contribution van de leden in zijne afdeeling en met de uitbetaling van gelden bjj overlijden en genoot daarvoor 0.87'/j per 100 leden in de week. Gedurende de jaren 1883 en 1884 maakte deze bode zich aan onderscheidene valschheden schuldig, waar- door hg het fonds voor ongeveer 150 benadeelde. Geneeskundige verklaringen, formulieren, Btatenen quitantiën werden door hem valschelijk vervaardigd, ingevuld, veranderd of onderteekend. Bij sommige valschheden was het zijne bedoeling sommen in handen te krijgen, die in het geheel niet moesten worden uitgekeerd, terwijl hij bij anderen een hooger bedrag wist te bemachtigen dan de Maatschappij werkeljjk bij uitkeering verschuldigd was. Zoo deed hij het voorkomen alsof drie zijner leden, te Bos koop woonachtig, waren overleden en hij telkens f 45 had uitgekeerd, alsof hij bij het overigden van twee kinderen van leden telkens 10 en niet, zooals het geval was, f 8 had afgedragen en ein delijk deed hij een nog levend kind als overleden doorgaan en ontving daarvoor de quasi door hem uitgekeerde som van 10. De bode, wienB kwade praktijken eindelijk aan het licht kwamen, moest zich gisteren in de crimi- neele terechtzitting van het gerechtshof te 's-Gra- venhage daarvoor verantwoorden. Hom werd ten laste gelegd valschheid in onderhandsche geschriften lG-malen gepleegd, zoomede het desbewust gebruik maken van de valsche stukken, en hij bekende ook al die valschheden 6f te Waddingsveen of te Gouda, ten huize zjjner ouders, te hebben bedreven, doch alleen om door het verkregen geld de huishouding zjjner ouders te ondersteunen. Persoonlijke voor deden had hjj niet beoogd en ook niet genoten. De adv.-gen. mr. Bjjleveld, die door de verklaringen der gehoorde getuigen de volledige bekentenis van besch. volkomen bevestigd oordeelde, zag in het vroeger onbesproken gedrag van besch. aanleiding om voor hem eene straf te eischen beneden het minimum dat door de wet wordt bedreigd, nl. van 2 jaren eenzame opsluiting en 32 boeten van ƒ50. De verdediger, mr. Rasch, die eveneens van meening was dat het vroeger goed gedrag van zijn cliënt als verzachtende omstandigheid kon gelden, beval hem in 's Hofs clementie aan. De uitspraak is bepaald op aanst. Donderdag. Gisteravond had een Belg, werk- zaam aan de bijna voltooide Passage te 's-Hage, het ongeluk van eene vrij hooge stelling, binnen het gebouw, te vallen. Zwaar gekneusd werd de man per rijtuig naar zijn kosthuis vervoerd. In de Zuilingstraat te 's-Hage k re gen twee vrouwen het te kwaad. De een gaf daarbij de ander een slag, waardoor ze op de steenen een gat in het hoofd viel. De politie kwam tusschen beiden. G is t e r n am i d d a g omstreeks twee uren brak te Amsterdam door het vlam vatten van terpentijn in de nabijheid van een kachel, brand uit in een magazijn van verfwaren op de Laurier gracht 47. De brand had eerst een dreigend aan zien, doch werd door de groote activiteit der brand weer, die het ijs in de gracht moest stukhakken, tot het benedenhuis beperkt. En ook daar bleef nog veel behouden. Vermelding verdient, dat, bij het reddea der boven- bewoonsters, de personen W. W. E. Wegenaar en Hemker zich bijzonder verdienstelijk hebben ge maakt. Deze redding was daarom moeieljjk, omdat het geheele huis met zwaren rook was gevuld en de bejaarde bewoonsters eerst nog de kat en de kanarievogeltjes in veiligheid wilden brengen. Het bericht van de A m s t. Cr t." (red. de heer De Bergh) dat de wed. Jut uit de gevangenis zou zijn ontslagen en zich te Rotter dam zou hebben gevestigd, is, naar de „N. R. C." verneemt, onwaar. Zij bevindt zich nog steeds in de gevangenis voor vrouwelijke veroordeelden te 's-Hertogenbosoh, en, tenzij gratie worde verleend, hetgeen tot heden niet het geval is, duurt haar straftijd tot Juli 1887. De gedachtenlezer Cumberland zal binnenkort ons land bezoeken en o. a. séances geven te 's -Hage, te Rotterdam en te Amsterdam. Gistermorgen trof den heer L., op zichter der IJselstoomtramljjn UtrechtVreeswijk, het ongeluk, bjj den Doorslag, gemeente Jutfaas, onder een lorri te geraken. Vreeselijk verminkt is hij opgenomen, en na behandeld en verbonden te zijn door een arts te Jutfaas, per