staand man den dader niet vriendelijk er over aan
sprak. Deze, wellicht door den sterken drank een
weinig heethoofdig, gaf hem dadelijk een paar oor
vegen, en na ontstond er tqsschen beiden eeno
worsteling, welke zóó ver liep dat zjj in keDniB kwamen
met een raam van een hnis, welks ruiten tegen
zulk eene ontmoeting niet bestand waren en het
onderspit delfden. Een agent van politie, die inmid
dels was aangekomen, mengde zich tnssehen de
vechtenden en mocht er na veel moeite in slagen
hen van elkander te scheiden en den nitlokker van
den twist naar eene woniDg in de Noord-Bunder-^
steeg te vervoeren.
De hoogleeraar Zaayer alhier heeft
op de jongst gehonden vergadering der afdeeling
Wis- en Natnnrknnde van de Koninklijke Academie
van Wetenschappen, naar aanleiding zijner onder
zoekingen in de Leidsche vergiftigingszaak, gesproken
over het verdrogen en het mnmmificeeren van lijken
van menschen, die door arsenicum zijn vergiftigd,
zoodat zelfs de fijnste weefsels bewaard worden.
In den loop zjjner belangrijke rede constateerde
hij dat het gebleken is dat om een lijk in voldoen
den staat te bewaren, minstens een paar pond
arsenicum benoodigd zijn. Ook andere stoffen hebben
de eigenschappen om een lijk te mnmmificeeren,
als alcohol,zwavelzuur, het zoogenaamde worstgif e. a.
In de vorige eeuw was de meening omtrent het
bevorderen der petrificeering door arsenicum ge
vestigd, wat bleek bjj het proces-Ursinus te Berlijn
en volgens Epr. aanleiding gaf tot een soort van
dogma: het dogma van dearsenicnm-mnmmificatie.
Bij het genoemde proces werd de beschuldigde
veroordeeld niettegenstaande in de lijken geen arse
nicum werd gevonden.
Tal van proeven werden genomenmaar de resul
taten waren zeer uiteenloopend.
Gednrende zijn leven heeft prof. Zaayer een 60-tal
vertrouwbare waarnemingen verzameld. Daarvan
waren 19 lijken welke onderzocht waren vóór de
begrafenis. Het verschil in ontbinding werd ver
klaard uit het verschil in jaargetijde waarin de
begrafenis had plaats gehad41 waarnemingen
golden lijken die na de begrafenis werden onder
zocht, en waarbij het kleinste verschil in tijd tus-
schen begrafenis en onderzoek bedroeg 7 dagen,
het grootste 22 jaren. Daaronder waren sleohts 2
lijken met een geringen graad van ontbinding -
deze waren in den winter begraven.
Bij 9 andere was de ontbinding sterk voortge
schreden, bij 13 waren de weeke deelen geheel
verdwenen, deze waren langer dan 6 jaren begra
ven. Bij 10 andere lijken was eene partieele mum
mificatie waar te nemen, vooral aan de borst en de
buik, den voet, om de knie en aan het handge
wricht. Dit verklaart spr. zoo, dat daar de uit
droging het eerst intreedt, waar de massa over
betrekkelijk groote uitgebreidheid is uitgespannen,
Ten behoeve van het proces-Van der Linden,
onderzocht spr. 16 lijken. Daarvan werden 3 vóór
de begrafenis onderzocht. Van de andere lijken was
het oudste 5 jaren, het jongste 3 dagen.
Op het kerkhof werden tijdens het onderzoek
eene goheele serie goed geconserveerde lijken ge
vonden cn daartusschen één waarvan alleen het
geraamte en de lever waren overgebleven. In
de lever werd arsenicum ontdekt. Deze afwijking
ligt volgens spr. in de zeer hooge temperatuur
welke heerschte tijdens het sterven en het begraven
(Juli). Een ander lijk was, na 8 weken, sterk
ontbondenhet lag in een graf van zand en zeer hoog.
