De moord te Rotterdam.
ken" van een vermoedelijken dader gaf Maandag
avond heel wat opschudding. Van de misdaad wordt
nl. verdacht een omstreeks 25-jarig persoon, lang van
gestalte, vrij net gekleed in zwarte jas, donkeren
broek en waarschijnlijk met pet.
Door de justitie te Assen is een
locaal onderzoek ingesteld naar een plaats gebad
hebbenden moord te Bonnerveen, gemeente Gieten.
Een vader is door zijn zoon, die niet wel bij het
hoofd was, gedood. Nadere bijzonderheden melden
dat de 72-jarige vader bij zijn getrouwden zoon, den
dader, in hnis woonde. De moord, die in den nacht
van Zaterdag op Zondag plaats had, werd eerst
in den loop van den dag bekend. Wegens bedreiging
door haren man, zou, zegt men, de vrouw geen
gerncht hebben dnrven maken. Wegens krankzin
nigheid is de man in vroegere jaren een tijdlang
in een gesticht verpleegd geworden.
Axel Paulsen deelt aan „Morgen-
bladet" mede dat hij noch per brief, noch per
telegraaf eene uitdaging van den Hollandscben
schaatsenrijder Bruinsma heeft ontvangen, zooals
genoemd blad, volgens Nederlandsche couranten,
onlangs berichtte.
Te Rensix (België) kwam in de vorige
week een knaapje bij zijne moeder thuis met ge
broken arm. De vrouw werd bij het zien van dit
ongeluk zoo boos, dat zij zich op het kind wierp
en dit verworgde.
In ons vorig nommer ontleenden we aan het
„Vad." omtrent deze treurige zaak een verhaal,
dat door het „Rott. Nbl." weer grootendeels wordt
tegengesproken, althans wat betreft de moordena
res, die zou hebben ontdekt dat met haar was
gespeeld, dat zij bedrogen was geworden.
Eene vrouw, zegt het blad, die zich 's nachts, op weg
naar de gevangenis, nog eerst laat poederen, heeft
zelfs de pretentie niet om door te gaan voor eene,
die voor korten tijd nog een lief en onschuldig
meisje was. Ze had overigens zoo zeer de allures
van hare standgenooten, dat niemand, die haar zag,
zich omtrent haar aard en wezen kon vergissen.
Met iemand, die onder dergelijke omstandigheden
om het leven komt - er komt bij dat de heer Saku-
rada gehuwd was - kan men maar weinig mede
lijden hebbenmaar de daderes voor te stellen als
een onnoozel verleid meisje, dat is toch een al te
donkere vlek werpen op het karakter van den over
ledene. Met die voorstelling is ten overvloede ook
in strijd de omstandigheid, dat de vrouw haar vijf
tienjarigen broer als huisknecht bij zich had en als
„gar$on" behandelde.
De kamer, waar de moord gepleegd is, was bij
het binnenkomen van den hotelknecht geheel met
bloed bevlekt; de gordijnen, de stoelen en tafels
en het bed, alles was rood. Blijkbaar had de moor
denares als eene waanzinnige door de kamer ge-
loopen en met hare eigen onbeteekenende verwon
dingen dat bloedbad aangericht; althans het slacht
offer lag stil en bewusteloos. De revolver lag op
den grond voor het bed. Thans zijn alle sporen
van het gebeurde op de plaats zelve weer uitge-
wischt.
Het slachtoffer is niet meer bij zijne kennis ge
weest en heeft dus geen inlichtingen kunnen geven.
Te 2 nren kwamen aan zijn bed de beide attachés
der Japansohe legatie, die in Den Haag vertoeven.
De moordenares heeft de plaats aangewezen, waar
de schede van den dolk te vinden zou zijn. Zij had
die onder de matras verborgen.
't Is natuurlijk niet zeker, dat de aangeteekende
brief, dien zij Zaterdag-middag verzond, werkelijk
1900 franken inhield, al stond dit ook buitenop.
Hoogstwaarschijnlijk kan echter die brief, welken
de politie zeker wel reeds zal hebben opgespoord
en in beslag laten nemen, nadere inlichtingen ver
strekken omtrent de plannen en bedoelingen der
daderes, of anders omtrent haren aard en hare ont
wikkeling.
Dat de verslagene zich prins liet noemen, hoe
wel die titel hem officieel niet wordt gegeven, is
omdat hij ongeveer den rang van prins beeft. Hij
volgde in deze de gebruiken zijner landgenooten, die
in Europa zich de titels toeëigeneD, welke zjj dragen
zouden wanneer zij van Europeesche afkomst waren.
Daar de heer Sakurada inderdaad van vorstelijken
bloede was, liet hij zich dus kortweg prins noemen.
Omtrent zijn ouderdom loopen onzekere berichten;
op het oog echter zag hij er niet ouder dan 35 uit.
Uit de opgaven van den burgelijken stand blijkt
dat de verslagene reeds 48 jaren oud was.
