Maaa&ag 4- Mei. N°. 7731. A". 1885. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven, yg-e Dit nummer bestaat uit DME BLADEN. Eerste Blad Bij dit nommer van het Leidsch Dagblad behoort voor de inteekenaren daarop het officieel Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad: zitting van Donderdag den 23ston April, bladz. 39 tot 42. Het Afghaansche Vraagstuk, n. LEIDSCH DAGBLAD. PEIJS DEZËB COURANT: Ysor Leiden per 3 maanden.1.10. France per post.1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRUS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.174- Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- na buiten de stad wordt 0.10 berekend. Den 25sten Maart 1854 zeide lord Palmerston in eene redevoering die hg in het Brilsch Lagerhuis uitsprak, dus als het ware tijdens den rollen mid daggloed van den Krim oorlog: „Bnsland heeft altijd, sinds den tijd van czaar Peter, zonder er ooit van af te wjjken, stelselmatig gewerkt aan de verwezenlijking van zijn plan, de verovering van Turkije. Werd het in zijn loop tegengehouden, het ging terug, maar om bij de eerste gelegenheid weer voorwaarts te trekken. Zijn staatkunde heeft daarin bestaan, dat het zich niet blootstelde aan het ge vaar, zijn doel te missen door ontijdig handelen; doch het sloeg nauwkeurig den gang van zaken bij andere mogendheden gade, en bonuttigde elke kans die het slechts eon geringe schrede nader tot het voorgestelde doel kon brengen." Dertig jaren zijn sedert voorbjjgegaan en thans klinkt het woord des vermaarden staatsmans als eeno profetie. Al heeft Bnslaud in Europa zelf zjjn grenzen slechts weinig verplaatst, van zijn alouden vijand is het thans gescheiden door eene reeks van kleine staten die geheel onder zijn invloed staan en op een gegeven oogenblik bereid zullen bevonden, worden, of, zoo niet, door den loop der omstandig heden gedwongen zullen zjjn, de Bnssische politiek te helpen bevorderen. Docb, des te ontzaglijker is de voortgang van des Czaren macht in Azië. Gladstone heeft het Maandag nog in het Lagerhuis verklaard „Wat gisteren nog Turkomanseh grondgebied was, is than 8 door een zeer snel proces Bnssisch ge worden." Wel voegde hjj er in één adem bij, dat ook Engeland is verschillende deelen der wereld zeer snelle vorderingen heeft gemaakt, - maar deze soort van troostgrond doet denken aan een pleister, die eene pijnlijke wond slechts gebrekkig bedekt. Bonaparte heeft op het eind der vorige eeuw als zijn meening uitgesproken, dat, om Engeland te treffeD, niet in Europa maar in Indië de aanval moet ondernomen worden: zijn mislukte krijgstocht in Egypte was bestemd de eerste schrede te zgn om dat denkbeeld te verwezenlijken. De BusBische keizers hebben het overgenomen, - en men kan er verzekerd van zijn, dat zij de nitvoering zullen be proeven, is het niet bij deze gelegenheid, - er zijn sedert gisteren weer vredesberichtea in omloop die veel waarschijnlijks hebben, - dan later. Wij hebben in ons vorig artikel gesproken van bet „testament Van Peter den Groote." In een aantal geschiedkundige werken, aan Busland ge wijd, vindt men dat stuk terng, ofschoon het bestaan nog nooit op authentieke en on weder - legbare gronden is aangetoond en het alzoo voor een ondergeschoven document wordt gehouden. Toch is het niet onbelangrijk, omdat de Bnssische geest zich er zoo duidelijk in afspiegelt. Het meest wordt het 9de artikel aangehaald, aldus luidende„Con- stantinopel en Indië steeds naderenwie daar heerscht zal meester zijp van de wereld. Tot dat doel beurtelings oerlogen verwekken tegen Turkije, tegen Polen, tegen Oostenrijk, legen Perzië; wer ven vestigen aan de Zwarte