Overbetnwsche Novellen
j\°. 7683. Vrijdag 6 Maart. A0. 1885.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
▼an Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH tók DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANTt
▼•or Leiden per S maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Tan 16 regels 1.05. Ieders regel omt 0.171-
Grootere letters naar plaatsrnimte. Voor hst i
ren buiten ds stad wordt/ 0.10 berekend.
In den loop der volg. week zal onzen AbonDé's
door den Uitgever voor slechts 10 Cents weder
eene premie worden aangeboden.
Deze zal bestaan nit eene der zoo gunstig bekende
VAN
«T. «T. CREMER,
door bevoegden op letterkundig gebied de „ju
weeltjes" van den overleden schrjjver genoemd.
Vooraf zal de bon, waarmede de premie, zcolang
de voorraad strekt, kan worden afgehaald, in ons
blad worden afgedrukt.
OfHciëele Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden bren
gen ter kennis van belanghebbenden, dat bij de op heden
plaats gehad hebbende uitloting van zes obligation, tot
een bedrag van zes duizend gulden, behoorende tot de
geldleening van ƒ500,000 aangegaan krachlens de raadsbe
sluiten van 8/29 Augustus 1882, zijn uitgetrokken de num
mers 72, 238, 212, 267, 318 en 356, die op 1 Juli a. s.
aflosbaar zijn gesteld, op welk tijdstip de obligatiën op
houden rente te dragen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
5 Maart 1885. E. KIST, Secretaris.
LEIDEN, ft Maart.
Met genoegen zullen zij, die omtrent den ge
zondheidstoestand van den hoogleeraar Tiele be
zorgdheid koesterden, vernemen dat de ziekte ge
lukkig eene gunstige wending heeft genomen.
In de „Vragen des Tijds" van Maart eindigt
de Leidsche hoogleeraar Van Geer zijne belangrijke
beschouwingen over de verschillende stelsels van
kiesrecht, thans ook over de stelsels van evenredige
vertegenwoordiging. Hij komt grootendeels tot nega
tieve uitkomsten, nl. dat geen der voorgedragen
stelsels - wat het kenmerk der kiesbevoegdheid be
treft - den toets van een streng onderzoek kan
doorstaan. Eene beperking van het kiesrecht, al is
die om staatkundige en maatschappelijke redenen
wellicht onmisbaar, is niet in het karakter van het
kiesrecht gelegen, maar alleen utiliteitsgronden kun
nen tot beperking tijdelijk het recht geven. Wat
de wijze van verkiezing betreft, betoogt de hoog
leeraar dat de verschillende richtingen nog de meeste
kans hebben op evenredige vertegenwoordiging, bij
verdeeling des Rijks in zoovele kiesdistricten als
noodig zijn om in elk district één afgevaardigde,
naar den maatstaf der bevolking, te doen kiezen.
In zijne belangrijke studie heeft de hoogleeraar
tevens onderzocht, naar de gegevens die hij te
Leiden heeft gevonden, tot welke kringen van de
bevolking men bij de verschillende steleels afdaalt.
In de Staatscourant van heden is opgeno
men een verslag betreffende 's Rijks Ethnogra-
phisch Museum te Leiden, over 1883.
De Koningin - zoo verneemt het „H. Dgbd."
thans met zekerheid - zal met Prinses Wilhelmina
en aanzienlijk gevolg den 28sten Mei te Schönau
(nabij Töplitz in Bohemen) aankomen om er een
badkuur te ondergaan. De voor dat vorstelijk
bezoek noodige regeling zal geschieden door Zr.
Ms. adjudant-generaal, graaf Dumonceau, die reeds
spoedig in genoemde badplaats wordt verwacht.
