=r
achteruitgaan zijn: 1'. de geringschatting van ons
eigen ras, 2°. het te hoog wegloopen met ons
eigen ras, en 3°. het uitsluitend letten op het
fokken en niet op de opvoeding, die toch in de
zelfde richting moet zijn als de fokking.
Het eigen vee geringschatten is zeer sleoht,
immers wanneer we in ons eigen ras veredelen
krjjgen wij zeer goede beesten, men moet ook niet
in het andere niterBte vervallen en alleen met
eigen vee fokken, er moet ook eens nieuw, vreemd
bloed worden aangevoerd, opdat het ras niet te
veel verzwakke. Er kan niet genoeg op gewezen
worden dat men moet acht geven op de eigen
schappen der fokdieren. Een hoogen prijs geven
voor een goeden slier is lang niet dwaas - zooals
wel eens beweerd wordt, - immers vele zijner
eigenschappen gaan op zijne nakomelingen over.
Uit een stapel, waar men uit fokt, de beste exem
plaren te verkoopen is eene verderfelijke gewoonte,
het geeft voor het oogenblik een klein voordeel,
maar op den dnur is bet nadeel.
Men moet verder bij het beoordeelen der beesten
niet alleen letten op het voorkomen, ook de inner
lijke eigenschappen moeten bekend zijn. Daarom
raadt spreker aan rnndveestamboeken als vraag
baken voor den fokker aanteleggen en niet zooals de
stamboeken tegenwoordig veelal zijn, uitsluitend
adresboeken voor den grooten handel.
Het derde punt, het uitsluitend op fokken letten,
en niet iDzien dat de opvoeding in de zelfde rich
ting als die fokking moet zijn, besprak de heer
Marlet uitvoerig.
Vervolgens gaf spreker eene verhandeling over
de eigenschappen waaraan de koeien en stieren
moeten voldoen, en over de opvoeding der jonge
beesten.
Dit alles echter nog uitvoerig te behandelen zou
dit verslag te uitgebreid doen worden. Wij eindigen
das na nog onzen spijt betuigd te hebben dat deze
hoogst leerzame lezing niet door een grooter aantal
belanghebbenden bij de rnndveeteelt werd bij
gewoond.
Huiselijk, zeer hniseljjk was het feest dat
hedenmiddag gevierd werd ten huize en ter eere
van onzen jubilaris, den heer J. H. Zitman, die,
zooals wij reeds mededeelden, het voorrecht ge
noot, heden den dag te herdenken, waarop hij vóór
50 jaren zich alhier als boekbandelaar vestigde.
Had het feest alzoo geen openbaar karakter, niet
temin aohten wij ons toch gerechtigd mede te deelen,
dat den jubilaris in zijne door vriendenhanden met
bloemen versierden huiskamer hartelijke woorden
werden toegesproken door don heer J. A. Van Dijk
en een lied te zijner eere werd aangeheven. Spr.
deed uitkomen, dat, wanneer hjj eenmaal zijne be
trekking als boekhandelaar van de stad zou neer
leggen, zijn gemis zeer zou gevoeld worden en dit
was de beste lofspraak om hem te doen zien, wat
hij nu is.
Vele vrienden en bekenden wenschten den jubilaris
daarna hartelijk geluk. Moge het hem gegeven zijn
nog vele jaren op zijn werkzaam verleden met vol-
doening terug te kunnen zien!
Het is heden tien jaren geleden, dat deVer-
eeniging tot bevordering van geregeld schoolbezoek
alhier hare Herhalingsschool opende voor jongens
en meisjes, die de dagschool met een getuigschrift
hebben verlaten.
Van de gelegenheid, door genoemde Vereeniging
tot het verkrjjgen van herhalings-onderwijs open
gesteld, is in dat tienjarig tijdvak gebruik gemaakt
door 251 jongens en 65 meisjes. Thans telt de
school 29 jongens en 9 meisjes.
Er wordt onderwijs gegeven des Zondags van
twaalf uren tot halftwee en wel hoofdzakeljjk in
lezen, schrijven en rekenen.
Gaarne wil het hoofdbestuur erkennen dat de
gunstige resultaten, welke dit onderwijs hebben
opgeleverd, voornamelijk zijn toe te schrijven aan
de uitmuntende wijze waarop door den hoofdonder
wijzer dezer school, den heer C. Van der Jagt,
dit onderwijs wordt gegeven.
Bij de op gisteren door den heer directeur van
's Rijks magazijn van militaire kleeding, uitrusting
enz. te Amsterdam gehoudene aanbesteding van
6000 eenmans wollendekens, in drie perceelen, elk
van 2000 stuks, ten behoeve van de nachtlegers
der diverse corpsen hier te lande, waren slechts
drie biljetten ingekomen, n. 1. van de heeren Jac.
