De moord te Rotterdam.
Meer en moer rijst het vermoeden dat de onge
lukkige vermoord is, door iemand die ingeslopen
is. Zijn hoofd is deerlijk verbrijzeld door een slag
met een stomp hont of met eene bijl. De handen
waren aan de voeten met een dik tonw gebonden,
doch dit was eenigszins losgewoeld. Mogelijk dat
de dader geen moord heeft bedoeld, doch enkel
diefstal, en dat de verslagene bij zjjne wel te be
grijpen pogiDgen om zich te bevrijden eenigszins
loskwam en dat toen de booswicht den steeds zoo
eenzaam geleefd hebbenden man den genadeslag
heeft toegebracht.
Tijdens de afzending van dit bericht was de uit
Arnhem ontboden justitie nog aan het onderzoek
ter plaatse werkzaam. (Ell.)
Deze reeds met enkele woorden vermelde treu
rige geschiedenis zal niet weinig opzien baren,
vooral omdat het slachtoffer een inwoner vaD de
residentie is, een man van hoog aanzien, de heer
T. Sakurada, zaakgelastigde van Japan bij ons
Hof en te Brussel. Id het „Hotel de Hollande"
werd de diplomaat door een dame, met wie hij
'e avonds te voren daar was aangekomen, doodelijk
getroffen. Naar het stedelijk ziekenhuis overge
bracht, gaf hij daar Zondag-avond om halfelf den
geest. De moordenares, een 21-jarig beeldschoon
meisje, Jeanne Marie Lorette geheeten, trachtte
zich na den aanslag door een verwonding met een
dolk aan den rechterpols, van 't leven te berooven.
De toedracht dezer geheele zaak is inderdaad
een treurige roman. Ziehier in 't kort wat er vol
gens het „Vad." van is gebleken.
Jeanne, een lief en tot voor korten tijd onschnldig
meisje, de dochter van een oppassend bejaard
werkman te Molenbeek St.-Jean, bij Brussel, maakte
in 't vorig jaar met den beer Saknrada kennis in
de Belgische hoofdstad, waar zijne diplomatieke
werkzaamheden hem riepen.
Hij was getroffen door hare schoonheid, zij ver
eerd door de oplettendheid, die de vreemdeling
haar bewees. Na eenigen tijd besloot zij hem te
volgen eo in December jl. kwam zij te 's-Hage
en vestigde zich aan den Kanaalweg met haar 15-
jarig broertje. Zij leidde daar een ingetogen leven,
ontving geen bozoeken dan die van baren minnaar,
die in de Javastraat woonde, en was hem, naar
alle getuigenissen, trouw. Het meisje had dan ook
de innige overtuiging dat zij eenmaal de echtgenopte
van den diplomaat zou worden.
Men stelle zich de bittere teleurstelling van het
meisje voor, toen zij, zeer kort geleden, ontdekte
dat met haar was gespoeld, dat haar minnaar ge
huwd en vader vau een reeds volwassen zoon was.
Van dat oogenblik zon zij op wraakde verhou
ding werd gespannen, - onhoudbaar. De heer Suka-
rada dacht er dan ook over haar te verlaten en
zijn vrijheid te hernemen. Voor hem was er geen
beletsel; de liaison kon z. i. oven gemakkelijk ont
knoopt worden als ze was aangevangen.
Jeanne echter was niet zoo gemakkelijk „weg te
zenden." Reeds Vrijdag had zij voor de woning
van den trouwelooze een publiek schandaaltje uit
gelokt en Zaterdag, toen hij, bevreesd voor nieuwe
ontmoetingen, zich des middags per Rjjuspoor naar
Gonda begaf, volgde het meisje hem en wist hem
aan 't station te Gouda te vinden. Weldra scheen
het dat de vrede weder was gesloten. Althaos in
blijkbaar goede stemming reisden zij naar Rotter
dam, namen hun intrek in het „Hotel de Hollaode"
en gebruikten een dejeuner, waarna een rijtuig be
steld werd om door de stad te toeren.
Met dat rijtuig verscheen het paar des middags
tegen <1 aren ongeveer aan het postkantoor, waar
Jeanne een aangeteekenden brief mot eene gelds
waarde van 1900 franken - het „Rott. Nbl." meent
naar België - ter verzending aanbood. Prins Sarhas,
(onder welken naam de heer Sakurada zich had
laten inschrijven), die ter zijde bleef staan en zich ge
reed maakte om het geld voor het porto te voorBchjjn
te halen, wees zjj vrij levendig af met de opmerking,
dat zij geld had, waarna zij den beambte een
gulden gaf om 65 cents af te houden. Voordat
deze het te veel ontvaogene afgepast had, was de
dame, die zeer haastig scheen, alweer verdweneD,
zoodat de beambte haar nog terug moeBt roepen,
waarna prins Sarhas het te veel gegevene in ont
vangst nam.