De lucht kon dus hier gemakkelijk toetreden.
In 14 van de lijken, behoorende tot het procet»
Van der Linden, was de hoeveelheid arsenicum
zeer verschillend. In één lijk werd o. a. 100 milli
gram arsenicum, in darmen en niereD, ontdekt; de
arsenicum werd bij dit lijk tot zelfs in het hoofd
haar, aangetoond. Waarsohjjnljjk was een persoon
bij toeval vergiftigd, daar vrouw Van der Linden altijd
arsenicum in haar omgeving had en b. v. al haar
keukengereedschap meer of minder daarmede ge
ïnfecteerd was.
10 lijken waren arsenienmhoudend en 5 arse-
nicumvrjj.
De mummificatie was bjj een arsenic-houdend en
bjj 2 arsenicvrjje lijken ingetreden.
De mummificatie zou dus, meent men, eer voor
komen bjj arsenicvrjje dan bjj arsenichoudende lijken.
Spr. is het gelukt, in bijna alle gevallen de
verklaring van mummifioatie te vinden. Spr. baalde
gevallen aan, bjj één waarvan het lijk volkomen
gemummificeerd was.
De persoon was in den winter gestorven en in
een hoogen drogen bodem begraven. Bij een tweede
geval was het lijk na 4'/, jaar nog volko
men gaaf; het lag in een vasten leembodem
begraven.
De mummificatie is een zeer algemeen verschijnsel.
Arsenicvrjje ljjken ontbinden en mnmmifioeeren even
goed als arseDio houdende ljjken, wanneer zjj onder
dezelfde omstandigheden verkeeren. Er bestaat geen
reden om aan arsenicum een dergeljjken invloed
toe te schrijven.
Ter gelegenheid van den 3den jaar-
ljjkschen roeiwedstrjjd van het Nederlandsch Stu-
denten-Roeibond was gisteren te Haarlem van de
stedeljjke gebouwen, torens en vele particuliere hui
zen reeds in den morgen de driekleur uitgestoken,
welk voorbeeld op den middag nog door velen
werd gevolgd. Het was drnk en feestelijk in de
stad. Vóór 12 uren op den middag stroomde reeds
de menigte naar buiten langs het Noorder-Spaarne,
waar de weg door de hoofden der gemeenten Haar
lem, Schooten en Spaamdam voor voer- eu rjjtuigen
was gesloten tusschen 11 en 5 nren. 't Was er
dan ook ongekend drnk en levendig.
Om halféén stoomde de Jory-boot, waarin o. a.
de Commissaris des Konings en de Burgemeesters
van Haarlem en Schooten werden opgemerkt, van
„de Kikkert", tot nabjj Spaarndam, waar de wed-
strjjd zon beginnen, om te eindigen bij de zwem
school tegenover bet café „de Kikkert",een afstand
van 3400 meters.
Mocht het gezicht van de verschillende vaar
tuigen naar den weg, met het oog op de groote
menigte die er zich heen- en weerbewoog, belang
wekkend zjjo, verrassend zeker was het gezicht
van dien weg over het water, waarop zich zoo tal van
vaartuigen bevonden, als het ware een vloot geljjk,
die met hunne versieringen een schilderachtig effect
maakten, te meer nog daar niet alleen het weer
allerganstig8t was, doch de frissche bries ook de
boeiers en zeilschniten tot volle recht deden komen.
De bemanning der booten was voor deu Univer-
siteits-wedstrjjd aldus
Fjord, (Leiden): Ploeg „Adi" J. B. A. Vreede,
boeg; H. J. Matthes; F. E. Pels Rjjcken; P. H.
Damsté, slag; P. Buys, stuurman.
Laga (Delft): Giek „Juste": A. L. Couveé, boeg;
A. J. J. Van Dreveldt; B. Pot; F. B. Lijphart,
slag; F. Th. Engel, stuurman.
