LEIDSCH DAGBLAD. N°. 7769. Vrijdag 19 Juni. A0. 1885. Dit nummer bestaat nit Twee Bladen. PRIJS DEZER COURANT: Toor Leiden per 5 maandenf 1.10. Franco per postB 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering \ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES' Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17^. Groolere letters naar plaatsruimte. Voor bet iucassee- ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. LEIDEN, 18 Juni. Heden had alhier de jaarlijksche vergadering van de Maatschappij der Nederlatidsche Letter kunde plaats in het gebouw der Maatschappij tot Hut van 't Algemeen. Onder de aanwezigen merkte men op het eerelid der Maatschappij prof. Nicolaas Beets. Prof. J. J. Prins opende de vergadering met eene welsprekende rede. Hij herdacht de afge storven leden en tevens hen, die voor hun lidSnaat» schap zonder opgave van redenen hebben bedankt. Van de gestorven leden werd o. a. vermeld Prins Alexander, kroonprins der Nederlanden, waarbij met een gepast woord de gedenkdag van Waterloo (18 Juni) werd vermeld. Van de gestorven leden werden bijzonder ge schetst de overleden hoogleeraren: Soholten, J. A. Fruin (Utrecht) en Tellegende predikant y. Iterson, de ond-minister Van Tets van Goudriaan, mr. D. Levyssohn Norman, mr. Alsche, jhr. Rammelman Elsevier, S. Blaupotten Cate, mr. W. C. Mees, Miran- dolle en mr. P. Scheltema, terwijl van de over- leden buitenlandsche leden aan den vermaarden aegyptoloog Lepsins hnlde werd gebracht. De spreker wees er op, dat door de leden drnk gebruik gemaakt was van het recht van aanbe veling, zoodat b. v. één nieuw lid van 1884 aan stonds tien candidaten heeft aanbevolen. Hij herin nerde dat in het afgeloopen jaar het eerelidmaatsohap ie aangeboden aan Nicolaas Beets (luid gejuich). Hij prees den ijver van den heer Louis D. Petit, die dit jaar twee afleveringen van den catalogus der boekerij heeft in het licht gezondeD. Ten slotte wees de voorzitter er op dat de betrekking van archivaris der gemeente Leiden was behouden, ook nadat vanwege het bestuur der Maatschappij was ge petitioneerd bij den gemeenteraad. Zoo bleek het, dat de Maatschappij ook voor de belangen der historische wetenschap in deze gemeente trouw zorg draagt. Daarna werd het woord gevoerd door prof. Nicolaas Beets, die voorstelde de rede van den voorzitter te doen drukken. De secretaris Frantzen bracht het verslag van den staat der Maatschappij en van bare belang rijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar uit. Hij gaf ook een verslag van den Btaat der boekverzameling gedurende het zelfde tijdsverloop. De penningmeester legde rekening en verant woording overtevens gaf deze verslag van hetgeen door de Maatsohappg gedaan is voor de Transvaal, door de vestiging van eene Nederlandsche Zuid- Afrikaansche Bibliotheek te Pretoria. Van 1883 tot heden zijn gestadig kisten met ingebonden boeken gezonden. Men ontving beleefde dankbetuigingen van dr. Du Toit. De uitslag der vooraf gehouden stemming voor nieuwe leden werd alsnu medegedeeld. Daar nit bleek dat benoemd zijn tot nieuwe leden de heeren mr. J. C. M. Van Riemsdijk, te Utrecht; R. P. A. Van Rees, Oud-Officier bij het corps Mariniers, te 's-Gravenhage; A. Sassen, Archivaris te Helmond; C. A. L. Van Troostenbnrg De Broyn, Predikant te Erichem; dr. A. Bruining, predikant te Noord- Schermer; J. F. Gebhard Jr., te Amsterdam; mr. W. F. G. A. Van Sorgen, te UtrechtH. M. Keste- loo, secretaris der gemeente Domburg; D. Hen- riquez De Castro Mz., te AmsterdamD. C. Meijer Jr., te Amsterdam; H. L. F. Pisuisse, medewerker aan de N. Rott. Courant, te Amsterdam; dr. H. Hartogh Heys Van