Zeelangzamerhand zich van die zee meester maken, evenals van de Oostzee, waardoor men een dubbel steunpunt ver krijgt voor de nitvoering van het plan het verval van Perzië verbaastendoordringen tot de Per zische golf en verder Indië bereiken, dat het alge meen entrepot is van de wereld." Men zal moeten erkennen, dot de Bnssische staatkunde zioh onaf gebroken in heide richtingen heeft bewogen, terwijl uit een menigte feiten blijkt, dat voor Bnsland niets mmder heilig is dan overeenkomsten en tractaten, al werden ze ook hoogst plechtig met een adelaars - veder onderteekend. De vraag: zal het thans tot eene uitbarsting komen? - waarop de afwisselende telegrammen telkens een ander antwoord geven, - wordt, wat zeer natuurlijk is, steeds vergezeld door eene tweede: zoo ja, welke zal dan de bonding zjjn der overige groote mogendheden en ook van eenige minder groote? Het is ze9r gewaagd zich daarover in gissingen te verdiepen. Het is zoo, er liggen overal brand stoffen opgehoopt, en het is juist de beduchtheid voor verdere verwikkelingen die in de voornaamste middenpunten van den handel zooveel zenuwachtige spanning veroorzaakt. Laat ons echter niet te veel aan vrees toegeven: wèl is het onderling wan trouwen groot en boezemen de kolossale wapeningen van den laatsten tijd bezorgdheid in, maar aan den anderen kant is de behoefte aan vrede, met het oog cp staatkundige en staathuishoudkundige ver houdingen, zeer algemeen. Er zijn politieke tinne gieters, die in elk feit van eenige beteekenis dat in Europa en daar bniten voorvalt, de hand van Bismarck zien. Naar onze opvatting is de groote Bjjkskanselier volstrekt niet de onruststoker, waar voor veleu bom willen laten doorgaanintegendeel, als er kans is de zaak voorloopig in der minne te schikken, dan zal wel te Berlijn het grootste aandeel in het werk des vredes zijn genomeD. Mis lukt dat onverhoopt, we twijfelen er geenszins aan of de grootste staatsman van onzen tijd zal zijn uiterste best doen om den strijd zooals het heet te „localiseeren," dien te bepalen tot de natiën tusschen welke bij gevoerd wordt. Met eone open hartigheid, bg groote diplomaten iets ongewoons, en by kleine iets onbekends, heeft hg zich meer malen in dien zin uitgelaten, en wy meenen reden te hebben, die rondborstige verklaringen als ten volle gemeend te beschouwen. Niettemin, gevaar is er altijd als naast iemands woning een brand uitslaat. Er kunnen redenen opgogeven worden, waarom eene Engelsch-Fransch- Italiaansche coalitie, waarbij zich Turkye gereedelyk zou aansluiten, geenszins tot de onmogelykheden behoort. Mocht dat gebeuren, dan zon het veel besproken Drie-Keizers-verbond licht daadwerkelgk optreden en de gevolgen waren niet te overzien Doch dat alles voor te stellen als iets waarschijn lijks, en daarop allerlei bespiegelingen te bonwen waarbij zelfs Nederland en zyne koloniën rechtstreeks betrokken zgn, is een tijdverdrgf waarmede we ons liefst niet onledig houdeD. De werkelijke toestand, zooals die nit de feiten blijkt, is reeds ernstig genoeg, ernstig ook om de groote geldelgke verliezen die van een kryg tus schen twee hoofdmachten het onvermydelyke gevolg zouden zjjn. Hopen we dus maar, dat de aanvan- kelgke tijdingen, die van betersohap gewagen, be vestiging vindenook hier, waar hot de worsteling geldt tnsschen kampioenen die elkander toch vroeg of laat te lijf zullen gaan, is het gezegde van toepassing: „Tjjd gewonnen is veel gewonnen." LEIDEN, 1 Hei. Heden is aan de universiteit alhier, de heer H. G. Van Sonsbeek, geb. te Zwolle, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met academisch proefschrift, get.