Triton (Utrecht): Giek „Willem Barend»"J. G.
Ten Noever de Brauw, boeg; H. Snellen; C. M.
Snellen; W. H. Cox, slag; J. Nooren, stunrmaD.
De prijs was een eerediploma, met een „oprich-
tersprijs," een kunstvoorwerp, dat door een eerelid
van „Njord" was uitgeloofd, en voor eiken roeier
en den stuurman de medaille van het „Ned. Sttt-
denten-Roeibond."
Leiden won den prijs in 15 m. 24 s.Utrecht
volgde in 15 m. 42 s. en Delft in 15 m. 54 s.
Na afloop van dezen wedstrijd bood „Njords"
bestuur aan de Leidsche ploeg een krans aan, welk
voorbeeld later door eenige Leidsche dames werd
gevo'gd.
De bjjnoaomers van het programma begonnen te
kwart over drieën met een prachtige race van vier-
riemsgieken (Juniores). De ploeg „Début" van
Njord legde in 14 min. 44£ sec., de „Willem
Burends" van Triton in 14 min. 56 sec., de Juste'
van Laga in 15 min. de baan af. [De ploeg
„Début" bestond uit de heeren H. De Ranitz,
boeg; J. De Ranitz, C. Van den Broek en F. Wvdenes
Spaans, slag; A. A. Humme, stuurman]
Vervolgens had er een wedstrjjd plaats van twee
tweeriemsgieken (Seniores) van welke „P. P. C.'J
van Njord 16 minuten 26 sec. on „Djim" van Laga
17 min. 37 sec. noodig hadden om het einde te
bereiken. [De ploeg „P. P. C." bestond uit de
heeren J. B. A. Vreede, boeg, en P. H. Damsté,
slag; P. Buys, stuurman.]
Ten slotte streden drie tweeriemsgiekeo (Juniores)
om den prjjs, van welke „Sport" van Njord bet
eerst na 16 min. 53 sec., vervolgens de giek „L'
van Triton na 17 min. 18 sec. en de „Djim" van
Laga na 18 min. 8 sec. aankwam. [De ploeg
„Sport" bestond uit de heeren C. Van den Broek,
boeg, en T. Wydenes Spaans, slag; A. A. Humme,
stuurman.]
Zooals men ziet, overwon dus Leiden in alle vier
de wedstrijden, welke om ongeveer vijf uren ge
ëindigd waren.
Ook aan de ploeg „Début" (de Leidsche jonge 4)
werd door het bestuur een krans uitgereikt.
Aan zonderlinge weddingschappen ontbrak het
natuurlijk niet. Een Leidsche student o. a. vond
het zoo ondenkbaar dat Leiden in alle wedstrjjdeD
zou overwinnen, dat hij belaofd had in het water
te springen, indien dit het geval was en.na
afloop van het feest ging hjj gekleed en wel met
één sprong van een boot het Spaarne in, waarna
hij zwemmende den oever bereikte.
Het weer liet zich in den morgen niet al te best
aanzien, na de hevige regenbnien van 's nachts.
Gelukkig evenwel klaarde tnssehen elven en twaal
ven de lucht op, de zon kwam door, de hemel werd
langzamerhand nagenoeg effen blanw, maar de wind
bleef in bet eerst aanbonden, zoodat de roeiers van
het hoofdnummer o. a. Z9er veel last hadden van
zijwind, welke maakte dat men bijna een minuut
langer noodig had voor het afleggen van de baan
dan men gedacht had. Van dien zjjwind merkten
de duizenden en nog eens duizenden toeschonwers
op bet land waarscbjjnljjk weinig, maar zij die op
de stoombooten en in de boeiers, centerboards en
andere snelzeilers den wedstrijd volgden, moesten
vaak naar hnn hoed grijpen, daar die nu en dan
blijk gaf van neigingen om nader met het water
kennis te maken.