tram vervoerd naar het gasthuis te Utrecht. Men vreest voor zijn leven. Te He 1 m oh d h ad e e n w er k m a n i n de fabriek van de heeren Ramaer en Co. het ongeluk op een9 kuip te vallen, met het treurig gevolg, hjj twee zijner ribben brak. Gisterochtend omstreeks vijf uren ontstond er brand in de schuur van S. S. te Maas dijk. De schuur en de daarnaaststaande hooischelf zijn eene prooi der vlammen geworden, doch het huis werd door het krachtig optreden der brandweer behouden. Het vee is gered. Een en ander was ver zekerd. Oorzaak vooralsnog onbekend. Op de hoogte van het Hellegat onder Willemstad is de 22-jarige schipper S. Schram, die bij het varen op de roef van het schip zat om het zeil vast te houden, door een rukwind over boord geslagen en verdronken. Tot heden is zijn lijk nog niet gevonden. Naar men verneemt, worden de on- langs bij 's Rijks werf te Willemsoord ontslagen werklieden weder tijdelijk bij genoemde inrichting aan het werk gesteld en is daartoe door het depar tement eene bepaalde som aangewezen. Bij het ongeluk, aan de stoomboot „Oude Maas II" overkomen, zjjn omgekomen Grietje Sluimer, beter bekend als Griet de groente vrouw, Teunis Baars, Jan Yan der Schoor Hz., Cornelia Yan der Linden met vrouw en dochter, Pietje De Ruiter en Willempje Yan Vliet, allen van Oud-Beierland. Behalve deze personen is niemand uit de om liggende plaatsen omgekomende schade aan goede ren en vee bedraagt omstreeks 30,000. M. D. te Heiloo, die bjj hetredden van zijn vee bij een brand, hevige brandwonden bekwam is aan de gevolgen overleden. Te Hoogland is het bevroren lijk van een timmermansknecht gevonden. De man was den voeigen avond dronken geweest. Blanckaert te Brussel, wiens arres tatie wij gisteren meldden, is in vrijheid gesteld. Hij heeft aan den rechter van instructie bekend, niet te weten waar het jonge meisje, dat men hem verwijt ontvoerd te hebben, zich bevindt; de rechter heeft hem aanbevolen om haar te gaan zoeken. Hoewel het vitriool te Parijs lang zamerhand uit de mode raakt en door de revolver vervangen is, vindt men toch nog jaloersche vrou wen die zich van dit middel bedienen om hare echtgenooten op gevoelige wijze te tuchtigen. Zoo ook eene 43-jarige vrouw te Parijs, die haar man van ontrouw verdacht en ten slotte van een harer kennissen de zóó stellige zekerheid hiervan kreeg dat ze maar besloot hem onverhoeds eene hoeveel heid vitriool in het aangezicht te werpen. Koude trotseerende, wachtte de vrouw des avonds langen tijd op haar ontrouwen echtgenoot. Het duurde echter zeer lang eer hij de woning verliet en de beleedigde vrouw besloot dus maar naar huis terug te keeren. Op den terugweg ontmoette ze echter de wasch- vrouw, die aangewezen werd als de vrouw waar mede haar man in kennis was en zonder zich te bedenken wierp zij haar eene groote hoeveelheid van de zoo gevaarlijke vloeistof in het gelaat. De vitriool had maar al te goed doel getroffen, het gelaat der waschvrouw zag er deerlijk verschroeid uit en er bestaat geen twijfel of zij zal voor altjjd het gezicht moeten missen. Yoor het politiebureel verklaarde de dadores dat haar slachtoffer haar had getart en gebraveerd. Eene w e 1 g e s t e 1 d e f a m i 1 i e te Berlij n ontving met Kerstmis als verrassing een mandje, waarin een meisje van hoogstens 14 dagen was verborgen. Ofschoon de politie het wichtje opeischte voor het stedelijk weeshuis, besloot het echtpaar, dat zelf geen kinderen had, het kerstgeschenk te aanvaarden en het meisje voortaan als het hunne te beschouwen. BUITENLAND. Frankrijk. Naar gemeld wordt, zal Charles Ballerich, be trokken in de zaak van de „Cri du Peuple", den 18den Febr. voor het Hof van Assises der Seine terechtstaan. Vooraf zullen de moordenaars zijner moeder terechtstaan, in wier zaak hij als getuige moet optreden. Zijn dezer dagen aan zijne wondon bezweken broeder Norbert heeft hem een vermogen nagelaten van 200,000 fr. en zelf bezit hij reeds even zooveel. De kosten van de gebouwen der wereldten toonstelling te Parijs worden op 56 millioen fr. geschat. De Fransche Academie van Wetenschappen heeft den grooten prijs voor natuurwetenschappen (3000 fr.) toegewezen aan eene