„Eenige opmerkingen over het zoogenaamde „depositum irregulare" Gedurende deze week zgn dagelijks in da Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van 5569 volwasser personen en van 4—9 kinderen. Door mevrouw de weduwe J. P. Amersfoordt, geboren Dgfc, te Haarlemmermeer, zgn aan de Bgks- landbonwschool ten geschenke gegeven de land- bouwbibliotheek van wglen haren echtgenoot, be nevens eene verzameling mineralen. Haar is daarvoor de dank der Begeering betuigd. De ridders der Militaire Willemsorde die eer gisteren feest vierden, ontvingen nog telegrammen van gelnkwensching van H. M. de Koningin, den kaoselier der beide orden, de onderofficiersvereeni- ging „Van Speyk" te Amsterdam en van de onder officieren van het 4de reg. infanterie te Leiden. Het telegram der Koningin luidde: „Koningin op hoogen prijs stellende de bljjken van belang stelling in Hoogstderzelver PersooD, draagt mij op n hiervoor dank te zeggen. Kamerheer van dienst, Taets van Amerongen." Het is nog niet volkomen zeker dat de af- scheidsvoorstelling van mevr. Kleine aan de Haar lemmers in den SUdsschoawbnrg aldaar zal doorgaan. Aan het feestmaal Donderdag ten hnize van den heer Couturier te Amsterdam gehouden, door hoofd officie rei# en offioieren, allen ridders der Mili taire Willemsorde, ter herdenking van het 70-jarig bestaan dier orde, zaten 71 dischgenooten aan. Daar onder bevonden zich o. a. de prins Von Wied, de minister van oorlog, generaal Weitzel, generaal Van der Heyden, generaal Verspyck, vice-admiraal jbr. De Casembroot, baron Tindal, de kolonels Van Braam Honckgeest, Verstege, Versteeg enz. enz. De zaal was fraai versierd met vlaggentropeeën, terwgl in het midden een gelauwerd borstbeeld van Koning Willem I prijkte met het onderschrift: „Hulde aan den Grondvester onzer Orde voor Moed, Beleid en Trouw." Voor het lokaal en in de gangen naast de deuren was eene eerewacht opgesteld, gevormd door gede coreerde mariniers, terwgl de muziek van Sonne- man's kapel den maaltgd opluisterde. Aan Prins Von Wied - een der weinige boiten- landsche militairen, aan wie de Nederlandsche mili taire orde is toegekend - die bg zgne komst door de feestcommissie werd ontvangen, werden de overige gasten voorgesteld. De maaltgd kenmerkte zich door een zeer kameraad- schappelgken geest. De Prins was gezeten tusBchen den vice-admiraal De Casembroot en generaal Van der Heyden, terwijl generaal Verspyck tegenover ZH. zat. Natuurlijk werden talrgke dronken ingesteld. Generaal Verspyck dronk op Z. M. den Koning, waarvan een telegram werd gezonden naar het Loo en waarop de Koning spoedig in de vleiendste be woordingen liet antwoorden. Verder werd een tele gram gezonden aan den keizer van Dnitschland, als oudsten ridder-grootkruis. Ook de Prins stelde in de Nederlandsche taal feestdronken in, o. a. op haar, die ook zeker van moed, beleid en trouwr hadden blgk gegeven toen hare echtgenooten voor het vaderland ten strgde trokken, nl. de vrouwen der ridders van de Militaire Willemsorde. De Prins nam allen voor zioh in, door zgn hartelgken om gang en echt kameraadschappelgken geest. Tegen halftwaalf was het feest geëindigd. Gisteren werd te Vlissingen een aanvang ge maakt met het overdekken van de brug en een ge deelte van den ponton, waarover de koningin van Engeland zich morgen naar haar jacht zal begeven, Voor het koninkljjk jacht wordt do gewone ligplaats dor mailbooten van de Maatschappij „Zeeland", aan den pontoD, ingeruimd. Tegen de aankomst van den koninklijken trein zullen alle toegangen tot het spoorwegterrein, de perrons en den ponton worden gesloten en door rgks- en gemeente-politie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1