Zij was toen gekleed in een wijden, langen, zwart
satijnen en met bont gevoerden mantel. Zjj is blond
en heeft goudgeel haar, wat haar bij den rosen
tint van haar gelaat een zeer opzichtig voorkomen
geeft, Prins Sarhas was mede in bont gekleed. In
tegenstelling met de levendige en opgewonden be
wegingen der dame, was., hij zeer langzaam, bedaard
en ka'm. Hij maakte, ondanks zjjn duidelijk spre
kend Japaisch type, een aangenamen indruk.
Waar het paar den verderen middag doorbracht is
nog niet geblekendes avonds vertoefden beiden met
bet broertje in do gezelschapszaal van het „Hotel
de Hollsnde" ea bloven daar kaart spelen tot elf
uren, waarna zij zich ter ruste begaven. De ver
standhouding tusschen beiden scheen toen niets te
wenschen over te laten.
Tegen halfvier in den nacht w.rd een der kell-
ners, wiens slaapplaats onder de kamer van bet
paar was gelegen, wakker door eenig gerucht boven
hem. Na aandachtig geluisterd te hebben, begreep
hij dat het daarboven niet richtig was en sloop hij
de trap op, waarna hij, na een oogenblik geaarzeld
te hebbeD, de kamer binnenging en den prins badende
in zijn bloed in bed vond liggen.
Hij was door een revolverschot in den rechter
slaap getroffen. Jeanne, die geen pog ngen deed
om haar daad te bemantelen, had zich zelve met
een dolk aan de polsen eenige lichte verwondingen
toegebracht en was dientengevolge met bloed ba-
dekt. Ook haar gelaat droeg bloedsporen.
Onmiddellijk werd geneesknndige hulp ingeroepen,
welke verleend werd door de heeren Eshnys en
Burgers. De toestand van het slachtoffer was ech
ter van dien aard, dat geen hoop op herstel meer
over was.
De moordenares, wier verwondingen niet ernstig
zijn, werd door de politie in arrest genomen, doch
niet dan ca nog een curieus staaltje harer buiten
sporige coquetterie gegeven te hebben. Daar zjj
zelve de bloedsporen van haar gelaat niet weg-
wasschen kon - de verwonding harer polsen scheen
daartoe toch te ernstig en men wilde haar ook
niet los laten - had een der politie-agenten de
vriendelijkheid met een bevochtigden handdoek
haar gelaat af te wasschen. Toen dit geschied
was, wilde zjj echter de straat niet over vóór men
hare wangen weer bedekt had metpoudre
de riz!
Uit de mededeelïngen van het broertje, dat nu
weer naar Den Haag teruggekeerd is, vernam men
welke betrekking tusschen hem en de moordenares en
tusschen deze en het slachtoffer bestond. Volgens ver
klaring van den jongen is het waarschijnljjk, dat het
plan op den aanslag reeds eenige dagen bestaan heeft;
althans de dolk, waarmede de moordenares zich
zelve verwondde, was door den knaap op last
zjjner zustor Vrijdag-morgen in den wapenwinkol
in de Spuistraat te 's-Hage gekocht, om zich op
den trouwelooze te wreken, die haar geluk en leven
had verwoest, naar zjj zegt.
De overledene was een jeugdig diplomaat, wiens
verlies door de medeleden der Japansche legatie
zeer wordt betreurd.
Volgens andere berichten moet de moord zjjn
gepleegd na afloop vau een bal masqué in het
Feestgebouw.
Tweemaal is de moordenares onder geleide der
justitie in tegenwoordigheid van haar slachtoffer
gebracht, eenmaal kort vóórdat Sakurada overleden
was en den tweedon keer bij zjjn lijk. Zjj toonde
veel berouw over hare misdaad, was hevig aan
gedaan en viel in zwijm, waarna zjj weggedragen werd.
Toen zjj nog aan den Kanaalweg (den z. g.
Hotidenweg) te Scheveningen het prachtig gemeu
belde huis bewoonde, bad zjj de equipage van den
verslagene te barer beschikking en reed zjj veel
met hem te paard. Hare opvoeding scheen niet
zonder zorg te zijn geweest, want zjj bespeelde de
piano en deed veel aan zang.
Haar broertje vervulde bij haar de diensten van
buisknecht en werd in gezelschap van vreemden
dan ook doorgaans „gargon" door haar genoemd,
Hu's en inboedel aan den Kanaalweg zijn onmid-
delljjk door den hoofdcommissaris van politic en den
commissaris van politie te Scheveningen, den heer
Verné, verzegeld. Vruchteloos hebben zich aldaar
aangemeld de onde vader, broeder en zuster van de
gearresteerde, want deze hadden zich, van hot ge
beurde in kennis gesteld, dadeljjk naar Den Haag
begeren.