studie over de zee dieren aan de Fransche kust, door den hoogleeraar Marion te Marseille. België. In de zitting, welke gisteren door de Kamer van Vertegenwoordigers gehouden werd, ontwikkelde de heer Dumont zijn voorstel over een invoerrecht op de levensmiddelen. De heeren Beernaert en Jacobs verklaarden dat zij het voorstel zonden bestrijden. Zonder verzet werd besloten het voorstel in over weging te nemen. Groot-Britanuië. De „Pall Mall Gazette" zegt: Wij hebben reden om te gelooven dat de berichten, welke gister morgen zijn medegedeeld betreffende de beslissing der regeering ten opzichte van de Egyptische finan ciën, in hoofdzaak juist zijn. Het kabinet zou be sloten hebben, de Fransche voorstellen aan te nemen als grondslag der onderhandelingen, onder voorwaarde dat er geen gemeenschappelijke contróle, van welken aard ook, zal bestaan. In plaats van eene rente-reductie, zou op de coupon eene belasting gelegd worden. De vertegenwoordigers van Duitsch- land en Rusland zouden toegelaten worden tot de Kas der Schuld, maar do functiën dier icstelling zouden geene uitbreiding ondorgaan. Engeland zou aanbieden, voor de leening van 9 millioen pd. st. borg te staan, doch tevens geneigd zijn om in ge- dachtenwisseling te treden over een internationalen waarborg, welke echter slechts onder goedkeuring van al de groote mogendheden van kracht zou zjjn. In het graafschap Essex, waar reeds vroeger schokken van aardbeving werden gevoeld, herhaal den zich dezer dagen die verschijnselen. De schade waB niet aanzienlijk en menschen werden niet ge dood of gekwetst, dcch de schok deed al de in woners van het stadje ontwaken en bracht in alle won'mgen het huisraad, het vaatwerk en de ven sters in beweging. Telegrammen. LONDEN, 22 Januari. Nadere berichten uit Egypte melden dat als de voornaamste omstandig heid van den zoo treurig afgeloopen slag is aan te nemen, dat tienduizend Arabieren zich nauwelijks 70 kilometer van de Gadkul-bronnen bevonden, zonder dat de generale staf daarvan het minste vermoeden had. Toen Stewarts afdeeling van Gad- kul naar Abuklea marcheerde, zag men overal sporen van vijandelijke bivonakken, maar geen Arabisohe spion verried de nabijheid des vijands, dien de Engelschen veel te laag schatten. Op den 16den Januari waren de Engelschen op eene vlakte gelegerd, welke van uit de verte door heuvels ingesloten was en bergruggen op den voorgrond had. Nadat de huzaren geconstateerd hadden dat de vjjand de bronnen bezet hield, liet Stewart een carré vormen; op duizend schre den afstand van den bergrug ging bij zelf met den generalen staf op verkenniog en bemerkte aan de aDdere zijde van den bergrug, verborgen in het kreupelhout, vijandelijke troepen, ongeveer twintig vaantjes. Omdat het aantal vijanden niet zeker te schatten viel, besloot hij, in de Zariba op te houden en daar te bivakkeeren. De nacht was zeer onrustig door voortdurende geweerschotendriemaal werd alarm geslagen, 's Morgens rukte de vjjand rechts over de heuvels en links den weg van Abuklea op en onderhield twee uren lang een geweer vuur, waarbjj hjj de Engelschen trachtte te omsin gelen. Daarop vormden de Engelschen een hol carré, met de garde vooraan, bereden infanterie links, infanterie rechts, zware cavalerie en marine brigade mot mitrailleuses achter, kameelen, ammu nitie en ambulance in het midden. Het marcheeren ging zeer langzaam, omdat geen doode noch gewonde achtergelaten werd. Eerst na een marsch van een uur kregen de Engelschen een klaar begrip van de volle sterkte des vjjands. Toen volgde een vijandelijke aanval met zulk eene woede en zulk een doodsverachting dat de Engelsche colonne een tijd lang verloren scheen. Rechts voerde bij den vijand de emir van Metamneh, links de emir van Berber het bevel; de eerste drong met honderd „desperados" door het vuur binnen het carré, waar hjj viel, op het oogenblik dat van achteren ook eene breuk ontstond. Een poos heerschte volslagen verwarring, totdat het carré opnieuw was gevormd en de Arabieren door het sterke vuur neergeschoten waren. De mitrailleuses bleven nutteloos, de marine-brigade leed zware verliezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 2