LEIDSCÏÏ ffi® DAGBLAD. N°. 7765. Maandag 15 Juni. A°* FEUILLETON. TE MOOI! ^7> PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. 7) Naar het Fransch VAN ANDRÉ GERARD. Vervolg.) Den volgenden dag vóór het diner ging zij Denise opzoeken in de leerkamer en verzocht haar in het vervolg op de beide receptie-avonden ook in het salon te komen. Dan zou zij wat muziek kunnen maken, terwijl men thee dronk en daarna eenige walsen en galops spelen, om de jonge lui wat te laten dansen. Het eenvoudigste mousseline of barège japonnetje zou voldoende zijn voor zoo'n gelegenheid. Denise, die andere noodiger dingen had willen koo- pen, moest dat opgeven en kocht een barège kleedje, met alles wat er bij hoorde. IX. Den volgenden Dinsdag verscheen Denise te tien uren in het salon. Toen zij binnenkwam in haar lichte japon, doodeenvoudig gegarneerd, met half korte mouwen, en den hals een weinig open, zonder linten of bloemen, alleen getooid met hare schitte rende jeugd en schoonheid, was er een oogenblik van onwillekeurige bewondering. De oude markiezin zette haar lorgnet op. Wat een schoonheidzeide zij, wat een distinctie, wat een beeldig kopje onder die zware vlechten. Een volmaakte taille! en hoe keurig groet zij en hoe netjes gaat zij zitten! Maar dat lijkt een prinses, die gouvernante, een prinses door de Zigeuners gestolenMaar hoe bedenkt gij het, Giselle, om dat wonder in uw huis te halen dat is vermetel of Daar zitten al onze heeren haar als met de oogën op te etenik begrijp dat Raoulmet haar zou men Grieksch gaan studeerenmaar onze jonge dames zullen niet tevreden zijn De gravin glimlachte en die glimlach verspreidde zich over haar geheele gelaat toen zij haar man naar zich toe zag komen, die zijn best deed om zijn booze luim onder een onverschillig voorkomen te verbergen. Watdat jonge meisje, dat zij voor ieders oogen had willen verbergen, bracht mevrouw De Trécoeur plotseling op een feest, te midden van al diejaloer- sche en starende blikken. Ik heb mademoiselle Resve verzocht op onze receptie-avonden in het salon te komen, zeide de gravin zeer vriendelijkzoodoende profiteeren wij van hare talenten, want zij is een volmaakte musi cienne en het zal haar wat verstrooien, de jonge lui eens te zien dansen. Ge neemt het mij toch niet kwalijk dat ik u van uwe les beroof? Ik, in het geheel niet. De wijze waarop hij dit woord uitbromde verrukte mevrouw De Trécoeur. Geraakt!... dacht zij. En zij verwijderde zich aan den arm van een danser. De graaf ging niet naar Denise toehet arme kind was aan hare piano verlaten als in een woes tijn. Yan tijd tot tijd rustte men; dan nam zij een stoel op eenigen afstand van de piano achter de jonge dames; die plaats was haar door de gravin aange wezen. Het jonge meisje gevoelde wel dat zij daar slechts als instrument wasniemand sprak haar aan. De heeren, ofschoon zij er zeer veel lust toe hadden, durfden niet, uit vrees van zich te compromitteeren, de dames deden het niet, omdat men niet spreekt met eene gouvernante, iemand die betaald wordt om daar te zijn; dat doet men niet. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Midden in de soirée riep een oude heer van zeer voornaam voorkomen, die van zijne plaats het arme kind in hare verlatenheid had opgemerkt, zijnen neef bij zich, en zonder hem te zeggen wie Denise was, gelastte hij hem haar voor een quadrille te inviteeren. De jonge man zag slechts een bekoorlijk kopje en ging zeer welgemoed naar haar toe. Kijk eens, kijk eensfluisterden eenige dames. En in dien hoek van het salon was opeens een nieuwsgierig stilzwijgen. De graaf trad nader om te luisteren. De jonge man vroeg haar voor een quadrille. Ik dank u, mijnheer, antwoordde Denise met hare heldere stem, men vraagt mij niet: ik ben de gouvernante. Bravozeide de oude heer, die hertog de N. heette. En op zijne beurt door de eenigszins verle- gene groepjes een weg banende, zeide hij zeer luid: Zoo u mijn neef de eer niet kunt aandoen met hem te dansen, wilt u mij dan het genoegen doen mijn arm aan te nemen en een kleine wandeling in de andere salons te maken U heeft daar reeds meer dan drie uren gezeten. Zeer getroffen door deze kiesche behandeling, nam Denise den arm van den ouden hertog aan en de edelman zag een traan blinken in haar schoone oogen* Verscheidene dames hadden gebloosden de hee" ren zeiden: Dat is een goede lesZij heeft gelijk gehadwij zijn op mijn wooi u van eer „walgelijkmaar oin door de dames als een Don Quichot behandeld te worden of uitgelachen, is ook niet prettig. Te drie uren in den morgen, luisterden de graaf en de gravin naar het wegrollen der laatste rijtui gen. Het groote salon was bezaaid met verwelkte bloemen, strikken, gescheurde kant en neteldoek. Toen het laatste geluid in de verte weggestorven was, liet de graaf, die aan het venster stond, het gordijn vallen dat hij opgelicht had en naderde zijne vrouw. Half liggende op een blauwsatijnen divan, in haar dun baltoilet, met