Als do meest waarschijnlijke aanleiding tot den
moerd wordt door do „Hangsche Crt." opgegeven
dat de verslageno met Mei a. e. voorgoed de resi
dentie zou verlaten en naar Japan terugkeeren, ter
wijl de in de laatste weken voorgevallen oneenig-
hoden hoofdzakeljjk moeten worden toegeschreven
aan een langer verblijf te Brussel van haar, dan waar
toe de verslageno toestemming zou hebben gegeven,
met het gevolg dat hij niets meer van haar wilds
weten. Acht dagen bleef hjj toen weg, waarop zjj
op informatie en onderzoek uitging. Te Gouda
verscheen zjj eensklaps vóór hem en nam zjj in
den coupé naast hem plaats. Hij vermoedde toen
zeker geenszins welk rampzalig plan zij misschien
op dat oogenblik reeds tegen hem bad gesmeed.
Het lijk van den verslagene zal vermoedeljjk
uit Rotterdam naar Den Haag worden overgebracht
om ter begraafplaats te worden bijgezet, in afwach
ting van den overvoer naar het vaderland van den
overledene.
In verband met dezco moord zijn nog de vol-
g ndo bijzonderheden bekend geworden
Joauno Marie Lorelte, de daderes, kwam zich in
December te 's-Hage vestigen. Zjj liet zich be
hoorlijk in het vreemdelingen-register)' aan het
Ceatra lbureel )van politie aldaar insohrijven, op
gevende in de residentie te zjjn gekomen om hare
stud ën in de zangkunst te voltooien bij een bekend
leeraar in den zaag daar ter stede. Kortelings
geleden heeft zjj nog bij de bevoegde autoriteit haar
pas doen viseeren.
De spreekwjjze dat één oogenblik somtijds veel
te laat kan zijn, is in deze tragische geschiedenis
opnieuw bewaarheid.
Zaterdag-ochtend toch was der Haagsche politie
reeds ter ooie gekomen dat Jeanne het den zaak
gelastigde aan zjjne woning lastig had gemaakt.
De hoofdcommissaris van politie, belast met het
toezicht op de vreemdelingen, vond die geruchten
bevestigd door een lid der Japansche legatie.
Oumiddelljjk daarop gaf hjj bevelen dat de vreemde
vrouw zich gereed moest maken het land te verlaten.
Terwijl de betrokken politie-afdeeling tot de eerste
uitvoering van die order overging, had Jeanne reeds
de stad verlaten, terwijl ook later bleek dat de heer
Sakurada naar Gouda was gegaan om zich aan
verdere onaangenaamheden te onttrekken. Wat er
daar eo verder voorviel, weet men.
Men houdt het er voor dat de zaak zulk eeu
treurig einde niet genomen zou hebben, indien de
heer Sakurada, ongetwijfeld door valsche schaamte
weerhouden, den rnoed had bezeten Vrjjdag of
Zaterdag van do gespannen verhouding tusschen
hem en Jeannette mededeeling aan zjjne naaste
omgeving te doen.
Nog vernemen wjj dat bij eene huiszoeking in de
woning van de daderes zijn gevonden een doosje
met revolver-patronen, een telegram en eeno enve
loppe met het adres van den heer Sakurada en
de woorden „personelle."
BUITENLAND.
Frankrijk.
De Kamer van Afgevaardigden heeft de discussie
over de rechten op buitenlandsch rundvee voort
gezet en met 289 tegen 184 stemmen besloten
tot de behandeling der artikelen over te gaan. Met
273 tegen 216 stemmen werd het regeeringsvoor-
stel aangenomen, om een recht van 25 fr. op eiken
os te heffen.
Luidens bericht uit Hongkong is de pakket
boot „Surat," toobehoorende aan de „Peninsular
and Oriental Company," door een Franschen kruiser
aangehouden om te onderzoeken op zjj oorlogseon-
trabande aan boord had. Het EngelBehe eskader in
de Chineesche wateren heeft bevel ontvangen zich
naar Hongkong te begeven.
Groot-Britanuië.
In het Lagerhuis heeft de heer Gladstone gezegd
dat het sluiten der fioantiëelo overeenkomst be
treffende Egypte zeer na ophanden schjjnt. De
daarover gevoerde correspondentie zal onverwjjld
worden overgelegd, wat ook gebeuren moge.
Lord Edmund Fitzmaurice zeide dat wel is waar
het gerucht van den val van Kassala te Soeakim
verspreid is, maar geen authentieke mededeelÏDg
is ontvangen.
In het Hoogerhuis deelde lord Granville medo
dat de verklaringen, door den heer Gladstone ver
leden Vrijdag in het Lagerhuis afgelegd over
de Afghaausche quaestie, berustten op telegrammen
van den heer Thornton, waarvan het laatste van
5 Maart gedagteekend is. Hjj (lord Granville) seinde
verleden Zaterdag aan den heer ThorntoD, om te
weten te komen of de heer Von Giers de schikking
of overeenkomst in Gladstone's geest opvat.
Vereenigde Staten.
Eeue depeche uit Panama meldt dat 250 revo-
lutionnairen ouder bevel van Dizpura, gisterochtend
te 4 uren de stad aantastten. De regeering had
maatregelen van tegenweer genomen. Bij het afzen
den van het bericht duurde het schieten zonder
ophouden voort.