Gemengd Nieuws.
Men schrijft nit Egmond aan Zee:
Ook dit jaar weder wordt door zeelieden ge
klaagd over overlast, hun door Engelsche visschers
aangedaan. Gisteren kwam hier een beuger uit zee
terug, bijna geheel ontredderd, met gebroken zwaard,
giek, gaffel, kluifhout, voormikkeu enz.
Terwijl onze visschers bezig waren roet het inhalen
Van het want, kwam een Engelsche vischkotter en
ïeilde recht op het schuitje aan, dat zonder twijfel
in den grond zou zijn geboord, indien het niet van
ijzer gebouwd ware geweest.
Van een en ander is door den burgemeester proces
verbaal opgemaakt.
In zake de treurige Haagsche ge-
Bchiedenis, schrijft de Haagsche correspondent van
de „Nieuwe Gron. Crt." o. a.
„De heer Wolff, een nog zeer jong en energiek
ttan, vóór weinige maanden pas in het hnweljjk
getreden met de dochter van een vermogend ban
kier te Parijs, had zich, door groote energie, eene
positie verworven. Aanvankelijk als klerk aan het
kantoor der firma Polak werkzaam, was hij, nauwe-
Ijks 20 jaren ond, als commanditair en beheerend
vennoot der Bankvereeniging opgetreden. Dat hij
©en man van talent was, bewees hij door de krach
tige pogingen, die hij, als commissaris vandeCen-
traalspoorwegmaatschappj, wist aan te wenden, om
doze onderneming in beteren toestand te brengen.
Hij leefde soliede, was werkzaam en heeft alleen
aan onvoorzichtige bandelsoperatiën zijn droevig
©inde en den val zijner zaak te wijten.
Wat den heer Felix Polak betreft, hij was steeds
©en toonbeeld van ingetogenheid, ongehuwd, en
roods een man op rijpen leeftijd; hij behoorde tot
de vrij orthodoxe richtiog op godsdienstig gebied
©n schijnt meer door de operatiën van zijn mede
vennoot te zijn medegeBleept dan zelf schuldig daar
aan. De heer Wolff was in de eerste plaats de
handelende persoon ten kantore."
De burgemeester van Amsterdam,
Werd gistoren, als hoofd van de politie, in den gemeen-
toraad geïnterpelleerd over de brutale diefstallen
van brandkasten, en wel naar aanleiding van adres
sen om verscherping van politietoezicht, die de
burgemeester niet kon inwilligen omdat de politie
gereorganiseerd is. Op aandrang van vele leden zal
do burgemeester vertrouwelijke mededeelingen doen,
omtrent de omstandigheden waaronder de diefstallen
zjn gepleegd. De ontrouwe agenten, die zich bij
©en bakker warmden zijn ontslagen.
Eene proef tot waterverversching
dor Amsterdamsche grachten door inlating van
IJwater is mislukt. Gedurende drie maanden heerscht
te Amsterdam een ondragelijke stank, die zoo spoedig
ïnogeljk moet worden verdreven door wederom
Zuiderzeewater in te laten.
Gisteravond is in de Rotterdamsche
straat te Rotterdam een 4 jarig meisje in eene
waschkuip gevallen, die op e9n portaal stond en
gedeelteljk was gevuld met water. Voordat men
iets van het ongeluk bespeurd had, was het kind
daarin verdronken.
Aan het Kralingsche veeris, dank
zj hot warme weer, buitengewone toevoer van elft.
Niet minder dan 14,000 elften werden aangevoerd.
3De pr jzen daalden daardoor belangrijkde hoogste
prijs was 66 cent per stuk.
Eene zeker niet alledaagsche zaak
werd dezer dagen voor het kantongerecht te Schoon
hoven behandeld.
Twee korporaals en een soldaat van de instructie-
Compagnie aldaar liepen op een middag in de maand
Maart langs de haven. Een der korporaals gaf daar
©en dienstmeisje, door haar kwetsende woorden toe
te voegen, aanleiding, dat zij een emmertje water
opnam en daarmede den twee korporaals een gedeel
teljk nat. pak bezorgde.
De koene landverdedigers lieten proces-verbaal
opmaken, en vandaar dat het bewuste dienstmeisje
zich voor den kantonrechter had te verantwoorden.
Wel moest volgens de wet de betaling eener
geldboete van f 1 togen de beklaagde worden ge-
eiBoht, maar toch zon menigeen liever in hare plaats
zijn geweest dan in die van de drie militairen, die,
zoowel door den kantonrechtor als door den ambte
naar van het O. M. terdege over hun lafhartig
gedrag werden doorgehaald.
Sedert gistervoormiddag woedt te
Waalwjk een vreeseljke boschbrand in de bos-
Bchen van jonkheer Lemire, onder Udenhout-Loon-
opzand, over eone uitgestrektheid van meer dan
een uur, op verschillende punten. Ook op verderen
afstand wordt een hevige boschbrand waargenomen.
—ca—o11 mui 11
Een landbouwer in de Bniksloterham
vond dezer dagen 's morgens een drietal vagebonden
in de weide, bezig met het melken van z jne koeien.
