Prins ALBERT van Saksen-Altenburg en zijne gemalin Prinses MARIE.
N\ 7734
Donderdag 7 Mei.
A'. 1885.
Het Quartett-gezelschap.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
D A G BLA H.
PRIJS DEZER COURANT:
V#or Leiden per 8 maanden.1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER 1DYERTENTIEN:
Van 1rejel» 1.01. Iedere regel meer 0.174
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor kat incassee-
ren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Heden is te Berlijn het huwelijk voltrokken
tusschen onze Prinses Hendrik en den Prins
van Saksen-Altenburg.
Van Prinses Marie iets te zeggen, is wel
overbodig; geene vreemde vorstin werd in zoo
weinige jaren zóó populair en maakte zich zóó
bemind als zij.
Haar gemaal is niet zoo algemeen bekend.
Prins Albert Hendrik Jo
zef Karei Victor George
Frederik van Saksen-
Altenburg beeft den vol
len mannelijken leeftijd
van 42 jaren bereikt en
is dus twaalf jaren ouder
dan Prinses Hendrik,
die den 14den Septem
ber a. s. 30 jaren wordt.
Hij is een zoon uit het
tweede huwelijk van
Prins Eduard Karei Wil
lem Christiaan van Sak
sen met Prinses Louise
van Reuss Greiz, die
beiden reeds lang dood
zijn. De Prins is luite
nant-generaal in Russi-
schen dienst, comman
dant van de 3de brigade
van de 2de divisie der
garde-cavalerie te War
schau.
Men zegt dat de Prins, ter voldoening aan den
wensch zijner eebtgenoote, in Pruisischen dienst
zou overgaan en zich te Berlijn vestigen.
Met haar huwelijk verlaat Prinses Marie ons,
Juist te meer daarom volgen haar onze beste
wenschen naar den vreemdezij kan er zeker
van zijn, dat, wat de toekomst ook voor haar
heeft weggelegd, ons volk er met belangstel-
waarschijnlijk voor goed. Wettelijk is zij nu
dus geen Nederlandsche meer maar toch zal
niet één Nederlander, onverschillig of zijn hart
warm dan wel flauw klopt voor ons Vorsten
huis, ontkennen dat dit vertrek hem leed doet,
dat Prinses Hendrik zich niet in elk opzicht
een lid van ons groot gezin heeft gemaakt, dat
zij dit altijd zal blijven.
ling kennis van zal nemen en dat de liefde,
door haar alhier gewonnen, overgeplant zal
worden op haren nieuwen echtgenoot.
Eene oude, echt Nederlandsche uitdrukking
zegt: „Wie een zoon uithuwelijkt verliest een
kind, wie eene dochter uithuwelijkt wint een
zoon," daarmede te kennen gevende, dat de
band tusschen de dochter en het ouderhuis
inniger is dan die tus
schen dit en den zoon.
Niet altijd is dit spreek
woord waar; toen onze
nog altijd betreurde prins
Hendrik huwde, verlo
ren wij niet hem, maar
wonnen wij eene prinses
rijk aan gaven van hoofd
en hart, die ons lief ge
worden is, als ware zij
een der onzen; thans
heeft diezelfde prinses
een tweede huwelijk
aangegaanmaar wij
hebben weinig hoop door
haar een vorst in ons
midden te krijgen die
in de gelegenheid zal
zijn de harten van ons
volk voor zich te winnen.
Wij wenschen dien
vorst geluk met zulk
eene gade!
Wanneer de geluk wensch en van een geheel
volk iets vermogen dan gaat het vorstelijk paar
een schoonen tijd tegemoet.
Een allergelukkigste echt moge hun deel zijn
4)
NOVELLE.
Vervolg.)
Dagen en nachten moesten zij zich verborgen hou
den in de bosschen en wanneer zij werden ontdekt
en gevat, werden zij doodgeschoten als roovers. Van
de tien die uit Seltz waren vertrokken, waren nog
slechts vier in leven. Geen dag ging er om, dat niet
een van het corps het slachtoffer werd van zijn va-
derlandlievenden heldenmoed, maar zij behaalden
geen enkel voordeel. Zij verwenschten den keizer, die
oorzaak was van al de rampen, die Frankrijk teis
terden, maar zij bleven strijdengeen van hen dacht
er aan de wapens neder te leggen om naar zijne
woonplaats terug te keeren en daar om lijfsbehoud
de stille getuige te zijn van de schande zijns lands.
Zij zwierven rond zonder eenig ander doel, dan
waar zij konden den vijand uit hinderlagen te be
schieten maar deels uit instinct, deels omdat zij op
gedreven werden, naderden zij meer en meer Parijs.
Zij waren in den omtrek van Auxerre toen de tij
ding hen bereikte, dat Sédan in de hand des vijands
gevallen en de keizer krijgsgevangen was gemaakt.
Eene algemeene ontsteltenis bracht deze tijding te
weeg maar de indruk was niet zoo verpletterend
als hij in eenig ander land zou geweest zijn. Het
was het lot des keizers, dat thans was beslist, geens
zins het lot van Frankrijk. Integendeel, nu Napoleon
krijgsgevangen was, bestond de oorzaak niet meer
van het wee, waaronder Frankrijk zwichtte; thans
zou het gansche volk als één man opstaan, want nu
was het een strijd niet voor en op last van den
keizer, maar van het volk dat voor zijne eigene vrij
heid opstond.
„Naar Parijs! Naar Parijs!" was de kreet der op
gewonden jongelingen. Van daar zou de weerstand
uitgaan; Parijs zou het sein geven en gansch Frank
rijk zou het volgen. Het gold thans niet meer tegen
de vijandelijke troepen een guerilla-oorlog te voeren,
maar slechts om aan hen te ontkomen ten einde het
nationale leger talr ijker, krachtiger en onwederstaan-
baarder te maken.
Het was op een Zondag-morgen dat Antoine, met
een vijftal zijner makkers, die in hem hun aanvoer
der zagen, voor de poorten van Parijs aankwam. Zijn
hart klopte van aandoening bij het terugzien der
groote stad, waaraan zich al de herinneringen zijner
jeugd verbonden. En Parijs was vrij, vrij van het
despotisch bestuur, dat de keizer er zoovele jaren
had uitgeoefend! Weldra zou het ook bevrijd zijn
van dien buitenlandschen vijand.
Alles was nog onder den indruk van de groote
gebeurtenis en wat Antoine hoorde stemde geheel
overeen met zijne eigene gedachten. Nu zou Frank
rijk zich wreken nu zou Frankrijk overwinnen 1 Hij
meldde zich aan bij eene der kazernen om dienst te
nemenduizenden waren daar reeds vóór hem ge
komen en duizenden zouden volgen. Parijzenaars en
buitenlieden, mannen van leeftijd en jongelingen, ja
zelfs grijsaards en knapen uit de steden en uit de
dorpenvan alle zijden kwamen vrijwilligers en hoe
meer er kwamen, hoe hooger de geestdrift steeg
men waande zich reeds overwinnaars en dacht reeds
aan de wraak, die men op de gehate Duitschers ne
men zou.
De Parijzenaars, met hun licht ontvlambaar ge
moed, hadden weder al de nederlagen vergeten en
waren opnieuw vol hoop en moed op de overwinnin
gen die komen zouden, nu het Keizerrijk was ge
vallen. Onder het Keizerrijk was men geslagen; on
der de Republiek zou men zegepralen.
Onophoudelijk hoorde Antoine die stelling ver-