Onder die stoombooten zag men onder moer eene
met eene kostbare lading bevrachttal van Leidsche
schoonen, getooid met de kleuren van „Njord";
vergezeld van vrienden en kennissen waren ze mede
uit de sleutelstad gekomen. Een ander stoomvaar-
tuig had zonderlinger bemanning: een twintigtal
Leidsche studenten, de een al excentrieker uitge
dost dan de ander, hadden er plaats op genomen;
voor proviand was rnimschoots gezorgd en om de
vroolijkheid te verhoogen, was er een orkest van
een man of acht op geplaatst, dat onvermoeid alle
mogeljjko bekende „mopjes" deed hooren.
Nadat de wedstrjjd was afgeloopen, begaven de
strijders zich onder geleide van de mnziek der
Jagers door de voornaamste versierde straten der
stad naar het Heerenlogement van den heer Scholten
in den Haarlemmerhout om het middagmaal te ge
bruiken, dat allergezelligst was. Daar speelde de
Leidsche schutterjj en werden later met menig
goed woord de prjjzen uitgereikt. De sociëteit
„Trouw moet bljjken" verleende den studenten
vrjjen toegang in den buitentnin.
Hedennamiddag werden de roeiers, die den roem
van „Njord" weer zoo hoog hadden gehouden, in
triumf de sleutelstad binnengeleid.
Met den trein van 4.16 uit Haarlem hier aan
gekomen, waren ze aan het station door eene
groote menigte opgewacht. Toen de overwinnaars
er op het plein zichtbaar werden, daverde dit van
het „Njord"- en Studentenlied, door honderden
kelen, onder begeleiding der stafmuziek van het
4de reg. inf., aangeheven. Na eenige gelukwen-
schende toespraken eu de aanbieding van nog meer
kransen, o. a. een van het studenten-college „India
Orientalis," trok men de stad in. De verschillende
studenten-gezelschappen luisterden met hunne banie
ren deze „blijde inkomste" op. De omkranste banier
van „Njord" werd door een ruiter te paard den
volke vertoond.
De stoomtram Haarlem Leiden,
welke om 9 n. 5 m. nit Hillegom naar Leiden
vertrekt, derailleerde gisteren op ongeveer 20 meters
van de brtig liggende over het Katwjjksche Kanaal
ouder Oegstgeest. Was de locomotief in hare onbe
suisde vaart bij het springen uit de rails niet ge
stuit tegen een der aldaar staande boomen, waar
door zjj dwars op den straatweg kwam te staan,
dan ware zjj wellicht met de rjjtuigen van den
tegen genoemde brug hoogoploopenden weg in den
tuin van Haaswjjk geworpen, waarvan de gevolgen
onberekenbaar zouden geweest zijn.
Heden was ter terechtzitting van de
arrondissement-rechtbank te 's-Hage, kamer van
strafzaken, opgeroepen en in persoon verschenen
de ontslagen directeur der Haagsche Brood- en Meel
fabriek F. W. Yan der Putten, thans gedetineerd,
beklaagd van misbruik van vertrouwen.
De rechtbank was saamgesteld nit de heeren
mrs. Jhr. Laman Trip, vice-president; Jhr. De la
Bassecour Caan, rechter, en A. P. Th. Ejjssell,
rechter-plaatsvervanger.
De beklaagde wordt bjjgestaan door mr. D. S.
Van Emden, advocaat bjj den Hoogen Raad der
Nederlanden.
Volgens de voordracht van het Openbaar Minis
terie, waargenomen door den officier van justitie,
mr. Van der Kemp, is de beklaagde gedagvaard
ter zake:
dat hij te 's Gravenbage, terwjjl hjj tegen eene
jaarlijksche bezoldiging van f 4000 in dienst der
Naamlooze Vennootschap „de Brood-en Meelfabriek
t-e '8-Gravenbage," directeur van die fabriek en-al*
zoodanig belast was met het geheelo beheer do?