BS zjce komst trachtten zj zich door de vlucht
te redden. Hij besteeg echter een paard, dat in
de weide liep, haalde hen bj Buiksloot in, en bracht
het driotal gevangenen naar den rjksveldwacfcter.
De rechtbank te Almeloo heeft B. G.
P., vr. van L. R., spoorwegwachteres te Ambt
Almeloo, ter zake van het als wogwachteree-spoor-
wogbeambte niet t jdig sluiten, minstens 3 minuten
voor do aankomst van een trein, en niet onmiddetljk
openen na hot voorbjgaan van een trein, telkens
van de sluitboomen tot afsluiting van een openbaren
overweg over den Staatsspoorweg, tot twee boeten,
elk van f 10, of 3 dagen gev. voor elke boete
veroordeeld.
Onder het o p s c h r i f t „d e c a f c h a n-
tants ontsluierd" werd dezer dagen door twee in
gezetenen van Groningen kosteloos een blaadje
verspreid, waarin het verderfeljke van dergelijke
„in het buitenland reeds op hoog gezag gesloten,
doch te Groningen nog alt jd toegelaten en wat het
sluitingsuur betreft nog begunstigde inrichtingen"
werd in het licht gesteld. Een getrouw verhaal
wordt gegevan van hetgeen den bedoelden inge
zetenen is wedervaren, toen zj zich eens in een
dier „pestholen der maatschappj" waagden, om
zich persoonljk te overtuigen van hetgeen daarin
zooal omgaat. Zj komen tot de slotsom dat de be
zoeker geldeljk en zedeljk te gronde moet gaan,
wijl de zangeressen het er geheel op aanleggen
moeten, om de bezoekers zoo lang mogeljk in het
lokaal te houden onder bedreiging van boeten
en verbreking van overeenkomst. Wanneer nl. de
tjd der overeenkomst is afgeloopen, wordt van de
bezoldiging der zangeres door den directeur gekort,
b. v.: voor het lachen tegen den pianist f 15,voor
het niet-lachen tegen jonkheer N. 10, voor het
niet gebruiken van wjn enz. enz.
De bedoelde ingezetenen, die zouden geaarzeld
hebben een en ander mede te deelen, zoo zj niet
alles zouden kunnen bevestigen, geven aan het
slot van het blaadje de verzekering dat zj van plan
zjn tjd noch moeite te ontzien om alle gehuwde
bezoekers openljk bekend te maken, door hunne
vrouwen te waarschuwen, dat daar hunne toekomst,
hun lief en leed wordt vorbrast.
De Yereeniging tot bevordering
van de Volksgezondheid te Groningen heeft de
volgende waarschuwing doen publiceeren.
Dat zj door hare deskundige leden het brood
van 55 broodfabrikanten te Groningen op de al of
niet aanwezigheid van aluin in het brood heeft doen
onderzoeken. In het brood van 15 bakkers werd
aluin aangetroffen. De Vereeniging is van oordeel,
dat deze vervalsching van brood moet worden
tegengegaan.
Mocht nu bj later onderzoek nogmaals aluin
worden aangetroffen, dan zal de Vereeniging dit
bekend maken en wel met vermelding van den
naam van de fabrikanten van het met aluin ver-
vahcht brood.
Te Njmegen is iemand door de recht-
bank te Arnhem wegens het opnieuw gebruik
maken van een plakzegel veroordeeld tot 50 boete,
sub. 7 dagen gevangenisstraf.
Men schrjft uit Arnhem aan de
„Zutf. Crt.": Het „point d'argent, point de Suisse"
werd eergisteravond op zeer eigenaardige wijze hier
in den schouwburg toegepast.
Onder directie en voor rekening van den heer
Voitus van Hamme werd de „Lucie de Lammer-
moor" opgevoerd, waarbj mevr. Albani de hoofdrol
vervulde.
Vóór den aanvang der laatste akte geschiedde
het dat de muziek, het orkest van den Parkschouw
burg te Amsterdam, zjne medewerking weigerde,
wanneer niet vooraf de uitbetaling der halfmaande-
lijksche gage plaats vond, die hun hier te Arnhem
was toegezegd.
Na ruim een half uur wachtens, tot groot ongerief
voor het publiek, werd de zaak, volgeDS den eisoh van
het orkest geschikt en kon de voorstelling doorgaan.
Wanneer het publiek in het algemeen bekend
was geweest met het feit, dat mevr. Albani in de
laatste akte niet meer optreedt, hoogstwaarschjnl jk
zou die voor goeddeels ledige banken zjn gespeeld.
In den laatsten tjd klagen de Neder-
laudsche visschersvaartuigen weer buitengewoon
over de verbazende nadoelen, die hun berokkend
worden door de Engelsche visschers.
Vlak onder den wal beginnen deze te korren,
ongoveer ten getale van 800 schepon, waaronder 3
stoombooten. En vlak aan den wal hebben zeniets
noodig; ja, waartoe dient de bepaling van 3 mjlen,
als uitsluitend vischterreiD, wanneer die bepaling
niet kan worden gehandhaafd P Hoe het zjdo tjd
is weer gekomen, waarop onze visschers geen want
dnrven uitwerpen, want ze zjn het spoedig kwjt.