De bewering dat de moordenares gepoogd zou
hebben, om aan zelfmoord van het slachtoffer te
doen denken, is volkomen ongegrond. Zij heeft niet
één oogenblik getracht van het gebeurde eene ver
keerde voorstelling te geren. Bljjkbaar handelde
zjj onder den indrnk van eene haar kwellende ge
dachte en niet dan na reeds geruimen tijd te bed
gelegen en wellicht ook geslapen te hebben.
Het slachtoffer althans sliep toen de kogel hem
trof, en het bed, rechts van de kamerdcor - het
slachtoffer sliep in een ledikant dat links van de
deur stond toonde dat ook zij zich aanvankelijk
ter ruste bad begeven. Wie zal zeggen, welke droo-
men de vrouw van elf tot drie uren in den nacht -
het was holfvier toen zjj de daad pleegde - hebben
verontrust. Natuurlijk was zij op de been toen de
hotelknecht op het rumoer toesohoot; zij was toen
zeer opgewonden en bljjkbaar verlichtte het haar,
dat zij niet langer alleen was.
Haar broer, die mede opgeschrikt was in zijn
slaap, had een kamer naast de hare betrokken.
Overigens is geen der reizigers in het hotel iets
gewaargewordenzonder rumoer of spektakel waren
de vereischte hulp en de politie zoo spoedig ont
boden.
Het verleden der daderes wenscht de politie nog
niet bekend te maken. Het ljjk blijft voorloopig in
het ziekenhuis, om dan naar Den Haag overgebracht
te worden, waar het door de zorgen van de leden
der Japansche legatie gebalsemd en tijdelijk op de
begraafplaats bijgezet zal worden, in afwachting
van eene geschikte gelegenheid om het naar Tedo
te vervoeren. De daderes blijft voorloopig te Rot
terdam in het huis van arrest aan de Korte Hoog
straat, waar zij zich zeer kalm en rustig gedraagt.
De rechtbank aldaar heeft reeds rechtsingang tegen
haar verleend, met bevel tot gevangenhouding.
Zij heeft berouw, maar erg verontrust haar de
daad ook weer niet. 't Is of zij weinig besef van
de beteekenis harer daad heeft. Aan haar toilet
blijft zij de noodige zorg besteden; gistermorgen
nog werd op haar verzoek een boodschap naar het
hotel gezonden met de vraag of haar haarborstel
daar ook gevonden was. Zij miste dien en had hem
noodig
Aan het „Hbl." wordt nog gemeld dat de heer
Sakurada zioh in het vreemdelingen boek van het
hotel eigenhandig had ingeschreven als Sarez, met
aanduiding van zijne qualiteit, maar in zeer ondui
delijk schrift. Ook den naam vau de vrouw, die
hem vergezelde, had hij zelf daaronder gevoegd,
maar mede onduidelijk, en achter dien naam„a vee
fill e." De Japansche diplomaat zelf was, naar men
zegt, gewoon onder verschillende namen te reizen,
als hij op galante avonturen uitging. In het hotel
hield men hem werkelijk voor een Japanschen prins.
De inlichtingen door den corresp. van genoemd
blad ingewonnen, omtrent hetgeen er in den be
westen nacht onmiddelljjk aan den moord is voor
afgegaan, zijn eenigszins verward, wat geen be
vreemding kan wekken, daar men in een druk
hotel niet altijd op het gaan en komen van de
gaBten kan letten, vooral niet in het holle van
den nacht. De meest waarBchjjnljjke lezing is
volgens hém dat Sakurada alleen is uitgegaan en het
gemaskerd bal in het Feestgebouw heeft bezocht
(wat denkelijk het doel van zijne komst was) en
dat hij, van daar terugkomende, het slachtoffer
werd van den moordaanslag.
Men verklaart nl. de zaak aldus, dat de vrouw uit
achterdocht de gangen'van haren minnaar is nage
gaan met bedoeling wraak te nemen, zoo er voor
haren minnenjjd redenen bleken te zijn; dat daarop
eene verzoening is gevolgd, maar dat, toen hij
des nachts alleen uitgiog, het moordplan weer bij
haar boven gekomen is.
Ofschoon Sakurada in Japan getrouwd was, leidde
hij te Rotterdam en in Brussel, waar hij mede den
Mikado vertegenwoordigde na het vertrek van den
gezant Siuzo Aoki, een leven van vrijgezel.
De jonge vrouw, die hem om het leven bracht,
was vroeger zangeres, en het was in een café chan-
tant te Brussel, dat de Japansche diplomaat haar
had leeren kennen.
Met de buitenlandsche treinen komen te 's-Hage
successievelijk aan leden van het personeel der
Japansche legatiën in de groote Europeesche Rijken,
ten einde tegenwoordig te zijn bij de begrafenis
vau den zaakgelastigde T. Sakurada.
De heer Kawakami, eerste secretaris te Londen,
bevindt zich sedert gisteravond te dier stede, alwaar
heden verwacht werd een der te Berljjn werkzame
diplomaten van het Japansche Rijk.
