Vrijdag 27 Maart. N° 7701. A0. 1885. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. LEIDSOH DA GBLAD. PEIJS DEZER COURAST: Voor Leiden per 3 maanden,f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PEIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels 1.06. Iedore regel meer 0.171- Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bel iacissee- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Officiëele Kenuisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden herinneren bij deze den belanghebbenden dat, ingevolge de verordening van den 9den Januari 1868 (Gemeenteblad N". 1,) de Bees tenmarkt. in plaats van op Vrijdag den 3den April a. s. zal worden gehouden op Woensdag den lsten te voren. Burgemeester en Weihouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 25 Maart 1885. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden; Gezien art. 5 der Wet van den 28sten Juni 1881 Staats Had No 97); Brengen ter algemeene kennis dat door CORNELIS PETRUS BIK een adres is ingediend, houdende verzoek om vergunning tot uitoefening van den kleinhandel in sterken drank, in het perceel Maarsmanssteeg No. 1 alhier. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 26 Maart 1885 E. KIST, Secretaris. LEIDEN 36 Maart. Hedenoamiddag ontvingen we per Nederlandsche mail de Indische bladen van 18 en 20 Februari, Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „Zaandam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Vrijdag-avond te 10.18 be zorgd zijn. De te Madrid verschijnende „Epoca" meldt dat Rubinstein, die morgenavond in de Stadszaal alhier optreedt, deze week eene concert-tonrnée gaat beginnen naar Parijs, Berlijn en Weeuen, in gezel schap van zijne leerlinge mej. De la Mora, hof- pianisfe van de koningin van Spanje. Het doel van de bij de Tweede Kamer inge diende wotsvoordracht tot regeling van het auteurs recht op werken van beeldende kansten, vond bjj het sectie-onderzoek geen algemeenen bijval. Immers er bleek niet, dat de vervaardigers van voorwerpen van beeldende kunst de hier voorgestelde bescher ming verlangden en de Regeering was van hare zijde ten eenenmale in gebreke gebleven de behoefte aan dergelijke bescherming op aannemeljjke gronden in het licht te stellen. Bet beroep op hetgeen in het buitenland geschiedt, kon daarvoor wel niet in de plaats treden. Het beweren der Memorie van Toelichting, dat de aanspraak van kunstenaars ten opzichte der bescherming hunner werken tegen nabootsing op dezelfde gronden steant als die der schrijvers tegen nadruk hunner geschriften, vond mede weinig instemming. Bij kunstwerken toch, voor zooveel daarmede zuiver artistieke voorwerpen zjjn bedoeld, vindt de kunstenaar de vergoeding voor zjjn arbeid in de waarde van het origineel. De waarde van het origineel wordt door het vervaar digen en verspreiden van nabootsingen veeleer ver hoogd dan verminderd. Daarbij komt, dat, terwijl het nadrukken van geschriften eene bloot machinale reproductie onderstelt, die uitsluitend hare waarde ontleent aan de schepping des schrijvers, het na bootsen van kunstwerken daarentegen eene eigen zelfstandige knnst vordert. De leden, die deze beschouwingen deelden, meen den ook, dat met de aanneming van dit wetsont werp eene schrede verder werd gedaan op den weg, die tot de wederinvoering van octrooien leidt. Zonder zich omtrent het belangrijk vraagstuk der octrooien thans uit te laten, wenschten dan ook vele leden zich hunne volle vrijheid van beoordee- ling daaromtrent voor te behouden en niets te doen, wat die vrijheid wellicht in de toekomst zon kunnen verkorten. Zelfs gingen eenige leden verder en verklaarden geen onderscheid te zien tusschen de bij deze wet voorgestelde