Zouteveen, te Assen; L. Cou perus, te '6-GravenhageJ. H. W. Unger, Adjunct- Archivaris te Rotterdam; J. Jongeneel, Oud-Hoog leeraar te Deventer, thans Predikant te Heerlen? Jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts Van Blokland, Lid der Tweede Kamer, te 's-Gravenhagedr. A. Klny- ver te Leiden; mr. J. Böhl, Advocaat te Amsterdam; mr. P. Brooshooft, te Utrecht, en J. Van Krieken, Oad-Hoofonderwijzer te Rotterdam. Tot buitenlandsche leden werden benoemd de heeren: L. Daae, Hoogleeraar aan de Universiteit te Christiauia; dr. L. Keiler, Kon. Pruis. Staats archivaris te Müoster, en prof. dr. H. Fischer, bibliothecaris te Stuttgart. Na de gebruikelijke pauze werd de vergadering heropend. Het Bestuur stelde namens de maand-vergadering, voor om de beschikbare renten van het Fonds te be steden lo. aan het tijdschrift van „Volkstaal" (redacteur Taco H. De Beer), eene subsidie van f 50 voor één jaar2o. voor de uitgave van het Glossarium van Vlaamsche Rechtster men door K. Staelaert te Brussel, eene bijdrage van f 1200 over den tijd van vier a vijf jaren verdeeld. Ten voordeele van dit tweede voorstel sprak prof. M. De Vries, daar de uitgave van dit Glossarium het Woordenboek der Middel- nederlandsche taal van dr. J. Verdam zeer te stade zal komen. Ds. Van Griethuysen vroeg of het Willemsfonds ook in deze gekend is. Prof. De VrieB toonde aan dat dit fonds alleen populaire uitgaven geeft en dat dus de uitgave van zulk een 'Glossarium niet op den weg van het Willemsfonds ligt. Beide voorstellen werden bij acclamatie aangenomen. Het Bestuur stelde voor de Levensberichten der Maatschappij voortaan saam te stellen met hulp der reeds verschenen Levensberichten van de Kon. Academie. Prof. Tiele stelt voor de Levensberichten der Kon. Acad. zoo veel mogelijk te bekorten, Mr. J. Dirks stelde voor, dat ieder lid zelf bij zijn leven eenige opteekeningen make, opdat de biograaf die zou kunnen raadplegen. Het eerelid prof. Nic. Beets wenschte de Levens berichten wat korter. Hij vindt ze wat al te lang. Hij wenscht alleen het letterkundige deel van iemands leven in de Levensberichten opgenomen te zien. Tot lid des Bestuurs werd benoemd dr. Jan Ten Brink en tot penningmeester de hr. D. Hartevelt. Bij de algemeene rondvraag bracht dr. Campbell den dank der vergadering aan den voorzitter voor zijne leiding. De heer Yorsterman Yan Oyen sprak over de spelling der eigennameo, naar aanleiding der candidatenlijst. Hij vindt het niet goed dat voorvoegsels als VanDe, Den, Tenmet groote kapitaalletters geschreven worden. Niets meer aan de orde zijnde, vroeg de heer Frederiks het woord, om lof te schenken aan het Middelnederlandsch Woordenboek van dr. J. Verdam. Hierna was de vergadering geëindigd. De samenkomst werd, als naar gewoonte, be sloten met een gemeen schappelij ken maaltijd op Zomerzorg. De 70ste herinneringsdag aan den slag bij Waterloo werd heden in deze stad levendig ge houden door het ontplooien van de vaderlandscbe driekleur van verschillende openbare gebouwen en particuliere woningen. Heden is het 25 jaren geleden dat D. Seljee steendrukker, bij den heer P. W. M. Trap, op de Papen gracht alhier, in dienst trad. Door trouwe plichts betrachting mocht hij gedurende dien tijd de achting zijns patroons verwerven en na verloop van eenige jaren werd hij tot chef over de steendrukkerij aan- gesteld. De dag van heden was dan ook voor den j jubilaris een ware feestdag; reeds in den loop van den morgen werd hij door zijn patroon en daarna door zijne metgezellen met gelukwenschen be- groet. Tevens ontving bij eenige stoffelijke blijken van belangstelling. Moge het hem gegeven zijn nog