Scheltema Jansz. alhier voor een perceel van 2000
stuks a f 3.88| en een perceel van 2000 stuks
a f 3.92 per dekenGebroeders Van Wjjk en Co.
alhier voor een perceel van 2000 stuks a f 3.89,
een perceel van 2000 stuks a f 3.94 en een perceel
van 2000 stuks a f 3.99 per deken; en van den
heeren Petrus Regout en Co. te Maastricht, voor
een perceel van 2000 stuks a f 3.93, een perceel
van 2000 stuks a f 4.07 en een perceel van 2000
stuks a 4.10 per deken.
In den afgeloopen nacht is in Den Haag
overleden de kamerheer des Konings, belast met
de functien van hofmaarschalk, S. baron Van Lijn
den. De overledene was, alvorens aan Zr. Ms.
Hofhouding te worden verbonden, officier der infan
terie en verliet den militairen dienst als majoor.
Gisteren liep aan het departement van finan
ciën het gerucht dat mr. J. Ph. Van Bosse, admi
nistrateur, chef der afdeeling administratie en gene
rale thesaurie aan het departement, do portefeuille
van financiën was aangeboden, maar bedaokt had.
De Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek
te Delft, heeft in het afgeloopen jaar eene bruto
winst van f 157,550.26 gemaakt. Het dividend is
vastgesteld op 9 procent.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De „Standard" meld uit Hongkong dat tusscheu
Frankrijk en China nieuwe verwikkelingen ont
staan zjjn. De Chineesche generaals weigeren Ton
kin te verlaten en de positiën op te geven waaruit
de Fransohen verdreven zijn. Men zegt dat de
regeering te Pekin in een ernstig dilemna verkeert.
De „Figaro" beweert dat in den ministerraad
tot verbanning der prinsen, zoowel van de Orleans
als de Bonapartes, besloten is, ofschoon twee minis
ters zich er tegen verklaarden. Hoe de prinsen
zullen handelen, is nog niet bekend; men meent,
dat eenigen bedaard znllen vertrekken, terwijl an
deren zullen afwachten of men hen „mann militari"
over de grenzen zet.
Misschien is het een verkiezingsmaatregel, ofschoon
dan wel wat vroeg komend, van de „Figaro", ten
einde de OrleaniBten en Bonapartisten tot aaneen
sluiting te nopen; er is echter aan de linkerzijde,
van waar men op het kabinet-Brisson gaarne sterke
pressie zou uitoefenen, reeds lang op den onpo-
litieken maatregel aangedrongen.
Groot-Britanuië.
De „Pall Mall Gazette" zegt„Naar wij meenen
te weten, is bij de Engelsche regeering bericht
ontvangen, dat het gerucht over het oprukken der
Russen naar Maruchak ongegrond is. Generaal
Komaroff en kapitein Alikhanoff bevonden zich op
28 April te Sarakhs. Een detachement blijft te
Pul-i-Khisti."
Hetzelfde blad zegt, dat de kansen op bet behoud
van den vrede als veel beter worden beschouwd
dan in het begin der week. Men gelooft, dat het
incident van Pul-i-Khisti op bevredigende wijze zal
worden opgehelderd, door uitvoeriger depeches,
welke thans aankomen. Indien de Russische regee
ring voldoende verklaringen kan geven over de
handeliDg van generaal Komaroff, zal dit incident
geschikt worden. De grens-quaestie is reeds gere
geld, aangezien de lijn is getrokken ten noorden
van Zulfikar en Maruchak.
De „Pall Mall Gazette" logenstraft verder de
geruohten over het zenden van een ultimatum naar
St.-Petersburg en de mobilisatie van al de Russische
strijdkrachten.
Uit St.-Petersburg wordt aan de „Daily News"
geseind, dat naar men zegt Ruslands ultimatum jl.
Zondag van daar afgezonden en Dinsdag te Londen
ontvangen werd. In dit ultimatum verlangt Rus
land onverwijld van Engeland antwoord of het
grens-voorstel, zooals het aanvankelijk door Rus
land is gedaan, aangenomen wordt. Is dit niet het
geval dan zullen, ten gevolge van de weigering, de
Russische troepen dadelijk naar Herat oprukken.
In het Hoogerhuis deelde lord Granville mede,
dat, naar sir Peter Lumsden getelegrapheerd heeft,
het bericht omtrent een vooruitrukken der Russen
langa de Murghab ongegrond is. Ook de gezant
De Staal verklaarde gisteren dat Rusland volstrekt
geen kennis heeft van een vooruittrekken naar
Maruchak.
Het oorspronkelijk bericht hieromtrent was af
komstig van den Afghaanschen gouverneur van Herat.
Het gerucht van de bezetting van Maruchak
door de Russen wordt ook te Simla (Engelsch-Indië)
in officieele kringen als twjjfelachtig beschouwd. De
hertog en de hertogin van Connaught bevinden zich
te Meirut, en zullen voorloopig in Indië blijven.
Een Engelsch militair gezantschap zal waarschijnlijk
naar Teheran worden gezonden.