bescherming en die, van eene uitvinding, door octrooi. Deze bestrijding bleef niet zonder tegenspraak. Vooreerst toch werd hulde gebracht aap de vol ledigheid en het veelomvattende der Memorie van Toelichting. Juist omdat dit ontwerp een stap deed in de richting der octrooien, vond het toejuiching. Men meende in deze omstandigheid eer eene aan beveling dan .eene redon tot afkeuring te mogen zien. Het scheen ook niet wenscheljjk dat Neder land op de in vele landen bestaande wetgeving eene uitzondering maakte. Het was niet gebleken dat die bescherming in de toepassing tot zoovele moeieiijk- heden aanleiding gaf als sommige bestrijders der voordracht zich schijnen voor te stellen. Tegen woordig worden juist met het oog op reproductie kunstwerken gekocht. Intnsscben konden eenige leden, die dit gevoelen uitspraken, toegeven, dat dit ontwerp do zaak niet geheel en al oploste en meer als eene proef van wetgeving op dit gebied van kunst moest beschouwd worden. Met het doel om de eenheid van taal tnsschen Nederland en België te beverderen, hebben de Belgische en Nederlandsche Regeeringen, naar de „Köln. Zeit." mededeelt, besloten om, voor gezamen lijke kosten, eene Internationale Nederlandsche Academie op te richten. Deze Academie zal zich uitsluitend met vraag stukken op het gebied van vergelijkende taalkunde en letterkunde bezighouden, en letterkundige werken uit vroegere tijden en een jaarboek of eene revue uitgeven. Zij bestaat uit twee sectiënéén in elk land en de stelen Gent en Leiden zijn voorloopig als ver gaderingsplaatsen er van aangewezen iedere afdee- ling bestaat uit hoogstens twintig leden, die voor den eersten koer door de beide regeeringen znllen worden gekozen, terwijl later de sectiën zelve hare leden znllen kiezen. Iedere sectie k:e3t haar bureel; de president wordt bij afwisseling door do Koningen van Neder land en van België benoemd en hetzelfde is het geval met den vice-president, die uit de sectie be noemd wordt, waartoe de voorzitter niet behoort. Beide sectiën hebben elk een secretaris, die geen lid er van is, de leiding der zaken op zich neemt en door de betrokken regeering wordt aangesteld. Ieder jaar vindt eene algeme ne vergadering der sectiën, afwisselend in Nederland en België, plaats. De geldmiddelen, die voor de uitgave van het Woor denboek benoodigd zijn, worden, evenals de roodige fondsen, ter beschikking der Academie gesteld. -- Door een groot aantal ingezetenen van de gemeenten Nootdorp, Stompwijk (met Leidschendam en Wilsveen), Yrjjonban en Rijswijk is tot de directie der Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij het verzoek gericht om bij de eerstvolgende nieuwe dienstregeling op den spoorweg Gouija-'g-Gravenhage dagelijks enkele treinen te doen stoppen aan den Yeenweg, onder Nootdorp ongeveer midden tns schen de stations Zoetermeer-Zegwaard en Voorburg. Bijzondere vermelding verdient dat over het vorig jaar op do aandeelen der Deli-maatechappij een dividend van 140 pet. wordt uitgekeerd. Z. M. heeft den kapitein ter zee H. D Guyot benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Gemengd Nieuws. Ruim veertien dagen geleden werd alhier door eene dienstbode des morgens bij het opstaan ontdekt, dat de straatdeur der woning van hare meesteres, eene wednwe, openstond, en het bleek daarop, dat er dien nacht gelden waren ontvreemd nit eene gesloten kast. De politie, hiervan onderricht, deed een onderzoek ter plaatse, waarbij de dienst bode de noodlge inlichtingen gaf en aanwijzingen deed, waaruit moest worden afgeleid, dat zich iemand den vorigen avond had doen insluiten en wel op eene zoldertrap in het achterhuis. Die per soon moest met valsche sleutels de deuren van twee