N°. 7682, Donderdag 5 Maart. A°. 1885. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.174- Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet iacasiee- ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Gemengd Nieuws. Onze regeering heeft bereids de uitlevering aangevraagd van den te Brussel aan gehouden directeur der Haagsche brood- en meel fabriek. De Amsterdamsche politie vond gis ternacht in de Wijngaardsteeg aan den openbaren weg liggen een werkman, bewusteloos en zoodanig aan het hoofd verwond, dat men het geraden oor deelde, hem naar het ziekenhuis te vervoeren, waar hij ter verpleging werd gegeven. Aan het vechten geraakt zijnde, zou de man door zijn tegenpartij in dien toestand gebracht zijn. Door eenige sportsmen is bij het Amsterdamsch gemeentebestuur aanvraag gedaan om, op de terreinen achter het Rijks-Mnseum, wed rennen en harddraverijen te mogen houden. Het plan bestaat om reeds gedurende dezen zomer op nader te bepalen tijdstippen, er een drietal te doen plaats hebben. Het „Dbl. v. Ned." geeft eene korte beschrijving van den richtingscontroleur, van welk instrument in ons blad reeds met een enkel woord melding is gemaaakt. Het instrument is ontworpen door den Zweed- schen lsten luitenant Lemmchen; het munt uit door eenvoudigheid en is toch bijzonder geschikt tot het controleeren van de richting, zoowel bij de voorbe reidende schietoefeningen als bij het schieten. Het wordt gesteld tusschen het oog van den schutter en het vizier. De schutter richt op de ge wone wijze, ziende door het glas, terwijl de onder wijzer die rechts van den schutter staat, in den spiegel een helder beeld ziet van vizier, korrel en doel. Hij kan dus steeds met groote juistheid waar nemen op welk punt het geweer gericht is. Het stilhouden van het geweer in den aanslag, de al of niet gegrondheid van de zoo dikwjjls geuite opmerkingen van den schutter, „dat zijn geweer te hoog of te laag, te veel rechts of links draagt", de invloed van den wind op den kogel enz., kunnen door dit instrument worden nagegaan. Op den weg tussohen Tilburg en Goorle heeft een droevig ongeluk plaats gehad. Bij het uitwijken voor een vrachtwagen geraakte een der wielen van een met een paard bespannen karretje op een zandhoop aan de zijde van den weg, eene hindernis, welke blijkbaar door den bestuurder van het rijtuigje niet was bespeurd. Het wagentje sloeg om en beide personen, die zich daarin bevonden, werden op den weg geslingerd; de een viel onge lukkig juist tegen of onder de wielen van den vrachtwagen en was onmiddellijk een lijk, de ander liep met eene ernstige wonde aan het hoofd vrij. Zes weken geleden brandde te Aken de groote Rijnsche lakenfabriek af en thans heeft men onder het puin eene levende kat gevonden, die bij den brand een toevluchtsoord gezocht had in eene stoompijp, daarmede drie verdiepingen om laag gestort en onder het puin begraven gebleven was, zonder eenig voedsel. Het beest was zeer vermagerd, maar zal zijne schade nu zien in te halen; het nam dadelijk zeer gretig de voorge zette melk. Men zegt dat wanneer het huwelgk van Laetitia Bonaparte met den hertog van Torlonia doorgaat, de oom van den bruidegom aan zijne aan staande nicht 100 millioen fr. als bruidschat zal geven. Een werkman te Monrose, die wekelijks eenige shillings ve rdiende, heeft onverwachts 15,000 pd. St., d. i. f 180,000, geërfd. De ex-keizerin E u g n i e i s a a n e e n ernstig gevaar ontsnapt. Zij reed met den hertog van Bassano te Parnborough toen de paarden voor het rijtuig op hol gingen. De equipage stortte op een boerenkar en wierp deze omver, maar ook het rijtuig brak en de pereonen werden er uit geslingerd. Alleen de koetsier werd gekwetst. Een der paarden bleef op de plaats dood. Een brievenbesteller te Brussel, zekere Terrace, is op den loop met 45,000 fr. aan waarden; de meeste zijn Hollandsche. Vóór drie maanden werd een jon- getje van vier jaar, Eugène Leroux, te Belleville (Parijs), door een hond gebeten. Men lette daarop verder niet, tot eenige dagen geleden de verschijn selen van watervrees zich openbaarden. Toen het kind naar het hospitaal zou gebracht worden en zijne moeder het nog wilde omhelzen, bracht het haar een diepen beet in den linkerarm toe. In een der meest bevolkte wijken van St.-Petersburg had enkele dagen geleden een groot onheil plaats, waaromtrent de volgende nadere bijzonderheden worden vermeld: De vorstelijke familie Yiassensky bezat er een huis, dat door een overgroot getal arbeiders met hunne gezinnen werd bewoond, en het vormde eene der voornaamste bronnen van inkomsten dier familie; hoewel het geheel en al op eene kazerne geleek, had het volk het den spotnaam „paleis Yiassensky" gegeven. Dit reusachtige gebouw nu stortte in, en men kan zich eenig denkbeeld maken van de ontsteltenis die deze instorting in de hoofdstad teweegbracht; wanneer men weet dat het door meer dan twee duizend personen bewoond werd, waarvan de mees ten handwerkslieden waren. Het officiëele cijfer der bij het ongeval omgeko menen, dat vier heet te bedragen, wordt door het publiek dan ook zeer ongeloovig opgenomen; men beweert dat er meer dan tachtig slachtoffers zijn gevallen en het gerucht is verspreid, dat verschei dene lijken in stilte