Blijkens het voorloopig verslag over het ont
werp tot wijziging der wet op het hooger onderwijs
ter vergemakkelijking der toelating van vreemdelingen
tot onze universiteiten, vond dit ontwerp, als eene
bevestiging der banden met de Zuid-Afrikaansche
staragenooten, in de afdeelingen der Tweede Kamer
algemeene instemming, welke echter onderscheidene
bedenkingen niet uitsloot. Men vreesde begunstiging
van vreemdelingen en Nederlanders buitenslands
ten nadeele der studenten in Nederland, waartegen
de eisch van getuigschriften van bekwaamheid weinig
kan afdoen met het oog op onze onbekendheid met
het onderwijs aan bnitenlandsche instellingen. Daling
van het peil van het universitair onderwijs kon
van deze vergemakkelijking wel eens het gevolg
zjjn. Een ander bezwaar werd gezien in de gelijk
stelling van de buitenlandsche jongelieden met de
Nederlandsche, ook tot het bekleeden van betrek
kingen in ons land. Ter tegemoetkoming aan het
bezwaar dat de artsen niet en de buitenlanders
wel den doctorsgraad in de geneeskunde kannen
verkrijgen, werd aanbevolen den graad van doctor
aan buitenlanders toe te kennen als esn zuiver
wetenschappeiyken titel zonder rechteD. Verscheidene
leden wenschten deze uitzonderingswet niet uit te
strekken tot Nederlanders, geen ingezetenen van
het Rijk zijnde. De bezwaren vonden bestrijding
ten eerste bij hen die wenschten dat de weten
schappelijke titels, in andere landen verkregeD,
geëerbiedigd wordeD, voorts bij hen die verlaging
van het peil van het onderwijs en de examens
niet vreesden en er op wezen dat het over te leggen
getuigschrift van bekwaamheid ongeveer moet over
eenstemmen met het toelatingsdiploma h'er te lande.
Enkele leden wilden ze'fs afschaffing van de toe
latingsexamens, maar daarin zag men omverwerping
van ons stelsel van gymnasiaal onderwijs. Ver
scheidene leden waren zelfs voor verlaging der
eischen tot toelating voor buitenlanders, wenschten
aanwijzing der bnitenlandsche instellingen bij de
wet en niet bij Koninklijk Besluit en verwachten
dat weinig buitenlanders slechts ter verkrijging van
esn wetenscbappelijken titel onze academiën zouden
willen bezoeken.
In de groote zaal van het gebouw der „Maat
schappij voor den werkenden stand" te Amsterdam
had gisteren de eerste cODstitueerende vergadering
plaats der „Liberale Unie." 1
De opkomst van personen uit het geheele land
was aanzienlijk. Voor de Leidsche kiesvereeniging
„Het Algemeen Belang", 169 leden tellende, waren
tegenwoordig de heeren H. J. Bool, mr. S. J. Fockema
Andreae en T. A. O. De Ridder.
Het bureau bestond uit mr. J. A Levy, gedele
geerd voorzitter, en den heer J. Voüte Czn., gedele
geerd secretaris.
De voorzitter opende de vergadering met eene
uitvoerige rede, welke zeer levendige instemming
vond, zoowel aan het eind als na verschillende zin
sneden.
Mr. E. H. Karsten, afgevaardigde van Arnhem,
stelde allereerst de volgende motie voor: „De ver
gadering, van oordeel dat een huishoudelijk regle
ment nit zijn aard minder vatbaar is voor open
bare behandeling, gaat over in comité-generaal",
welke motie van de eeoe zijde met applaus begroet,
doch van andere zijde ernstig bestreden en einde
lijk met 49 tegen 40 stemmen verworpen werd.
De meerderheid was nl. de meening toegedaan dat
het geheele idee van geheimhouding in strijd is met
de vele principes waarop het liberalisme is gegrond
vest en dat de liberalen de publiciteit der pers
niet mogen schromen. Door de publiciteit uit te
sluiten, zou men scheppen eene misvormde publici
teit, welke schaadt, want men zal dan allerlei
praatjes krijgen. De eisch van het liberalisme is
bovendien huldiging der openbaarheid bij behande
ling der openbare zaak. Er waren er echter die er
op wezen dat bet dadelijk publiek maken van de
statuten al aanleiding tot groote onaangenaamheden
hid gegeven. Er zijn zaken die men beter in een
„onder-onsje" kon behandelen en die men pas later
publiceert. Een ander afgevaardigde meende, dat, als
er eene geheimhouding werd opgelegd, 't ook niet
noodig was de pers te weren, want dan zouden
wel een aantal min of meer uitvoerige mededec-
lingen worden geopenbaardwaarop weer een ander
opmerkte dat de heeren van de pers 't duizendmaal
beter doen dan de afgevaardigden, en zij die de
leden der vergadering afvaardigden, hadden recht
te weten zoo spoedig mogelijk wat er was bespro
ken en besloten.
