatsruimte. Veor hel incassee-
ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
de faculteiten van theologie en philosophie was zee:
opvallend.
Aan het stationsplein genaderd werd er stil g' -
houdenonder luid „hoezee" werden de reünisten
begroet, die zich daarna onder de verschillende groe
pen verdeelden. Het oponthoud aldaar duurde var.
kwart vóór éénen tot kwart vóór tweeen.
Onder het aanheffen van het nooit volprezen „lo
vivat" zette men zich in beweging. "Vroolijk en
opgewekt schreed men voorwaarts naar de Ruïne.
Het terrein ziet er recht feestelijk uit; smaakvol zijn
de bloembedden aangelegdvlaggen en wimpels wui
ven van hun hooge stellingen den feestgenooten een
welkom toe.
De ruime zaal werd in korten tijd voor een groot
deel gevuld. Tegenover den ingang ligt het orkest,
waarop het collegium, met zijne eereleden, benevens
de voorzitters der faculteiten, hebben plaats genomen.
De zaal is smaakvol gedecoreerd. Vooral de plafonds
maken een scboonen indruk en getuigen voor den goeden
smaak van den ontwerper; vlak boven den ingang
prijkt een, keurig mooi reusachtig Minerva-beeldbo
ven in het gebouw staan de namen der 16 oudste studen
tengezelschappen. Tropeeën van vlaggedoek en wapen
schilden versieren de wanden; terwijl het ook aan
groen en bloemen niet ontbreekt. Wij verwijzen verder
naar onze beschrijving van het terrein en van de zaal,
welke wij reeds vroeger onzen lezershebben aangeboden.
Toen allen in de zaal waren, betrad de praeses
van het studentencorps de tribune, tot het uitspreken
zijner openingsrede, welke wij zoo gelukkig zijn in
haar geheel in het derde blad onzen lezers te kunnen
mededeelen.
Het zal wel niet behoeven gezegd te worden dat
de redenaar, de heer H. J. De Dompierre de Chau-
fepié, menigmalen, door bijvalsbetuigingen daartoe ge
noodzaakt, moest ophouden. Maar toen hij zijn slot
woord gesproken had, barstte er zulk een stortvloed
van toejuichingen los, als men zelden zal gehoord
hebben. Hoezees, handgeklap en hoedengewuif wis
selden elkaar af of gingen broederlijk samen.
Onmiddellijk daarop betrad de oud-minister mr. A.
E. J. Modderman de tribune (waarvoor de leden van
„Pro Patria'' dadelijk bij het binnenkomen in de zaal
hadden post gevat) om uit naam der reünisten dank
te zeggen niet alleen voor de schoone toespraak, maar
ook voor de hartelijke ontvangst. De indruk daarvan
zal niet gemist worden. De reünisten gevoelen zich
hier weer thuis. En waar zouden zij dit ook beter kunnen
doen dan in deze omgeving, welke weer zooveel herin
neringen opwekt aan eene onbezorgde jeugd, de vrij
heid van den jongeling, de kracht van den man.
Vervolgens herdacht spr. het eigenaardige en op
zich zelf staande van het academieleven, welke te
danken zijn aan den geest van het Corps, dat ook nu
geene dwaasheden uithaalt, waarover de ouderen zich
behoeven te schamen.
Het Leidsche Studentencorps heeft dien geest reeds
46 jaren gekweekt en de reünisten begroeten het des
te meer omdat zij het vaste vertrouwen hebben dat
het Heden en Verleden aan elkaar zullen beantwoorden;
Wanneer toch den lsten Maart van het jaar 1889
het Corps zijn 50-jarig beslaan zal gedenken, dan za'
tevens worden herdacht den goeden geest die de stu
denten een halve eeuw heeft verbonden, niet alleen
hier, maar ook elders na de scheiding van het Leidsch
Atheen.
Ten siotte verzekerde spr. aan den praeses| van het
Corps dat de reünisten hem zullen volgen, overal
waar hij hen roept, want zijn geleide en gastvrijheid
zullen waardig zijn, het Corps tot eer en aan het
„Virtus Concordia Fides" getrouw.
Ook deze rede werd daverend en langdurig toege
juicht, waarna de Corpspraeses allen uitnoodigde zich
te begeven naar de sociëteit Minerva, der ond- en
jongstudenten Tehuis.