een uitdrukking van trots en spot lust op het gelaat, beet zij met haar fijne tandjes op de bleeke rozen van haar bouquet. Voordat ik heenga, mevrouw, zeide de graaf, wilde ik u vragen of gij het voegzaam vindt made moiselle Resve aan het publiek te vertoonen op eene wijze als hedenavond gebeurd is? Ik wilde niets anders vertoonen om uwe uitdrukking te gebruiken dan eene muzikale gou vernante, die in staat is zich in gezelschap nuttig te maken. Ik rekende evenmin als gij op dat tooneel uit de riddertijden, dat trouwens geheel in den geest is van dien dwazen ouden hertog. Hij heeft zich zeker herinnerd dat Lodewijk XIV de kameniertjes groette, alleen omdat het vrouwen waren. Ik vind die vergelijking zeer ongepast voor de gouvernante van „mijn nichtje." Maar, lieve hemel, waar wilt ge naar toe met de gouvernante van uw nichtje? Ik verga van slaap. O, ik zal kort zijn. Dit slechts, ik verzet er mij ten stelligste tegen dat mademoiselle Resve in uw salon komt om als orkest, of wat dan ook, dienst te doen. Zij is hier om Martine te onderwij zen en niet om de onhoudbare rol van piano-auto maat te vervullen. Ik verzoek u dus haar alleen te beschouwen als gouvernante voor Martine en haar te behandelen als een jong meisje wier moeielijke positie, met zooveel edelen trots gedragen, aller sym pathie en achting waard is. De gravin was opgestaan en ging langzaam naar de deur; bij de laatste woorden van haar man stond zij stil, keerde haar hoofd halverwege om en wierp den graaf met de grootste onbeschaamdheid deze woorden toe: PRIJS DER ADVERTENTIEN: Tan 16 regels 1-05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Veor het incassee- ren baiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Ik zal haar behandelen als een vrouw die u toebehoort. De graaf verbleekte. In elk geval, mevrouw, zeide hij, zullen wij quitte zijn, want sinds lang behandel ik u als de vrouw van een ander. X. Den volgenden dag ging het leven op het kasteel Saint-Hubert weer zijn gewonen gang, zonder dat iemand iets vermoedde van de harde woorden die tusschen man en vrouw gewisseld waren. Denise had van het feest een gevoel van bitter heid overgehouden. Tot nu toe had zij alleen stoffe lijk door hare armoede geleden en was zij er nooit om vernederd geworden. De gedachte van zich dikwijls in het midden van al die menschen te bevinden, verontrustte het kalme bestaan dat zij sinds twee maanden leidde. En de graaf scheen ook ontevreden te zijn; hij sprak niet meer met haar. Zij vroeg zich af, wat zij wel mis dreven kon hebben. Niettegenstaande het late uur waarop zij zich ter ruste had gelegd, stond zij toch weder vroeg op, opdat Martine geen les zou missen; zij hadden samen eene lange wandeling gemaakt en zoo was die dag zeer stil voorbijgegaan. Toen zij 's avonds in de bibliotheek kwam droeg haar gelaat de sporen van deze onrust. De graaf was er reeds, glimlachend en vriendelijk; een boek Goethe's Faust' lag vóór hem, opengeslagen bij de episode van Gretchen. Voor dezen glimlach, die nog maar alleen belangstelling uitdrukte, verdween Denise's melancholie als de nevel voor een zonnestraal. Mijnheer De Trécoeur ging zitten en begon te ver talen. Met opzet deed hij dit heel langzaam. Het hoofd voorovergebogen naast het zijne, volgde De nise met ongeduld zijne langzame vertaling, grooten lust gevoelend om de woorden die op hare lippen brandden en waarvan de graaf de beteekenis met zooveel moeite zocht, te zeggen, maar zij durfde niet; want deze uitstekende leerling wilde alles zelf vinden. Zijne hand bedekte het verdere gedeelte van de bladzijde, waar hij somtijds Denise's hand ont moette, waarover hij dan, schijnbaar onachtzaam, heengleed. Dien avond was de graaf zeer lang bezig met de vertaling dier schoone verzen waar Faust, in de kamer van Marguérite, het eenvoudig vertrekje rond ziet. Wacht, zeide hij, deze passage moet ik heel goed weergevenzij is bijzonder schooneen oogen blik geduld, ik zal er wel uitkomen. „O natuur, daar hebt gij met zoete droomen den schoonen engel voltooid! daar rustte dat lieve kind, terwijl haar zachte boezem klopte van leven en gloed 1 daar ontwikkelde zich in heilige en reine werkzaam heid het beeld der goden. En gij, wie heeft u hier heen gebracht? Welk een ontroering doordringt u? Wat komt gij hier doen? Waarom is uw hart zoo beklemd? Ongelukkige Faust, ik ken u niet meer. De graaf sprak deze laatste woorden uit met een wonderlijken gloed en Denise, die hem een weinig verbaasd aanzag, moest hare lange wippers neder- slaan voor zijnen vurigen blik. Gaan zij spoedig trouwen, mijnheer? vroeg ze om de verlegenheid af te schudden die zich van haar meester maakte. Hij lachte. Gij vindt, dat het tijd wordt? Zij hebben elkaar immers lief? Het einde van iedere liefde is voor U dan hefc huwelijk Zonder twijfel, mijnheer; is het niet alleen in het huwelijk en met het oog daarop, dat liefde ge oorloofd is? Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1