lal van jaren bij de firma Trap werkzaam te blijven. Hedennamiddag ontvingen we per Nederland sche mail de nog ontbrekende bladen van 4 en 5 Mei, Tot concertmeester van het orkest van den muziekdirecteur Otto Neske te Mühlheim is, vol gens „Caecilia", benoemd de heer H. Doesburg uit Leiden, oud-leerling der Haagsche Muziekschool. De Hollandsche IJzeren- Spoorweg- Maatschappij zal bij gelegenheid der Leidsche maskerade op Dinsdag a. s. ook extra treinen laten loopen van Leiden naar Voorschoten, Den Haag, Delft, Schiedam en Rotterdam. Vertrek van Leiden des nachts om 11.30, 12 uren en halféén. De Staatscourant van heden bevat de lijst der door den heer T. Templeman Van der Hoeven, te San-Antonio, in Texas, aan het Rijk, ter plaatsing in 's Rijks Ethnographisch Museum te Leiden, ten geschenke aangeboden voorwerpen uit Texas. Onder het opschrift Archivariaat" komt in het „D. v. N." het volgende ingezonden stuk van R. voor: Kennis van het archiefwezen is zeker één van de in ons land minst beoefende wetensohappen, en dit is begrijpelijk, want tenzij aan één onzer universi teiten deze of gene zijne studiën inricht in verband met zijn dadelijkfplan om voor arohivaris te studeeren, is er geene gelegenheid daartoe dan de practische leerschool der archieven zelve. Eene „Ecole des Charles" zooals die te Parjjs bestaat, hebben wij, niet, en tenzij de optredende archivaris dddr vol gens een bepaald stelsel heeft leeren werken door er de lessen bij te wonen, ligt het voor de hand' dat er zooveel systemen gevolgd worden als er archieven zijn. Ofschoon nu den brief van den hoogleeraar Fockema Andreae niet kennende, over dit onderwerp aan den Raad yan Leiden gericht, geloof ik dat de formule uit den brief der M. v. Ned. Letterk., „de archi varis moet iederen weten schappelijken onderzoeker tot zaakkundig leidsman strekken", onder de tegen woordige omstandigheden instemming verdient. Al gemeen wetenschappelijke ontwikkeling, gepaard met onverdroten ijver en geduld om de oude schrif turen te onderzoeken en te ordenen, zijn hoedanig heden, welke met recht geëischt mogen worden. Ik zou ze de qualiteit van verkenners willen geven die het resultaat van hun zoeken ten dienste stellen der veldheeren die voor de een of andere onderneming terreinkennis moeten hebben, maar tevens betrouwbare gidsen voor de overige man schappen (c. q. het volk in zijn geheel) zijn indien zij namelijk door de mededeeliog van wat zij vinden, deze manschappen opmerkzaam maken op wat hun te weten noodig is. Te weinig wordt naar mijne bescheiden meening aan dit laatste voldaan. Ten opzichte der conclusie van dit laatste schrij ven heb ik echter mijne gegronde bezwaren. Waarom zou het archivariaat door hem die er lust, tact, intuïtie voor heeft, niet als middel van bestaan mogen beschouwd worden? Ik zie in deze uitdrukking iets van„Gereserveerde plaats en be trekking voor een rijk mans zoontje." En dit is mijns iDziens gaosch verkeerd. Met loffelijke uit zondering van enkelen, schuilt onder hen, wier leven zoo kalm daarheen rolt, de minste energie. Daarbij, de tot dienst bereid zijnde geleerde vindt in het verzoek om hulp van zijn alter ego een prikkel, de rijke in zijn vermogen dikwijls een beletsel tot voortdurende en dan toch ook eenigs- zïns verplichte dienstpressie. Een gemeente-archivaris is bovendien een beambte, zij hij dan ook tamelijk hoog geplaatst. Aan dezen nu een loon te geven, kleiner dan dat van menig meesterknecht eener zaak, is dunkt mij verlagend voor het bestuur eener universiteitsstad. Gratificatie mag het niet zijn, het moet traktement wezen, op»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1