Niet lang daarna of de zaal was weer ontruimd.
Allen begaven zich in groepen naar de „Kroeg",
welke hare deuren voor allen wijd had geopend. Al
leen de vaandels en verdere banieren werden met mu
ziek en eerewacht naar dezelfde plaats geleid.
Het duurde slechts kort of weldra werd ook hier
„appel" geslagen. De heer P. J. Van Wijngaarden
nam er als Kroeg-praeses het woord. Hij zeide tot
de gasten ongeveer het volgend|:
MIJNE HEERENl
De praeses collegiï heeft U zooeven welkom ge-
heeten namens het corpsop mij rust nu de hoogst
aangename en vereerende taak u te begroeten namens
deze sociëteit. Allereerst u, vertegenwoordigers van'
onze zustercorpsen, roep ik het welkom toedoor uw
tegenwoordigheid geeft gij een zeer gewaardeerd bewijs
van uwe belangstelling in ons corps. Moge de sociëteit
Minerva deze week voor u zijn, wat ze voor ons allen'
is: bet brandpunt der gezelligheid, en moge na af
loop der feesten de spreuk, die gij daarboven de deur
leest „hoe node is 't, dat wi scheiden" u welgemeend
op de lippen komen.
Maar bovenal u, reünisten, verwelkom ik met
vreugde 1 Gij, die overal vandaan herwaarts heenge-
stroomd zijt, om uw oude corps weer te zien, en
die, zoo hopen wij ten minste, of neen, wij weten
dat zeker, onder de talrijke vroolijke herinneringen
van uw studentenleven, deze sociëteit eene ruime
plaats hebt gegeven.
Herinnert u, hoe gij voor het eerst hier binnen
kwaamtver, zeer ver van de leestafel waart gij ge
zeten; de knechts letten ter nauwernood op uw om
spijs of drank roepende stem.
Maar langzamerhand gevoeldet gij u meer thuis,
en gij eindigdet met u te hechten aan uw sociëteit.
Gij hebt hier feestgevierd; het was als 't ware hier
uw huisgezin en daarom vooral voelt gij u zoo aan
getrokken tot deze zaal, omdat gij er vrij waart, vrij
en onbelemmerd in uw bewegingengij waart in een
heiligdom, uw heiligdom!
Zoo het „studentje" waarvan zooeven gesproken
werd, weer in u ontwaakt, laat het dan vooral hier
zijn, dat het zich openbaart.
„Gebruikt jolyt," al zijt gij niet meer in uw jonge
jaren! Werpt u in de armen van Minerva, die ze
wijd voor u geopend houdt. „Zingt Pallas lof en
juicht van vreugd!"
Mocht de sociëteit u in het eerst nu anders voor
komen, dan ze was in uwen tijd, toch houd ik mij
overtuigd, dat gij weldra zult bemerken, dat hier nog
de zelfde geest heerscht. Van harte wensch ik dan
ook, dat gij gedurende deze week menig uurtje bin
nen deze muren zult slijten. Men is gewoon te zeg
gen, en dat is zeer te recht, dat het corpsleven zich
op deze plaats openbaart; welnu, komt dat leven
hier beschouwen.
Hier zult gij slechts harten vinden, kloppende van
warme genegenheid voor u. Al onze krachten zullen
wij inspannen, om het u zoo aangenaam mogelijk te
maken. Onze helooning zal deze zijn, dat gij, naar
huis terug gekeerd, in vroolijke herinnering deze plaats
zult herdenken.
Aan u allen en aan onze societëit wijd ik dezen
dronk
Hierop nam namens de reünisten de heer De Ma-i
rees v. Swinderen het woord, die het welzijn der
Sociëteit Minerva dronk.
Te 4 uren had er receptie plaats van de eereleden
van het collegium. Alle aanwezige eereleden narnen
daaraan deel.
Na afloop dezer receptie werden ook door het
bestuur der sociëteit hare eereleden op de commissie
kamer ontvangen.
Aan menig hartelijk woord ontbrak het daarbij nieGl
was het natuurlijk niet het minst druk daar waar
hedenmiddag de stoet bij het gaan naar en het komen
van bet station zich bewoog, allereerst op het Rapen-