kamers hebben gejpend, om zoodoende de straatdeur weder te kannen bereiken, en had bij zijn overhaast vertrek nog enkele muntstukken in het voorhuis laten vallen. Uit dat onderzoek bleek >ler politio tevens dat men te doen had met iemand, die zeer goed de localiteit der woning kende. Voorloopig leverde een verder ingesteld onder zoek evenwel niet de minste resultaten op. Thans werd den politie-eommissaris medegedeeld dat, ter wijl de weduwe vóór een paar dagen op reis ge weest was, de dienstbode gedurende enkele nachten alleen in het huis was achtergebleven en dat wel inet haren vollen wil, daar zij te kennen gaf: „ze zullen mij niet stelen, en die mij steelt brengt mij terug." Die buitengewone stoutheid van eene meid, niet onder dan 21 jaren, gaf dien ambtenaar aan leiding om haar te verdenken en het onderzoek tegen haar voort te zetten, met het gevolg dat zij ten slotte bekende zelve den diefstal te hebben gepleegd, en een en ander in voorschreven staat te hebben gebracht om aan insluipirg te doen ge- looven. Het grootste gedeelte van het geld werd daarop in beslag genomen, terwijl de daderes, die eene buitengewone brutaliteit aan den dag legde, naar de gevangenis is overgebracht. Volgens volkomen betrouwbare b e- richten beeft het gebeurde met de keizerin van Oostenrijk te Amsterdam zich bepaald tot de aan wijzing, door een nieuwsg:erige die hair niet kende, van den waaier dien H. M. in de hand hield, en heeft zelfs de keizerin daaraan niet de minste aan dacht geschonken. Het nieuwsgierig jongmensoh moet zijn de 20-jarige Cornelis Hansen, opzichter van de stadsreinigingmaterialen. In de zaak tegen deOstendensche visschers, die schade toebrachten aan netten van een schip van den heer A. De Niet, reeder te Scheveningen, is door de rechtbank te Ostende een nader getuigenverhoor tegen 8 April a. s. bevolen. De Scheveningsche zeelieden, die gedag vaard zijn, znllen onder geleide van den waterschoot van Scheveningen, den heer Vernée, derwaarts gaan. Twee arme oudelnitjes, in de buurt schap Zuidveen van de gemeente Steenwijkerwold, zonden dezer dagen hnn 50-jarig huwelijksfeest vieren, 's Avonds te voren vormden alle inwoners van die buurtschap het plan om hen eens te ver rassen. In alle stilte werd in den nacht een eere- boog van dennetakken en bloemen voor hunne deur opgericht en men kan zich hunne verrassing voor stellen, toen ze dit des morgens ontdekten. Doch zij zouden dien dag nog meer verblijd worden men had nameljjk gelden bijeengezameld en daar voor een flink veeren bed met dekens aangekocht, eene weelde, hun geheel onbekend, terwjjl bnitendien nog gezorgd was dat bet hun aan niets ontbrak, om dien dag naar waarde te vieren. Te 's- Hertogenbosch is een 5-jarig kind, met twee nog jongere kinderen, door de moe der, terwijl zjj naar de markt was, zonder toezicht in huis gelaten, bij het spelen met lucifers in brand geraakt. In jammerrollen toestand is het kind bij zijne overbrenging naar het gasthnis overleden. Te Helder zijn twee verpleegden nit het gesticht Meerenberg aangekomen, die daaruit waren ontsnapt De politie heeft beiden reeds in bewaring genomen en zal wel voor hunne terugzending zorg dragen. Ten gevolge van in den Bredaschen gemeenteraid opgegane klachten, werd er op ver schillende wegen het politieloezicht verscherpt en meer licht ontstoken. Of dit alles aan het ge- wecschte doel bevorderlijk was, kan moeilijk uit gemaakt worden, maar in ieder geval klinkt het vreemd dat er te Breda thans straten gevonden worden, waarin het „verboden" wordt te „vrijen." Bij de nieuwe Prinsenkade en Leuvenaarstraat staan nl. borden met het opschrift: „Verboden Vrijweg."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1