naar het kerkhof zijn gebracht op karren, die, om de aandacht af te wenden, met sneeuw waren aangevuld; het is trouwens een feit dat vele met sneeuw beladen karren van de bin nenplaats van het gebouw werden weggevoerd. De opgravingen, die onmiddellijk na het gebeurde, in tegenwoordigheid van den keizer en verschei dene grootvorsten, werden ondernomen, werden onafgebroken voortgezet; eene geheele compagnie sappeurs der garde was aan den arbeid, maar de opruiming zonde ongetwijfeld verscheidene dagen duren. Op bevel des keizers is een gestreng onderzoek naar de oorzaken van het ongeval ingesteld, dat ongetwijfeld te wijten is aan de nalatige wijze, waarop het reusachtig gebouw werd onderhouden. INGEZONDEN. Waarde Redacteur, Erger werd het echter, toen in eene volgende vergadering van den Gemeenteraad, zelfs tot groote verwondering van eenige der leden, het Dagelijksch Bestuur verklaarde met den Heer van Stirum een contract te hebben gesloten, waarbij het verlof tot het lossen van meBt aan de losplaats bij de gas fabriek werd ingetrokken, en daartoe de plaats, genoemd: „de Onde Schelpen", werd aangewezen, maar waarbij tevens het lossen van mest in bakken langs de geheele Spoelsloot werd verboden. Dit laatste was zeker geschied ten behoeve van de gemeentenaren, vooral van de landgebruikers aan den Yoorweg, die door het veranderen van de los plaats, iets, waartegen zij niets konden doen, ge dwongen werden tot veel tijdverlies en tot het beta len van dubbele kosten bij het vervoer van hunnen mest. Zij hadden zich echter getroost met de ge dachte in bakken te kunnen lossen, en zie - bet Dagelijksch Bestuur ontneemt hun die vrijheid. Waarom? Omdat, zegt men, de Heer van Stirum dit eischte. Men wendt zich tot den Heer van Stirnm. Deze verklaart het opheffen van de vrijheid om in bakken te lossen niet te eischen. Men rekwesteert één-, twéé-, driemaal en eindelijk - na véél loopen, over- en weerpraten en haspelen en mompelen, - te be droevend om te vertellen - zien de Heeren aan de groene tafel in, dat de belangen der burgerij eisohen, dat zij toegeven. Schoorvoetend geschiedt dit. Het lossen van mest in bakken wordt weer toegestaan, maar - 't is alsof men den belanghebbenden wil doen gevoelen, dat men niet dan gedwongen toe gaf. Zij zullen vrijheid hebben om te lossen, maar die vrijheid zal hun zoo zuur en zoo bezwarend mogelijk gemaakt worden. Twee palen langs de Spoelsloot wijzen de beperkte plaats aan, waar het lossen in bakken toegestaan is. Uit spotternij schijnt men er een klein eindje schoeiïng bij gelaten te hebben, waar nauwelijks ééne echujt kan Jiggeh.,7 Het overige der schoeiïng is zeker tegoedom jlq^r Noordwijkers gebroikt te worden. Heeft men het smalste gedeelte van den uitgekozen 't Lijkt wel't Lossen is er ten minste ondoenlijk of hoogst moeielijk. Bewijzen? Den eersten dag, dat er gelost mocht worden, reed er een op die plaats op een haartje af te water; een ander zou onder den gierbak te water zijn geraakt, waren do omstanders niet haastig te hulp gesneld; wil men een mestwagen keeren, dan heeft men het benijdenswaardig voorrecht de paarden te mogen afspannen en den wagen met eigen handen te moeten omtrekken; voorbijrijden is niet mogelijk, als er een aan 't lossen is; Dokter van Nes moest dezer dagen omkeeren en een anderen weg nemen. En dit geschiedt, terwjjl de gemeenteraad besluit 40,000 gld. te schenken als subsidie aan de Duin- bouw-Maatschappij tot het aanleggen van een tram, die juist dien kant langs komt en die, zegt men, de mes'lucht niet verdragen kan. Het publiek ver bindt die feiten, Mijnheer de Redacteur, en oordeelt - en mort. Is er dan te Noordwijk geene andere losplaats voor mest, vraagt ge welücht. O ja, daar is nog de nieuwe losplaatsmaar die is tegenwoordig zoo bedekt met allerlei bouwmaterieel ten behoeve van de werkzaamheden in de duinen, dat er voor de bloemkweekers tot het lossen van mest nauwe lijks een klein plekje overblijft, 't Is zelfs gebeurd, dat iemand, die er eene vaste losplaats gehuurd had, haar met steenen bedekt vond, toen hij ze zelf wilde gebruiken. Dat het rijden op die losplaats door het leggen van rails ten behoeve der D.-M., bemoeielijkt wordt, daarover willen wij niet spreken. Maar nu hier de losplaatB voor het grootste gedeelte wordt ingenomen door bouwmaterieel en dédreene bijna onbruikbare plaats tot lossen wordt aange wezen en dat nog wel door mannen, die zéér goed met de belangen van landbouw en bloementeelt op de hoogte zijn, nu verwondert het ons niet, dat de bloemisten, van wier welvaren toch grootendeels Noordwijk's bloei afhangt, morren en er bijna dagelijks klachten opstijgen. En zij zullen klagen en morren, totdat - ja, tot dat de groote voordeelen, die uit de ondernemingen der Duinbouw-Maatschappij voor de gemeente zul len voortvloeien, hen zullen dwingen, beschaamd de oogen neer te slaan. Dan znllen zij mede de voordeelen en lusten genieten van de werkzaam heden, waarvan zij heden de lasten moeten dragen. Laten zij zich zoolang troosten met de in hunnen toestand opbeurende gedachte: „Na lijden komt verblijden!" Na hartelijke groete, tot weerzien! Mijnheer de Redacteur. Noordwijk, 27 Febr. '85. J. G,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1