De Londensche avondbladen bevatten eene
depeche uit Nieuw-York, gisteren verzondeo, waarin
medegedeeld wordt dat Aizpuru, het opperhoofd
der opstandelingen, Panama heeft overgegeven en
zich met zijne troepen heeft teruggetrokken. De stad
is thans door troepen van Columbia beset.
Het Engelsche Lagerhuis heeft de budgets
resoluties in eerste lezing aangenomen ca een debat
van acht uren.
Rusland.
Het regeeringsblad bevatte gisteren eene depeche
van generaal Komaroff uit Aschbad, gedateerd 12
(24) April, van den volgenden inhoud
Deze depeche waarbij de bezetting van Pendjeh
verboden werd, heb ik op 11 (23) Maart ontvangen.
Daar ik echter alleen over de voorposten bevel
voer, heb ik deze depeche niet algemeen bekend
gemaakt. Luitenant kolonel Sakrszeffski heeft, met
mijne toestemming, eene schriftelijke en mondelinge
gedachtenwisseling gevoerd met Engelsche officieren.
Hij deed dit echter geheel als particulier persoon;
ik had hem volstrekt geen recht gegeven om offi
cieele onderhandelingen aan te knoopen, maar wendde
mij met mijne eischen onmiddellijk tot den bevel
hebber van het Afghaansche detachement.
Kolonel Alichanoff reed met eene sotnia Turkme
nen in de richting van Morkala (aan deze zjjde
van de Pendjeh oase.) Hij bad volstrekt niet het
plan om tot Pondjeh door te dringenbet was
dan ook volkomen ondenkbaar, op klaarlichten dag,
met een troep soldaten, die alleen met sabels ge
wapend waren, een detachement, dat 4000 soldaten
meer telde, in den rug aan te tasten. Ook op den
rechterover van de Murghab marcheerde eene
(vijandelijke) compagnie, doch deze bereikte niet de
plek, waarop onze wachtposten waren gevestigd
deze laatsten, die zich op den linkeroever bevonden,
ontvingen bij het naderen van de Afghaansche
compagnie bevel om zich in hun eigen kamp terug
te trekken.
Naar aanleiding van Lumsden's depeche van
17 April geeft de officieele regeeringscourant eene
uiteenzetting der onderhandelingen, sedert Januari
gevoerd.
Yolgens deze mededeelingen scheen de mogelijk
heid van het voortrukken der Afghanen öp den
linkeroever van den Kuschk uitgesloten.
Toen Komaroff nu den 25sten Maart eene Afghaan,
sche versterking vond op den linkeroever van den
Knschk, dus buiten het rayon van Endscheh,
eischte hij, ter wille zjjner veiligheid, ontruiming
van den linkeroever. De weigering der Afghanen
gaf aanleiding tot de botsing van 30 Maart, waar
door Komaroff de hem gegeven bevelen niet te
buiten ging.
De „Moskauer Zeitung" zegt dat, indien Enge
land den oorlog niet wil, Port Hamilton moet wor
den ontruimdanders zal Rusland genoodzaakt
zjjn te antwoorden met de bezetting van Herat.
De genoemde courant gelooft dat de vraag van
oorlog of vrede dezer dagen moet worden beslist.
Van de in Turkschen dienst zich bevindende
Duitsche officieren hebben, naar de „Frankfurter
Zeitung" meldt, drie de speciale opdracht gekregen
om de vestingwerken aan de Dardanellen grondig
te inspecteeren, en de noodige verdedigings-maat-
regelen voor te stellen. Twintig zware Krupp-
kanonnen worden daarheen gezonden.
De Dardanellen moeten overigens tegenwoordig
in een zeer goeden staat van verdediging zijn.
Telegrammen.
LONDEN, 1 Mei. De „Daily News" constateert,
dat tot nu toe, geen ultimatum door Rusland tot
Engeland is gericht en evenmin door Engeland
tot Rusland.
De Engelsche regeering heeft Port Hamilton
niet in bezit genomen. De hierover verspreide ge
ruohten ontleenen waarschijnlijk hunnen oorsprong
aan de omstandigheid, dat een Engelsche kruiser
zich in de nabijheid van do haven ophoudt.
De „Standard" verneemt, dat door de Engelsche
regeering in eene nota aan de Russische regeering
het voorstel is gedaan, om de vraag, of Rusland
de overeenkomst van 17 Maart geschonden heeft,
aan de scheidsrechterlijke uitspraak van een der
gekroonde hoofden van Europa te onderwerpen. De
Russische ministerraad zal te Gatschina bijeen
komen om over dit voorstel te beraadslagen.
LONDEN, 1 Mei. De gemeenteraad van Londen
besloot, op voorstel van den alderman De Kayser,
den koning van België een adres van gelukwen-
sching, naar aanleiding van het erkennen Van den
Congo-staat, door de groote mogendheden, te zenden.
Eene deputatie, waarvan de Lord Mayor aan hot