De acht aanwezige verslaggevers mochten dus
in de vergadering blijven.
Uit het vervolgens door den heer Voute uitge
bracht verslag bleek dat tot de Unie waren toe
getreden 62 liberale kiesvereenigingen met 4390
leden, die 102 leden kunnen afvaardigen; 14 ver-
eenigingen hadden bepaald geweigerd of oorspron
kelijk geweigerd toe te treden, terwjjl andere het
resultaat dezer vergadering wilden afwachten.
Eene motie van den heer Drucker uit Gronin
gen, strekkende om te verklaren dat essentiëele
voorschriften, als thuis behoorende in de statuten
en niet in het huishoudelijk reglement, hier niet
behandeld moesten worden, werd na langdurige
discussie met groote meerderheid aangenomen.
Daarop werd eene motie van mr. Fockema
Andreae uit Leiden evenzeer met groote meerder
heid aangenomen, volgens welke door deze verga
dering aan eene commissie van nitvoering wordt
opgedragen, een huishoudelijk reglement te ont
werpen.
Na de panze ging de vergadering over tot de
benoeming van eene Commissie van Uitvoering,
bestaande uit negen leden. Bij de eerste vrjje stem
ming werden gekozen de heeren mr. H. J. Dijck-
meester te Gorkum met 71, mr. E. Fokker te Mid
delburg met 63, mr. G. H. Van Bolhuis te Utrecht
met 65, mr. G. A. Van Hamel te Amsterdam met
61, mr. H. L. Drucker te Groningen met 57, mr.
E. H. Karsten te Arnhem met 54, mr. D. Wicker-
link te Zwolle met 49, de heer A. Plate te Rotter
dam met 48 en mr. J. A. Levy te Amsterdam
met 47 van de nitgebrachte 86 stemmen. Al deze
heeren namen de benoeming aan, behalve de heer
Plate, in wiens plaats bij eene tweede vrije stemming
gekozen werd met 50 stemmen mr. J. B. Kan te
Rotterdam.
Mr. Levy sloot daarop met een krachtig en op
wekkend woord deze bijeenkomst.
Na afloop der vergadering heeft de commissie
van uitvoering zich geconstitueerd, en werd het
dagelijksch bestuur samengesteld als volgt: mr. G.
A. Van Hamel, voorzitter, mr. E. H. Karsten,
vice-voorzitter, en mr. H. J. Dijckmeester, penning
meester. De heer J. Voüte Czn. verklaarde zich wel
willend bereid, de werkzaamheden van secretaris
gedurende vier weken te blijven verrichten, in af
wachting van de benoeming van een definitieve»
secretaris, door de commissie van nitvoering.
De heer Van Lennep heeft ontslag gevraagd
als directeur van den „Centraalspoorweg." De
aandeelhouders zijn opgeroepen tegen 8 April tot
benoeming van zijn opvolger, als hoedanig men
noemt mr. Ameshoff, directeur van de „Rijnspoor
wegmaatschappij." Deze benoeming zon in verband
staan met de exploitatie van den Centraalspoorweg,
door de Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij-
Door den minister van oorlog is, naar der
„N. R. C." meldt, bepaald dat de beweegbare
schietschijven der infanterie zonder geldelijke ver
goeding aan de dd. schutterijen in gebrnik mogen
worden afgestaan, onder beding, dat eventueel aan
te richten schade ten koste der gemeente worde
hersteld.
Naar men verneemt, heeft het hoofdbestuur
der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencul
tuur weder eenige toezeggingen ontvangen van
zilveren vergalde en zilveren medailles voor de in
deze maand te bonden groote tentoonstelling van
bloeiende bol- en knolgewassen, te Haarlem, bij