Ook de buitengewone gezant en gevolmachtigde
minister van den keizer van Japan, de heer Aoki,
SSSBBSSSSSSSSSSBSSBSSSSBBBBSSSBSSSSSSSSSa
is met zijn gevolg in de residentie aangekomen en
heeft zijn intrek genomen in het hotel Den Ouden
Doelen."
BUITENLAND.
Frankrijk.
De Kamer van Afgevaardigden heeft achtereen
volgens het re»eeringsvoorstel betreffende de rech
ten op buitenlandsch vee enz. goedgekeurd, als:
12 fr. op koeien en stieren, 8 fr. op jonge ossen,
4 fr. op kalveren, 3 fr. op schapen, 1 fr. op lam
meren en geiten, 6 fr. op varkens, 1 fr. op speen
varkens, 7 fr. per 100 KG. op versch vleesch, 8
fr. 50 c. per 100 KG. op gezouten vleescb.
Het regeeringsvoorstel is daarop in zijn geheel
met 279 tegen 188 stemmen goedgekeurd.
Het Nederlandsch-Fransch handelsverdrag zal
nog vóór Paschen door de Kamer in behandeling
worden genomen.
Groot-Britaunlë.
In het Lagerhuis deelde de heer Gladstone gister
avond mede dat de „verklaring" betrekkelijk de
Egyptische ffnantiëele schikking, gisteren aan het
ministerie van buitenlandsche zaken door de ge
zamenlijke ambassadeurs is geteekend. De conventie
zelve zal heden onderteekend worden.
De heer Gladstone zeide verder„De heer Von
Giers, de Russische minister van buitenlandsche
zaken, verklaarde dat de Russische troepen aan de
Afghaansche grenzen hunne tegenwoordige stellingen
niet zullen verlaten, mits de AfghaanBche strijd
macht niet voortrukt of aanvalt, en ongerekend
eene of andere reden van buiteogewonen aard, zooals
onlusten in Pendjeh. Wij nemen deze mededeeling aan,
als te goedertrouw geschied en verbindbaar voor beide
partijen."
De discussie over de artikelen van het wets
ontwerp op de nieuwe kiesdistricten, is in deze
zitting van het Huis afgeloopen. De belangrijkste
amendementen werden met groote meerderheid
verworpen. Het debat heeft een aanvang genomen
over de additioneele bepalingen, die van louter
plaatseljjk belang zijn.
In het Hoogerhuis zeide lord Granville dat de
Britsche regeeriog op haar eigen verantwoordelijk
heid en als maatregel welke door overwegingen van
militairen aard werd geboden, last gaf om Zebehr-
pacba en zijne beide zonen te arresteeren en hunne
papieren in beslag te nemen.
Egypte.
Luidens een particulier telegram uit Londen
dringen de Engelsche autoriteiten te Caïro er op
aan, dat lord Wolseley tot gouverneur-generaal
van Soedan zal beooemd worden, "feu einde aan de
inboorlingen de overtuiging te geven dat Engeland
zijn gezag niet aan het land zal onttrekken, alvorens
eene vaste regeering is ingesteld.
De heer Gladstone verzet zich tegen dezen wensch
hij meent dat deze stap Engeland in de noodzake
lijkheid zou brengen, de bezettiog langer te rekken
dan noodig was.
De autoriteiten te Caïro geven den moed niet
op, en dringen steeds meer aan op het benoemen
van Wolseley.
Telegrammen.
ST.-PETERSBURG, 17 Maart. Een bericht uit
Weenen aan de „Daily News", volgens hetwelk de
Russen Herat toch zouden bezetten, wordt door de
„Nowoje Wremja" met de woorden: „tot onzen
spijt zal dit niet het geval zijn", tegengesproken.
De minister van binnenlandscbe zaken, graaf
Tolstoi, beeft gisteren St.-Petersburg voor eenigen
tijd verlaten. De geheimraad Durnowo nam het
bestuur van het ministerie over. De Bulgaarsche
minister van oorlog, prins Cantacuzene, is hier
aangekomen.
BERN, 17 Maart. De Bondsraad heeft bepaald
dat de anarchistische „Freiheit", het blad van Most,
niet meer door de post bezorgd zal mogen worden.
NIEUW-YORK, 17 Maart. Eene depeche nit
Panama bericht, dat de aanval der opstandelingen
gisteravond te negen uren eindigde; toen trokken
zij terug. Een nieuwe aanval wordt verwacht. Eene
Engelsche kanonneerboot zette 75 man aan wal,
om de eigendommen te beschermen. Het gerucht
loopt dat de insurgenten Colon hebben bezet.
ROME, 18 Maart. De minister Mancini, gisteren
in de Kamer van Afgevaardigden antwoordende op de
interpellatiën omtrent de koloniale en buitenland
sche politiek, zeide dat de leidende gedachte der
regeering de verbreiding der beschaving is. Binnen-