Eergisteren en gistoren hebben velen weer hoogst
belangrjke schade geleden. Vooral klaagt men over
do kotters; de stoomschepen mjden onze vloten.
Te Dantzig begon heden het sensa-
tiemakend proces wegens een moord in het West-
Pruisische dorp Skurcz. Daar werd nameljk voor
een jaar een knaap van veertien jaren vermoord
en in stukken gesneden. Bj de toen plaats gehad
hebbende anti-semitische beweging werd de beschul
diging tegen de ter plaatse wonende Joden inge
bracht, dat z j een ritueelen moord hadden gepleegd
op den knaap. Middelerwjl rezen echter de zwaarste
beschuldigingen tegen den voornaamsten anti-semiti-
schen getuige, een katholiek vleeschhouwer, Behrends
genaamd. Ten gevolge daarvan stelde het openbaar
ministerie eene vervolging tegen hem in als den
eigenljken moordenaar, terwjl de wegens zjne ge
tuigenis gevangengenomen Joden in vrjheid ge
steld werden.
Prins Von Bismarck heeft den beeld
houwer Fritz Schaper toegestaan zeer nauwkeurig
de maat van zjn hoofd te nemen, zoodat de kan-
stenaar in staat is eene buste van den grooten
staatsman te maken, die hem zoo trouw mogeljk
wedergeeft.
Onder de tallooze brieven van gelnkwensching
welke Von Bismarck op zjnen zeventigsten verjaar
dag ontving, was een, geschreven door eene dame,
die als bjzondere gunst eenig voorwerp vroeg, dat
zj ter gedachtenis aan den grooten kanselier kon
bewaren; al ware het maar een haarlok, ook hier
mede zou zj zich tevreden stellen. Von Bismarck ant
woordde haar zeer laconiek: „glatt unmöglich.
Te Riom (Frankrjk) is dezer dagen
een moordenaar, Biton, ter dood gebracht met
wiens hoofd eigenaardige proeven genomen zijn.
Dertig seconden nadat dit door de valbjl van den
romp gescheiden was, werd het door den beul aan
dr. Pajolat, hoogleeraar aan de geneeskundige facul
teit te Clermont, ter hand gesteld, die in tegen
woordigheid van de geneesheeren en magistraats
personen onderzocht, in hoever na de onthalzing
de gevoeligheid voortduurde. Toen het oog met een
puntig voorwerp werd aangeraakt bewoog het zich
herbaaldeljk en snel en toen men aan het linker
oor een doordringend gefluit deed hooren, zette de
iris van het linkeroog zich merkbaar uit. Ook ge
lukte het den heer Pajolet, herhaaldel jk de beweging
van slikken te verkrjgen. De neus was echter ge
voelloos.
Gevangenen te Massowah. Aan
de „Roma" wordt uit Massowah van 27 Maart
geschreven
Ik kom juist te Massowah aan, uit Soeakim; ik
heb daar het terrein, waar onlangs slag geleverd
werd, op vjf mjlen van de stad, bezocht. Ik kwam
van Soeakim naar Massowah op het Egyptische
schip „Melullah" in gezelschap van een aantal
rebellen, die in de jongste gevechten gevangen
gemaakt waren. Zwaar geboeid, maar niet onder
worpen, waren zj er trotsch op dat zj voor de
heilige zaak gestreden hadden. Ik zag eenigen van
hen in machtelooze woede op de jzeren leuningen
van het dek bjteD, anderen spuwden op hunne kete
nen. Hun hoofdman was een oude Cheik, wiens witte
baard zonderling bj zjn zwart gezicht afstak. Ge
durende den dag staarde hj somber naar de zee,
en 's avonds, als de zon zou ondergaan, riep hj al
zjn gezellen tot het gebed.
Ik was uiterst verwonderd, toen een Arabisch
ambtenaar, een zekeren Ibrahim Effendi Sufli, die
aan boord was, m j vertelde dat al deze gevangenen
voor Massowah en zjne omgeving bestemd waren,
en niet alleen deze, maar nog een 500-tal anderen,
die binnen weinige dagen opgezonden znllen worden.
Allen zouden aan de bewaking van de ItaliaanBche
soldaten worden toevertrouwd. De Egyptische offi
cier scheen zelf hierover verbaasd te zjn. Waarom
zulk een groot aantal dweepzieke gevangenen, die
reeds aan den oorlog gewend zjn, naar Massowah
te zenden, terwjl op ieder oogenblik de weinige
soldaten, die daar zjn, kunnen opgeëischt worden
tót onderdrukkking van een opstand onder de in
boorlingen? Vooral is het een slecht teeken, dat
deze gevangenen, als zj door de straten van Mas
sowah gaan, door inboorlingen omringd worden,
die hun de hand drukken, en zeer verdachte woor
den en wenken met hen wisselen,"